TOTUS TUUS, MARIA! STORMSCHRIFTEN Deel 2 29.09.2009 Index 23. Openbaringen over de Macht van Maria ........................................ 3 24. Openbaringen over de Genaden van de Heiliging .......................... 9 25. Waarom laat God het Lijden toe? ................................................. 13 26. Gehoorzaamheid als Bron van Leven .......................................... 18 27. Openbaringen over de volmaakte Liefde ...................................... 20 28. Waarom wil God elke Ziel in Zijn Rijk? ......................................... 24 29. Het Verleden als Ketting van Uw Ziel ........................................... 29 30. Openbaringen over Aanbidding als Bron van Licht ....................... 33 31. Eenheid als Bouwsteen voor het Rijk Gods .................................. 40 32. Zelfofferande als Levensbestemming ........................................... 44 33. Openbaringen over het Eeuwig Heil van de Ziel........................... 46 34. Openbaringen over de volmaakte Naastenliefde .......................... 51 35. Openbaringen over het Wezen van de Bekoring .......................... 53 36. Openbaringen over verborgen Vijanden van Gods Rijk ................ 60 37. Openbaringen over de Zwakheid van de Mens ............................ 68 38. Openbaringen over de ware Vrede van Christus .......................... 73 39. Openbaringen over Gods Liefde voor de Mens ............................ 75 2 De STORMSCHRIFTEN vormen een reeks van korte geschriften, geschreven door “Myriam van Nazareth” in opdracht en op ingeving van de Heilige Maagd Maria, met de bedoeling, het vuur van de Heilige Geest in de zielen aan te wakkeren tot voorbereiding van het Rijk van Jezus Christus op aarde. HAAR SCHOONHEID WEKT DE LIEFDE VAN DE KONING 23. Openbaringen over de Macht van Maria Tot de meest miskende en onbegrepen genaden die God voor de mensheid heeft voorzien, behoort deze van de grenzeloze macht van de Heilige Maagd Maria. Maria is bij uitstek de Koningsdochter, de Uitverkorene van God, Zijn Vertegenwoordigster naar de mensheid toe, die door Jezus vanop het Kruis van Kalvarie onder Haar hoede is gesteld met de woorden “Vrouw, ziedaar Uw zoon. Zoon, ziedaar Uw Moeder”. Maria is door God voorbestemd als het laatste Redmiddel voor de dwalende mensheid. De macht van Maria is met geen enkele kracht in de Hemel en op aarde te vergelijken. Zoals vele heiligen reeds schreven: behalve God is alles aan Maria onderworpen. Wat is macht? Macht is het vermogen om het gedrag van anderen te beïnvloeden zodat deze bepaalde dingen anders moeten doen dan zij zelf zouden willen en hun gedrag moeten aanpassen bij de wil van diegene die macht uitoefent. Macht is ook het vermogen waardoor het lot van anderen, alsook de beslissingen die zij nemen, op één of andere wijze beïnvloed worden door de wil van diegene die macht uitoefent. Vooral deze laatste punten zijn van toepassing op Maria. God heeft het zo beschikt dat Zij macht bezit over de mensen, over de duivelen, en over God Zelf. Ik kom hier meteen op terug. Waar ligt de oorsprong van Maria’s macht? Hoe komt het dat Zij zo machtig is? Maria’s macht is gegrondvest op Haar volmaakte staat van genade. Zij is onbevlekt ontvangen en aldus vrij van de erfzonde. Deze eigenschap laat Haar méér dan enige andere ziel op God gelijken. Haar heiligheid is vanaf Haar Ontvangenis ongeëvenaard geweest, en Zij heeft deze absolute heiligheid in stand gehouden door een leven zonder de geringste zonde of ondeugd. Hoe heiliger een ziel is, des te groter de genaden die zij van God verkrijgt, omdat God een ziel steeds minder kan weigeren naarmate deze ziel Hem aan Zichzelf herinnert, dus naarmate Hij Zichzelf in deze ziel weerspiegeld ziet. Maria is ooit door Jezus Zelf “de volmaakte Spiegel van God” genoemd. Maria is de enige ziel in staat van absolute heiligheid, en is daardoor een volmaakte kopie van Gods eigen Wil. Zij draagt geen enkele schuld tegenover de Goddelijke Gerechtigheid, en