Hoofdstuk 9 Internet en de nieuwe IT-infrastructuur 9.1 © 2002 by Prentice Hall Na dit hoofdstuk ben je in staat om: • de eigenschappen van nieuwe ITinfrastructuren en belangrijke verbindingsstandaarden te benoemen; • te beschrijven hoe internet werkt en de belangrijkste mogelijkheden te benoemen; • de voordelen van internet voor organisaties te evalueren; * 9.2 © 2002 by Prentice Hall Na dit hoofdstuk ben je in staat om: • de belangrijkste technologieën ter ondersteuning van e-commerce te beschrijven; • de managementproblemen te analyseren die deze nieuwe IT-infrastructuur oproept en oplossingen voor te stellen * 9.3 © 2002 by Prentice Hall Managementuitdagingen • • • • Nieuwe IT-infrastructuur Internet World Wide Web Technologieën voor e-commerce en elektronisch zakendoen ondersteunen • Managementkwesties en -beslissingen * 9.4 © 2002 by Prentice Hall Managementuitdagingen 1. Een breder perspectief op de ontwikkeling van infrastructuur. 2. Technologieën selecteren voor de nieuwe IT-infrastructuur. * 9.5 © 2002 by Prentice Hall De nieuwe ITinfrastructuur • Koppelingen: werkstations, netwerkcomputers, local area networks (LAN), servercomputers • Informatie stroomt door de hele organisatie • Koppelbaar: kiosks, verkoopterminals (POS), informatieapparaten, internet * 9.6 © 2002 by Prentice Hall De nieuwe ITinfrastructuur • Netwerken van de organisatie: hardware, software, netwerken, gegevensbronnen. Bedrijfsbreed netwerk creëren om processen te versnellen en kosten te verlagen • Internetwerken: koppelen van aparte netwerken in en buiten de organisatie * 9.7 © 2002 by Prentice Hall Internetwerken Netwerken koppelen Elk netwerk behoudt eigen identiteit in het gekoppelde netwerk * Netwerk C Netwerk A Netwerk B 9.8 © 2002 by Prentice Hall Connectiviteit Vermogen van computers om informatie uit te wisselen en door te geven, zonder menselijke tussenkomst Open systemen: software die op verschillende computerplatforms werkt. Onafhankelijke besturingssystemen, applicaties en protocollen * 9.9 © 2002 by Prentice Hall Transmission control protocol/ Internet protocol (TCP / IP) 9.10 Referentiemodel uit 1972 ontwikkeld door het Amerikaanse ministerie van Defensie 1. Applicatie: biedt de weergave op het scherm 2. Transmission control protocol (TCP): deelt gegevens op in datagrammen 3. Internet protocol (IP): deelt datagrammen op en verstuurt deze als kleine IPpakketten; kan overdracht herhalen om betrouwbaarheid te verhogen * © 2002 by Prentice Hall Transmission control protocol/ Internet protocol (TCP / IP) 4. Netwerkinterface: verwerkt de verzending en fungeert als interface tussen de computer en het netwerk 5. Fysiek net: definieert de basiseigenschappen voor elektrische overdracht van het eigenlijke signaal over de communicatienetwerken * 9.11 © 2002 by Prentice Hall Open Systems Interconnect (OSI) Internationaal referentiemodel voor het koppelen van verschillende typen computers en netwerken * 9.12 © 2002 by Prentice Hall Internet Begon als overheidsverbinding tussen universiteiten Internet service provider (ISP): organisatie die is verbonden met internet en die tijdelijk verbindingen verhuurt aan abonnees Internet is eigendom van niemand, er is geen formele organisatie * 9.13 © 2002 by Prentice Hall Internettermen • Homepage: WWW-pagina waarop de gebruiker op de site van de organisatie wordt verwelkomd • Webmaster: persoon die verantwoordelijk is voor de website • Uniform resource locator (URL): adres van een specifieke website * 9.14 © 2002 by Prentice Hall Voorbeelden van internet-clientplatforms • Pc: algemene computer, geschikt voor veel taken, soms onbetrouwbaar, complex • Net-pc: minimale lokale opslag en verwerking, gebruikt software en diensten via internet • Pieper: handheld, beperkte e-mail- en internetmogelijkheden * 9.15 © 2002 by Prentice Hall Voorbeelden van internet-clientplatforms • Smart phone: handheld, heeft een klein scherm, een toetsenbord, mogelijkheden voor e-mail, internet, spraakherkenning • Spelcomputer: modem, toetsenbord, internettoegang • Personal digital assistant (PDA): handheld personal digital assistant * 9.16 © 2002 by Prentice Hall Voorbeelden van internet-clientplatforms • E-mailapparaat: tablet, toetsenbord, tekstmail, vereist een e-maildienst • Set-top box: mogelijkheden tot surfen op internet, e-mail, maakt gebruikt van de televisie en een draadloos toetsenbord * 9.17 © 2002 by Prentice Hall Client-server op internet • Client: draait een webbrowser, andere software, maakt verbinding met de server • Server: heeft een webserver (HTTP), Simple Mail Transfer Protocol (SMTP), Domain Name Serving (DNS), File Transfer Protocol (FTP), firewall (filtert gegevens van en naar internet), Network News Transfer Protocol (NNTP) * 9.18 © 2002 by Prentice Hall Belangrijke internetdiensten 9.19 • E-mail: persoonlijke berichten, delen van documenten • Usenet-nieuwsgroepen: elektronische prikborden voor discussiegroepen • LISTSERV’s: e-maillijsten voor discussiegroepen • Chat: interactieve gesprekken • Telnet: inloggen op de ene computer en werken op de andere • Ftp: verzenden van bestanden naar een andere computer • Gophers: menugestuurd systeem om tekstmateriaal te vinden • World Wide Web: tekst, audio, afbeeldingen, video © 2002 by Prentice Hall Internetadres http://www.pearsoneducation.nl/laudon Protocol voor het web Extensie Hostcomputer Directory Domeinnaam 9.20 © 2002 by Prentice Hall Internettermen • HyperText Transport Protocol (http): communicatiestandaard voor het doorgeven van webpagina’s • HypterText Markup Language (HTML): populaire programmeertaal voor het bouwen van websites * 9.21 © 2002 by Prentice Hall Zoeken naar informatie op het web • Zoekmachine: tool voor het vinden van specifieke sites of informatie op het WWW • Portal: startpunt voor het WWW • ‘Push’-technologie: server stuurt relevante inhoud naar de browser • Multicasting: gegevens versturen naar een kleine groep mensen * 9.22 © 2002 by Prentice Hall De nieuwe internetgeneratie • Breedband: glasvezel- en andere technologieën kunnen een hogere snelheid bieden (doel: 10 tot 100 miljoen bits per seconde naar een desktopcomputer) • Internet2 * 9.23 © 2002 by Prentice Hall De nieuwe internetgeneratie • Internet2: Nieuwe protocollen, hogere snelheden, gekoppelde gigaPoP’s (regionale snelle verzamelpunten), die zijn verbonden met een snelle backbone-netwerkinfrastructuur. Geeft berichten verschillende prioriteiten en biedt mogelijkheden voor realistische video via videoportals * 9.24 © 2002 by Prentice Hall Het draadloze web • Mobile commerce (m-commerce) • Ook onderweg toegang tot het web: overal en altijd, veel functies • Informatiegebaseerde diensten • Transactiegebaseerde diensten • Persoonlijke diensten * 9.25 © 2002 by Prentice Hall Intranet • Intern netwerk • WWW-technologie • Firewall: beveiligingssysteem ter voorkoming van inbraak in particuliere netwerken • Lost problemen op tussen verschillende computerplatforms • Wordt vaak geïnstalleerd op bestaande netwerkinfrastructuur * 9.26 © 2002 by Prentice Hall Extranet Stelt een kleine groep gebruikers buiten de organisatie in staat het intranet te gebruiken: • klanten • zakenpartners • leveranciers * 9.27 © 2002 by Prentice Hall Extranet Databases Klant Leverancier Internet Firewall Server Zakenpartner Clients 9.28 © 2002 by Prentice Hall Voordelen van internet • • • • • Connectiviteit en globaal bereik Lagere communicatiekosten Lagere transactiekosten Lagere agentkosten Interactiviteit, flexibiliteit en aanpassingsmogelijkheden • Snellere verspreiding van kennis * 9.29 © 2002 by Prentice Hall Serversoftware voor e-commerce • • • • • Elektronische winkels opzetten Elektronische winkelmandjes ontwikkelen Verzending regelen Koppeling maken naar betalingssystemen Beschikbaarheid producten weergeven en verzendingen traceren • Verbinding maken met back-officesystemen • Rapporten over transactie genereren * 9.30 © 2002 by Prentice Hall Traceertools 9.31 • Gegevens over klantgedrag verzamelen en opslaan • Gegevens analyseren • Trends identificeren • Clickstream tracking: gedetailleerde klantgegevens verzamelen, opslaan in een log • Combinatiefiltersoftware: combineert gegevens over groepen klanten en voorspelt toekomstig klantgedrag * © 2002 by Prentice Hall Aanvullende tools • Webcontenttools: ondersteunen de webmaster bij het beheren van grote sites • Prestatietools voor websites: detecteren, analyseren en corrigeren problemen • Webhostingdiensten: onderhouden grote webservers voor abonnees * 9.32 © 2002 by Prentice Hall Mogelijke problemen rond de IT-infrastructuur • Connectiviteit en integratie van applicaties • Verlies van managementcontrole • Organisatorische veranderingen • Verborgen kosten • Betrouwbaarheid netwerk, beveiliging, bandbreedte * 9.33 © 2002 by Prentice Hall Hoofdstuk 9 Internet en de nieuwe IT-infrastructuur 9.34 © 2002 by Prentice Hall