ATTITUDES EVALUEREN EN RAPPORTEREN 25/07/2017 Een zaak voor iedereen, een taak voor iedereen Vertrekpunt Wie zit er aan het stuur? Vertrekpunt Een competente jong-volwassene beschikt over: 1. Cognitieve vaardigheden 2. Voldoende technische beroepsaspecten 3. Goede werkhouding 4. Sociale vaardigheden met inzicht in waarden en normen 5. Goed emotioneel evenwicht Het lerarenteam begeleidt leerlingen in het verwerven van deze verschillende aspecten. Indien de school dit totaalpakket aanbiedt, wenst de school daarop ook te evalueren. Vertrekpunt Vertrekpunt Groeien-de vragen vanuit de stam Leren leerlingen samenwerken met anderen? Ontwikkelen ze daarbij voldoende communicatief vermogen? Verwerven ze inzicht in eigen sterke en zwakke punten? Tonen ze daarbij respect? Kan een leerling doorzetten, ook als het wat moeilijker gaat? Benut de leerling de geboden leerkansen? Neemt de leerling verantwoordelijkheden op? Gaat de leerling respectvol om met verscheidenheid? … Groeien-de vragen vanuit de context Gedraagt de leerling zich hygiënisch? Bouwt de leerling zijn relaties respectvol uit? Draagt de leerling zorg voor kledij, materiaal, schoolgebouwen? Zoekt de leerling naar constructieve oplossingen bij conflict? Kan een leerling omgaan met grenzen? Erkent de leerling het belang van regels en afspraken? … Vertrekpunt http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=9418 Datum laatste wijziging: 08/02/2010 De begeleidende klassenraad: Regelmatige analyse van zowel leerresultaten, attitudes en desgevallend geconstateerde leermoeilijkheden van de leerling, moeten de meest adequate begeleiding tot gevolg hebben, een meer optimale oriëntering naar de geschikte onderverdeling(en) garanderen en tenslotte de mislukkingen in het secundair onderwijs verder doen dalen. Welke middelen de begeleidende klassenraad bij zijn opdrachtuitoefening - altijd in het belang van de onderwijsgebruikers - aanwendt en welke doeleinden en criteria hij zich stelt, bepaalt de raad volledig autonoom. Het is echter evident dat hij in dit verband naar een positieve samenwerking streeft met de betrokken personen. De deliberende klassenraad: Bij de eindbeoordeling van een leerling dient er over gewaakt te worden dat alleen die elementen in aanmerking worden genomen die tot het vooraf afgebakende studiedomein behoren. Naarmate niet-cognitieve doelstellingen geacht worden te behoren tot het studiedomein kunnen deze uiteraard een element zijn in de studiebeoordeling, mits het studiereglement dit duidelijk bepaalt. Er moet evenwel steeds een strikte scheiding gewaarborgd worden tussen een disciplinaire beoordeling (= toepassing van het tuchtreglement) en een studiebeoordeling (= toepassing van het studiereglement). Om zijn opdracht behoorlijk te vervullen zal de delibererende klassenraad zich laten leiden door concrete gegevens uit het dossier van de leerling. Dit dossier bevat, in voorkomend geval : -… - de beslissingen, vaststellingen en de adviezen van de begeleidende klassenraad. Vertrekpunt Een gemeenschappelijke pedagogische visie! Krachtig beleid (directeur als spilfiguur) Sterk geloof in de school als lerende organisatie Creëert veilige omgeving waarin leraar individueel leerproces kan doorlopen Gunstig lerarenklimaat, betrokkenheid van collega’s Oog voor de leerling die een actieve rol mag spelen Oog voor de groei van de school op weg naar maximale ontplooiingskansen voor alle leerlingen Attitudes evalueren Je kan geen attitudes evalueren zonder ze eerst te ontwikkelen! (geen verborgen attitudebeleid) Attitudeplan: nooit af & nooit compleet Vakoverschrijdend samenwerken Schooleigen, door alle leerkrachten gedragen Wat je wil evalueren moet observeerbaar zijn Afspraken rond aanleren, registreren, inventariseren, beoordelen, rapporteren en remediëren Omtrent attitudes Waarde (zedelijke norm) Attitude Attitudegedraging Leergierigheid Interesse tonen Vragen stellen Materiaal in orde Nota’s aanvullen … Efficiënt werken Nieuwe informatie verwerven Verantwoordelijkheid Sociale gerichtheid Niet rechtstreeks observeerbaar Lln maken zich dit eigen; Lk begeleidt Bepaalde kennisinhouden en vaardigheden zijn nodig om tot AG te komen Inzetten op een attitudeplan attitudegedraging attitude waarde Attitudeplan = een waaier: De leerkrachten hebben de waaier in de hand. De school beschikt via dit attitudeplan over een brede waaier waarin zoveel mogelijk waarden aan bod