economische foto voorne-putten - Samenwerking Voorne

advertisement
ECONOMISCHE FOTO
VOORNE-PUTTEN
Basisrapportage t.b.v. het Economisch Profiel Voorne-Putten
Januari 2016
www.ioresearch.nl
COLOFON
Uitgave
I&O Research
Zuiderval 70
Postbus 563
7500 AN Enschede
Rapportnummer
2016/010
Datum
Januari 2016
Opdrachtgever
Regiegroep Voorne-Putten
Auteur(s)
Ruud Esselink
Thijs Lenderink
Jon Severijn
Gert Versteeg
Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.
Economische F oto Voorne -Putten  Col of on
INHOUDSOPGAVE
1.
Inleiding ............................................................................................................................... 6
1.1 Aanleiding ...................................................................................................................... 6
1.2
2.
3.
4.
Economische foto als bouwsteen voor economisch profiel................................................ 7
Bevolking .............................................................................................................................. 9
2.1 Bevolkingsontwikkeling .................................................................................................. 9
2.2
2.3
Migratiesaldo en natuurlijke aanwas ............................................................................. 10
Bevolkingsprognose...................................................................................................... 12
2.4
Leeftijdsverdeling bevolking ......................................................................................... 13
2.5
Etniciteit ...................................................................................................................... 15
2.6
Huishoudens ................................................................................................................ 16
2.7
Onderwijsniveau........................................................................................................... 17
Inkomen en sociale zekerheid .......................................................................................... 20
3.1
Besteedbaar inkomen ................................................................................................... 20
3.2
Uitkeringen .................................................................................................................. 20
3.3
Gezondheid .................................................................................................................. 22
Werk ................................................................................................................................... 24
4.1 Aanbodzijde arbeidsmarkt ............................................................................................ 24
4.2
Vraagzijde arbeidsmarkt............................................................................................... 26
4.3
Toegevoegde waarde.................................................................................................... 30
4.4
Arbeidsvraag ................................................................................................................ 33
4.5
Pendel.......................................................................................................................... 34
5.
Bereikbaarheid................................................................................................................... 39
6.
Ruimtelijke ordening ......................................................................................................... 43
6.1
Woningen..................................................................................................................... 43
6.2
Woningbouw ................................................................................................................ 44
Economische F oto Voorne -Putten  Inhoudsopgave
7.
6.3
Leefbaarheid en voorzieningen ..................................................................................... 45
6.4
Detailhandel................................................................................................................. 46
6.5
Landbouw .................................................................................................................... 47
Toerisme & Recreatie ........................................................................................................ 50
7.1
8.
Ontwikkeling ................................................................................................................ 50
Duurzaamheid .................................................................................................................... 54
8.1 Biomassa ..................................................................................................................... 54
8.2
8.3
Warmtegebruik ............................................................................................................ 54
Wind en zonne-energie en overige bronnen .................................................................. 56
Bijlage 1. Bronnen ..................................................................................................................... 58
Economische F oto Voorne -Putten  Inhoudsopgave
1
HOOFDSTUK
Inleiding
Economische F oto Voorne -Putten  Inlei di ng
5
1. Inleiding
1.1
Aanleiding
Kanteling econom isch perspectief
De landelijke economie herstelt zich steeds meer. De landelijke economische vooruitzichten worden na de
afgelopen crisisjaren positiever. Na enkele jaren van krimp is de Nede rlandse economie in 2014 met 1,0
procent gegroeid. Ook het economische vertrouwen van de Nederlandse consumenten en producenten
groeit. Dit alles vertaalt zich in (geleidelijke) verbetering van diverse economische indicatoren zoals
stijgende bestedingen en investeringen, minder faillissementen en ook meer banen. De verwachting is
ook dat de economische groei verder aantrekt, tot 2,0 procent in 2015 en 2,4 procent in 2016 (bron:
CPB, Macro Economische Verkenning 2016)1.
Transities
Tegelijkertijd is er sprake van transities, die eerder sneller dan langzamer lijken te verlopen. Denk daarbij
aan globalisering, digitalisering (en robotisering), maar ook aan energietransities en demografische en
geopolitieke veranderingen.
Voorne- Putten
Deze veranderingen hebben ook (in-)directe gevolgen voor de herijking economisch beleid en
visievorming. Ook de regio Voorne -Putten heeft de blik op de toekomst. In de Strategische Agenda 2015 2018 (zie kader) zijn de belangrijkste ontwikkellijnen uiteengezet waarbij samenwerking een centraal
element is. Voor een helder en adequaat toekomstig economisch beleid op Voorne-Putten is een beeld
gewenst van de plaats en positie die Voorne-Putten inneemt (een economische foto) en kan innemen op
economisch gebied (een economisch profiel).
Strategische agenda
Het Programma Economie noemt een aantal belangrijke aandachts- en uitgangspunten voor de
toekomstige economische ontwikkeling van Voorne-Putten.
 Voorne-Putten is anticipeerregio (niet meer officieel na herijking door het Rijk in 2014), wat betekent
dat de komende jaren een demografische transitie zal optreden
 Voorne-Putten is geen geïsoleerd gebied, maar heeft een nauwe, economische relatie, met het
omringende gebied, zoals het Haven Industrieel Complex, Haringvliet/Goeree Overflakkee, maar zeker
ook in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag
 Binnen Voorne-Putten hebben de verschillende gemeenten en gebieden een eigen karakter én eigen
potenties. Door het verbinden van deze factoren kan Voorne-Putten er als geheel sterker uitkomen.
De Strategische Agenda geeft een aanzet voor het profiel van Voorne-Putten: een groen-blauwe delta
tussen stad en ommeland. Om dit te bereiken moeten op verschillende gebieden ontwikkelingen
plaatsvinden: bereikbaarheid, evenwichtige bevolkingssamenstelling, landschap, voorzieningenaanbod,
woon-werk-afstand en toerisme & recreatie. Voorne-Putten is een regio van contrasten (industrie-rust,
overloopsteden-historische kernen, groen/blauw-grijs), een schakelregio tussen het grootstedelijke en
economisch dynamische Rotterdam en de Zeeuwse delta met het accent op toerisme en recreatie 2.
1
Deze voors pellingen blijken inmiddels mogelijk iets te roos kleurig vanwege o.a. lagere aardgas baten.
2
Foto anticipeerregio Voorne-Putten. Public Res ult, 2013.
Economische F oto Voorne -Putten  Inlei di ng
6
1.2
Economische foto als bouwsteen voor economisch profiel
Door het opstellen van een economische foto wordt de huidige economische positie van Voorne -Putten
helder. Aan de hand van beschikbare data- en literatuurbronnen wordt de economische ontwikkeling en
structuur van Voorne-Putten beschreven en in perspectief geplaatst.
De economische foto van Voorne-Putten is in perspectief gezet door haar waar mogelijk in historisch
perspectief te plaatsen. Door voor een zo lang mogelijke en relevante periode terug te kijken, ontstaat
een scherper inzicht in de ontwikkeling en het economische karakter van Voorne-Putten. Ook zijn
kerncijfers verbijzonderd naar gemeente. Hiermee wordt duidelijk waarin gemeenten zich onderscheiden
en wat juist gemeenschappelijke dragers/elementen zijn. En de relatieve positie van Voorne-Putten is
scherper in beeld gebracht door waar mogelijk van een vergelijking te maken met aangrenzende regio’s
(Rotterdam, Goeree-Overflakkee, Hoeksche Waard), de MRDH, Zuid-Holland en het Nederlands
gemiddelde.
Naast data-analyse is dit feitenonderzoek ook uitgevoerd door middel van literatuurstudie (zie bijlage 2
voor een overzicht van de geraadpleegde bronnen). Naast lokale en regionale beleidsstudies en visies is
ook gebruik gemaakt van onder meer coalitieakkoorden, werkprogramma’s van de provincie Zuid -Holland
en van MRDH, en visie- en agendadocumenten van Voorne-Putten.
Elementen Economische foto:

Bevolking (o.a. bevolkingsomvang, -samenstelling en –ontwikkeling, onderwijs)

Inkomen en sociale zekerheid (o.a. inkomensverdeling huishoudens, uitkeringsgerechtigden,
gezondheid)

Werk (o.a. beroepsbevolking, participatie, werkgelegenheid, werkzoekenden, woon -werk pendel)

Bereikbaarheid (o.a. bereikbaarheidsisochronen per auto en openbaar vervoer)

Ruimtelijke ordening (o.a. woningaanbod, voorzieningenniveau en grondgebruik)

Toerisme & recreatie (o.a. vraag en aanbod en werkgelegenheidsfunctie)

