Kostenclassificatie Algemene richtlijnen voor de indeling van kosten en de bepaling van de kostprijs van een product. 1 Een eerste fundamentele onderscheid: – kosten die te maken hebben met het maken/produceren van een product – kosten die te maken hebben met het verkopen van het product. Meeste ondernemingen hebben productie en verkoop in eigen bedrijf, doch wel in verschillende divisies/afdelingen. – Kosten die te maken hebben met de verkoop: – Reclamekosten, – Marketingkosten, – Transportkosten naar afnemers 2 Kostenindeling voor financiele verslaglegging (balans.resultatenrekening) – Periodekosten, toegerekend aan 1 periode – Geactiveerde kosten, op de balans – Criterium: matchingbeginsel d.w.z. kosten die samenhangen met gerealiseerde opbrengsten. – Of toerekening naar de relevante periode. Te activeren kosten zijn o.a.: – Kosten voor opbouwen voorraden – Kosten voor onderzoek & ontwikkeling (R&D) – Aanschaf kapitaalgoederen 3 – Kosten administratieve verrichtingen – Consumentenservice – Debiteurenadministratie Productiekosten: – Hoofdindeling: – Arbeidskosten – Grondstoffen, onderdelen, hulpmiddelen – Machinekosten – Overheadkosten Gemengde kosten verkoop/productie – Schoonmaak, huur, directiesalarissen, etc. 4 Kostprijsvergelijking Kostprijsvergelijking van dezelfde producten tussen concurrenten is alleen verantwoord, indien in de kostprijs dezelfde kostenposten worden meegenomen!! – In de regel dienen alleen de productiekosten te worden meegewogen – Zeker, indien de productielocaties van twee bedrijven in verschillende landen liggen en er relatief veel transpostkosten zijn. 5 Eindvoorraad onderhanden werk Beginvoorraad gereed product In periode te starten productie Beginvoorraad onderhanden werk Eindvoorraad gereed product 6 Onderscheid tussen: – Kosten van geproduceerde geoderen – Kosten van verkochte goederen Beiden hebben betrekking op productiekosten!!! Kosten geproduceerde goederen: – Productiekosten lopende periode + beginvoorraad onderhande werk - eindvoorraad onderhande werk Kosten verkochte goederen: – Kosten geproduceerde goederen + beginvoorraad gereed product - eindvoorraad 7 Laatste indeling: – Directe versus indirecte kosten – Variabele versus vaste kosten Winstberekening: – Opbrengsten – Kosten van verkochte goederen (-/_) = – Bruto winst (marge) – periode- en verkoopkosten (-/_) = – Bedrijfsresultaat (operational income) 8