DE KRUISVERHEFFING 14 en 27 september 2012 De Kruisverheffing is een feest dat zowel in de katholieke Kerk (14 sept.) als in de orthodoxe Kerk wordt gevierd (27 sept.). De oorsprong ervan ligt in de verjaardag van de kerkwijding van de basiliek van het Heilig Graf in Jeruzalem (13 sept. 335). Die viering viel samen met de vondst van het Heilig Kruis door SintHelena. De basiliek staat volgens de overlevering op de plaats waar Christus tussen kruisdood en verrijzenis lag opgebaard. Gedurende het jaarlijkse kerkwijdingsfeest werd aan het volk het kruis getoond waaraan volgens de traditie Jezus had geleden. Het zou gevonden zijn geweest door Helena, moeder van Constantijn de Grote, die rond 324 naar Jeruzalem pelgrimeerde. Daar liet zij Oekraïense icoon van de Kruisverheffing uitgravingen doen, waarbij ook de grafkelder ontdekt zou zijn. Voor het eerst wordt hierover bericht in 325 door Eusebius van Caesarea. Uit de vierde eeuw stammen ook verslagen van enkele bisschoppen. Op de plaats van de gevonden grafkelder, achter Golgotha, liet Helena de basiliek van het Heilig Graf bouwen. Het kruis werd door Helena in drie gedeeld: een deel bleef in Jeruzalem, de twee overige delen schonk zij aan Constantinopel en Rome. De vondst van het heilig kruis leidde vooral vanaf de kruistochten tot een onstuitbare verspreiding van kruisrelieken en daarmee ook tot verspreiding van het feest van de Kruisverheffing. Bovendien speelde de vestiging van cisterciënzer- en trappistenabdijen over heel Europa een rol, aangezien in hun spiritualiteit de Kruisverheffing van bijzonder belang is. Het tonen van het kruis als teken van verlossing door Christus verspreidde zich zo door de hele Kerk. De spirituele betekenis ligt voor de hand. Het kruis waaraan Jezus gestorven is, heeft ons gered. Christus is niet alleen de Opgestane, maar ook de gekruisigde. In die zin is de uitdrukking dat ‘ieder zijn kruis moet dragen’ meer dan een volksgezegde. Het feest helpt ons dieper na te denken over de betekenis van het vergoten bloed, zoals het in de geloofsbelijdenis van Nicea verwoord staat: “…gestorven voor ons, mensen, en voor ons heil…”. Aansluitend op het feest van de Kruisverheffing is de gedachtenis van Onze-Lieve-Vrouw van Smarten, gewijd aan het verdriet van Maria, zoals uitgedrukt in de profetie van Simeon in de Tempel; de vlucht naar Egypte; het zoek raken van Jezus in de Tempel; de ontmoeting van Maria met Jezus op weg naar de Calvarieberg; Maria staande onder Jezus' kruis; Maria die Jezus' dode lichaam omhelst na de kruisafname; Jezus die begraven wordt. Viering in de Oosters-Orthodoxe Kerken. Het feest van de Kruisverheffing is één van twaalf grote feesten binnen de Oosterse orthodoxie. Het wordt echter niet in alle kerken op dezelfde dag gevierd. Wie de Gregoriaanse (westerse) kalender volgt, viert het feest op 14 september, wie de traditionele Juliaanse kalender volgt, viert het dertien dagen later, namelijk op 27 september. De dag van het feest zelf is een vastendag. Helena (ong. 248 – ong. 329) was de moeder van de Romeinse keizer Constantijn de Grote. Zij wordt binnen het byzantijnse en rooms-katholieke christendom als heilige vereerd. Ze werd waarschijnlijk in Drepanum geboren. (Haar zoon Constantijn verandert de naam van die stad later in Helenopolis). Volgens sommigen was ze de dochter van een herbergier. In elk geval stamt ze uit een lage sociale klasse. Ze maakte kennis met de Romeinse militair Constantius Chlorus en baarde diens zoon Constantijn. Die volgde in 306 zijn vader op en 1 Helena wordt, als moeder van de keizer, een belangrijke figuur aan het keizerlijk hof. Evenals haar zoon bekeert Helena zich tot het christendom. Omstreeks het jaar 325 ondernam ze een reis door het oosten van het Romeinse Rijk. Volgens de beschrijving die kerkvader Eusebius van haar omzwervingen door Palestina geeft, hield ze zich voortdurend bezig met bidden, het uitreiken van aalmoezen, het bezoeken van heilige plaatsen en het stichten van kerken. Verder ontdekte ze het graf van Jezus. En passant nam ze ook de stoffelijke resten van de Drie Koningen mee terug naar Constantinopel, waarna die relikwieën in 344 aan de stad Milaan werden geschonken. De heilige Helena 2