PowerPoint-presentatie

advertisement
NAAR EEN RENOVATIE VAN HET
VLAAMSE WONINGBESTAND
Studievoormiddag 21 april 2015
NAAR EEN RENOVATIE VAN HET VLAAMSE
WONINGBESTAND:
ADVIES VAN DE VLAAMSE WOONRAAD
Studievoormiddag 21 april 2015
David Van Vooren
Beleidsmedewerker Vlaamse Woonraad
Inhoud
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Situering
Woningkwaliteit in Vlaanderen
Het Vlaamse woningkwaliteitsbeleid
Beschouwingen en pistes tot verbetering
Inspirerende praktijken
Tot slot
1. Situering
• Waarom dit advies?
• Maatschappelijk, ecologisch en economisch belang van
woningrenovatie en energiebesparing
• Cf. impact op gezondheid, energieverbruik, tewerkstelling enz.
• Vooraf:
• advies goedgekeurd 29/01/2015
• Deze presentatie: toevoeging resultaten Grote Woononderzoek 2013
(maart 2015) www.steunpuntwonen.be
2. Woningkwaliteit in Vlaanderen
• woningkwaliteit: diverse aspecten
• Bouwfysische kwaliteit (structuur, stabiliteit, vocht,…)
• Comfort (sanitair, centrale verwarming,…)
• Functionele kwaliteit (bezettingsgraad, fysieke toegankelijkheid,…)
• Energetische kwaliteit en duurzaamheid (isolatie, materialen,…)
• ‘Kapstokken’ voor advies:
doelstellingen Pact 2020 i.v.m. woningkwaliteit
• Halvering aandeel bevolking in woning met twee of meer
structurele gebreken en/of gebrek aan basiscomfort
• Aanzienlijke daling energieverbruik van het gebouwenpark
2. Woningkwaliteit in Vlaanderen
Evolutie indicator i.v.m. woningkwaliteit
• 20% bevolking in
woning met twee of
meer structurele
gebreken en/of gebrek
aan basiscomfort en/of
gebrek aan ruimte
• Hoger aandeel bij
huurders (37%) dan bij
eigenaars (15%).
• Huidige (licht)
dalende trend is
onvoldoende om
doelstelling Pact 2020
te behalen
30
25
20
15
10
5
0
2006 2007 20082009 2010 20112012 2013 2014 20152016 2017 2018 20192020
7
Woningkwaliteit: resultaten Grote Woononderzoek 2013
8
9
10
11
12
13
14
15
2. Woningkwaliteit in Vlaanderen
Evolutie indicator i.v.m. energieverbruik
Daling energieverbruik in VL maar
Nog grote achterstand in te halen op andere regio’s en EU landen
(Benchmarks Pact 2020).
17
18
19
2. Woningkwaliteit in Vlaanderen
• Samengevat
• Verbetering woningkwaliteit in voorbije decennia, maar laatste jaren
is verbetering minder uitgesproken
• 13% woningen (± 350.000) van structureel ontoereikende kwaliteit
• Verbetering inzake energie-efficiëntie, maar internationaal nog
steeds erg zwakke prestaties
3. Woningkwaliteitsbeleid
• Wonen
• Diverse maatregelen
• Woningkwaliteitsbewaking
• Diverse premies
• Lokale projecten
• Geen strategisch plan i.v.m. verbetering woningkwaliteit
• Energie
• Basisstrategie: ERP 2020 (isolatie daken en beglazing, zuinige
verwarmingsketel)
• Voorloperstrategie: evolutie naar BEN gebouwen via overgang
demonstratieprojecten naar volumemarkt (o.a. proeftuin
woningrenovatie)
• Eind 2014: opstart Renovatiepact (cf. presentatie Luc Peeters)
4. Beschouwingen / voorstellen
• Algemeen
• Beperkte afstemming tussen beleidsvelden Wonen en Energie
• Geen ‘harde’ doelstellingen met daaraan gekoppeld actieplan in
beleidsveld Wonen (bv. geen doorwerking doelstelling Pact 2020)
• Onvoldoende samenwerking tussen diverse belanghebbenden (cf.
Rondetafel Bouw) -> Quid ‘Renovatiepact’?