Duurzaamheid (o.a. biosmassa en warmtegebruik)
Economisch profiel Voorne-Putten3
De economische foto brengt zoals gezegd de uitgangssituatie in beeld. De foto is gebruikt als input en
basis voor de SWOT-analyse van de economie van Voorne-Putten en het beschrijven van de actielijnen
en economische ontwikkelingsagenda. De SWOT-analyse en de economische agenda vormen gezamenlijk
het Economisch Profiel voor de periode 2016-2025.
3
Zie Economis ch Profiel Voorne-Putten, december 2015.
Economische F oto Voorne -Putten  Inlei di ng
7
2
HOOFDSTUK
Bevolking
Economische F oto Voorne -Putten  Bev olking
8
2. Bevolking
Dit hoofdstuk beschrijft hierna de demografische en economische basisgegevens van Voorne-Putten
vanuit de data-analyse en het literatuuronderzoek.
2.1
Bevolkingsontwikkeling
De bevolking in de regio Voorne-Putten laat een groei zien tot 2004. Hierna is er sprake van afname van
de bevolking en de laatste 5 jaar is de bevolkingsomvang ongeveer gelijk gebleven (0,1 procent stijging;
figuur 2.1). Op 1 januari 2015 telt Voorne -Putten 154.553 inwoners.
Figuur 2.1
Bevolkingsontwikkeling Voorne-Putten in absolute en relatieve cijfers.
170.000
2,0%
abs. ontw.
% ontw.
160.000
1,5%
150.000
1,0%
140.000
0,5%
130.000
0,0%
120.000
-0,5%
110.000
100.000
-1,0%
1990
1995
2000
2005
2010
2015
Bron: CBS, bewerking I&O Research
Op gemeenteniveau zijn er verschillen zichtbaar. De gemeente Brielle laat tussen 2009 en 2015 een
sterke bevolkingsgroei (van 5,6 procent) zien, in tegenstelling tot de andere drie gemeenten (zie figuur
2.2). Hellevoetsluis heeft sinds 2011 jaarlijks een lichte afname van het aantal inwoners.
Figuur 2.2
Bevolkingsontwikkeling Voorne-Putten, gemeenten en regio (1990 = 100).
120
115
110
105
100
95
Brielle
Hellevoetsluis
Nissewaard
Westvoorne
Voorne-Putten
90
1990
1995
2000
Economische F oto Voorne -Putten  Bev olking
2005
2010
2015
9
De bevolkingsgroei in Voorne-Putten is minder groot dan de landelijke bevolkingsgroei. Dit geldt
overigens ook voor de naburige regio’s Hoekse Waard, Goeree-Overflakkee en Rotterdam. Maar ook ten
opzichte van Hoekse Waard en Goeree-Overflakkee is de bevolkingsgroei in Voorne -Putten minder groot.
Figuur 2.3
Bevolkingsontwikkeling Voorne-Putten in regionaal perspectief (1990 = 100).
120
115
110
105
100
Nederland
Goeree-Overflakkee
Voorne-Putten
95
Hoeksche Waard
Rotterdam
90
1990
1995
2000
2005
2010
2015
Bron: CBS
2.2
Migratiesaldo en natuurlijke aanwas
Het migratiesaldo (het verschil tussen verhuizingen naar en uit Voorne-Putten) over de periode 20092014 is negatief met jaargemiddelde van ongeveer -183 (dit is een relatief migratiesaldo van
-0,1 procent). Brielle heeft als enige gemeente in Voorne -Putten een positief migratiesaldo, namelijk
0,9 procent. Ten opzichte van Goeree-Overflakkee zijn er in Voorne-Putten relatief minder mensen
vertrokken dan er zijn gevestigd (resp. -0,3 en -0,2 procent). Rotterdam en Nederland hebben beide wel
een positief migratiesaldo. Zoals blijkt uit tabel 2.1 zijn in 2014 er waarschijnlijk meer jonge gezinnen op
Voorne-Putten gevestigd, dan dat er jonge gezinnen zijn vertrokken (blijkt uit het migratieoverschot van
kinderen en 25-40-jarigen), alleen is het onzeker of deze trend doorzet.
Ongeveer 80 procent van de verhuisbewegingen vindt binnen de regio Voorne-Putten plaats, meestal
binnen de eigen gemeente4. In de 20 procent gevallen dat mensen w él verhuizen naar buiten VoornePutten, verhuist men in de meeste gevallen naar Rotterdam.
De natuurlijke aanwas voor Voorne-Putten in de periode 2009-2014 bedraagt gemiddeld 212. Dit aantal
en het migratiesaldo heffen elkaar ongeveer op, waardoor de bevolking stabiel is gebleven in omvang. In
tabel 2.1 is te zien dat Voorne -Putten in 2014 wel een positief migratiesaldo heeft. Vooral de gemeente
Westvoorne heeft meer mensen die er zich vestigen dan vertrekken. De meeste mensen die vertrekken
uit Voorne-Putten zijn tussen de 15 en 25 jaar (zowel in 2009 als in 2014). In de referentieregio’s
Hoeksche Waard en Goeree-Overflakkee is dit ook het geval. Veel jongeren trekken weg omdat ze hoger
onderwijs volgen5. Mogelijk heeft de economische crisis dit effect de laatste jaren wat gedempt –
jongeren blijven langer bij hun ouders wonen 6.
4
Samenwerkings afs praken woningmarkt. Subregio Voorne-Putten/Rozenburg 2014-2020.
5
Foto anticipeerregio Voorne-Putten. Public Res ult, 2013.
6
Beurs krant OP Voorne-Putten, april 2015.
Economische F oto Voorne -Putten  Bev olking
10
Tabel 2.1
Het migratiesaldo uitgesplitst naar leeftijdscategorieën.
2009
tot 15
15 tot 25
25 tot 40
2014
40 tot 65
65 +
tot 15
15 tot 25
25 tot 40
40 tot 65
65 +
Brielle
41
-56
62
7
-15
64
-16
33
53
6
Hellevoetsluis
16
-132
-13
-28
15
58
-147
-9
4
-29
Nissewaard
-65
-115
-249
-136
-60
122
-102
52
-103
-110
Westvoorne
19
-104
5
10
-3
48
-58
79
64
47
Voorne-Putten
11
-407
-195
-147
-63
292
-323
155
18
-86
Hoeksche Waard
-14
-285
-70
-99
1
100
-255
112
36
18
Goeree-Overflakkee
Rotterdam
Zuid-Holland
0
0
0
0
0
11
-143
46
-18
18
-1.051
2.849
-983
-893
-247
-1.156
3.527
-600
-235
-225
-418
2.589
92
-1.169
-251
357
3.339
285
-365
-106
Bron: CBS, bewerking I&O Research
In tabel 2.2 is te zien dat 40 procent van de mensen die vertrekken uit Voorne-Putten zich vestigt in
Rotterdam, gevolgd door Den Haag. Ook verhuist 5 à 6 procent van de ‘vertrekkers’ uit Westvoorne en
Hellevoetsluis naar Goeree-Overflakkee.
Tabel 2.2
Vestigingsgemeenten van mensen die verhuizen uit Voorne-Putten, 2014.
BRIELLE
HELLEVOETSLUIS
NISSEWAARD
WESTVOORNE
VP
40%
36%
44%
36%
40%
's-Gravenhage
5%
3%
7%
4%
6%
Goeree-Overflakkee
3%
6%
2%
5%
3%
Schiedam
2%
5%
3%
2%
3%
Vlaardingen
3%
1%
3%
3%
3%
Albrandswaard
2%
2%
3%
0%
2%
Capelle aan den IJssel
1%
1%
2%
1%
2%
Dordrecht
2%
1%
1%
4%
2%
Rotterdam
Bron: CBS, bewerking I&O Research
In tabel 2.3 is te zien dat de plaatsen waar mensen naar toe verhuizen vanuit Voorne-Putten, ook de
plaatsen zijn waarvandaan de mensen verhuizen die zich vestigen op Voorne-Putten. Rotterdam in bijna
de helft van de gevallen de plaats waarvandaan mensen verhuizen naar Voorne -Putten.
Economische F oto Voorne -Putten  Bev olking
11
Tabel 2.3
Vertrekgemeenten van mensen die verhuizen naar Voorne-Putten, 2014.
BRIELLE
HELLEVOETSLUIS
NISSEWAARD
WESTVOORNE
VP
Rotterdam
40%
35%
48%
37%
43%
Schiedam
3%
3%
6%
6%
5%
's-Gravenhage
4%
3%
3%
3%
3%
Vlaardingen
3%
2%
4%
5%
3%
Goeree-Overflakkee
3%
6%
1%
5%
2%
Capelle aan den IJssel
1%
2%
3%
1%
2%
Albrandswaard
1%
1%
2%
1%
2%
Dordrecht
2%
2%
1%
1%
2%
Bron: CBS, bewerking I&O Research
2.3
Bevolkingsprognose
De bevolkingsomvang van Voorne-Putten blijft, afgaande op de bevolkingsprognose 2015-2040 van
Primos, de komende jaren dalen (figuur 2.4). In het Breed Woningmarktonderzoek is de prognose dat het
effect van de ‘big 5’ (grote infrastructurele aanpassingen, zie H6. bereikbaarheid) op bevolkingsgroei
beperkt is en dat het vertrek van mensen naar de stad een negatief effect zal hebben op de
bevolkingsomvang7. Op gemeenteniveau wordt de grootste krimp in Voorne -Putten verwacht in de
gemeente Westvoorne (indexcijfer 2040: 90,1 ten opzichte van 100 in 2015) en de kleinste krimp in de
gemeente Nissewaard (indexcijfer: 98,5).
In de omliggende regio’s Goeree-Overflakkee en Hoeksche Waard wordt ook een daling verwacht in
bevolkingsomvang. De stad Rotterdam, de Metropoolregio Rotterdam/Den Haag, Zuid Holland en
Nederland gaan volgens Primos wel doorgroeien. Volgens de prognose daalt het aandeel van VoornePutten (qua inwoners) in de MRDH daarom van 6,7 procent in 2015 naar 5,7 proce nt in 2040.
Figuur 2.4
Geïndexeerde bevolkingsprognose tot 2040 (2012 = 100).
115
Voorne-Putten
Hoeksche Waard
Goeree-Overflakkee
110
MRD H
Zuid-Holland
105
100
95
90
2012
2016
2020
2024
2028
2032
2036
2040
Bron: CBS
7
Naar het Breed Woningmarktonderzoek verwezen vanuit het Overdrachts docu ment I ntergemeentelijke Samenwerking Voorne-Putten
& Samenwerkings afs praken woningmarkt. Subregio Voorne-Putten/Rozenburg 2014-2020.
Economische F oto Voorne -Putten  Bev olking
12
2.4
Leeftijdsverdeling bevolking
Nederland vergrijst de komende jaren in een hoog tempo; in 2014 was 17 procent van de bevolking
65 jaar of ouder, in 2025 zal dit aandeel zijn opgelopen tot 22 procent8. Voorne-Putten heeft een
vergelijkbaar hoog vergrijzingscijfer als landelijk; in 2014 was 16 procent van de inwoners 65 jaar of
ouder (figuur 2.5). Het aandeel inwoners in de leeftijdscategorie 65+ groeit, terwijl de leeftijdscategorie
0-20 jaar in Voorne-Putten krimpt. Op gemeenteniveau valt op dat tussen nu en 2030 de groep 70+’ers
in Hellevoetsluis en Nissewaard waarschijnlijk verdubbelt 9. Westvoorne nu is relatief grijs en Nissewaard
is op dit moment relatief groen.
Figuur 2.5
Ontwikkeling demografische druk Voorne-Putten (procentuele verdeling).
100%
80%
60%
40%
20%
65 jaar e.o.
20-65 jaar
0-20 jaar
0%
1990
1995
2000
2005
2010
2015
Bron: CBS
Het beeld in Voorne-Putten lijkt enigszins op dat in omliggende regio’s (zie figuur 2.6). In Hoeksche
Waard en Goeree-Overflakkee zijn er relatief meer 65+’ers en in Rotterdam juist minder. Het aandeel
jongeren is in al deze regio’s ongeveer gelijk.
8
Aandeel 65-plus , CBS/PBL, 2013; gegevens niet bes chikbaar op niveau Voorne-Putten.
9
Samenwerkings afs praken Woningmarkt, s ubregio Voorne-Putten/Rozenburg 2014-2020.
Economische F oto Voorne -Putten  Bev olking
13
Figuur 2.6
Ontwikkeling demografische druk Voorne-Putten, in perspectief (procentuele verdeling).
100%
7%
8%
11%
17%
18%
21%
16%
8%
17%
17%
11%
20%
15%
20%
17%
15%
57%
61%
63%
23%
22%
22%
13%
18%
80%
60%
60%
61%
60%
59%
62%
64%
64%
60%
60%
61%
61%
58%
57%
62%
60%
40%
20%
25%
31%
22%
21%
29%
21%
24%
30%
20%
22%
29%
23%
28%
26%
23%
65 jaar
e.o.
20-65 jaar
0%
1990 2015 1990 2015 1990 2015 1990 2015
Brielle
Hellevoets luis Nissewaard
1990 2015
Westvoorne
Voorne-Putten
1990 2015 1990 2015 1990 2015 1990 2015
Hoeks che
Waard
GoereeOverflakkee
Rot terdam
Nederland
Bron: CBS
Er wonen in Voorne-Putten vooral veel mensen tussen de 50 en 75 jaar in verhouding tot het landelijk
gemiddelde (figuur 2.7). Alle leeftijdsgroepen onder de 45 jaar zijn ondervertegenwoordigd ten opzichte
van het landelijk gemiddelde. Het aantal kinderen in de leeftijdscategorie 0-14 jaar daalt tot 2020 met 15
procent, is de prognose10, tenzij het migratieoverschot in die leeftijdscategorie de komende jaren groot
blijft.
Figuur 2.7
Aandeel 5-jaarsgroepen in Voorne-Putten en Nederland per 1 januari 2015.
95 jaar of ouder
90 tot 95 jaar
85 tot 90 jaar
80 tot 85 jaar
75 tot 80 jaar
70 tot 75 jaar