om die reden is er voor God geen enkele belemmering om Haar alles te geven wat Zij verlangt. Indien God een volmaakt heilige ziel zoals Maria iets zou weigeren, zou Hij als het ware 3 met Zichzelf in strijd komen, want in Maria is de Godskern (die in oorsprong in elke mensenziel aanwezig is) tot de volle ontwikkeling gekomen. Alle eigenschappen van Maria zijn van Goddelijke oorsprong, en geen enkele van hen is ook maar in de geringste mate besmet door wereldse of duivelse invloeden. Daarom zet elke handeling die Maria stelt, elk woord dat Zij spreekt, elk verlangen van Haar Hart, elke gedachte uit Haar geest, elke stap van Haar voeten en elke uiting van Haar Wil onvoorstelbare krachten in werking, die zo gelijklopend zijn met Gods Plannen en beschikkingen, dat God alles wat van Maria uitgaat, beschouwt als Zijn eigen Wilsakten. Dat is de reden waarom gezegd mag worden dat Maria’s macht absoluut is, en dat Zij zelfs macht heeft over God Zelf. Toen Maria nog op aarde leefde, heeft Zij God er ten minste twee maal toe aangezet, Zijn Wilsbesluiten (die nochtans onwrikbaar vaststaan) te wijzigen. De eerste maal was deze, dat Haar intense gebeden, bezield door een oneindig vurige Liefde (resultaat van Haar volmaakte heiligheid), de Komst van de Messias met verscheidene jaren hebben vervroegd. De tweede gelegenheid was deze, dat Zij de Verrijzenis van Jezus, die volgens de Schriften na drie dagen (dus 72 uren) moest plaatshebben, heeft vervroegd tot 40 uren na Zijn Kruisdood. Aldus werd mij geopenbaard. De uitoefening van Maria’s macht in de Hemel gaat onverminderd verder: § God heeft het zo beschikt dat de engelen de mens ten dienste zouden staan. Doch geen enkele mensenziel heeft in dezelfde mate de beschikking gekregen over de engelen als Maria. Reeds tijdens Haar leven op aarde stonden talrijke scharen van engelen permanent in Haar dienst. Toen Zij na Haar leven “insliep” en in de Hemel opgenomen werd met lichaam en ziel, wierpen de engelen zich aan Haar voeten neer en begroetten Haar als hun Koningin en Meesteres. In deze laatste tijden voert Maria het bevel over de voltallige Hemelscharen in de strijd tegen het kwaad. In wezen was Maria’s heerschappij over de engelen reeds een feit toen God Haar voorzag als de Vrouw die de kop van de slang zou verpletteren. § Eén van de grootste uitingen van Maria’s macht in de Hemel is deze van Haar voortdurend optreden als Voorspreekster bij Gods Gerecht. Ieder mens die zijn leven op aarde beëindigd heeft (dagelijks zijn dat er miljoenen), verschijnt vόόr Gods Gerecht, waar de beoordeling van zijn aards leven wordt voltrokken. Bij elk oordeel is Maria aanwezig als Voorspreekster. Elke dag beslissen Haar woorden (dus: Haar Liefde) over het eeuwig lot van duizenden, die zonder Haar verdoemd zouden worden doch aan Haar te danken hebben dat zij na een welbepaalde tijd van loutering in het vagevuur de eeuwige gelukzaligheid in de Hemel zullen genieten. Maria heeft dus letterlijk het lot van ontelbaren in Haar 4 handen. Bedenk dit nog tijdens Uw leven op aarde, en geef Haar de eerbied die Haar toekomt. § Maria’s macht als Voorspreekster strekt zich verder uit over de zielen in het vagevuur. Op Haar gebed, en door speciale voorrechten die Zij van God heeft verkregen, worden vele zielen eerder uit het vagevuur bevrijd dan zij op grond van de Wet van Gods Gerechtigheid verdienen. Eén voorbeeld: Maria heeft van God verkregen dat de zielen die zich totaal in Haar dienst stellen door een leven van volkomen Mariatoewijding, ten laatste op de eerste zaterdag na hun overlijden de eeuwige gelukzaligheid zullen binnengaan. De uitoefening van Maria’s macht op aarde is onvoorstelbaar, en voltrekt zich vaak in het verborgene. Op de meest indrukwekkende wijze openbaart Haar macht zich op de volgende terreinen: § Maria is de Middelares van alle Genaden. Genaden zijn gaven die God schenkt om het leven van de mens gemakkelijker te maken of hem dichter bij zijn heil te brengen. God heeft Maria de