komen. De waaier wordt uitgeschreven in attitudegedragingen die iedere leerkracht bij de leerling tracht te ontwikkelen Vragen bij een attitudeplan Welke attitudes en attitudegedragingen stelt de school centraal? Wanneer gaat de school welke attitudes nastreven? Wie gaat de attitudes vormen en evalueren? Op welke wijze gaat de school rond attitudes werken? Hoe worden ze gevormd en geëvalueerd? Welke methodes gebruiken de leerkrachten om gegevens te verzamelen, te verwerken, te rapporteren, te remediëren? Van een attitudeplan naar een observatieplan Observatieplan opstellen = wie observeert waar en wanneer welke attitudes? Beperkt aantal attitudegedragingen, zowel voor leerkracht als leerling Observeren = actief zoeken naar betekenisvolle informatie De leerkracht creëert verschillende leersituaties Leerlingen worden op de hoogte gebracht Zo snel mogelijk het geobserveerde noteren 25/07/2017 Niet beoordelen op 1 observatiemoment Registreren Best op moment zelf (of zo snel mogelijk erna) Nood aan eenvoudige, efficiënte en makkelijk hanteerbare registratielijst (bv AG is aanwezig/niet aanwezig, +/-, turven, O/V/G) Individuele steekkaart, registratieformulier/klas/ moment, hele klas/meerdere momenten Verloopt in het begin niet altijd even vlot (tijd en ondersteuning geven) Inventariseren en beoordelen Meerdere observatiegegevens samenbrengen (= optellen van geregistreerde gegevens) => gerichte informatie (voor welke attitudegedraging valt een leerling uit?) => remediëren Meten=/= beoordelen (een aanwezigheidscijfer van 8/14 =/= een score 8/14) 3 soorten beoordelingsnorm: de relatieve (leerling vergelijken met andere leerlingen) = niet wenselijk de absolute (vooraf norm vastleggen en kijken in welke mate leerling norm behaalt) de leerlinggerichte (leerling vergelijken met zichzelf, evolutie optekenen) Kiezen voor beoordelingscategorieën Aantal? ! Betrouwbaarheid + gebruiksvriendelijkheid! => weegschaal in evenwicht bij 3/4 categorieën Benaming: cijfers: 1 2 3 4 letters: aa a b c afkortingen: ZG G V O symbolen: woorden: werk aan de winkel/aanvaardbaar/goed/voorbeeldprestatie Een toelichting van iedere beoordelingscategorie is wenselijk Rapporteren Elke leraar komt vooraf tot een beoordeling Wordt opgesteld tijdens klassenraadbespreking (gedeelde zorg, gedeelde verantwoordelijkheid) Één uniform systeem voor de hele school Transparant: Best gescheiden van andere beoordelingen Steeds gedragsgericht, met concrete richtlijnen als werkpunt Aantal rapporteringscategorieën: nooit minder dan in de beoordeling -> 3/4 Vakgebonden attitudes? = attitudes die deel uitmaken van het leerplan Verrekenen in de globale beoordeling (kennis, vaardigheden en attitudes) maar wel gescheiden noteren Eenvormigheid en transparantie binnen de school is noodzakelijk De beoordeling specificeren via vakrapporten/ functioneringsgesprekken Belangrijk om mee te nemen: Elke leraar heeft op attitudinaal vlak een voorbeeldfunctie => leraar is model en gelooft in het attitudeplan Attitudevorming is teamwerk Het evalueren van attitudes is een langdurig proces en een rode draad binnen het lesgebeuren Niet alleen vastleggen welke attitudegedragingen (en daaraan gekoppelde waarden) de school wil evalueren maar dit ook communiceren (met leerlingen, met ouders) => meenemen bij inschrijvingsgesprek Belangrijk om mee te nemen Kansen creëren om attitudegedragingen te ontwikkelen (lukt best in levensechte leersituaties) Vooraf communiceren met de leerlingen rond welke attitudes er gewerkt wordt en met de leerlingen hierover in gesprek gaan Naar leerlingen toe eerlijke en constructieve feedback geven (leerling mag fouten maken, mag experimenteren maar dient hieruit te leren, moet kunnen bijsturen) 1) 3) 2) 3 wieken die samen de energie van een attituderapport bepalen: 1) Pedagogische visie: permanent, groei, elke leerling, alle personeelsleden, attitudes (=/= attitudegedragingen) zelfde voor de hele school 2) Kwaliteitsevaluatie: valide, betrouwbaar, transparant 3) Gebruiksvriendelijkheid : hanteerbaarheid, praktische haalbaarheid voor de individuele leraar Nooit te vergeten tips De leerkracht maakt het verschil! Less is more! Beter een beperkt aantal attitudes weldoordacht en betrouwbaar uitbouwen dan een groot aantal attitudes op een willekeurige manier. Geen enkele evaluatie kan zonder reflectie omdat leerlingen hierdoor greep krijgen op hun eigen leerproces! En nu aan de slag!!!