65 tot 70 jaar
60 tot 65 jaar
55 tot 60 jaar
50 tot 55 jaar
45 tot 50 jaar
40 tot 45 jaar
35 tot 40 jaar
30 tot 35 jaar
25 tot 30 jaar
20 tot 25 jaar
15 tot 20 jaar
10 tot 15 jaar
Voorne-Putten
5 tot 10 jaar
Nederland
Jonger dan 5 jaar
0%
1%
2%
3%
4%
5%
6%
7%
8%
9%
Bron: CBS
10
Beurs krant OP Voorne-Putten, april 2015.
Economische F oto Voorne -Putten  Bev olking
14
2.5
Etniciteit
Het aandeel westerse allochtonen komt met 9 procent overeen met het landelijk gemiddelde (tabel 2.4).
In vergelijking met de referentieregio’s Hoeksche Waard en Goeree-Overflakkee heeft Voorne-Putten een
hoger aandeel westerse allochtonen in de bevolking. Het aandeel niet-westerse allochtonen op VoornePutten is kleiner dan gemiddeld in Nederland en Zuid-Holland. In vergelijking met Goeree -Overflakkee en
Hoeksche Waard heeft Voorne-Putten een hoger aandeel niet-westerse allochtonen in de bevolking.
Tabel 2.4
Aandeel westerse allochtonen in de bevolking (%), 1 januari 2014.
WESTERSE
ALLOCHTONEN
NIET-WESTERSE
ALLOCHTONEN
Brielle
8,4%
4,0%
Hellevoetsluis
9,1%
8,2%
Nissewaard
8,9%
12,8%
Westvoorne
6,9%
3,4%
Voorne-Putten
8,7%
9,8%
Hoeksche Waard
5,0%
2,8%
Goeree-Overflakkee
3,7%
1,8%
Rotterdam
11,7%
37,2%
Zuid-Holland
10,4%
19,1%
Nederland
9,5%
11,9%
Bron: CBS
De meeste westerse allochtonen in Voorne -Putten zijn van Poolse afkomst, dit percentage is gelijk met
het landelijk gemiddelde, 38 procent (tabel 2.5). In Goeree-Overflakkee is bijna twee derde van het
aantal westerse allochtonen van Poolse afkomst, alleen zijn hier relatief minder westerse allochtonen. In
vergelijking met Nederland en de refere ntieregio’s zijn er op Voorne-Putten veel mensen uit Spanje en
Portugal (respectievelijk 16 en 11 procent; Nederland: 11 en 7 procent). Een mogelijke verklaring is dat
veel van deze mensen arbeidsmigranten zijn die naar Nederland zijn gekomen om in de (uit bouw van de)
haven te werken.
Tabel 2.5
MOE-landers en Zuid-Europeanen (eerste en tweede generatie) uitgesplitst naar land van herkomst, 2015.
TOTAAL MOELANDEN EN ZUIDEUROPA
POLEN
HONGARIJE
ROEMENIË
VOORMALIG
TSJECHOSLOWAKIJE
BULGARIJE
TOTAAL MOELANDEN
GRIEKENLAND
ITALIË
PORTUGAL
SPANJE
TOTAAL ZUIDEUROPA
Brielle
285
47%
7%
5%
5%
4%
70%
5%
7%
7%
9%
30%
Hellevoetsluis
585
38%
6%
9%
4%
3%
63%
5%
9%
10%
12%
37%
Nissewaard
1.550
34%
4%
4%
4%
2%
52%
4%
10%
14%
21%
48%
Westvoorne
155
52%
3%
0%
6%
3%
65%
3%
16%
3%
10%
35%
Voorne-Putten
585
38%
5%
5%
4%
3%
58%
4%
10%
11%
16%
42%
Hoeksche Waard
285
39%
8%
5%
6%
4%
65%
4%
11%
8%
11%
35%
GoereeOverflakkee
435
64%
6%
2%
3%
1%
79%
3%
6%
7%
5%
21%
Nederland
360.770
38%
6%
6%
4%
6%
64%
5%
13%
7%
11%
36%
Bron: CBS, bewerking I&O Research
Economische F oto Voorne -Putten  Bev olking
15
2.6
Huishoudens
Op 1 januari 2014 telde Voorne-Putten 68.440 huishoudens, ruim 2.500 meer dan in 2009. In Voorne Putten zijn gemiddeld minder eenpersoonshuishoudens en meer meerpersoonshuishoudens met en
zonder kinderen dan gemiddeld in Nederland (tabel 2.4). In de periode 2009-2014 is het aantal
eenpersoonshuishoudens in Voorne -Putten gegroeid met 12 procent. In heel Nederland neemt het aantal
eenpersoonshuishoudens toe, maar deze toename is gemiddeld 7 procent in de periode 2 009-2014. Het
aantal meerpersoonshuishoudens met kinderen in Voorne -Putten is in deze periode met 3 procent
gedaald. Met de veranderende bevolkingssamenstelling zal ook de huishoudsamenstelling veranderen.
Doordat het aandeel alleenstaanden verder zal toenemen, zal de gemiddelde huishoudgrootte afnemen.
In Rotterdam zijn net als in andere grote steden veel meer eenpersoonshuishoudens en minder
huishoudens met kinderen (al groeit dat laatste aandeel in Rotterdam in de afgelopen jaren). In de
referentieregio’s Hoeksche Waard en Goeree-Overflakkee zijn de huishoudens gemiddeld groter dan in
Voorne-Putten (beide 2,4 ten opzichte van 2,2). De huishoudenssamenstelling van Goeree-Overflakkee
verschilt echter vrij weinig met Voorne -Putten. De samenstelling in Hoeksche Waard verschilt wel: er zijn
daar minder eenpersoonshuishoudens en meer meerpersoonshuishoudens.
Tabel 2.4
Bevolking naar huishoudgrootte (2014).
EENPERSOONSHUISHOUDEN
MEERPERSOONSHUISHOUDENS ZONDER
KINDEREN
MEERPERSOONSHUISHOUDENS MET
KINDEREN
GEMIDDELDE
HUISHOUDENSGROOTTE
Brielle
31%
35%
35%
2,2
Hellevoetsluis
31%
32%
37%
2,3
Nissewaard
32%
31%
37%
2,2
Westvoorne
31%
37%
33%
2,2
Voorne-Putten
31%
32%
36%
2,2
Hoeksche Waard
27%
35%
38%
2,4
Goeree-Overflakkee
31%
31%
38%
2,4
Rotterdam
47%
23%
30%
2,0
Nederland
37%
29%
34%
2,2
Bron: CBS Statline, bewerking I&O Research
Mogelijke gevolgen veranderingen demografie
Vooral de veranderende samenstelling van de bevolking heeft grote gevolgen en zal ook aangrenzende
regio’s raken, omdat twee derde van de beroepsbevolking van Voorne-Putten in andere regio’s werkt. Zo
kan het ten koste gaan van de sociaal-economische vitaliteit op Voorne-Putten zelf, omdat er veel
jongeren vertrekken 11. Mogelijke mismatches aan de hand van de demografische transitie (als er niet
wordt ingegrepen en zoals weergegeven in de foto anticipeerregio ) zijn de volgende: afname bevolking,
afname draagvlak voorzieningen, krapte op de arbeidsmarkt, afnemend draagvlak voorzieningen voor
jongeren (sport, scholen), toenemend draagvlak voorzieningen ouderen (cultuur, toerisme & recreatie),
veranderende woningvraag, toenemend aantal potentiële vrijwilligers, toenemende zorgvraag.
11
Foto anticipeerregio Voorne-Putten. Public Res ult, 2013.
Economische F oto Voorne -Putten  Bev olking
16
2.7
Onderwijsniveau
In figuur 2.8 is het schooladvies dat kinderen in groep 8 van de basisschool hebben gekregen
weergegeven (gemiddeld over de jaren 2010-2013). In vergelijking met Hoeksche Waard, Goeree
Overflakkee en Nederland heeft krijgt een groter aandeel van de kinderen in Voorne Putten vmbo -advies
en vmbo/havo-advies en een kleiner aandeel havo/vwo -advies. In Rotterdam krijgt nog een groter
aandeel als advies praktijkonderwijs en vmbo dan op Voorne-Putten en een nog kleiner aandeel
havo/vwo-advies.
Figuur 2.8
Schooladvies groep 8 (basisschool) naar niveau, cohort 2010-2013.
Praktijkonderwijs
2%
1%
1%
3%
2%
47%
43%
44%
49%
43%
Vmbo
9%
6%
6%
7%
8%
Vmbo/Havo
38%
45%
44%
Havo/Vwo
36%
43%
Onbekend
Voorne-Putten
Hoeksche Waard
Goeree Overflakkee
Rotterdam
Nederland
4%
5%
5%
4%
4%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Aantallen studenten
Er wonen relatief veel meer mbo-studenten en veel minder hbo- en wo-studenten in Voorne-Putten dan
landelijk. Ten opzichte van 2009 wonen in Voorne-Putten minder mbo- en wo-studenten en is er een
groei van hbo-studenten zichtbaar. Van de gemeenten binnen Voorne-Putten wonen er relatief de meeste
hbo- en wo-studenten in Westvoorne en het minste in Hellevoetsluis.
Economische F oto Voorne -Putten  Bev olking
17
Tabel 2.5
Aandeel studenten woonachtig op Voorne-Putten per onderwijsniveau.
MBO
HBO
WO
2009/'10
2014/'15
2009/'10
2014/'15
2009/'10
2014/'15
Brielle
59%
60%
31%
32%
11%
8%
Hellevoetsluis
64%
64%
28%
28%
8%
8%
Nissewaard
61%
59%
29%
31%
10%
10%
Westvoorne
59%
54%
29%
35%
12%
12%
Voorne-Putten
62%
60%
29%
31%
10%
9%
Hoeksche Waard
56%
53%
34%
36%
10%
10%
Goeree-Overflakkee
64%
30%
5%
Rotterdam
42%
39%
33%
34%
25%
27%
Zuid-Holland (PV)
44%
40%
33%
35%
23%
25%
Nederland
45%
41%
35%
38%
20%
22%
Bron: CBS Statline, bewerking I&O Research
Scholen
Op Voorne-Putten zijn in totaal 13 vestigingen van het voortgezet onderwijs en 3 mbo -vestigingen. De
verschillende mbo-vestigingen werken in toenemende mate samen, bijvoorbeeld door betere spreiding en
clustering ·. Vanuit de MRDH wordt clustervorming sterk gestimuleerd. De MRDH wil een sterk economisch
netwerk faciliteren tussen bedrijven onderling en met kennisinstellingen binnen de MRDH. Het gevolg zijn
succesvolle cross-overs tussen bedrijven uit verschillende clusters, sectoren en gebieden.
Het STC (Scheepvaart, techniek en havenindustrie) in Brielle is een mooi voorbeeld van de aansluiting
tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Hier wordt nieuw technisch talent opgeleid waar vanuit het HIC
behoefte aan is 12. Er is op Voorne-Putten een trend gaande dat steeds meer mbo -ers voor een technische
opleiding kiezen. Er wordt ook gesuggereerd om op Voorne -Putten een technische hbo te vestigen, om zo
in te springen op de toenemende vraag vanuit het HIC naar hoogopgeleide technische mensen.
Het primaire onderwijs heeft het (qua toeloop) moeilijker op Voorne-Putten, vooral in de kleine kernen.
Veel scholen schommelen nu qua leerlingaantal rond de opheffingsnorm13. De prognose voor het
basisonderwijs is dat ten opzichte van 2011 er in 2040 25 procent minder leerlingen zijn.
12
Tot hier. En nu verder! Rabobank, 2015.
13
Beurs krant OP Voorne-Putten, april 2015.
Economische F oto Voorne -Putten  Bev olking
18
3
HOOFDSTUK
Inkomen en sociale zekerheid
Economische F oto Voorne -Putten  Ink omen en soci ale zeker hei d
19
3. Inkomen en sociale zekerheid
3.1
Besteedbaar inkomen
In Voorne-Putten heeft men ten opzichte van het landelijk gemiddelde een relatief hoog besteedbaar
inkomen (figuur 3.1). Het gemiddeld besteedbare inkomen in Voorne -Putten in 2012 bedraagt namelijk
€ 36.100 per huishouden (landelijk gemiddelde: € 33.600). Ten opzichte van 2009 is het gemiddelde
besteedbaar inkomen op Voorne-Putten met € 200 gedaald. Vooral Westvoorne is een vrij welvarende
gemeente. Rotterdam zit onder het landelijk gemiddelde. In Hoeksche Waard hebben huishoudens een
hoger besteedbaar inkomen dan in Voorne-Putten.
Figuur 3.1
Inkomensniveau (besteedbaar inkomen huishoudens 2009 & 2012, x1.000 euro).
€ 3 7 ,7
€ 3 8 ,0
Brielle
€ 3 6 ,4
€ 3 6 ,3
Hellevoetsluis
€ 3 4 ,8
€ 3 4 ,6
Nissewaard
€ 4 3 ,2
€ 4 2 ,7
Westvoorne
€ 3 6 ,3
€ 3 6 ,1
Voorne-Putten
€ 3 8 ,7
€ 3 9 ,0
Hoeksche Waard
Goeree-Overflakkee
€ 3 6 ,4
€ 2 8 ,2
€ 2 8 ,3
Rotterdam
Zuid-Holland
€ 3 3 ,7
€ 3 3 ,7
2009
Nederland
€ 3 3 ,5
€ 3 3 ,6
2012
€ 0 ,0
€ 1 0 ,0
€ 2 0 ,0
€ 3 0 ,0
€ 4 0 ,0
€ 5 0 ,0
Bron: CBS
N.B. Gegevens van het inkomensniveau in 2009 van Goeree-Overflakkee ontbreken, omdat dit toen nog geen gemeente was.
3.2
Uitkeringen
Bijstand
Het aantal bijstandsuitkeringen in Voorne -Putten ligt onder het landelijk gemiddelde (tabel 3.1). Er is veel
verschil tussen de vier gemeenten. Nissewaard zit qua aantal bijstandsuitkeringen ongeveer op het
Nederlands gemiddelde terwijl het aantal in Brielle en Westvoorne twee tot drie keer minder is. Hoeksche
Waard en Goeree-Overflakkee verstrekken ongeveer drie keer zo weinig bijstandsuitkeringen als VoornePutten en Rotterdam juist drie keer zoveel.