macht gegeven over de schatkamers van Zijn Genaden. Dat betekent dat Zij Zijn Genaden kan uitdelen aan wie Zij wil, wanneer Zij wil, in de mate waarin Zij wil en in de vorm waarin Zij wil. Zeer vele van de genaden die bepalend zijn voor de kwaliteit van een mensenleven, worden verleend na bemiddeling door Maria. De grenzeloze macht van Maria bestaat hieruit dat Zij via deze weg over het verloop van talloze levens beslist. Bepaalde genaden zijn zichtbaar of voelbaar (genezingen, de verwezenlijking van materiële verlangens...), andere zijn niet zichtbaar (bekeringen, spirituele gaven, ontwikkelingen die de groei van de ziel bevorderen...). De niet-zichtbare zijn de grootste, en vormen daarom de grootste openbaringen van Maria’s macht over Uw leven. § Maria is de Leidster van alle zielen die zich aan Haar toewijden. Elke Mariatoegewijde vormt op zich een klein Rijk van Maria, een Rijk waarin Zij volkomen heerst. Door Haar Liefde en Haar macht over de verdeling van alle Genaden brengt Maria het hart van de Haar volkomen toegewijde ziel zo volkomen onder Haar gezag dat de toegewijde zichzelf vrijwillig tot Haar dienaar maakt. Naarmate het verbond tussen Maria en Haar toegewijde een grotere invulling krijgt (de uiterste graad wordt bereikt in de gevallen waarin Maria een ziel via de mystieke weg tot Haar dienst roept voor een speciale opdracht, die over het algemeen het hele verdere leven duurt), neemt de vrijwillige onderwerping van de toegewijde aan Maria toe en beschouwt hij zich als niets méér dan Haar slaaf. Zodra de geroepene totaal in Maria’s macht is, voert Zij hem via opeenvolgende beproevingen, genaden en een zeer intense versmelting in hart, geest, en in bepaalde gevallen zelfs in het lichaam (mystiek lijden) tot steeds groeiende eenwording met Zichzelf: Maria heeft de macht, zielen te kneden tot zij Haar spiegelbeeld worden. Dit is een 5 Goddelijke macht die God Zelf jegens Haar als eerste heeft toegepast, en waarover Zij de volle beschikking heeft gekregen. Maria beschikt over eindeloze middelen waardoor Zij Haar toegewijden zonder dwang doch door hun eigen ontwikkeling vrijwillig de beslissing kan laten nemen, hun hele verdere leven aan Haar voeten door te brengen met als enige doelstelling van al hun doen en laten: de wil om Maria te dienen en te verheerlijken. In Haar totaal toegewijden bereikt Maria’s titel “Koningin van Hemel en aarde” de volheid van zijn betekenis. Maria’s macht komt op een bijzondere wijze tot uitdrukking in de beschikking die Zij van God heeft gekregen over zielen. Zij heeft het voorrecht ontvangen, bepaalde zielen uitdrukkelijk te roepen tot Haar persoonlijke dienst, in het kader van Haar rol tot verwezenlijking van Gods Heilsplan. Deze zielen worden door Haar persoonlijk toegerust met speciale genaden en gaven om te functioneren als instrument van Maria, en worden door Haar uitgenodigd tot het sluiten van een totaal en onvoorwaardelijk verbond van gehoorzaamheid en onderwerping aan Maria. Zij worden door Maria op een bijzondere wijze geleid en beschermd, door Haar naar Haar welbehagen gekneed tot Haar werktuig en evenbeeld. In deze zielen schittert de macht van Maria vooral doordat Zij hen zo vast en zo liefdevol aan Zich bindt dat zij in niets anders meer behagen scheppen dan in een leven als “liefdesslaaf” van Maria (slaaf van Haar Liefde). De uitoefening van Maria’s macht over de duivelen voltrekt zich nu nog grotendeels onzichtbaar, doch zal in een nabije toekomst voor aller ogen stralen. Maria is door Haar bescheidenheid en nederigheid nooit opvallend geweest. God heeft het echter zo beschikt dat Haar macht in de laatste tijden zal schitteren als duizend zonnen. Hoe? § Op grond van Haar hele leven op aarde is Zij de Medeverlosseres die Jezus terzijde heeft gestaan bij het volbrengen van het Verlossingsoffer. Zij leed een leven van talloze smarten, die hun bekroning vonden op Golgotha. Doordat Zij dit zo weinig gekende, onnoemelijk zware lijden in absolute heiligheid en met een