1 DE INQUISITIE Prof.Dr. Dirk Van den Auweele 1.Referentiepunten 1.1.Algemeen Paus Innocentius III (1198-1216) Keizer (D) Frederik II (1212-1250) Koning (Fr) Filips IV de Schone (1285-1314) – Koning (Fr) Karel VI (1380-1422) Katholieke vorsten (Sp):Ferdinand II van Aragon x Isabella I van Castilië (1469):Reconquista Keizer Karel V (1519-1556) Filips II (1555-1598) Napoleon I (1799-1814) 1.2.Bijzonder 1158:Executie Arnold van Brescia (Rome) 1184:Conferentie Verona (bisschoppelijke inquisitie) 1184:Ad abolendam (veroordeling Waldensen) 1199:Vergentis in senium (ketterij=heiligschennis=majesteitschennis;pauselijke inquisitie) 1209-1229:’Kruistocht’ tegen de Katharen 1215:Concilie van Latheranen IV 1221: + H.Dominicus 1231-1233:Uitbouw pauselijke inquisitie 1239:Brandstapel Mont-Aimé in Champagne (ca 200 ketters) 1244:Brandstapel Montségur (ca 200 ketters) 1254:Kerkelijke legalizering tortuur 1278:Brandstapel Sermione (ca 200 ketters) 1278:Brandstapel Verona (ca 200 ketters) 1314:Executie Jacques de Molay,grootmeester der Tempeliers (Parijs) 1326-1327:Super illius specula (hekserij=ketterij) 1398:De 28 stellingen van de Parijse Faculteit Theologie (cf.de krankzinnige Karel VI, 1392) 1377:Veroordeling Wyclif 1412-1415:Veroordeling en executie Jan Huss 1478 e.v.:Uitbouw Spaanse inquisitie (cf.Katholieke vorsten 1469:Reconquista) 1483:Eerste autodafé (Cordoba) 1483-1498:Torquemada inquisiteur-generaal Spanje 1484:Hekserij een bevoegdheid van de inquisitie 1498:Executie Savonarola (Firenze) 1502-1572:Diego de Espinoza inquisiteur-generaal Spanje 1510:Brandstapel Duitsland (38 joden,profanatie hostie) 1521:Excommunicatie Luther 1529:Autodafé Toledo 1529 e.v.:Pauselijke inquisitie in de Nederlanden (o.m. tegen de Lutheranen) 1532 e.v.:Export Spaanse inquisitie naar de kolonies (o.m.Mexico,Peru) 1546:Publicatie eerste Leuvense Index 1580-1600:Heksenverbranding (ca.800) in Lorraine (inquisiteur:Nicolas Remi) 1633:Veroordeling Galilei 1640 e.v.:Verval Inquisitie en toenemende ‘verlichte’ kritiek op die instelling 1682:Verbod Louis XIV op ‘doodstraf voor hekserij’ 1715:Laatste autodafé in Mexico 1783:Laatste inquisitie-brandstapel in Spanje 1808:Afschaffing inquisitie Spanje (cf.Napoleon) 1814:Herinvoering inquisitie Spanje 1820:Afschaffing inquisitie Spanje,Mexico,Peru 1848:Tolerantie voor Waldensen in Piemont,Lombardije,Toscane 1965 ,9 dec.:Congregatie voor de doctrine van het geloof i.p.v. H.Officie (einde Inquisitie) 2 2.Invalshoeken 2.1.De bizarre ‘middeleeuwse’ inquisitie:vreemd,wreed,morbied,pervers,clericaal,obscurantistisch, irrationeel,etc., zoals de ‘middeleeuwse’ dierenprocessen (b.v. de zeug van Falaise,1386) en/of de ‘middeleeuwse’ kadaver- of lijkenprocessen (b.v. de dode paus Formosus,897). 2.2.Van Umberto Eco (eredoctor K.U.Leuven 1985) met Il nome della rosa (1980,Prix Médicis Etranger 1982,film 1986) met de ‘nouvelle histoire’ van o.m. Jacques Le Goff (eredoctor K.U.Leuven 1982,tevens ‘uitvinder’ van ‘Het Vagevuur’) en Emmanuel Le Roy Ladurie (Montaillou, 1975/1982) tot Dan Brown (The Da Vinci Code ,2003) beginnende bij de ‘vergeten’ Michael Baigent,Richard Leigh en Henry Lincoln (The Holy Blood and the Holy Grail,1983),waar zowel Eco als Brown in belangrijke mate hun ’mosterd’ haalden. 2.3.De inquisitie als ‘steen des aanstoots’ der Verlichting en als het alpha (begin,oorsprong,basis en uitgangspunt) van en voor de totalitaire regimes der 20e eeuw over de Polizeiwissenschaften der 17 e eeuw en Orwell 1984 (Big Brother) voorbij (Nathan Wachtel,La logique des bûchers 2009). 3.Uitgangspunten 3.1.De ‘modernisering’ der instellingen: de Kerk,met haar centralisatie,bureaucratisering,rationalisering,als motor van en model voor staten en naties. 3.2.De ‘ontdekking’ en ‘bevrijding’ van het individu (12 e eeuw) uit een tribaal-collectivistisch-parenteel patroon en zijn inkapseling in nieuwe ‘netwerken’. 3.3.De ontwikkeling t.a.v. dat ‘bevrijde’ individu van ‘nieuwe’ ,individueel geöriënteerde controlemechanismes:de theorie van de pastorale macht,de inquisitie. 