Economische F oto Voorne -Putten  Ink omen en soci ale zeker hei d
20
Tabel 3.1
Bijstandsuitkeringen per 1.000 inwoners van 20-65 jaar, januari 2015.
BIJSTANDSUITKERINGEN
Brielle
19,7
Hellevoetsluis
32,5
Nissewaard
37,9
Westvoorne
12,9
Voorne-Putten
32,6
Hoeksche Waard
11,3
Goeree-Overflakkee
13,2
Rotterdam
93,0
Nederland
37,6
Bron: CBS Statline
WAO- Uitkeringen
Het aantal arbeidsongeschikten die een WAO-uitkering ontvangen is weergegeven in tabel 3.2. Dit aantal
is afgezet tegen de som van de beroepsbevolking en de niet-beroepsbevolking (mensen in de
leeftijdsgroep die niet willen werken of daarvoor niet beschikbaar zijn). Voorne -Putten geeft relatief
minder WAO-uitkeringen uit dan het landelijk gemiddelde, maar ongeveer evenveel als Rotterdam en
Zuid-Holland. De sterke daling van het aantal WAO-uitkeringen in Voorne-Putten en de andere regio’s
tussen 2009 en 2014 lijkt grotendeels toe te schrijven aan de vergrijzing. Relatief worden de meeste
WAO-uitkeringen uitgegeven in de gemeenten Hellevoetsluis en Nissewaard.
Tabel 3.2
Aantal WAO-uitkeringen, afgezet tegen het totaal van beroepsbevolking en niet-beroepsbevolking.
2009 KWARTAAL 4
AFGEZET TEGEN BEROEPSEN NIETBEROEPSBEVOLKING
2014 KWARTAAL 4
AFGEZET TEGEN BEROEPSEN NIETBEROEPSBEVOLKING
340
2,8%
240
1,8%
Hellevoetsluis
1.120
3,6%
680
2,3%
Nissewaard
2.320
3,5%
1.510
2,3%
Brielle
Westvoorne
300
3,0%
200
1,8%
Voorne-Putten
4.080
3,4%
2.630
2,2%
Hoeksche Waard
1.640
2,6%
1.040
1,6%
-
-
700
1,9%
Rotterdam
15.910
3,5%
10.030
2,1%
Zuid-Holland
89.240
3,4%
57.410
2,1%
Nederland
507.480
4,1%
327.080
2,6%
Goeree-Overflakkee
Bron: CBS Statline
Economische F oto Voorne -Putten  Ink omen en soci ale zeker hei d
21
3.3
Gezondheid
Qua gezondheid zijn de inwoners van Voorne-Putten over het algemeen wat gezonder dan gemiddeld in
de regio Rotterdam-Rijnmond, volgens de gezondheidsbarometer14 (tabel 4.3). Als het gaat om de
ervaren gezondheid, dan ervaren minder mensen op Voorne-Putten hun gezondheid (zeer) goed dan de
referentieregio’s en Nederland. Dit geldt vooral voor Nissewaard en voor de groep 65+-ers.
Tabel 3.3
Gezondheidsindicatoren (gezondheidsbarometer en ervaren gezondheid), 2014
ERVAREN GEZONDHEID (% (ZEER) GOED)
GEZONDHEIDSBAROMETER
(INDEXCIJFER A)
4-12 JAAR
19-65 JAAR
65+
Brielle
103
95%
81%
64%
Hellevoetsluis
101
95%
80%
58%
Nissewaard
102
94%
78%
55%
Westvoorne
103
96%
86%
64%
Voorne Putten
102
95%
79%
58%
Goeree Overflakkee
103
96%
83%
59%
Albrandswaardb
103
95%
87%
70%
Regio Rotterdam-Rijnmond
100
94%
81%
62%
-
97%
81%
60%
Nederland
a
G ebas eerd op het gemiddelde van regio Rotterdam- Rijnmond.
b
H oeks che Waard is niet opgenomen in de G ezondheid in Kaart 2 0 14, dus is een andere referentieregio weergegeven.
Bron: G ezondheid in kaart 2 0 14, G G D Rotterdam-Rijnmond.
14
Gezondheid in Kaart, 2014. GGD Rotterdam-Rijnmond.
Economische F oto Voorne -Putten  Ink omen en soci ale zeker hei d
22
4
HOOFDSTUK
Werk
Economische F oto Voorne -Putten  W erk
23
4. Werk
4.1
Aanbodzijde arbeidsmarkt
Beroepsbev olking
De potentiële beroepsbevolking in Voorne-Putten omvatte in 2014 ongeveer 84.000 mensen, waarvan
het grootste gedeelte in Nissewaard woont (tabel 4.1). Dit is één procent minder dan 2009.
Tabel 4.1
Potentiële beroepsbevolking per gemeente, 2009-2014 (x 1.000).
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Brielle
9
9
9
9
9
9
Hellevoetsluis
22
22
22
22
21
21
Nissewaard
47
47
46
47
47
47
Westvoorne
7
7
7
7
7
7
Voorne-Putten
85
85
84
85
84
84
Bron: CBS
De afname van de beroepsbevolking heeft waarschijnlijk te maken met de vergrijzing en ontgroening
(tabel 4.2). De beroepsbevolking van 45 tot 75 jaar is namelijk in 2009-2014 met 9 procent gegroeid,
terwijl de groepen 15 tot 25 jaar en 25 tot 40 jaar zijn afgenomen met respectievelijk 8 en 14 procent
(de daling in de laatste twee groepen is veel sterker dan de landelijke trend).
Tabel 4.2
Ontwikkeling potentiële beroepsbevolking naar leeftijd (%), 2009-2014.
15 TOT 25 JAAR
25 TOT 45 JAAR
45 TOT 75 JAAR
TOTAAL
Brielle
0%
-25%
0%
0%
Hellevoetsluis
0%
-10%
0%
-5%
Nissewaard
-13%
-10%
11%
0%
Westvoorne
0%
-33%
33%
0%
Voorne-Putten
-8%
-14%
9%
-1%
Hoeksche Waard
0%
-10%
11%
-2%
Goeree-Overflakkee
0%
-9%
10%
0%
Rotterdam
-4%
-1%
11%
3%
Zuid-Holland
-3%
-5%
12%
2%
Nederland
-2%
-7%
12%
2%
Bron: CBS, bewerking I&O Research
N.B. de procentuele verandering is gebaseerd op absolute aantallen in 1.000-tallen. Vooral in de kleinere kernen ontbreekt het daardoor aan precisie.
De potentiële beroepsbevolking in Voorne-Putten is minder hoog opgeleid dan het landelijk gemiddelde
(figuur 4.1). Zowel een kwart van de beroepsbevolking is laagopgeleid als hoogopgeleid. GoereeOverflakkee heeft een beroepsbevolking die in verhouding iets lager is opgeleid dan Voorne -Putten en de
beroepsbevolking in Hoeksche Waard is iets hoger opgeleid .
Economische F oto Voorne -Putten  W erk
24
Figuur 4.1
Beroepsbevolking naar opleidingsniveau (%), 2014.
Brielle
22%
Hellevoetsluis
44%
24%
Nissewaard
43%
26%
Westvoorne
24%
Hoeksche Waard
24%
5%
21%
43%
Voorne-Putten
11%
29%
49%
14%
GoereeOverflakkee
22%
4%
43%
46%
25%
41%
28%
5%
30%
48%
4%
24%
Rotterdam
23%
Zuid-Holland
23%
42%
34%
1%
Nederland
23%
43%
34%
1%
0%
10%
40%
20%
30%
laag
40%
midden
35%
50%
60%
70%
hoog
80%
1%
90%
100%
onbekend
Bron: CBS
Participatiegraad
Het aandeel van de bevolking, dat beschikbaar is voor de arbeidsmarkt is de participatiegraad. De bruto
participatiegraad geeft het aandeel van de beroepsbevolking in de totale bevolking tussen 15 en 75
(beroepsgeschikte bevolking) weer. De netto participatiegraad is het aandeel van de werkzame
beroepsbevolking in de totale bevolking in de totale bevolking tussen 15 en 75 jaar. De participatiegraad
in Voorne-Putten komt overeen met het landelijke beeld en ook zijn er weinig verschillen met de
referentieregio’s (Rotterdam is hierop een uitz ondering).
Figuur 4.2
Participatiegraad (bruto en netto, %), 2014.
66%
Brielle
70%
65%
Hellevoetsluis
70%
66%
Nissewaard
71%
64%
Westvoorne
68%
66%
Voorne-Putten
70%
Hoeksche Waard
67%
Goeree-Overflakkee
67%
58%
Rotterdam
60%
Netto
70%
65%
Nederland
55%
71%
66%
64%
Zuid-Holland
50%
71%
65%
Bruto
70%
70%
75%
Bron: CBS
Economische F oto Voorne -Putten  W erk
25
Werkzoekenden
Het aandeel niet-werkende werkzoekenden (NWW) op de beroepsbevolking is tussen 2009 en 2014 in
elke regio aanzienlijk gestegen. Het aandeel NWW op de beroepsbevolking in Voorne-Putten is iets lager
dan het landelijk gemiddelde, terwijl dit in 2009 nog gelijk was aan het landelijk gemiddelde (figuur 4.3).
Van de vier gemeenten is het percentage werkzoekenden in Westvoorne en Brielle het laagst. De
referentieregio’s Hoeksche Waard en Goeree-Overflakkee hebben een lager aandeel niet-werkende
werkzoekenden op de beroepsbevolking dan Voorne-Putten. Rotterdam zit ver boven het landelijk
gemiddelde met bijna 13 procent niet-werkende werkzoekenden van de beroepsbevolking.
Figuur 4.3
Gemiddeld aandeel niet-werkende werkzoekenden (NWW) op beroepsbevolking.
Brielle
5 ,7 %
3%
Hellevoetsluis
6 ,6 %
4%
Nissewaard
7 ,6 %
4%
Westvoorne
5 ,3 %
3%
Voorne-Putten
7 ,1 %
4%
Hoeksche Waard
5 ,4 %
3%
Goeree-Overflakkee
5 ,1 %
3%
Rotterdam
1 2 ,6 %
7%
Zuid-Holland
8 ,3 %
5%
Nederland
4%
0%
2%
4%
2014
7 ,4 %
6%
2009
8%
10%
12%
14%
Bron: CBS Statline
Omscholing
Binnen Voorne-Putten heeft Nissewaard het grootste aandeel werkzoekenden. Nissewaard zet dan ook in
op het omscholen van werkzoekenden. Op Voorne-Putten is één ‘arbeidsontwikkelbedrijf’ gevormd, dat
opereert onder de naam Voorne-Putten Werkt!.
4.2
Vraagzijde arbeidsmarkt
Bedrijfsv estigingen
In 2014 telt Voorne-Putten 5.189 bedrijfsvestigingen. Vanaf 2010 is er een daling zichtbaar in het aantal
vestigingen van in totaal 7 procent. Dit druist in tegen de landelijke trend waar in de period e 2010-2014
het aantal bedrijfsvestigingen met ongeveer 10 procent is gestegen. In dezelfde periode is het aantal
bedrijven op Goeree-Overvlakkee gegroeid met 2 procent en in de Hoeksche Waard met 3 procent.
Economische F oto Voorne -Putten  W erk
26
Figuur 4.4
Ontwikkeling aantal bedrijfsvestigingen in Voorne-Putten.
6%
5.000
5%
3%
4 .3 3 0
4.000
3.000
5%
4%
3%
2%
2%
3%
0%
-1 %
-1 % -1 %
-2 %
1.000
4%
2%
0%
1%
1%
2.000
5 .1 8 9
6.000
0%
-2%
-2 %
-4%
-5 %
0
-6%
Bron: LISA
Van de 5.189 bedrijfsvestigingen zijn er op Voorne-Putten 16 vestigingen met meer dan 200 werkenden
(tabel 4.3). SGS Nederland BV15 is het grootste bedrijf op Voorne -Putten met meer dan 500 werkenden.
Dit bedrijf is enigszins atypisch op Voorne-Putten, omdat de sector advisering, onderzoek, specialistische
zakelijke dienstverlening relatief klein is op Voorne -Putten. Binnen Voorne-Putten zijn er veel grote
vestigingen binnen de sectoren zorg en openbaar bestuur. Dit ligt in de lijn met het relatief grote aandeel
van zorg en openbaar bestuur qua werkgelegenheid op Voorne-Putten (samen bijna goed voor een kwart
van alle werkgelegenheid op Voorne-Putten, zie tabel 4.4). De bouwsector en de groot- en
detailhandelssector hebben op Voorne-Putten een relatief groot aandeel binnen de MRDH, maar opvallend
is dat er binnen deze sector geen grote bedrijven zijn op Voorne-Putten.
Tabel 4.3
De grootste vestigingen van Voorne-Putten in aantal werkenden, 2014.
WERKENDEN
WERKENDEN
SGS Nederland BV
500+
Careyn
200-300
Stadhuis Gemeente Spijkenisse a
500+
NedZorg Zuid-Hollandse Eilanden
200-300
De Welplaat Soc Werkvoorz Schap
300-500
Gemeente Hellevoetsluis
200-300
Spijkenisse Medisch Centrum
300-500
Dorc International BV
200-300
Stichting Careyn
300-500
Politie Eenheid Rotterdam
200-300
Careyn Lokatie Grootenhoek
300-500
Kraamzorg de Eilanden
200-300
Stichting Zuidwester
300-500
Farm Frites BV
200-300
Rijksinrichting Jeugdigen de Hartelborgt
300-500
Dirk van den Broek Supermarkten
200-300
Bron: LISA
a
Toenmalige gemeente Spijkenisse, voor de fusie met gemeente Bernisse (Nissewaard)
ZZP’ers
Op Voorne-Putten zijn relatief minder starters en eenmansbedrijven in vergelijking met landelijk (figuur
4.5). Uitzonderingen zijn de sectoren industrie en financiële instellingen. Het kleinste aandeel ZZP’ers in
vergelijking met landelijk, bevindt zich in de sector cultuur, sport en recreatie.
15
SGS Nederland BV is een bedrijf werkzaam op het gebied van ins pectie, controle, analys e en certificering (zakelijke diens tver lening)
Economische F oto Voorne -Putten  W erk
27
Figuur 4.5
Percentage ZZP’ers per sector.
65%
Bouw
70%
61%
61%
Informatie en communicatie
59%
60%
Overige dienstverlening
58%