onvergelijkbare Liefde in volle toewijding aan God heeft gedragen, had Maria’s leven een onschatbare waarde tot redding van zielen. Deze rol als Medeverlosseres is met het einde van Haar leven op aarde niet beëindigd. Maria kan Haar eindeloze macht als Overwinnares op het kwaad pas ten volle doen stralen, en de ontelbare Genaden vandien pas ten volle over de wereld afroepen, zodra Haar rol als Medeverlosseres officieel kerkelijk erkend zal worden. Waarom? Omdat door deze erkenning de mens officieel aan God te kennen geeft dat hij aanneemt dat niet alleen de God-Mens Jezus, doch ook een mensenziel de duivel totaal en definitief heeft overwonnen. Bid vurig voor deze erkenning, het lot van de wereld en Uw persoonlijk geluk hangen ervan af, want zodra Maria officieel als Medeverlosseres wordt erkend, is het 6 fundament van Gods Rijk op aarde gelegd. Dit zal na de Kruisdood van Jezus het grootste keerpunt in de geschiedenis zijn. § Maria bezit de macht, U op Haar tussenkomst te vrijwaren van zonde, en bekoringen te breken. Hoe? Door Haar gebed, en door Haar rechtstreeks optreden. Waar Maria Zich vertoont, vlucht de duivel, want Zij boezemt hem de grootste angst in. Hij weet dat één woord van Haar volstaat om hem aan banden te leggen. Ooit werd mij in een visioen getoond hoe een groep duivelen een groep biddende mensen aanviel. Maria verscheen, en de duivelen werden ogenblikkelijk in drie categorieën verdeeld: ongeveer de helft vluchtte weg. Naar de andere helft behalve één, strekte Maria Haar rechterhand uit, en zij leken in een flits van vuur op te lossen. Maria liet één duivel overblijven, Zij keek mij aan met een indrukwekkende glimlach, en liet mij begrijpen dat Zij mij ten aanzien van deze ene duivel een demonstratie van Haar macht wilde geven. Zij wendde Zich vervolgens naar deze ene toe en beval hem met een teken van Haar hand om zich vόόr Haar voeten neer te werpen. Uit Haar ogen stroomde felblauw licht. Krijsend kroop hij op de knieën naar Haar toe en ging vόόr Haar voeten liggen. Dit betekent dat hij zich met heel zijn wezen verzette, doch niet anders kon dan Haar te gehoorzamen. Zij plaatste in een onvoorstelbaar sierlijke beweging uitermate rustig Haar rechtervoet op zijn nek, en onder Haar voet werd hij onder luid geschreeuw tot stof verbrijzeld. De macht die van Maria uitging, was angstwekkend, doch vervulde mij met de vreugdevolle zekerheid dat niets op aarde of onder de aarde aan Maria’s Wil kan ontkomen. Onthoud dit beeld, het is van het grootste belang voor de tijden die weldra komen, en het moge U tot motivering dienen om U volledig aan Maria weg te geven in totale toewijding. Denk eveneens aan dit beeld wanneer U bekoord wordt. Spreek hardop Maria’s naam uit, en blijf hem herhalen. Deze naam is een marteling voor de bekoorder, want hij vreest Maria’s verschijning méér dan U hemzelf kunt vrezen. § Maria is ertoe voorbestemd, het kwaad te vernietigen. Wat Jezus op Kalvarie begonnen is, zal door Zijn Moeder beëindigd worden. God heeft na de erfzonde aan de duivel verklaard dat de Vrouw (Maria) hem de kop zou verpletteren. Het uur waarop dit zal gebeuren, is nabij. De duivel voelt reeds de druk van Haar voet. Hij kronkelt om aan Haar macht te ontkomen, en het is door dit wilde verzet dat hij zoveel schade aanricht en zoveel verwoestingen over Gods Schepping uitzaait. Hij weet dat, zodra Maria’s voet in volle kracht zal drukken, hij geen enkel slachtoffer meer kan maken. Om deze reden gaat hij nu zo driest tewerk. Leer daarom de chaos van de wereld beschouwen als wat hij werkelijk is: het eerste teken van de overwinning van de Meesteres van Hemel en aarde. Maria’s macht is absoluut. Dat betekent dat Haar gezag in de Hemel geen beperkingen heeft. God heeft Haar zo hoog verheven als een 7 getuigenis tegenover de mens, die zich over het algemeen niet zo totaal aan Zijn Plan weet te geven, en tegenover de duivelen, die in Maria de absolute heerschappij moeten ervaren van een wezen waarvan zij de ondergang