4.Veranderende tijden,veranderende opvattingen (Renaissance 12e eeuw) 4.1.Over misdrijven en straffen:daad en misdaad,gevolgaansprakelijkheid,slachtoffer en dader,tarieflijsten (b.v.Lex Salica),penitentialia en summae confessorum,zonde=misdrijf=zonde,verzwarende en verzachtende omstandigheden,intentionaliteit,confessio/bekentenis/biecht. 4.2.Van accusatoire naar inquisitoire procedure:accusatoire procedure met godsoordelen; rationalisering,inquisitoire procedure Romeinse recht (Romeinse keizertijd en Middeleeuwen,Bologna,canoniek recht);Innocentius III (ook ‘uitvinder’ van de transsubstantiatieleer,die telkens opnieuw opduikt in vele inquisitieprocessen);majesteitschennis=heiligschennis (scholastiek:distinguo,aequiparatio);de vorst (wereldlijke en kerkelijke) als de incarnatie van de openbare orde en veiligheid,van het algemeen belang. 4.3.Van inquisitoire procedure naar de inquisitie als instelling met een veelheid aan inquisities (Romeinse,Spaanse,bisschoplijke,pauselijke,monastieke,wereldlijke,…) 4.4.Bestrijding van ketterij en de extensieve invulling hiervan (bevoegdheidsuitbreiding en overschrijding). 4.5.Verspreiding inquisities:Italië,Frankrijk,Spanje,de Nederlanden,de kolonies. 5.Procedure (geheim onderzoek en eventuele foltering) 5.1.Start van de procedure door de inquisiteur (meestal op basis van geruchten) met de afkondiging van het ‘edict van het geloof’ (inventaris van de te onderzoeken elementen,gratietijd,uitnodiging tot verklikking en zelfverklikking o.m. via commissarissen en/of familiares in dienst van de inquisiteur).Hoe rapper men bekent hoe beter (biecht en penitentie). 5.2.Oppakken (ca.15% van het totaal der gerapporteerden) en arresteren (voor onbepaalde tijd - zeer kort of zeer lang:ad libitum van de inquisiteur - individueel of in groep) van de ‘verdachten’ (die als ‘schuldigen’ worden beschouwd;geen vermoeden van onschuld tot bewijs van het tegendeel) zonder exacte beschuldiging,zonder kennisname van de getuigen ten laste,zonder inzage van het dossier,meestal zonder juridische bijstand,etc.De inquisiteur probeert hen al op voorhand psychologisch te ‘kraken’. 5.3.De verhoren (in de regel 3) Eerste verhoor:integrale identificatie en profiel van de ‘verdachte’:identiteit,gezin,familie,vrienden en kennissen,(zaken)relaties (b.v. met joden),ook grensoverschrijdend,activiteiten (professioneel en als hobby),opleiding (lezen,schrijven,rekenen),(hogere) vorming en studies,lectuur,etc.,eindigend met de vraag of hij “niets te bekennen heeft “ of hij “de reden van zijn convocatie door en voor de inquisitie soms niet zou kennen”.Ook hier speelt nog altijd de regel “hoe rapper men bekent hoe beter en hoe ‘goedkoper’ men er vanaf komt”,maar met een geheim onderzoek (geen inzage van het dossier,geen akte van beschuldiging,geen kennisname van de getuigen ten laste) is dit niet meteen een evidentie! 3 Tweede en derde verhoor:verscherping van de ondervraging door de inquisiteur (die daarvoor opgeleid en getraind is),vaak tot uitputting van de ‘verdachte’ met bedoeling hem te te ‘kraken’. 5.4.Mogelijkheid van gebruik van tortuur (arbitraire beslissing van de inquisiteur) bij o.m. ketterij,apostasie,’tegennatuurlijke’ daden zoals homosexualiteit en bestialiteit:medisch onderzoek (de ‘verdachte’ moet sterk en gezond genoeg zijn om de tortuur te doorstaan),confrontatie van de verdachte met de tortuurinstrumenten, maximaal drie tortuursessies (bekentenis afgelegd onder de pijn van de tortuur is onvoldoende;de bekentenis moet herhaald en geratificeerd worden buiten elke tortuur om);het doorstaan van de tortuur is een positief element voor de ‘verdachte’;doorstaat de ‘verdachte’ de tortuur en is er slechts één getuigenis ten laste dan gaat de ‘verdachte’ vrijuit;doorstaat de ‘verdachte’ de tortuur maar zijn er meerdere getuigenissen ten laste dan ligt zijn lot in handen van de inquisitierechtbank,die moet appreciëren… 5.5.De sententie Vrijspraak komt meer voor dan vroeger algemeen werd aangenomen (zeker in de Nieuwe Tijd,minder in de Middeleeuwen).Veroordeling:geestelijke straffen (penitentie;opsluiting voor 6 m. of een 1 j. in een kloostercel:oorsprong van het moderne gevangeniswezen) al of niet gecombineerd met wereldlijke straffen (boete,confiscatie goederen) tot ‘overdracht’ aan de wereldlijke macht (autodafé en brandstapel). 