Advisering, onderzoek, special. zakelijke dienstv.
47%
Cultuur, sport en recreatie
Industrie
45%
42%
Verhuur van en handel in onroerend goed
44%
43%
42%
Totaal
Landbouw
39%
38%
Onderwijs
39%
Financiële instellingen
36%
52%
52%
46%
35%
Overige zakel. dienstverlening
32%
Gezondheids- en welzijnszorg
29%
Groot- en detailhandel
15%
Logies-, maaltijd- en drankverstrekking
66%
39%
33%
Vervoer en opslag
65%
52%
47%
VP
38%
NL
24%
5%
9%
Openbaar bestuur
0%
20%
40%
60%
80%
Bron: LISA
Banen
Wat betreft de werkgelegenheid was er, net als in heel Nederland, een stijging tot 2009. Het aantal
banen 16 in Voorne-Putten is sinds 2009 gedaald (figuur 4.6) en deze krimp is groter dan de landelijke
trend. Vooral in 2014 was er sprake van een grote daling in werkgelegenheid . In 2014 komt het aantal
banen uit op 37.609. Ten opzichte van 2009 is dit een daling van 7 procent. In de hele Metropoolregio
Rotterdam-Den Haag is er in deze periode een daling in werkgelegenheid van 5 procent.
Sectoren met de sterkste werkgelegenheidsafname op Voorne-Putten in de periode 2010-2014 zijn de
sectoren vervoer en communicatie (-17 procent) en bouw (-15 procent). De daling in de bouw is te
verklaren door de landelijke crisis in de bouwsector in deze periode. De sectoren horeca (+12 procent) en
industrie en nutsbedrijven (+2 procent) kennen als enige sectoren een toename in werkgelegenheid.
De werkgelegenheidsgraad in Voorne-Putten is in 2014 ongeveer 45 procent (aantal banen afgezet tegen
beroepsbevolking) en daardoor is Voorne-Putten sterk afhankelijk van de werkgelegenheid van
bijvoorbeeld Rotterdam. Ter vergelijking, de werkgelegenheidsgraad in Zuid -Holland is 80 procent. Ook in
de referentieregio’s is de werkgelegenheidsgraad hoger (Hoeksche Waard: 58 procent en Goeree Overflakkee: 63 procent).
16
Minimaal 12 uur in de week – ZZP’ers vallen ook in deze definitie.
Economische F oto Voorne -Putten  W erk
28
Figuur 4.6
Ontwikkeling aantal banen in Voorne-Putten.
45.000
6,0%
5%
40.000
4,0%
3 7 .6 09
5%
35.000
3%
3 1 .9 94
30.000
25.000
2%
2,0%
2%
2%
2%
2%
1%
1%
1%
20.000
0,0%
0%
0%
0%
-1 %
15.000
-2 %
-2,0%
-2 %
10.000
-4,0%
5.000
-4 %
0
-6,0%
Bron: LISA
Twee enigszins dom inante sectoren
Het grootste aandeel banen heeft de sector groot- en detailhandel, met 22 procent in 2014. Dit aandeel
is ook groter dan gemiddeld in de MRDH (17 procent). Een andere sector, die qua aantal banen sinds
1996 een groei door heeft gemaakt is de gezondheids- en welzijnszorg, met een aandeel van 19 procent
in 2014 (MRDH: 16 procent).
Relatief heeft Voorne-Putten met de horecasector het grootste aandeel binnen de MRDH ten opzichte van
de andere sectoren (bijna 8 procent aandeel in MRDH). De bouwsector heeft ook een groot aandeel in
MRDH (6,9 procent), maar dit aandeel is sinds 1996 gedaald (1996: 8,1 procent). De zakelijke
dienstverleners lijken vooral voor Rotterdam te kiezen. De zakelijke dienstverleners die wel op VoornePutten zijn gevestigd, verlenen vooral diensten op Voorne-Putten (slechts 10 procent van de zakelijke
verkopen gaat naar Rotterdam – terwijl daar groei wordt voorzien 17 ).
17
UWV Highlights regio in beeld 2015. Arbeids regio Rijnmond, aanvullingen Voorne-Putten.
Economische F oto Voorne -Putten  W erk
29
Tabel 4.4
Werkgelegenheidsverdeling, vergelijking met MRDH.
1996
2014
AANDEEL VP IN MRDH
VP
MRDH
VP
MRDH
1996
2014
4%
3%
3%
2%
5,4%
5,8%
Industrie
11%
12%
9%
9%
4,3%
5,2%
Bouw
11%
7%
6%
5%
8,1%
6,9%
Groot- en detailhandel
23%
19%
22%
17%
6,2%
6,6%
Vervoer en opslag
8%
9%
6%
7%
4,5%
4,4%
Horeca
3%
3%
5%
3%
6,2%
7,8%
Informatie en communicatie
1%
3%
1%
3%
1,7%
1,7%
Financiële instellingen
2%
4%
1%
3%
2,6%
2,4%
Verhuur van en handel in onroerend goed
1%
1%
1%
1%
4,6%
5,2%
Advisering, onderzoek, special. zakelijke dienstverlening
6%
7%
7%
10%
4,4%
3,4%
Overige zakelijke dienstverlening
3%
5%
3%
7%
2,7%
2,6%
Openbaar bestuur
4%
5%
5%
5%
3,3%
5,2%
Onderwijs
8%
6%
8%
7%
6,0%
5,6%
13%
12%
19%
16%
5,3%
6,3%
Cultuur, sport en recreatie
1%
1%
2%
2%
4,3%
5,2%
Overige dienstverlening
2%
2%
2%
2%
4,6%
5,7%
100%
100%
100%
100%
5,0%
5,2%
Landbouw
Gezondheids- en welzijnszorg
TOTAAL
Bron: LISA
Bedrijfsdynamiek
Bij het aantal oprichtingen en faillissementen per sector in 2014, springt de financiële sector er met ruim
200 oprichtingen bovenuit 18. Hierop volgen de sectoren zakelijke dienstverlening, transport en logistiek
en bouw en techniek met tussen de 70 en 110 oprichtingen per sector. De meeste faillissementen zijn in
de sectoren toerisme & recreatie, detailhandel en horeca, gevolgd door transport en logistiek, financieel
en zorg en welzijn. Voor 2015 werd verwacht dat de industrie, zorg & welzijn, financiële diensten en
openbaar bestuur krimpsectoren zijn.
4.3
Toegevoegde waarde
Minder toegev oegde waarde – lagere productiviteit
De meeste toegevoegde waarde 19 wordt geproduceerd binnen de sector groot- en detailhandel (14
procent), gevolgd door de sectoren advisering, onderzoek en specialistische zakelijke dienstverlening,
openbaar bestuur en gezondheids- en welzijnszorg (elk 10 procent). Het relatief grootste aandeel
toegevoegde waarde in de MRDH wordt geproduceerd door de landbouw op Voorne-Putten (tabel 4.5).
Het relatief kleinste aandeel wordt geproduceerd in de industriesector van Voorne -Putten. In vergelijking
met landelijke cijfers wordt er ook relatief veel toegevoegde waarde geproduceerd in de bouwsector en in
de sector vervoer en opslag.
18
Tempo Team, pres entatie Voorne-Putten, Goeree-Overflakkee en HI C.
19
LI SA heeft voor de Toegevoegde Waarde en Productie cijfers s amenwerking gezocht met BREA (Bas is gegevens voor Regionaal
Economis che Analys es ). Toegevoegde waarde is het vers chil tus sen productie en verbruik. De productiewaarde is gelijk aan de voor de
verkoop bes temde goederen en diens ten. Het vers chil met omzet is , over het algemeen, gering.
Economische F oto Voorne -Putten  W erk
30
Tabel 4.5
Toegevoegde Waarde (x 1.000, %), gesorteerd naar aandeel op Voorne-Putten, 2014.
VOORNE-PUTTEN
MRDH
NEDERLAND
AANDEEL VP IN
MRDH
Groot- en detailhandel
€ 394.423
14%
13%
13%
4,6%
Gezondheids- en welzijnszorg
€ 293.245
10%
9%
10%
4,5%
Advisering, onderzoek, special. zakelijke
dienstverlening
€ 274.964
10%
10%
8%
3,5%
Openbaar bestuur
€ 269.931
10%
8%
8%
4,2%
Vervoer en opslag
€ 251.677
9%
9%
5%
4,8%
Industrie
€ 246.719
9%
13%
16%
2,9%
Bouw
€ 239.813
9%
5%
5%
4,2%
Verhuur van en handel in onroerend goed
€ 187.332
7%
5%
6%
3,5%
Onderwijs
€ 172.813
6%
5%
5%
4,2%
Overige zakelijke dienstverlening
€ 105.509
4%
7%
6%
3,5%
Landbouw
€ 92.970
3%
2%
2%
6,1%
Financiële instellingen
€ 90.607
3%
6%
8%
3,3%
Horeca
€ 76.911
3%
2%
2%
4,9%
Cultuur, sport en recreatie
€ 40.068
1%
1%
1%
5,1%
Informatie en communicatie
€ 37.184
1%
4%
5%
4,0%
Overige dienstverlening
€ 33.736
1%
1%
1%
4,9%
100%
100%
100%
4,2%
TOTAAL
€ 2.807.903
Bron: LISA
Definitie toegevoegde waarde: zie voetnoot 19.
Over het algemeen is het aandeel werkzame personen groter dan het aandeel toegevoegde waarde van
Voorne-Putten in de MDRH (tabel 4.6). Dit geldt met name voor de industriesector, bouwsector, horeca
en de groot- en detailhandel. Men is hier dus gemiddeld minder productief dan mensen werkzaam in deze
sectoren in de totale MRDH. De sectoren waarbij het aandeel toegevoegde waarde groter is dan het
aandeel werkzame personen zijn informatie & communicatie, overige zakelijk dienstverlening en
financiële instellingen. Binnen deze sectoren is men dus productiever op Voorne-Putten dan in de totale
MRDH.
Economische F oto Voorne -Putten  W erk
31
Tabel 4.6
Het aandeel werkplekken en het aandeel toegevoegde waarde van Voorne-Putten in MRDH, 2014.
WERKPLEKKEN
TOEGEVOEGDE
WAARDE
Landbouw
5,8%
6,1%
Industrie
5,2%
2,9%
Bouw
6,9%
4,2%
Groot- en detailhandel
6,6%
4,6%
Vervoer en opslag
4,4%
4,8%
Horeca
7,8%
4,9%
Informatie en communicatie
1,7%
4,0%
Financiële instellingen
2,4%
3,3%
Verhuur van en handel in onroerend goed
5,2%
3,5%
Advisering, onderzoek, special. zakelijke dienstverlening
3,4%
3,5%
Overige zakelijke dienstverlening
2,6%
3,5%
Openbaar bestuur
5,2%
4,2%
Onderwijs
5,6%
4,2%
Gezondheids- en welzijnszorg
6,3%
4,5%
Cultuur, sport en recreatie
5,2%
5,1%
Overige dienstverlening
5,7%
4,9%
TOTAAL
5,2%
4,2%
Bron: LISA
Lagere productiviteit
De lage productiviteit kan deels verklaard worden doordat het bruto gemeentelijk product (bgp) in
stedelijke gebieden veel hoger ligt dan in niet-stedelijke gebieden, zo blijkt uit het artikel over bgp 20.
Maar ook in het stedelijke gebied op Voorne-Putten ligt de productiviteit lager, want in Spijkenisse
(toenmalige gemeente) was het gemiddelde bgp het laagst van de 50 grootste Nederlandse gemeenten
(anno 2013).
Factoren die het bgp mede beïnvloeden zijn de volgende: een hoog aandeel laagopgeleide mensen hangt
negatief samen met bgp en het aandeel hbo - en wo-studenten dat er woont, hangt positief samen met
bgp. Een groot aandeel 55 tot 65-jarigen (het oudere deel van de beroepsbevolking) hangt negatief
samen met het bgp, terwijl het aandeel 65+’ers weer positief samenhangt. Qua ligging zou VoornePutten het goed moeten doen wat betreft productiviteit, want de nabijheid van mainports hangt positief
samen met het bgp. Tot slot hangt de omvang van uitgegeven bedrijventerreinen, het aandeel
nutsbedrijven en het aandeel bedrijven in de maakindustrie over het algemeen (in Nederland) positief
samen met bgp en het aandeel onderwijs en creatieve bedrijfstakken negatief, aldus het artikel uit het
ESB.
20
Het bruto gemeentelijk product. ESB, 2013 (Jaargang 98, 4663).
Economische F oto Voorne -Putten  W erk
32
4.4
Arbeidsvraag
Arbeidsv raag HIC
Het Haven Industrieel Complex krijgt te maken met een toename in goederentransport en de transitie
naar Bio based economy21 22. Het Havenbedrijf verwacht in 20 jaar 1,5 keer zo groot te zijn. Om de
drukte van het goederentransport aan te kunnen moet worden ingezet op slimme en duurzame logistiek.
Hoewel het nog niet helemaal duidelijk is hoe de vraag naar arbeid vanuit het HIC zal verlopen, is de
verwachting dat er op korte en middellange termijn (2 en 4/5 jaar) een toename in de vraag naar arbeid
zal zijn. Dit geldt voor alle drie de clusters: Transport en Logistiek, Industrie en maintenance en
Maritieme dienstverlening. De verwachting is dat er zowel voor technische functies als voor logistieke
functies zo’n 1.200 vacatures komen de komende jaren, waarvan e r 60 tot 70 procent door middelbaar
geschoolden en 20 tot 30 procent door hoogopgeleiden moet worden ingevuld.
In figuur 4.7 is het aantal openstaande vacatures te zie n van het HIC, eind 2014. De meeste vraag is er