hadden gezworen. Doch de uitoefening van Haar macht wordt door één regel gemilderd: deze waarbij God heeft beschikt dat de vrije wil van de mens gerespecteerd moet worden, en op het lot van de mens (individueel en als geheel) niet ingegrepen mag worden indien de mens daar niet zelf om vraagt. Maria bezit de macht om de wereld te zuiveren van alle chaos, van alle ellende, van alle ongeluk, van alle kwaad, maar wij moeten Haar daar uitdrukkelijk om vragen, door gebed en door ons in groot aantal aan Haar toe te wijden. Ik zou het volgende beeld kunnen gebruiken: elk gebed dat U met Liefde tot Maria verricht, maakt Haar voet zwaarder, die op de kop van de slang drukt. Hoe meer U bidt en hoe meer mensen U ertoe aanspoort om hun hele leven aan Maria toe te wijden, des te spoediger zal Haar voet U bevrijden. De satan is volkomen in Haar macht, hij is aan Haar overgeleverd, doch om hem definitief te verstikken, wacht Zij op Uw smekingen en de gave van Uzelf. Dank zij een Mysterie van Goddelijke Liefde kan ik tot U zeggen: Maak Uzelf tot slaaf van Maria, en Zij zal U de ware vrijheid schenken. Welke voordelen heeft de heerschappij van Maria voor U? In de mate waarin U Maria macht geeft over Uw leven en Uw hele wezen (handelingen, gedachten, woorden, gevoelens, verlangens, relaties, enzovoort), zal Zij U heiligen. Aan Maria is het gegeven om U naar de eeuwige gelukzaligheid te leiden, op voorwaarde dat U in Haar macht gelooft, Haar bemint en Haar met volharding smeekt om U te leiden op al Uw wegen. Zoals op Maria’s gebed de Heilige Geest over de apostelen neerdaalde in het Cenakel, tien dagen na de Hemelvaart van Jezus, zo kan Zij ook de Heilige Geest met Zijn rijke gaven over U afroepen. Genaden worden geput uit de schatkamer der verdiensten die alle zielen in alle tijden hebben verzameld, aangevuld door de rechtstreekse gaven uit Gods Barmhartigheid. God is de Bron der Genaden, Maria heeft de macht over hun verdeling. Tot Haar moet Uw smeken gericht zijn indien U iets nodig hebt. Ook de heiligen die U aanroept om welbepaalde gunsten te bekomen, verkrijgen deze van Maria, die hun Meesteres is, de Koningin van de Hemel. Indien U de volheid van het geluk op aarde betracht, verheerlijk en dien dan Maria tot het uiterste, want hoe meer zielen zich aan Haar voeten neerleggen, des te spoediger komt de dag waarop Zij zal opstaan om het kwaad, de bron van alle ellende, naar de eeuwige afgrond te verwijzen. Prijs elke ziel zalig die Maria verheerlijkt in woord en daad, want elke lofprijzing aan Uw Hemelse Moeder brengt de genadeslag aan de satan dichterbij. Waarin zal de absolute macht van Maria haar definitieve bekroning vinden? In de Triomf van Haar Onbevlekt Hart. Maria’s Triomf is de 8 totale overwinning over de satan tot vestiging van Gods Rijk op aarde. Aan deze Triomf wordt gebouwd door de mate waarin mensenzielen zich totaal aan Maria weten te geven. Maria’s Triomf begint in het hart van Haar toegewijden: hoe groter Uw bereidheid om Maria’s macht in Uw leven tot uiting te laten komen, des te sneller zal Haar Triomf over het kwaad zich verwezenlijken. Bedenk dat de Triomf van Maria gelijkstaat met de Triomf van het Kruis en de grondvesting van Gods Rijk van Liefde op aarde. Door Haar onvergelijkbare schoonheid heeft Maria alle macht over het Hart van de Koning (God) verworven. Wat Zij Hem ook zal vragen, Hij zal Haar nooit kunnen weerstaan, omdat Haar hele wezen een volmaakte verheerlijking aan Zijn Godheid vormt. Hij heeft Haar de Onbevlekte Ontvangenis geschonken, waardoor Haar ziel een volmaakt spiegelbeeld van de Goddelijke eigenschappen in zich droeg. Zij heeft deze staat van volkomen heiligheid voor eeuwig in zich bewaard. Zij heeft Haar hele leven in dienst gesteld van het grote Verlossingswerk van Jezus. Tot slot heeft Zij als enige onder de mensenzielen de oorspronkelijke Goddelijke Orde die voor de mens was voorzien, in stand gehouden en tot volle glorie gebracht. Hoe kan God Haar dan iets weigeren? Maria heeft