PowerPoint 14.4 Zenuwen en Synaps

advertisement
Thema 18: Brainwave
18.2 en 18.3
Zenuwstelsel vs Hormoonstelsel
Zenuwstelsel
• Vervoer via zenuwen
• Werkt snel, maar kortdurig
Hormoonstelsel
• Hormonen via bloed
• Werkt langzaam, maar langdurig
effect
Zenuwstelsel
Indeling op basis van ligging:
Centrale zenuwstelsel (CZ):
• Grote hersenen
• Kleine hersenen
• Hersenstam
• Ruggenmerg
Perifere zenuwstelsel:
• Zenuwen (motorische en sensorische)
Zenuwen vanuit het ruggenmerg
Werking CZ
Prikkel
Receptor (zintuig)
impuls via conductor (zenuw)
Centraal zenuwstelsel
impuls via conductor (zenuw)
reactie door effector (spier of klier)
Prikkel = invloed uit de omgeving van een organisme
Impuls = elektrisch signaal
Bouw van een zenuw
Axon (Neuriet) = uitloper die impuls van het cellichaam af geleidt
Dendriet = uitloper die impuls naar cellichaam toe geleidt
3 soorten zenuwcellen
1.
Sensorische zenuwcel
- Van receptor naar CZ
- 1 lange dendriet / 1 korte axon
- Cellichaam ligt vlakbij CZ
Sensorische zenuwcel
schakelcel
2.
Motorische zenuwcel
- Van CZ naar effector
- Meerdere korte dendrieten / 1 lange axon
- Cellichamen in CZ
3.
Schakelcellen
- Geleiden binnen het CZ
Motorische zenuwcel
Bron: Biologie voor Jou
3 soorten zenuwen
Zenuwcellen liggen bij elkaar in zenuwen. Hier omheen ligt bindweefsel
1. Gevoelszenuw: alleen
uitlopers van sensorische zenuwcellen
2. Bewegingszenuw: alleen
uitlopers van motorische zenuwcellen
3. Gemengde zenuwen: bevat beide
Impulsgeleiding
Impuls = elektrisch stroompje
• ontstaat als prikkel sterk genoeg is – boven de
prikkeldrempel
• impulssterkte is altijd gelijk
• bij sterkere prikkel worden meer impulsen per
tijdeenheid doorgegeven - de impulsfrequentie
neemt toe
• zenuwcel heeft na ieder impuls een korte
herstelperiode nodig; kan dan niet geprikkeld
worden = absoluut refractaire periode
• Impulsfrequentie neemt af als bepaalde prikkel
lang aanhoudt (gewenning)
Zenuwcel in rust  - lading aan
binnenkant celmembraan
Actiefase  binnenkant krijgt
gedurende korte tijd + lading
Herstelfase  celmembraan kan
gedurende korte tijd geen
impulsen geleiden
Door myelineschede 
sprongsgewijze impulsgeleiding
Cel van Schwann
Depolarisatie
Cellichaam
Myeline schede
Axon
Insnoering
(van Ranvier)
Impulsgeleiding
Inzoomen op
synapsen
Bron: Biologie voor Jou
Synaps
= contactplaats van zenuwcellen, waar
impulsen chemisch worden doorgegeven
INZOOMEN
Rust:
• Neurotransmitters in blaasjes opgeslagen
• Ca2+-poort dicht
Synaps
Actiepotentiaal komt aan:
• Door depolarisatie membraan (impuls)
Ca2+-poort open
• Ca2+ stroomt naar binnen
• Hierdoor smelten neurotransmitterblaasjes samen met presynaptische
membraan
Synaps
• Neurotransmitter komt in synapsspleet
en bindt aan receptormoleculen
= exocytose
Synaps
• Membraanpotentiaal hersteld in axon
• Bij voldoende stimulatie receptoren
genoeg natriumpoorten open
impuls doorgegeven
Synaps
Neurotransmitters
• Stimulerend (exciterend) en remmend (inhiberend)
• Drugs en veel pijnstillers werken op dit systeem!
Remmend:
morfine, alcohol, cannabis
Stimulerend:
nicotine, cocaine, XTC
Leidt soms tot gewenning of
verslaving
Download