naar technische functies en ongeveer 40 procent hiervan zijn hoogopgeleide functies.
Figuur 4.7
Aantal openstaande vacatures bij relevante activiteiten in HIC per cluster en beroepsrichting (nov, 2014).
Bron: SEOR Arbeidsmarktonderzoek HIC Rotterdam 2014
21
SEOR Arbeidsmarktonderzoek Haven- en Industriecomplex Rotterdam 2014-2015
22
Visie en uitvoeringsstrategie regionale economie en energie 2012-2015.
Economische F oto Voorne -Putten  W erk
33
Vacatures Voorne- Putten
De meeste vacatures op Voorne-Putten zijn voor hbo-functies (zowel bij bedrijven als bij intermediairs)23.
Naast de sterke groei in hbo-vacatures is er ook een sterke groei in lbo -functies waarneembaar. De
kansrijke sectoren voor hbo-ers zijn: bouw & techniek, zorg & welzijn en transport & logistiek. Voor mbo ers: bouw & techniek, retail & leisure (is een combinatie van toerisme & recreatie, horeca en
detailhandel), zorg & welzijn en transport & logistiek. Voor lbo -ers: retail & leisure.
Er bestaat krapte bij functies in de ICT en de techniek. Op middelbaar niveau geldt dit vooral technische
beroepen. Op hbo- en wo-niveau bestaat er krapte, naast veel technische beroepen, bij programmeurs,
onderwijs (exacte vakken en talen) en specifieke financiële beroepen (regis teraccountants). In de zorg
gaat het om hoger opgeleide functies. Voor 2017-2019 wordt verwacht dat de krapte in de ICT en de
technische sector groter zal worden. De beroepen waar overschot in is zijn vooral op lager niveau. Voor
het middelbare en hogere niveau gaat het om economisch-administratieve beroepen. Deze
beroepsoverschotten worden met name veroorzaakt door de toenemende digitalisering. In de zorgsector
verliezen veel helpenden, kinderopvangleid(st)ers en sociaal-cultureel werkers hun baan.
Gevolgen van automatisering en technische vernieuwingen op werkgelegenheid
Door technische vernieuwingen en automatisering zal er steeds minder werk zijn voor laagopgeleide
mensen, in alle clusters. Gemiddeld genomen wordt er een steeds hoger opleidingsniveau gevraagd. Er
komt juist meer vraag naar mensen die technisch geschoold zijn en IT’ers in Transport en Logistiek en
Maritieme dienstverlening. Er wordt verwacht dat er een afname zal zijn in werkgelegenheid voor de
logistieke functies.
De modernisering van op- en overslagactiviteiten en maritieme diensten verklaart de toename in vraag
naar technische geschoolden en een afname in vraag naar logistiek opgeleide mensen. Het is dus van
belang dat het aanbod van technisch geschoolde mensen voor de toekomst w ordt vergroot, met name
voor mbo-niveau 3 en 4.
4.5 Pendel
Inwoners van Voorne-Putten werken in iets meer dan een derde van de gevallen in Voorne-Putten zelf
(tabel 4.7). Als mensen buiten deze regio werken dan werkt men voornamelijk in Rotterdam (ook ruim
een derde). Het HIC valt ook onder de gemeente Rotterdam. Overig MRDH en overig Zuid-Holland is
goed voor 16%. Als men buiten Zuid-Holland werkt dan werkt men in de meeste gevallen in NoordHolland en Noord-Brabant.
23
Pres entatie Tempo Team Voorne-Putten, Goeree-Overflakkee en HI C.
Economische F oto Voorne -Putten  W erk
34
Tabel 4.7
Banen werknemers, woongemeenten Voorne-Putten (x 1.000 en procentueel).
2010
2011
2012
2013
2014
Voorne-Putten
28,5
29,6
28,1
25,1
26,7
Rotterdam
25,6
25,5
24,8
24,8
24,0
overig MRDH
11,5
11,5
11,1
11,8
11,3
overig Zuid-Holland
5,4
4,8
4,7
4,3
4,7
Noord-Holland
1,1
1,3
1,2
1,9
1,2
Noord-Brabant
1,7
1,8
1,5
1,7
1,5
Utrecht
0,8
0,9
0,8
0,8
0,8
Overig
1,2
1,1
1,1
1,5
1,1
TOTAAL
75,8
76,5
73,3
71,9
71,3
TOTAAL UITGAAND
47,3
46,9
45,2
46,8
44,6
2010
2011
2012
2013
2014
Voorne-Putten
38%
39%
38%
35%
37%
Rotterdam
34%
33%
34%
34%
34%
overig MRDH
15%
15%
15%
16%
16%
overig Zuid-Holland
7%
6%
6%
6%
7%
Noord-Holland
1%
2%
2%
3%
2%
Noord-Brabant
2%
2%
2%
2%
2%
Utrecht
1%
1%
1%
1%
1%
Overig
2%
1%
2%
2%
2%
100%
100%
100%
100%
100%
62%
61%
62%
65%
63%
1
1
TOTAAL
TOTAAL UITGAAND
Bron: CBS Statline
1
Inclusief niet toe te delen banen
De banen in Voorne-Putten worden vooral ingevuld door mensen die daar wonen (70 procent, tabel 4.8).
Ruim een kwart werkt in Voorne-Putten, maar woont in een gemeente daarbuiten. Dit percentage is in de
periode 2010-2014 redelijk gelijk gebleven. Het absolute aantal mensen dat werkzaam is in Voorne Putten is in de periode 2010-2014 afgenomen met bijna 3.000. De meeste mensen die werkzaam zijn in
Voorne-Putten, maar hier niet wonen, wonen in Rotterdam, gevolgd door Goeree-Overflakkee. Ook de
inkomende pendel vanuit Noord-Brabant is substantieel (800 werkzame personen).
Economische F oto Voorne -Putten  W erk
35
Tabel 4.8
Banen werknemers, werkgemeenten Voorne-Putten (x 1.000 en procentueel).
2010
2011
2012
2013
2014
Voorne-Putten
28,5
29,6
28,1
25,1
26,7
Rotterdam
2,4
3,0
3,0
2,8
2,9
overig MRDH
2,1
1,8
1,6
1,6
2,0
overig Zuid-Holland
5,2
4,6
4,4
3,9
3,7
Noord-Holland
0,1
0,0
0,1
0,0
0,1
Noord-Brabant
0,7
0,8
0,9
0,8
0,7
Utrecht
0,0
0,1
0,0
0,0
0,1
Overig
2,0
1,9
1,7
2,3
2,0
TOTAAL
41,0
41,8
39,8
36,5
38,2
TOTAAL INKOMEND
12,5
12,2
11,7
11,4
11,5
2010
2011
2012
2013
2014
70%
71%
71%
69%
70%
Rotterdam
6%
7%
8%
8%
8%
overig MRDH
5%
4%
4%
4%
5%
1
Voorne-Putten
overig Zuid-Holland
13%
11%
11%
11%
10%
Noord-Holland
0%
0%
0%
0%
0%
Noord-Brabant
2%
2%
2%
2%
2%
Utrecht
0%
0%
0%
0%
0%
Overig
5%
5%
4%
6%
5%
100%
100%
100%
100%
100%
30%
29%
29%
31%
30%
1
TOTAAL
TOTAAL INKOMEND
Bron: CBS Statline
1
Inclusief niet toe te delen banen
Voorne-Putten heeft in 2014 een negatief pendelsaldo van 33 duizend werkzame personen (figuur 4.8).
De inkomende pendel is licht afnemend de afgelopen jaren. De uitgaande pendel is vrij constant.
Economische F oto Voorne -Putten  W erk
36
Figuur 4.8
Uitgaande pendel, inkomende pendel en pendelsaldo (x 1.000).
20
10
1 2 ,5
1 2 ,2
- 4 7 ,3
- 4 6 ,9
1 1 ,7
1 1 ,5
1 1 ,4
0
-10
-20
-30
-40
- 4 5 ,2
- 4 4 ,6
- 4 6 ,8
-50
Uitgaande pendel
Inkomende pendel
Saldo
-60
2010
2011
2012
2013
2014
Bron: CBS Statline, bewerking I&O Research
Economische F oto Voorne -Putten  W erk
37
5
HOOFDSTUK
Bereikbaarheid
Economische F oto Voorne -Putten  Ber eikb aar hei d
38
5. Bereikbaarheid
Door het feit dat Voorne-Putten een ‘eiland’ is, is de bereikbaarheid logischerwijs anders dan de
bereikbaarheid van plaatsen op het vaste land. De waterbarrières moeten letterlijk worden overbrugd of
er moeten tunnels worden aangelegd. Vanaf 1903 is er de eerste vaste verbinding met het vaste land, de
Spijkenissebrug. Doordat de haven sterk is gegroeid en daarmee de bevolking op Voorne-Putten zijn in
1968 de Hartelbrug en de Harmsenbrug gebouwd. De bevolking en de economische bedrijvigheid van het
HavenIndustrieel Complex zijn sindsdien alleen maar gegroeid en dit heeft geleid tot een grotere
mobiliteit op Voorne-Putten (aanleg Tweede Maasvlakte). Goede bereikbaarheid is zowel belangrijk voor
de beleving van Voorne-Putten als voor de economie (files en opstoppingen kosten geld,
voertuigverliesuren).
Bereikbaarheid is een opgave
De huidige bereikbaarheid van en naar Voorne-Putten wordt door vrijwel alle partijen als een basisopgave
gezien om vele andere problemen te kunnen aanpakken. Knelpunten ontstaan als gevolg van
interferentie van havengerelateerd verkeer (logistiek) met lokaal verkeer van en naar Voorne-Putten. De
kwetsbaarheid en onvoorspelbaarheid van de oeververbindingen leiden tot een negatieve beleving van de
ontsluiting van de woongebieden op Voorne-Putten. Zowel bewoners als bedrijven hebben last van de
kwetsbaarheid van de oeverkruisingen. Zo komt het (regelmatig) voor dat er sprake is van storingen, ook
van de nieuwe Botlekbrug, van onderhoud of langdurende heffingen en doordat alle aansluitingen op de
A15 al maximaal belast zijn, kan het wegennetwerk volledig vastlopen. De openbaar vervoer ontsluiting
van Voorne-Putten op het netwerk van Rotterdam is ontoereikend, evenals de fietsverbindingen. De
verwachting is dat de verkeersdrukte nog zal toenemen, zeker bij verdere economische groei en dat
daarmee de problemen zullen toenemen. Het bestaande wegennetwerk is nu niet robuust genoeg is en te
kwetsbaar. De kwetsbare verkeerskundige situatie van Voorne-Putten betekent door de frequent
optredende files ergernis en economische schade. Maar deze kwetsbaarheid houdt ook in dat bij
calamiteiten, in het Botlekgebied of elders in de omgeving, Voorne -Putten een groot risico loopt geen
route ter beschikking te hebben die geschikt is voor een evacuatie of grootschalige hulpverlening. Deze
kwetsbaarheid raakt ook het gevoel van veiligheid in geval van calamiteiten op , en bereikbaarheid van,
het eiland zelf door hulpdiensten.
In figuren 6.1 tot en met 6.4 is goed te zien dat Voorne-Putten een regio is waarvandaan binnen een uur
reistijd een klein relatief gebied kan worden bereikt. Met name met het OV lijkt Voorne -Putten een
relatief slecht te bereiken gebied en zijn er ook meer verschillen tussen de verschillende plaat sen.
Figuur 5.1
Bereikbaarheid naar Brielle met auto en met OV, tijdens ochtendspits.
Economische F oto Voorne -Putten  Ber eikb aar hei d
39
Figuur 5.2
Bereikbaarheid naar Rockanje met auto en met OV, tijdens ochtendspits.
Figuur 5.3
Bereikbaarheid naar Hellevoetsluis met auto en met OV, tijdens ochtendspits.
Figuur 2.20
Bereikbaarheid naar Spijkenisse met auto en met OV, tijdens ochtendspits.
Figuur 5.4
Bereikbaarheid naar Spijkenisse met auto en met OV, tijdens ochtendspits.
Economische F oto Voorne -Putten  Ber eikb aar hei d
40
Autobezit relatief hoog
Omdat de bereikbaarheid van Voorne-Putten niet goed is (per OV) en er sprake is van een hoge
uitgaande pendel, zijn de bewoners van Voorne-Putten meer auto-afhankelijk dan gemiddeld in
Nederland. Dit is terug te zien in cijfers van de Nationale Atlas Volksgezondheid 24 over autodichtheid per
gemeente, in 2013. In 2013 waren er gemiddeld 59 personenauto’s per 100 inwoners van Nederland van
18 en jaar en ouder. Hoe westelijker men woont op Voorne-Putten, hoe hoger de autodichtheid. Zo zijn
er in Westvoorne 69,7 auto’s per 100 inwoners, In Brielle 66,1, in Hellevoetsluis 61,7, Berniss e 68,1 en in
Spijkenisse 55,1 (55,1 ligt onder het landelijk gemiddelde; autobezit in grote steden is relatief laag).
Toekomstige bereikbaarheid
De verwachting is dat het aantal verplaatsingen op en rond Voorne-Putten verder zal groeien. Hoe de
bereikbaarheid van, op en naar Voorne -Putten zich ontwikkelt, heeft alles te maken met hoe de vijf
factoren (de ‘big 5’)25 zich ontwikkelen en wat de effecten hiervan zullen zijn. De ‘big 5’:

de ontwikkeling van de Tweede Maasvlakte


de realisatie van de Blankenburgtunnel
de herontwikkeling van de Rotterdamse stadshavens

de ontwikkeling van het bedrijventerrein Kickersbloem 3 en

de vervangingsvraag in de havens van Rotterdam
Er zijn wel ontwikkelingen gaande die de bereikbaarheid ten goede komen26. Rijkswaterstaat verbreedt
de A15 tussen de Maasvlakte en het Vaanplein (inmiddels gereed). Het doortrekken van de A4 DelftSchiedam komt de bereikbaarheid van Voorne-Putten ook ten goede. Een groot project dat er aan komt
is de Blankenburgtunnel, die de A20 en de A15 ten westen van Rotterdam verbindt. Ten slotte zou de
opwaardering van de N57 naar een snelweg de reistijd van en naar Voorne-Putten verbeteren, maar deze
ontwikkeling is nog onzeker en zal zeker tijd vergen. Het is daarom goed een extra verbinding met het
vaste land te realiseren en de bestaande verbindingen te verbeteren . Door een betere
informatievoorziening en belevingswaarde van de oeverkruisingen kan de woonkwaliteit voor de
bewoners van Voorne Putten worden verbeterd. Voor het OV is behoud van de intercity-status van station
Schiedam van (onmiddellijk) belang voor Voorne-Putten. Er is aandacht nodig voor het in stand houden
en uitbreiden van verbindingen voor langzaam verkeer.
24
Deuning CM (RI VM). Dichtheid pers onenauto's 2013. I n: Volks gezondheid Toekoms t Verkenning, Nationale Atlas Volks gezondheid.
25
Foto anticipeerregio Voorne-Putten. Public Res ult, 2013. Met de big 5 worden belangrijks te economis che ontwikkelingen op en rond
Voorne-Putten bedoeld die effect hebben op de arbeids markt en de woningmarkt.
26
Overdrachts document I ntergemeentelijke Samenwerking Voorne-Putten
Economische F oto Voorne -Putten  Ber eikb aar hei d
41
6
HOOFDSTUK
Ruimtelijke ordening
Economische F oto Voorne -Putten  Rui mtelijke or dening
42
6. Ruimtelijke ordening
6.1
Woningen
In 2014 zijn er in totaal 69.889 woningen op Voorne-Putten met een gemiddelde woningwaarde van
€ 192.000 en daarmee is de gemiddelde woningwaarde lager dan het landelijk gemiddelde (tabel 6.1).
Ook ten opzichte van de referentieregio’s is de w oningwaarde in Voorne-Putten lager. In Rotterdam is de
woningwaarde weer lager dan in Voorne -Putten. De helft van de woningen staat in Nissewaard met een
gemiddelde woningwaarde van € 166.000. In Westvoorne zijn de woningen bijna twee keer zoveel
‘waard’ als in Nissewaard (€ 303.000). In de periode 2009-2014 is de waarde van de woningen gedaald
met gemiddeld 13 procent. In 2014 zijn de prijzen van woningen op Voorne-Putten gestabiliseerd en is er
in de meeste kernen inmiddels sprake van prijsstijging27.
Tabel 6.1
Aantal woningen en gemiddelde woningwaarde, 2009-2014 (x € 1.000).
2009
2014
WONINGWAARDE
AANTAL
WONINGWAARDE
ONTWIKKELING
Brielle
262
7.383
225
-14%
Hellevoetsluis
226
17.248
195
-14%
Nissewaard
186
38.582
166
-11%
Westvoorne
373
6.676
303
-19%
Voorne-Putten
221
69.889
192
-13%
Hoeksche Waard
264
35.984
231
-13%
Goeree-Overflakkee
251
20.542
220
-12%
Rotterdam
163
308.121
148
-9%
Zuid-Holland
225
1.632.604
199
-12%
Nederland
241
7.512.159
211
-12%
Bron: CBS Statline, bewerking I&O Research
Voorne-Putten heeft relatief veel woningen die na 1965 gebouwd zijn in vergelijking met de
referentieregio’s en met Nederland (tabel 6.2). Het percentage van de woningen die na 1965 zijn
gebouwd is 84 procent, in vergelijking met 65 procent in heel Nederland, 59 procent in GoereeOverflakkee en 73 procent in Hoeksche Waard. Met name in Nissewaard en Hellevoetsluis is er bijna geen
vooroorlogse woningbouw (respectievelijk 3 en 4 procent).
27
Bron: Afdeling Wonen, gemeente Nis s ewaard
Economische F oto Voorne -Putten  Rui mtelijke or dening
43
Tabel 6.2
Verhouding woningen naar bouwjaar, 2014.
TOT 1945
1945-1965
1965-1985
1985-2005
2005+
14%
10%
43%
22%
10%
Hellevoetsluis
4%
6%
54%
30%
6%
Nissewaard
3%
11%
50%
29%
6%
Westvoorne
17%
14%
37%
21%
11%
Voorne-Putten
6%
10%
49%
28%
7%
Hoeksche Waard
15%
12%
42%
24%
7%
Goeree-Overflakkee
24%
17%
29%
21%
9%
Rotterdam
31%
17%
24%
21%
7%
Zuid-Holland
22%
16%
31%
23%
8%
Nederland
19%
16%
33%
24%
8%
Brielle
Bron: CBS Statline, bewerking I&O Research
In tabel 6.3 is de verhouding van woningen naar eigendom weergegeven. Op Voorne-Putten is de
koopsector relatief groter dan gemiddeld in Nederland. In Brielle is de koopsector relatief groter dan de
overige drie gemeenten op Voorne-Putten.
Tabel 6.3
Verhouding woningen naar eigendom, 2015 (alleen Voorne-Putten, overige regio’: 2013).
KOOPSECTOR
HUURSECTOR
Brielle
78%
22%
Hellevoetsluis
65%
35%
Nissewaard
62%
38%
Westvoorne
66%
34%
Voorne-Putten
65%
35%
Hoeksche Waard
66%
34%
Goeree-Overflakkee
58%
42%
Zuid-Holland
50%
50%
Nederland
55%
45%
Bron: CBS in uw Buurt en opgave gemeenten
6.2
Woningbouw
In de periode 2013-2020 is op Voorne-Putten een oplevering voorzien van 3.700 woningen. Uit
onderzoek van Stec-onderzoek28 blijkt dat dit totaal de vraag naar woningen overstijgt. Als wordt
uitgegaan van de huishoudgroei, de aanleg en realisatie van Maasvlakte II, Kickersbloem III, de
Blankenburgtunnel, herstructurering van de stadshavens in Rotterdam en de vervangingsvraag van het
HIC, moeten jaarlijks 300-500 woningen worden gebouwd. Uit de samenwerkingsafspraken woningbouw
komt naar voren dat de vraag aan woningen tussen 2013 en 2019 tussen de 1.350 en 2.200 ligt 29. In
oktober 2015 zijn met de provincie Zuid-Holland afspraken gemaakt over de planperiodes 2015-2019 en
2020-2024. Voor beide periodes geldt dat de gemeenten gezamenlijk binnen de bandbreedte blijven die
is aangegeven door de provincie.
28
Aangehaald in Foto Anticipeerregio Voorne-Putten. Public Res ult, 2013.
29
Samenwerkings afs praken woningmarkt. Subregio Voorne-Putten/Rozenburg 2014-2020.
Economische F oto Voorne -Putten  Rui mtelijke or dening
44
De bandbreedte is gebaseerd op de woningbehoefteraming bevolkingsprognose 2013-2016 van de
provincie. Er worden daarnaast ook woningen gesloopt waar een overschot aan is (of die te oud zijn), om
zo een gevarieerder woningaanbod te creëren 30. Er moet voorzichtig worden omgegaan met het
bijbouwen van nieuwe woningen, omdat het anders kan resulteren in leegstand.
De gemeenten op Voorne-Putten hebben over woningbouw samenwerkingsafspraken waarin staat dat er
voornamelijk woningen zullen worden bijgebouwd waar in het woonmilieu een tekort aan is en
koopwoningen in een duurder prijssegment met onderscheidende architectuur. Daarnaast is er veel
aandacht voor verduurzaming en levensloopbestendig maken van de bestaande woningvoorraad. Er
zullen alleen woningen worden gesloopt waar een overschot aan is. Hierbij wordt de veranderde
bevolkingssamenstelling meegenomen. In de hele regio betekent dit dat er afname is gewenst van
suburbaan grondgebonden woningen.
In Spijkenisse en Hellevoetsluis bestaat het probleem van een eenzijdig woningaanbod ten opzichte van
de andere meer organische gegroeide gemeenten28. Dit komt omdat die plaatsen in de jaren ’70 en ’80
hard zijn gegroeid. Door dit eenzijdige woningaanbod blijft de kwaliteit en aantrekkelijkheid van de
woningen een aandachtspunt. Er zijn relatief veel gestapelde woningen in Spijkenisse en Hellevoetsluis
(resp. 33 en 24 procent). In Spijkenisse bestaat bijna de helft van de woningen uit huurwoningen (43
procent). De andere gemeenten hebben iets meer dan een derde huurwoningen. Ruim drie kwart van de
woningen in Spijkenisse is minder dan € 200.000 waard. In Westvoorne is dit 19 procent. Deze
prijsverschillen zijn mede te verklaren door de woz-waarde van de grote sociale huurvoorraad in
Spijkenisse en Hellevoetsluis, het type en de grootte van de woningen en het verschil in woonmilieus.
Groei in de wooncarrière van mensen is op Voorne-Putten over het algemeen goed mogelijk31.
6.3
Leefbaarheid en voorzieningen
De leefbaarheid op Voorne-Putten staat mogelijk onder druk, omdat het voorzieningenniveau terugloopt
en er daardoor kans is op verschraling. Het is daarom erg belangrijk om te zorgen voor vitale
leefgemeenschappen 32. De bewoners van Voorne-Putten zijn op dit moment, ondanks het wat beperktere
voorzieningenniveau, tevreden.
De Leefbaarometer33 van het ministerie van BZK laat op basis van een vijftal aspecten zien hoe het
isgesteld met de leefbaarheid op gemeenteniveau. De vijf aspecten zijn: woningen, bewoners,
voorzieningen, veiligheid en fysieke omgeving. Deze aspecten, en de totaalscore (leefbaarheidssituatie)
zijn afgezet tegen het landelijk gemiddelde. De landelijke leefbaarheidssituatie is gemiddeld ‘ruim
voldoende’/op de grens met ‘goed’. De totaalscores voor Brielle en Westvoorne liggen daarboven, en voor
Bernisse, Hellevoetsluis en (in iets sterkere mate) Spijkenisse daaronder.
Een ander thema dat samenhangt met de aantrekkelijkheid van de regio Voorne-Putten is het aanbod en
de nabijheid van voorzieningen. In tabel 6.4 is weergegeven wat de afstand is tot de dichtstbijzijnde
voorziening. Vergeleken met het landelijk gemiddelde is te zien dat het ziekenhuis, kinderdagverblijf,
voortgezet onderwijs en treinstations verder weg zijn. Vergeleken met de referentieregio’s Hoeksche
Waard en Goeree-Overflakkee zijn voorzieningen voor mensen wonend in Voorne -Putten juist dichterbij.
Kijkend naar horeca en vrije tijd / cultuur is te zien dat de afstand tot voorzieningen in de categorieën
redelijk overeenkomen met het landelijk gemiddelde.
30
Cijfers hierover ontbreken voorals nog.
31
Tot hier. En nu verder! Rabobank 2015.
32
Overdrachts document I ntergemeentelijke Samenwerking Voorne-Putten.
33
www.leefbaarometer.nl.
Economische F oto Voorne -Putten  Rui mtelijke or dening
45
Tabel 6.4
Nabijheid voorzieningen in km’s, 2014.
BRIELLE
HELLEVOETSLUIS
NISSEWAARD
WESTVOORNE
VOORNE-PUTTEN
HOEKSCHE WAARD
GOEREEOVERFLAKKEE
ROTTERDAM
ZUID-HOLLAND
NEDERLAND
Huisartsenpraktijk
1,4
0,9
1,0
1,1
1,0
1,1
1,1
0,6
0,7
1,0
Ziekenhuis
15,0
16,0
5,3
20,2
10,4
16,2
9,0
2,9
4,7
6,6
Grote supermarkt
0,9
0,8
0,9
1,1
0,9
1,0
1,1
0,5
0,7
0,9
Overige dagelijkse
levensmiddelen
0,9
0,7
0,8
1,0
0,8
0,9
0,8
0,4
0,6
0,8
Cafés
1,3
1,3
1,0
1,2
1,1
1,1
1,5
0,6
1,0
1,1
Restaurants
0,9
0,9
1,0
0,8
0,9
1,2
1,2
0,4
0,6
0,8
Kinderdagverblijf
2,1
0,8
1,2
3,0
1,4
1,4
2,5
0,5
0,7
0,9
Buitenschoolse
opvang
1,2
0,9
0,9
1,0
0,9
1,1
1,3
0,5
0,6
0,8
Basisonderwijs
0,9
0,7
0,7
0,8
0,7
0,8
0,7
0,5
0,6
0,7
Voortgezet onderwijs
1,5
3,1
4,1
5,9
3,7
5,8
8,0
1,1
1,9
2,4
Verkeer en
vervoer
Treinstations
11,5
16,8
15,1
17,6
15,4
16,6
33,6
2,8
4,7
5,0
Vrije tijd en
cultuur
Afstand tot bibliotheek
1,9
2,0
1,9
1,2
1,9
2,7
3,9
1,5
1,5
1,8
Bioscoop
8,5
2,0
4,8
9,6
4,9
19,0
23,2
4,3
5,5
6,6
Attractie
4,6
10,5
5,0
10,9
6,9
9,9
9,8
3,4
5,7
6,6
3,8
4,1
3,1
5,4
3,6
5,6
7,0
1,4
2,1
2,6
Gezondheid
en welzijn
Detailhandel
Horeca
Kinderopvang
Onderwijs
GEMIDDELD
Bron: CBS Statline, bewerking I&O Research
6.4
Detailhandel
Tabel 6.5 geeft een beeld van het detailhandelsaanbod op Voorne-Putten. Het stadscentrum van
Spijkenisse is de grootste geconcentreerde aanbieder van niet-dagelijkse goederen. In vergelijking met
de MRDH heeft Voorne-Putten in vierkante meters relatief minder leegstand. Nissewaard kampt met
relatief de meeste leegstand. Uit het meest recente Koopstromenonderzoek (2011) blijkt dat de
koopstromen op Voorne-Putten relatief gering zijn. De meeste afvloeiing gaat naar Rotterdam, en met
name naar Hoogvliet (9 procent van de dagelijkse en 8 procent van de niet-dagelijkse omzet in
Hoogvliet RT Centrum komt uit Spijkenisse). Anderzijds is de aantrekkingskracht voor buurgemeenten
buiten het eiland beperkt, met uitzondering van stromen vanuit Rotterdam naar Spijkenisse-centrum en
vanuit Goeree naar Hellevoetsluis.
Economische F oto Voorne -Putten  Rui mtelijke or dening
46
Tabel 6.5
Oppervlakte winkelvloer totaal, leegstand, dagelijks en niet-dagelijks, jan. 2015.
AANBOD WINKELS
TOTAAL M² WVO 34
Brielle
Hellevoetsluis
LEEGSTAND TOTAAL M²
WVO
DAGELIJKS M² WVO
NIET-DAGELIJKS M² WVO
ABS
ABS
REL
ABS
REL
ABS
REL
23.085
541
2%
6.915
30%
15.629
68%
69.488
6.507
9%
14.155
20%
48.826
70%
Nissewaard
134.860
26.502
12%
29.434
22%
88.924
66%
Westvoorne
20.971
2.075
10%
4.279
20%
14.617
70%
248.887
26.736
11%
54.775
22%
167.376
67%
3.520.854
412.824
12%
753.983
21%
2.354.047
67%
Voorne Putten
Totaal MRDH
Bron: Locatus/MRDH
6.5
Landbouw
Vijfenveertig procent van het totale grondoppervlak op Voorne-Putten is agrarische grond. Producten die
vooral worden verbouwd zijn aardappelen, granen en suikerbieten (samen goed voor bijna de helft van
het agrarische grondgebruik), zie tabel 6.6.
Tabel 6.6
C ultuurgrondgebruik op Voorne-Putten, 2014.
BRIELLE
Consumptieaardappelen
HELLEVOETSLUIS
NISSEWAARD
WESTVOORNE
VOORNE-PUTTEN
2009
2014
16%
17%
15%
16%
15%
16%
4%
5%
0%
3%
3%
5%
29%
35%
26%
20%
28%
27%
Handelsgewassen
1%
2%
0%
1%
1%
1%
Suikerbieten
6%
7%
8%
5%
6%
7%
Tuinbouw open grond, totaal
5%
1%
0%
4%
4%
3%
Fruit open grond
2%
0%
0%
0%
1%
0%
Tuinbouwgroenten
2%
1%
0%
4%
4%
2%
Glastuinbouw 35
5%
0%
0%
5%
2%
2%
Grasland, totaal
27%
26%
37%
37%
34%
33%
6%
6%
6%
9%
5%
6%
Akkerbouwgroenten
Granen
Groenvoedergewassen
Bron: CBS Statline, bewerking I&O Research
ª Het absolute grondoppervlak is afgenomen (van cultuurgrond en in grotere mate van het totale grondoppervlak)
34
Wvo = winkelvloeroppervlak.
35
Glas tuinbouwclus ters Tinte en Vierpolders .
Economische F oto Voorne -Putten  Rui mtelijke or dening
47
Hand aan de ploeg?
De akkerbouwers op Voorne-Putten werken (in vergelijking met Hoeksche Waard 36) weinig zichtbaar
samen en innoveren weinig. Er moet een landschapsstrategie worden ontworpen om verbreding van
activiteiten in de landbouwgebieden te bevorderen37. Als de agrarische sector te klein wordt, dan komt de
sector in een neerwaartse spiraal, dan raakt de regio veel toeleveranciers en verwerkende industrie kwijt
(aldus een agrarische ondernemer, gerapporteerd door de Rabobank). De agrarische sector is volgens de
Rabobank al aan het innoveren en is bezig met vernieuwende concepten waarbij er naar samenhang
wordt gezocht tussen recreatie, natuur, zorg en streekproducten. Omdat het grootste deel van de grond
uit landbouwgrond bestaat, is het een belangrijke vormgever van het eiland.
Er liggen mogelijkheden om de glastuinbouw aan te sluiten op het Greenportcluster 38: Westland en
Oostland. De gemeente Westvoorne is dit aan het onderzoeken. Het proces van het concentreren van al
het glastuinbouw is al in gang gezet (clustervorming met name in het gebied onder Brielle).
36
Samenvatting werkconferentie 17 april 2015 MRDH.
37
Overdrachts document I ntergemeentelijke Samenwerking Voorne-Putten.
38
Tot hier. En nu verder! Rabobank, 2015.
Economische F oto Voorne -Putten  Rui mtelijke or dening
48
7
HOOFDSTUK
Toerisme & Recreatie
Economische F oto Voorne -Putten  Toeri sme & Recreati e
49
7. Toerisme & Recreatie
Als het gaat om Toerisme & Recreatie op Voorne -Putten heeft de regio veel te bieden. Belangrijke pijlers
zijn water, haven, natuur en historie. De sector is ook belangrijk voor - het profiel van - de regio.
7.1
Ontwikkeling
Cijfers laten zien dat Toerisme & Recreatie sector flink gegroeid is in de afgelopen jaren, maar nog steeds
iets onder het Nederlands gemiddelde ligt qua werkgelegenheid (zie figuur 7.2). In 2014 zijn er 2.350
banen, dit is 11 procent meer dan in 2009 (ter vergelijking: in deze periode is de totale werkgelegenheid
op Voorne-Putten afgenomen met 7 procent en de landelijke groei qua werkgelegenheid in deze sector in
dezelfde periode is 2 procent). In absolute zin bevindt een groot deel van de T&R-banen zich in
Nissewaard (iets meer dan de helft). Gerelateerd aan de totale werkgelegenheid per gemeente is het
werkgelegenheidsaandeel van de sector evenwel het kleinst in Nissewaard. Westvoorne heeft het
grootste aandeel T&R-banen in de totale werkgelegenheid (zie figuur 7.1). Wat betreft het
werkgelegenheidsaandeel van Toerisme & Recreatie op Voorne -Putten is dit ongeveer gelijk aan het
landelijke aandeel.
Figuur 7.1
Aantal T&R-banen geïndexeerd, gemeenten en Voorne-Putten totaal, 2009-2014 (2009=100).
130
125
Brielle
Hellevoetsluis
Nissewaard
Westvoorne
Voorne-Putten
120
115
110
105
100
95
90
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Bron: LISA
Economische F oto Voorne -Putten  Toeri sme & Recreati e
50
Figuur 7.2
Aandeel T&R in totale werkgelegenheid, 2014.
Brielle
5 ,7 %
Hellevoetsluis
6 ,2 %
Nissewaard
5 ,2 %
Westvoorne
1 4 ,0 %
Voorne-Putten
6 ,2 %
Nederland
6 ,3 %
0%
Bron: LISA
5%
10%
15%
Bron: LISA
Qua samenstelling van de sector Toerisme & Recreatie wijkt Voorne-Putten enigszins af van het landelijke
beeld (zie tabel 7.2). Vooral cultuur, recreatie en amusement zijn minder vertegenwoordigd, terwijl
horeca, logiesverstrekking en sport qua aantal werkplekken een groter aandeel hebben in de sector.
Uitgesplitst naar gemeenten is te zien dat de horeca het grootste aandeel h eeft in Nissewaard
(65 procent), sport het grootste aandeel in Hellevoetsluis (14 procent) en logiesverstrekking het grootste
aandeel in Westvoorne (42 procent).
Tabel 7.2
Samenstelling sector Toerisme & Recreatie naar branche, 2014.
WERKGELEGENHEID
AANTAL VESTIGINGEN
VOORNE-PUTTEN
NEDERLAND
VOORNE-PUTTEN
NEDERLAND
4%
11%
3%
18%
Cultuur, recreatie en
amusement
Detailhandel / groothandel
3%
3%
8%
6%
Horeca
58%
51%
41%
33%
Logiesverstrekking
17%
14%
7%
7%
Vervoer
4%
7%
12%
12%
Sport
8%
3%
14%
10%
Watersport
3%
3%
8%
10%
Overig T&R
3%
7%
6%
3%
100%
100%
100%
100%
TOTAAL
Bron: LISA
Toegev oegde waarde
Op basis van cijfers over de Toegevoegde Waarde uit het vestigingen - en werkgelegenheidsregister van
Stichting LISA is berekend dat de toegevoegde waarde van de sector Toerisme & Recreatie zo’n € 98
miljoen is. Gerelateerd aan het regiototaal is het aandeel van de T&R in de totale Toegevoegde Waarde
van Voorne-Putten 3,4 procent. Landelijks is dat 3,0 procent.
Economische F oto Voorne -Putten  Toeri sme & Recreati e
51
Ontwikkelingen en aandachtspunten T&R
Begin 2016 is het rapport ‘Kern van de gastvrijheidsvisie Voorne -Putten 2030’ uitgekomen met daarin de
actielijnen voor toerisme en recreatie. Hierin staan actielijnen voor de komende jaren op T&R-gebied.
Door diverse andere betrokkenen en bronnen, los van het zojuist genoemde rapport, zijn diverse
ontwikkelingen en aandachtspunten benoemd, waaronder:

Inspelen op stijgende vraag naar korte vakanties

Meer aandacht voor groeiende (potentiele) doelgroep leeftijdsgroep van 50 jaar en ouder

Regiobranding (versterking regionale naamsbekendheid en imago)