•  Nood aan globaal ‘renovatieplan’ (incl. energie) met:
• Ambitieuze (doch) realistische doelstellingen (o.a. renovatiegraad van
1% naar 2,5%)
• Geïntegreerd geheel aan maatregelen / middelen
• Tijdsperspectief 2050 (ook tussentijdse doelen)
•  Urgentieprogramma woningkwaliteit (elementaire veiligheid
en gezondheid) op korte termijn (2020)
4. Beschouwingen / voorstellen
• Instrumenten
• Individuele premies, aandachtspunten:
• Maximaal additioneel effect (o.a. dicht bij tijdstip renovatie)
• Lock-in effecten vermijden
• Grondige afweging renovatie versus sloop en nieuwbouw
• Meer collectieve aanpak renovatiewerken (schaalvoordelen +
•
•
•
•
•
mobiliserend effect)
Bijzondere aandacht private huurmarkt (cf. ‘split incentive’)
Belang van ‘ontzorging’
Diverse vormen van financiering, naargelang publiek
(prefinanciering, derdebetalersregeling, aangepaste kredietpolitiek
financiële instellingen,…)
Nood aan innovatie binnen bouwsector (cf. ‘proeftuinen’
woningrenovatie)
…..
24
4. Beschouwingen / voorstellen
•  nood aan een geïntegreerd geheel aan maatregelen
dat burgers kan aanzetten tot de gewenste
gedragsveranderingen inzake woningrenovatie en
energiebesparing
• Mogelijk raamwerk = ‘4E model’:
• Enable: duurzame keuzes mogelijk maken (bv. drempels
wegwerken, informatie geven,…)
• Encourage: duurzaam gedrag aanmoedigen (bv. regulering of
financieel)
• Exemplify: voorbeeldfunctie van de overheid
• Engage: mensen betrekken, sensibilisering en educatie
5. Inspirerende praktijken
5.1. Bouwblokrenovatie Kortrijk
Beschrijving
• Samenwerking tussen stadsbestuur, OCMW,
Stadsontwikkelingsbedrijf en SVK
• Doel: eigenaars en bewoners aanzetten tot renovatie woningen in
achtergestelde buurt
• Methoden: Intensieve renovatiebegeleiding, ‘nu of nooit’ premie,
rollend fonds voor prefinanciering werken
Resultaten
• Renovatie van 89 woningen (op totaal van 280 in projectgebied),
waarvan 57% huurwoningen
• Zowel energiebesparende maatregelen (hoogrendementsglas en
dakisolatie) als elementaire veiligheid (verbeteren
elektriciteitsinstallatie en CO-beveiliging in helft van woningen)
26
5. Inspirerende praktijken
5.1. Bouwblokrenovatie Kortrijk (vervolg)
Leerpunten
• Belang van samenwerking tussen lokale besturen en actoren
• Persoonlijke ondersteuning (‘ontzorging’) als belangrijke meerwaarde
• Groepsgerichte aanpak zorgt voor ‘renovatiedynamiek’ in de buurt
• Focus op energiebesparing én elementaire woningkwaliteit
(veiligheid/gezondheid)  biedt inspiratie voor urgentieprogramma
5. Inspirerende praktijken
5.2. “Habiter Mieux” (FR)
Beschrijving
• Doelpubliek: eigenaars met laag inkomen + verhuurders
• Doel: verbeteren energetische kwaliteit (minstens 25% energiebesparing)
• Methoden: Financiële ondersteuning en gepersonaliseerde begeleiding
• Financiële ondersteuning via samenwerking lokale overheid / Agence
nationale de l’habitat
• Uitvoering door lokale actoren
Resultaten
• 70.000 renovaties op 3,5 jaar, waarvan groot deel (70%) bij eigenaars
met (zeer) laag inkomen
• Gemiddelde energiebesparing van 39%
• Gemiddelde kostprijs werken van 18.000 euro, waarvan bijna 60%
gefinancierd via subsidies (zeer hoog aandeel)
28
5. Inspirerende praktijken
5.2. “Habiter Mieux” (FR) (vervolg)
Leerpunten
• Focus op eigenaars met beperkt inkomen (hoog additioneel effect)
>< Keerzijde: hoge overheidstussenkomst (60%)
 zijn alternatieve vormen van financiering mogelijk?
