Mevrouw de Minister, Heren Ministers Heren Voorzitters, Dames en Heren Directeuren-Generaal, Dames en Heren, Beste mijnheer Meester, Het is mij een groot genoegen u vanavond één van de oudste onderscheidingen van de Franse republiek te mogen toekennen, die in 1883 werd ingesteld. De ‘Ordre du Mérite Agricole’ is een onderscheiding die wordt toegekend aan personen die bijzondere diensten hebben verleend aan de landbouw. U, mijnheer Meester, zet zich al meer dan 30 jaar onophoudelijk in : - op een pedagogische manier, - met wijsheid, maar ook met enthousiasme - en een trefzekere analyse, kwaliteiten die men u toekent, getuige de aanwezigheid hier vanavond van uw Minister en een aantal van haar eminente voorgangers. U zet zich in voor uw land, voor de agrarische sector en altijd met een bijzondere gedachte voor Frankrijk. 1. U bent geboren op een melkveebedrijf in Overijssel en heeft een degelijke universitaire opleiding landbouweconomie gevolgd aan de Landbouwuniversiteit van Wageningen. Deze opleiding vormde de basis van uw carrière in dienst van de landbouw. Later bent u afgestudeerd op het onderwerp ‘het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid’. 2. Na een paar jaar als docent aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en onderzoeker bij het Landbouw Economisch Instituut in Den Haag, bent u uw carrière gestart bij het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij als adjunct directeur bij de Directie Internationale zaken. Hier ontstond uw belangstelling voor Frankrijk. Want zoals u weet, hechten de Fransen en de Franse regering, in weerwil van de landbouwhervormingen en de huidige en toekomstige aanpassingen aan de nieuwe belangrijke uitdagingen, veel waarde aan het landbouwbeleid. Wij hechten er veel waarde aan, omdat het landbouwbeleid de uiting is van onze politieke keuzes die in de toekomst de plaats van de landbouw in onze maatschappij, in onze economie en in de internationale handel moeten garanderen. 3. Vervolgens bent u woordvoerder Nederland geworden bij het Speciaal Comité voor Landbouw (SCL) in Brussel tot 1994. De nevenfuncties die u gedurende uw hele carrière heeft uitgeoefend, getuigen van uw grote belangstelling voor internationale vraagstukken. Om er enkele te citeren: u bent sinds 2000 de Nederlandse woordvoerder van het agrarisch comité van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). U bent sinds mei 2008 voorzitter van dit comité en uw band met de Franse hoofdstad is nog sterker geworden. Dit onderstreept de erkenning van uw kwaliteiten als landbouweconoom buiten de grenzen. Maar laten we teruggaan in de tijd. Vanaf 1994 was u verantwoordelijk voor het strategisch beleid bij het kabinet van de minister, en in 2000 komt u terug bij de directie Internationale Zaken als adviseur landbouwbeleid. U heeft altijd hartelijke en warme contacten onderhouden met uw collega’s, de woordvoerders van Frankrijk in Brussel en de respectievelijke Landbouwattachés van deze 1 Ambassade. Zij hebben in het bijzonder uw openheid, uw beschikbaarheid en uw positieve reacties op hun verzoeken erg gewaardeerd. Ook heeft u regelmatig inleidingen gehouden tijdens seminars voor Franse agrarische bestuurders om met hen uw visie over de toekomst van de agrarische sector te delen. Door uw kennis van de Franse taal is een directe discussie mogelijk die door allen gewaardeerd wordt. Eigenlijk is dit niet verbazingwekkend, want u houdt van onderwijs geven. Ik weet dat u nog steeds les geeft aan de universiteit van Wageningen en andere universiteiten in Nederland en in het buitenland. Trouwens, sommige collega’s van u bij LNV, die vandaag aanwezig zijn, hebben ons verteld dat ze van u les hebben gehad in Wageningen en u nog steeds “Professor” noemen…. Beste mijnheer Meester, ik dank u namens Frankrijk, mijzelf en mijn medewerkers, voor uw openheid en de goede samenwerking. 4. Uw kwaliteiten worden bevestigd door uw collega’s, uw directeuren, de ministers die u reeds gediend heeft, zoals de heren Braks, Bukman, Van Aartsen, Brinckhorst en Veerman, en de huidige minister Verburg. Hun aanwezigheid vanavond getuigt hiervan. Ondanks de goede bilaterale betrekkingen, kan het voorkomen dat Frankrijk en Nederland zich in een concurrentiepositie bevinden of hun nuances, eigen aan onze respectievelijke economie en samenleving, benadrukken.Toch blijft Nederland voor ons een land waar veel wordt nagedacht over landbouw en geëxperimenteerd. Dit geeft Frankrijk de mogelijkheid kritisch te kijken naar zijn eigen problemen en besluiten. Daarom uit dankbaarheid voor : uw grote professionele en menselijke kwaliteiten, uw verrichte diensten aan Frankrijk in het kader van de internationale samenwerking, - uw bijdrage aan de goede verstandhouding tussen onze beide landen, - benoemt de Franse Minister van u Landbouw tot Officier in de orde van de “Mérite Agricole”. M. Gerrit Meester, au nom du Ministre de l’Agriculture, je vous fais Officier dans l’ordre du mérite agricole. 2