6.Inquisteurs (vaak Dominicanen en Franciscanen) Zij behoren tot de universitair gevormde,intellectuele, geestelijke elite van hun tijd.Zij boezemen schrik in (vooral psychologisch).Zij lokken weerstand uit (moeten soms omwille van het protest vervangen en verplaatst worden,lopen risico op aanslagen en lynchpartijen).Vooral hun registers (waarvan de gegevens soms grensoverschrijdend worden doorgegeven) vormen het voorwerp van aanslagen allerhande…De inquisitie is inderdaad de enige echte repressie-instelling in die dagen,die ‘internationaal’ gericht is. 7.Impact 7.1.De inquisitie boezemt vooral psychologisch heel veel schrik in.Het neerstrijken van een inquisiteur in een dorp,stad of streek zet een heel mechanisme van wantrouwen en verklikking in werking en ontwricht de getroffen maatschappij. 7.2.Vooral het ‘arbitraire’ van dit optreden - zo wordt het aangevoeld,ook al is het vaak allesbehalve ‘willekeurig’ – wakkert de onzekerheid en de onveiligheid aan en roept weerstand op. 7.3.De ‘pakkans’ blijft hoe dan ook erg klein (ook al is de inquisitie de meest ‘geöliede’ repressiemachine van die tijd:ze torent qua efficiëntie uit boven alle analoge ‘wereldkijke’ instellingen en vormt om die reden een te imiteren model). 7.4.De cijfers van de slachtoffers van de inquisitie worden momenteel overal ‘à la baisse’ herzien:minder opgepakten,meer vrijlatingen,minder veroordelingen,minder brandstapels… 7.5.De inquisitie moge dan middeleeuws zijn qua origine,ze floreert vooral in de Nieuwe Tijd (tot aan de Verlichting). 7.6.De grote principes van een behoorlijke strafrechtsbedeling,die in de Verlichting door denkers als o.m. Cesare Beccaria (Dei delitti e delle pene,1764) werden verspreid,waren in eerste instantie gericht tegen de inquisitie en haar procedure van geheim onderzoek en foltering.Maar de inquisitie was ook de eerste (?) instelling die de ‘gevangenisstraf’ introduceerde,die later,via een Beccaria ,een Thonissen (18161891:Hasselt-Leuven) en vele anderen,uiteindelijk de veralgemeende afschaffing van de doodstraf zou helpen genereren.Bij de ‘kerkelijke’ inquisitie speelt,hoe dan ook,altijd de biecht-bekentenis-berouwinkeer-genade-problematiek mee,iets wat bij de zogenaamse ‘wereldlijke’ inquisitie niet (nooit) het geval is.Deze laatste,de zogenaamde ‘werellijke’ inquisitie,is dus onwrikbaarder en strenger dan de ‘kerkelijke’ inquisitie. 7.7.Desalnietemin is de geschiedenis van de inquisitie niet meteen de mooiste bladzijde uit het verleden.Je moet er maar staan daar op die massa-brandstapel in Montségur (1244) samen met je vrouw en je kinderen…Het zicht van daarboven op de omgeving mag dan nog zo indrukwekkend mooi zijn! Dirk M.J. van den Auweele 16/02/2010 4 Beknopte bibliografie - Bartolomé Bennassar,L’inquisition espagnole ,XVe-XIXe siècles (Pluriel 9021;Paris,Hachette,1979) Jean-Louis Biget,Hérésie et inquisition dans le midi de la France (Les médiévistes français 8;Paris,Picard,2007) -Pierre Birnbaum,Un récit de ‘meurtre rituel’ au Grand Siècle.L’affaire Raphaël Lévy.Metz,1669 (Paris,Fayard,2008) Gert Gielis,’Verdoelde schaepkens,bytende wolven’.Inquisitie in de Lage Landen (Leuven,DF,2009) Peter Godman,Histoire secrète de l’Inquisition de Paul III à Jean-Paul II (Tempus 246;Paris,Perrin,2009) Henry Charles Lea,A History of the Inquisition of the Middla Ages (London 1887) Henry Charles Lea,A History of the Inquisition of Spain (New York 1907-1908) Joseph Pérez,Brève histoire de l’Inquisition en Espagne (Le cours d’histoire;Paris,Fayard,2002) Joseph Pérez,La légende noire de l’Espagne (Paris,Fayard,2009)Alessandro Stella,Le prêtre et le sexe.Les révélations des procès de l’Inquisition (L’Autre et l’Ailleurs;Bruxelles,André Versaille,2009) Werner Thomas (talrijke publicaties) Nathan Wachtel,La logique des bûchers (La Librairie du XXIe siècle;Paris,Seuil,2009)