• Geattesteerde energiewinst (gemiddelde 39% energiebesparing, één
op vijf energiewinst >50%)
• Samenwerking diverse overheden, taakverdeling financiering /
uitvoering
5. Inspirerende praktijken
5.3. Baden-Wurtemberg (DE): Sanierungsfahrplan’
Vaststelling:
• Doelstelling ‘energiewende’: verwarmingsbehoefte -20% tegen 2020
en -80% tegen 2050
• Slechts 3% woningen voldoet aan waarden 2050
Energiebeleid Baden-Wurtemberg:
• Aanmoedigen grondige, stapsgewijze renovatie van woningen
30
5. Inspirerende praktijken
5.3. Baden-Wurtemberg (DE): Sanierungsfahrplan’
(vervolg)
Uitgangspunten
• lange termijnstrategie voor individuele gebouwen ontwikkelen
• Aanmoedigen van zo groot mogelijke renovaties (‘deep
renovation’);
• afstemming stapsgewijze renovatie met lange
termijndoelstellingen energiebeleid
• Rekening houden met situatie en mogelijkheden woning en
bewoners (contextgevoeligheid);
• Ontwikkelen optimaal pakket aan maatregelen i.f.v. chronologie
renovatiewerken
31
5. Inspirerende praktijken
5.3. Baden-Wurtemberg: ‘Sanierungsfahrplan’
(vervolg)
Uitwerking
• Eerste fase: vooral informatief (technische vereisten renovatiewerken,
optimale fasering)
• Doelstelling: instrument sterker integreren in woon- en energiebeleid
(bv. ‘bonus malus’ systeem voor subsidies, gekoppeld aan fahrplan)
Leerpunten
• Koppeling lange termijn strategie (‘energiewende’) aan maatregelen
op niveau individuele woning
• Planmatige fasering renovatiewerken vermijdt lock-in effecten
•
5. Inspirerende praktijken
5.4. Green Deal (UK)
Beschrijving
• ESCO-principe (Energy Service Company): derdebetaler voert
energiebesparende ingrepen uit; terugbetaling via gerealiseerde
energiebesparing
• uitgangspunt: indien terugbetalingstermijn = levensduur installatie 
beperkte afbetaling (idealiter vergelijkbaar met energiekostbesparing)
• Premie gekoppeld aan woning i.p.v. eigenaar of bewoner
• Uitvoering door private maatschappijen (vanuit opzet innovatieve
financiering renovatiewerken en vrijemarktkarakter)
Resultaten
• Recent ingevoerd (2012), nog geen degelijke evaluatie
• Beperkte impact op gezinnen in energie-armoede: indien onvoldoende
besparing  ‘assisted green deal’ met overheidstussenkomst
34
5. Inspirerende praktijken
5.4. Green Deal (UK) (vervolg)
Leerpunten
• Inspiratie voor ‘opschaling’ en verruiming doelgroep FRGE?
• Afhankelijk van evaluatie UK: stelsel mogelijkheden tot marktgerichte
financiering van renovatiewerken
• Aangepaste ondersteuning voor lage inkomensgroepen blijft allicht
noodzakelijk
5. Inspirerende praktijken
5.5. ‘Energiesprong’ (NL)
Beschrijving
• Doel : op grote schaal vraag en aanbod te laten ontstaan voor de
bouw en renovatie van energie-neutrale gebouwen door innovatieve
renovatieprojecten
• Begeleiding door ‘Platform 31’, kennis- en netwerkorganisatie voor
stedelijke en regionale ontwikkeling
• 30-tal projecten, zowel particulieren als corporaties, koop/huur,
grootschalig/kleinschalig
Leerpunten
• Sterk gelijkend op ‘voorlopersbeleid’ proeftuinen woningrenovatieVL
IWT, maar op grotere schaal
• Belang van uitwisseling van ervaringen
• Veel aandacht voor communicatie naar sector en ruimere publiek
36
6. Ter afronding
Advies Vlaamse Woonraad:
• Géén ‘totaalevaluatie’ Vlaamse woningkwaliteits- en
energiebeleid
• Wél aantal inspirerende praktijken voor het Vaamse
beleid
• Wél: aanzet tot reflectie over het tot nu toe gevoerde
woon- en energiebeleid, en samenwerking tussen beide
Dank voor uw aandacht
Download