Doorontwikkeling aanbod van toeristische voorzieningen en accommodaties, met onder meer meer

samenhang tussen verblijf, vermaak en vervoer op Voorne-Putten en stimulering agrotoerisme
Toeristische verbinding tussen stad en ommeland
Economische F oto Voorne -Putten  Toeri sme & Recreati e
52
8
HOOFDSTUK
Duurzaamheid
Economische F oto Voorne -Putten  Duur zaamhei d
53
8. Duurzaamheid
Vanuit de provincie komt naar voren dat duurzaamheid veel aandacht verdient 39. Een doel is CO2reductie. Het is belangrijk om meer economisch en maatschappelijk rendement uit duurzaamheid te
halen. Omdat duurzaamheid vanuit de provincie als erg belangrijk wordt gezien is het voor ondernemers
op Voorne-Putten mogelijk om ondersteuning te krijgen op bijvoorbeeld het gebied van geothermie en
restwarmte als dit moeilijk van de grond komt (Green Deals).
8.1
Biomassa
Een belangrijk thema, wat onder andere vanuit de beleidsvisie en uitvoeringsstrategie regionale
economie en strategie naar voren komt, is het Bio-based Economy programma dat is ontwikkeld. Dit
programma geeft ruimte aan nieuwe ontwikkelingen op het terrein van groene grondstoffen. Bio -based
economy houdt onder andere in dat bedrijven non-food toepassing maken uit groene grondstoffen
(biomassa). Biomassa is in Zuid-Holland in de vorm van mest 40 en groenafval ruimschoots aanwezig.
Voorbeelden van toepassingen zijn transportbrandstoffen, chemicaliën, materialen en energie (warmte en
elektriciteit). Ook cleantech, schone technologie, kan een toekomstige groeisector worden. Nu wordt
biomassa nog weinig duurzaam toegepast, kost de afvoer ervan geld en is het een bron van
broeikasgassen.
8.2
Warmtegebruik
Een vorm van duurzaamheid die mogelijk erg geschikt is voor Voorne-Putten is het gebruik van
aardwarmte en restwarmte van bedrijven uit het havengebied. Ongeveer 30 procent van het totale
energiegebruik in Zuid-Holland is om te verwarmen en hier kan een grote slag worden geslagen qua
verduurzaming van de energievoorziening. Op 18 november 2015 werd bekend dat het mogelijk is om
een warmtenetwerk aan te leggen in Zuid-Holland waar warmte kan worden verhandeld 41. Dit netwerk is
een markt waarin men overschotten aan warmte kwijt kan en tekorten kan inkopen. Het idee is dat het
warmtenet kan worden gevoed door geothermie, biogas, rioolwaterzuivering, warmte uit
elektriciteitsopwekking en restwarmte uit industrie en glastuinbouw (alle bronnen zijn geheel CO2neutraal). Het warmtenet draagt bij aan verbetering van de luchtkwaliteit en van de concurrentiepositie
(minder afhankelijk van fossiele brandstoffen)42. Het warmtenetwerk kan op termijn deels het gasgebruik
in Zuid-Holland vervangen. De Greenport is de grootste afnemer van warmte en in de toekomst
waarschijnlijk ook de grootste leverancier van aardwarmte. Deze ontwikkeling kan de concurrentiepositie
van Greenport versterken. Voorne-Putten maakt geen onderdeel uit van de Greenport, maar heeft wel
glastuinbouw (gemeenten Brielle en Westvoorne), waarbij in de glastuinbouwcluster Vierpolders al
aardwarmte wordt ingezet en dit in Tinte in ontwikkeling is .
39
Beleids vis ie en uitvoerings s trategie regionale economie en energie 2012 -2015.
40
Overigens heeft Voorne-Putten een mes ttekort.
41
Warmte in alle openheid, november 2015.
42
Koers 2020, Economis che Programmaraad Zuidvleugel, 2014.
Economische F oto Voorne -Putten  Duur zaamhei d
54
Voor Voorne-Putten zijn vooral de restwarmtes die op de Maasvlaktes worden geproduceerd interessant
en is het gebied onder Brielle in potentie te gebruiken voor geothermie (figuur 8.1 en 8.2).
Figuur 8.1
Schetskaart warmteaanbod Zuid-Holland.
Bron: Beleidsvisie en uitvoeringsstrategie regionale economie en energie 2012-2015
Figuur 8.2
Warmtenetwerk Zuid-Holland.
Economische F oto Voorne -Putten  Duur zaamhei d
55
Bron: MRDH
8.3
Wind en zonne-energie en overige bronnen
Door de 15 gemeenten binnen de voormalige stadsregio Rotterdam is een convenant ondertekend om
150 MW extra aan windenergievermogen op te wekken. Er zijn plannen gemaakt voor het plaatsen van
turbines op Voorne-Putten 43, zie tabel 8.1.
Tabel 8.1
Plannen voor windturbines op Voorne-Putten.
GEMEENTE
LOCATIES
TE REALISEREN MW
HAALBAARHEID
Westvoorne
Noordzee boulevard, 5 turb.
15 MW
5 turbines lijkt lastig
Te realiseren locatie Haringvlietdam
Noordzijde, upgrade 4 turb.
12 MW
Mogelijk in strijd met Rijkswaterstaat: geen
windturbines in de kernzone van de primaire
waterkering, nog in overleg
Studielocatie Haringvlietdam
Noordzijde, 2 turb.
6 MW
Hartel Oost Spijkenisse, 2 turb.
6 MW
Hartel Oost Bernisse, 2 turb.
6 MW
Brielle
Hellevoetsluis
Nissewaard
Niet mogelijk i.v.m. technische beperkingen op
dijkvlak, dus samennemen met versterking dijk?
Wat betreft de haalbaarheid van deze plannen, hier zijn vraagtekens bij te plaatsen. Goedkeuring voor
verschillende turbines lijkt in sommige gevallen nog ver weg. Daar komt bij dat er veel publieke
weerstand is tegen het plaatsen van nieuwe windmolens.
Uit een persbericht op Voorneputten.nl44 blijkt dat de gemeenten niet willen uitwijken naar alternatieve
locaties voor de plaatsing van windturbines. Een deel van de locaties die in de eerste instantie waren
aangewezen voor het plaatsen van windturbines, om als provincie 150MW aan windenergie te realiseren
in 2020 (Convenant Realisatie Windenergie Stadsregio Rotterdam) blijken niet haalbaar te zijn. De
alternatieve locaties op Voorne-Putten die de provincie nu op het oog heeft zouden het open landschap
aantasten en ten koste gaan van de leefomgeving.
Zonne- energie
Per saldo wordt op Voorne-Putten nog relatief weinig zonne-energie opgewekt, maar ook hier zijn
ontwikkelingen in. In 2013 heeft Voorne -Putten een ‘groepsaankoop van zonnepanelen’ georganiseerd
voor woningeigenaren en huurders. In tota al hebben 747 mensen samen 8.217 zonnepanelen
aangeschaft, wat leidt tot een jaarlijkse CO2-reductie van ca. 1.053.000 kg (blijkt uit het
overdrachtsdocument 45).
Elektrische laadpalen
In het overdrachtsdocument staat dat er op Voorne-Putten een paar jaar terug financiële ruimte is
gemaakt voor het plaatsen van ongeveer 42 elektrische laadpalen. Het plan maakt nu deel uit van een
projectvoorstel van MRDH.
43
Overdrachts document I ntergemeentelijke Samenwerking Voorne-Putten.
44
Voorne-Putten wil geen alternatieve locaties voor windturbines , Voorneputten.nl. 12 -12-’15.
45
Overdrachts document I ntergemeentelijke Samenwerking Voorne-Putten
Economische F oto Voorne -Putten  Duur zaamhei d
56
Kreken kweken
Dit is gericht op de realisatie van 13,6km ecologische oevers, 12,7km laarzenpaden (w andelpaden door
boerenland) en 8 steppingstones op Voorne-Putten (beoogt 60 procent van de aangegeven selectie van
kreken op Voorne-Putten). Uit het overdrachtsdocument blijkt dat e r subsidies beschikbaar zijn vanuit de
provincie en stadsregio Rotterdam.
CO2- com pensatie
Om de grote uitgaande pendel en de schadelijke uitstoot van de petrochemische bedrijven in het
havengebied te compenseren, wordt er elk jaar bos bij geplant. Jaarlijks zoekt het Nationaal Bosfonds
10 hectare bos waar ca. 4.500 bomen per hectare worden aangeplant als compensatiebos. Alleen om de
uitgaande pendel te compenseren is al 30 hectare bos per jaar nodig.
Energieakkoord
Een belangrijk speerpunt uit het overdrachtsdocument is het energiezuiniger maken van de bestaande
woningvoorraad. Vanuit de VNG is er een stimuleringsbudget beschikbaar gesteld voor de stadsregio
Rotterdam van maximaal € 155.000 per jaar. Belangrijke voorwaarde voor het verkrijgen van subsidie
was dat het moet gaan om een samenwerking van minimaal 5 gemeenten met minimaal 70.000
particuliere woningen. De 15 gemeenten van de voormalige Stadsregio die samenwerken ter uitvoering
van de regionale Duurzaamheidsagenda 2013-2016 hebben de aanvraag gedaan.
Het doel van de in de regio op te richten alliantie is om de belemmeringen, aan de vraag- en de
aanbodkant, weg te nemen die particulieren woningeigenaren, inclusief VVE’s, er nu nog van weerhouden
om te investeren in energiebesparing en (het zelf opwekken van) duurzame energie.
Om dit doel te bereiken wil de alliantie, in s amenwerking met woningeigenaren/VVE’s, bedrijfsleven,
kennispartners en financiers, inzetten op o.a. de volgende resultaten:
• Een regionaal energieloket;
• Voor woningeigenaren/VVE’s goed toegankelijke financieringsmogelijkheden en –constructies en
(maatwerk)advies daarover via het regionale energieloket;
• Wijkgerichte acties en collectieve inkoop van duurzame maatregelen met garanties over kwaliteit,
prestaties en service;
• Lokale en regionale netwerken van bedrijven die maximaal profiteren van de toegenomen vraag;
• Extra werkgelegenheid voor lokale en regionale aanbieders en extra kansen voor werkzoekenden om
aan het werk te komen.
Middels de ondersteuningsstructuur zijn er vanaf september 2015 in alle Voorne-Putten-gemeenten
wijkgerichte acties om de bestaande woningvoorraad te verbeteren.
Economische F oto Voorne -Putten  Duur zaamhei d
57
Bijlage 1.
Bronnen
Regio Voorne- Putten
 Foto Anticipeerregio Voorne-Putten, Public Result (december 2013)
 Overdrachtsdocument Intergemeentelijke samenwerking Voorne-Putten (mei 2014)
 Strategische Agenda Voorne-Putten 2015-2018 (januari 2015)
 Strategie Marktbewerking Voorne-Putten 2016-2018, Marketing OP Voorne-Putten (april 2015)
 Voorne-Putten, Goeree-Overflakkee en HIC, Tempo-Team (2014)
 Tot hier en nu verder!, Rabobank (maart 2015)
 Samenwerkingsafspraken Woningmarkt, Subregio Voorne-Putten/Rozenburg 2014-2020 (januari 2014)
 Eén economisch sterke regio op Voorne -Putten (over VP20), Ondernemend Voorne-Putten (2 e
kwartaal 2015)
 OP Voorne Putten, Hoe ziet Voorne-Putten er straks uit (april 2015)
 Gebiedsperspectief Noordrand Voorne-Putten, SpaceValue (september 2015)
 Toerist met pareltjes verleiden. Zes tips om Voorne -Putten prominenter op de kaart te zetten,
Algemeen Dagblad (27 oktober 2015)
 Op Voorne-Putten, Beurskrant 01 (april 2015)
 Op Voorne-Putten, Beurskrant 03 (september 2015)
MRDH / Prov incie
 Economische Monitor Zuid-Holland 2015, Economische Programmaraad Zuidvleugel (2015)
 Kansen zien, kansen grijpen, Beleidsvisie en uitvoeringsstrategie regionale economie en energie 2012 2015, Provincie Zuid-Holland
 Werkprogramma Economisch Vestigingsklimaat 2015, MRDH (december 2014)
 Agenda Economisch Vestigingsklimaat, MRDH (juni 2014)
 Agenda Economisch Vestigingsklimaat – Bijlage: Werkprogramma, MRDH (april 2014)
 Port Compass – Havenvisie 2030, Port of Rotterdam (november 2011)
 Landschap als vestigingsklimaat voor de metropool, Samenvatting werkconferentie, MRDH & West8
(17 april 2015)
 Koers 2020, Ambitiedocument Economische Programmaraad Zuidvleugel (juli 2014)
 Economische Agenda Zuidvleugel 2012-2015, uitvoeringsprogramma (november 2011)
 Overzicht pijler, programma’s en projecten van de Economische Agenda Zuidvleugel 2020
 Prioriteiten voor investeringsstrategie, MRDH, Prof dr P.P. Tordoir (september 2015)
Gem eenten
Brielle:
 Sociaal en Verantwoord, Coalitieakkoord 2014-2018, Brielle (mei 2014)
 Strategische Economische Visie 2010-2020 Gemeente Brielle (december 2009)
Hellev oetsluis:
 Maatregelen Uitvoering Programma – kadernota Economie (juni 2009)
 Verder op weg met toerisme & recreatie in Hellevoetsluis (oktober 2008)
 Ambitie en realiteit – Kadernota Economie 2008-2020 (juli 2008)
 Kadernota Detailhandel, DTNP (januari 2011)
Economische F oto Voorne -Putten  Bi jl age
58
Nissewaard:
 Kadernota Economie Nissewaard ‘onderscheidend en toekomstbestendig’ (2014)
 Doorkijk 2020, gemeente Spijkenisse (mei 2012)
 Detailhandelsvisie Nissewaard (2015)
 Coalitieakkoord Nissewaard ‘Verbinden en versterken‘
Westv oorne:
 Nota economisch beleid (april 2013)
 Startnotitie Economisch Beleid (januari 2012)
 Sterk, lokaal en betrokken, Coalitieakkoord 2015-2018, Westvoorne (mei 2015)
 Economisch Inzicht Westvoorne (mei 2012)
Ov erig
 Regionale duurzaamheidsagenda, 2015-2016, alliantie duurzaam Rijnmond (juni 2015)
 Arbeidsmarktonderzoek Haven- en industrieelcomplex Rotterdam 2014-2015, Seor (maart 2015)
 Het bruto gemeentelijk product, ESB (nr. 4663, p.390-393, 28 juni 2013)
 Kerngegevenstabel 2013-2016, Centraal Planbureau (september 2015)
 Warmte in alle openheid, een warmtemarkt in Zuid-Holland, Programmabureau Warmte Koude Zuid
Holland (november 2015)
Economische F oto Voorne -Putten  Bi jl age
59
Download