Twee jaar daarvoor was ze al eens voor een cyste in het ziekenhuis geweest, maar ze werd naar huis gestuurd met de geruststellende mededeling dat ze daarmee heel oud kon worden. Toen ze naderhand weer een cyste meende te voelen, vroeg ze voor alle zekerheid een nieuwe consult aan. Dit keer was er wel degelijk sprake van een kwaadaardige tumor. Het was of de vloer onder haar werd weggetrokken. “Achteraf bezien had ik me de eerste keer zo nooit weg moeten laten sturen, gezien mijn familiegeschiedenis. Mijn oma kwam uit een gezin van acht kinderen die allemaal aan kanker zijn overleden. Ook mijn moeder werd erdoor getroffen.” Toch had ze zelf niet echt rekening gehouden met de diagnose. “Zo zit een mens in elkaar. Terwijl ik verpleegster ben geweest en ook daardoor beter had moeten weten.” Dilemma Haar moeder volgde een tijdje het Moermandieet maar kon het niet volhouden. “Zij hield erg van lekker eten”, zegt haar dochter. Zelf bleef Toos het blad van de vereniging lezen maar na verloop van tijd beëindigde ze het lidmaatschap. Nadat ze in 1999 de diagnose borstkanker had gekregen, kwam ze direct op dat besluit terug. Ze werd een stipte volger van het Moermandieet. Ze onderging eerst een borstamputatie maar kwam toen voor een dilemma te staan. Haar specialist schreef zes chemokuren voor en hormoontabletten. “De gedachte aan dat gif in mijn lijf stond me erg tegen”, vertelt Toos. Bovendien hoorde ze van haar Moermanarts dat chemo maar bij een op de tien patiënten met borstkanker zinvol was. Omdat ze toen nog minder goed konden bepalen wie die ene is, kreeg vrijwel iedereen bij een tumor groter dan 2 centimeter de kuren toegediend. Toen ze dat haar oncoloog voorhield, bevestigde die de informatie. Lekkend infuus Alsof het zo zijn moest, begon het infuus te lekken toen ze de eerste chemokuur kreeg. Meteen nam het ziekenhuispersoneel allerlei veiligheidsmaatregelen. Zelfs een calamiteitenkoffer met speciale overschoenen kwam er aan te pas. “Dat was voor mij het teken dat ik verkeerd bezig was. Wat de verpleegkundigen niet met hun handen en schoenen mochten aanraken, kwam wel in mijn lichaam. Ik ben direct met de chemokuren gestopt.” Haar arts zegde haar toe dat ze altijd bij hem terug mocht komen. Wel zei hij dat hij niet achter haar keuze voor de Moermantherapie stond. Dat vond hij niet verstandig omdat die haar niet zou genezen. Waarop ze hem vroeg: “Kunt u dat wel dan?” Op die vraag moest hij het antwoord schuldig blijven. Een ander bezwaar van hem was dat niemand het dieet in de praktijk volhield. “Daar had hij wel een punt”, moet ze de arts toegeven. “Ik heb zelf ook wel mensen gesproken die beweerden dat ze het dieet volgden maar er in werkelijkheid de hand mee lichtten.” Geen korrel suiker Voor zichzelf is ze best wel streng. Van suiker bijvoorbeeld zal ze geen korrel gebruiken. Het is dat haar man wel wat gebruikt en ze geen “nee” aan visite wil verkopen, anders had ze het niet eens in huis. Met de zoutpot is ze eveneens terughoudend. Op een verjaardag laat ze alle zoetigheid aan zich voorbij gaan en de vele hapjes zijn evenmin aan haar besteed. Haar ervaring is dat, zodra je je neus buiten de deur steekt, het moeilijk wordt om je dieet te houden. Ze ging daarom nooit uit eten. Tegenwoordig is ze daarin soepeler geworden dan in de begintijd. Ze staat zichzelf toe enkele keren per jaar naar de Chinees of een ander restaurant te gaan. Spannend Na haar behandeling in het ziekenhuis was het nog wel even spannend want na twee jaar werden gezwellen aan haar baarmoeder ontdekt. “Zo was het bij mijn moeder ook gegaan en daarna is ze vrij gauw overleden”, herinnert ze zich. Na een forse operatie hoorde ze dat deze gezwellen het gevolg waren van de hormoontabletten. Daar was ze intussen al mee gestopt. Nu voelt ze zich beter dan ooit. Sinds ze het Moermandieet gebruikt, heeft ze zelfs nooit meer een astma-aanval gehad. Rust Sinds 2010 hoeft ze niet meer voor controle te komen. “Vanwege mijn ziekte ben ik me wel bewust geworden van mijn sterfelijkheid. En dat is goed. In mijn ziekte heb ik rust mogen ervaren. Vanaf het begin had ik de overtuiging dat we uiteindelijk niets zelf in de hand hebben. Ook een dieet moet gezegend worden.” Ze zal iedereen aanraden om haar voorbeeld te volgen in het kritisch omgaan met voeding. Bij een van haar drie dochters is dat advies duidelijk geland, maar de meeste mensen laten de goede raad voor wat ze is. “De een zegt dat het niet nodig is, de ander zegt er wel iets in te zien maar doet er niets mee en een derde probeert het een tijdje maar houdt het niet vol.” Veel mensen zijn gehecht aan een vast menu, hoe ongezond dat ook is. Zelf had Toos er geen moeite mee om nieuwe culinaire wegen in te slaan. Kurkuma en allerlei andere kruiden en specerijen om maaltijden op smaak te brengen, nemen bij haar al jaren een vertrouwde plaats in. Dat eten volgens het Moermandieet vies zou zijn, noemt ze een idee dat al lang is achterhaald. “Maar je moet wel allerlei ongezonde dingen kunnen laten staan. Alleen met discipline lukt het.”