het Hart van God Zelf overwonnen, Zij heeft ook de hel overwonnen, en staat op het punt om Haar vreeswekkende macht tentoon te spreiden in een schittering als van duizend zonnen. Wanneer zult U God navolgen en Haar ook Uw hart laten overwinnen? Uw eeuwig lot ligt in Haar handen... In Voluntate Dei, Uw “Myriam” WEINIG MINDER DAN EEN ENGEL HEBT GIJ HEM GEMAAKT 24. Openbaringen over de Genaden van de Heiliging God heeft de mens gemaakt als de kroon op Zijn Schepping. De mens zou geboren worden in volkomen staat van heiligheid, en na zijn leven op aarde in volkomen staat van heiligheid naar God terugkeren. Door de zondeval (de erfzonde) leeft de mens niet langer van nature in staat van genade, hij moet deze staat opnieuw veroveren door een leven in overeenstemming met Gods Wetten. Een dergelijk leven is een leven in heiligheid. Heiligheid is de toestand van de ziel die een hoge staat van volmaaktheid in alle deugden heeft bereikt, en die bij de beleving van de deugden de ogen gevestigd houdt op het volbrengen van de Goddelijke Wil tot verwezenlijking van Gods Plannen. Wanneer het bijbelvers over de mens tot God zegt: “Weinig minder dan een engel hebt Gij hem gemaakt”, drukt dit precies datgene uit wat de mens moet betrachten: een leven dat dit van de engelen benadert. Het grootste verschil tussen 9 een engel en een mensenziel bestaat hierin, dat een engel geen stoffelijk lichaam bezit en derhalve een volkomen geestelijk leven leidt. De mens leidt zijn aardse leven in een stoffelijk lichaam, dat een aantal behoeften heeft en precies daardoor vatbaar is voor de zonde: het leven in een stoffelijk lichaam is ons grote raakpunt met alles wat werelds is, en vormt daardoor een trekpool voor zonde en ondeugd. Dit maakt echter precies de verdienste van een leven in heiligheid des te groter: het loskomen van elke overmaat aan materiële behoeften vergt een voortdurende zelfoverwinning, en deze strijd is de bron van heiligende verdiensten. Hoe meer de ziel hierin slaagt, des te meer benadert zij de staat der engelen. Eén mensenziel heeft hierin ooit de volmaaktheid bereikt: Maria. Zij was niet “weinig minder dan een engel”, Zij stond boven alle engelen. Waarom? Omdat Zij zonder de erfzonde geschapen was, in staat van volmaakte heiligheid, en een leven wist te leiden van voortdurende zelfoverwinning: de overwinning in een strijd die engelen niet hoeven te voeren. Deze overwinning kennen wij ook onder de naam “volmaakte zelfbeheersing”. Maria heerste totaal over alle bekoring en over elke mogelijke ondeugd. Om die reden is Zij ook “vol van genade”: Zij heeft de genade nooit verloren. In Haar overwinning op de beproevingen en Haar beleving van alle deugden in overeenstemming met Gods Plannen is Zij geen enkele maal gestruikeld. God verwacht van elke mensenziel dat zij zich tot levensdoel stelt om in staat van genade naar Hem terug te keren. De meerderheid van de zielen is zich niet (meer) bewust van de noodzaak van heiliging, noch van de onvoorstelbare schatten die wachten op de ziel die in staat van volkomen genade dit aardse leven beëindigt en zich voor Gods Gerecht aandient om geoordeeld te worden. De meeste zielen leven te weinig met de Hemelse waarden om zich hiervan rekenschap te geven of om prijs te stellen op Gods beloften voor de eeuwigheid, die zij op grond van verblinding en een zwak geloof vaak niet meer als een echte realiteit ervaren. Het verwerven van de staat van genade (heiligheid) gaat voor de ziel gepaard met een aantal veranderingen die haar zowel reeds op aarde alsook voor het Eeuwig Leven onschatbare voordelen brengen. De volgende kenmerken en effecten van de heiliging zijn mij geopenbaard als de meest genadevolle: 1. De ziel wordt steeds vuriger in de Liefde voor God, voor de medemens, en voor de Schepping als werk van Gods handen. De reden ligt voor de hand. Ik verwijs naar vroegere Stormschriften, alsook naar “De Hemelse Bruiloft” en “Lentebloesems aan de Levensboom”. In al deze geschriften heb ik uitvoerig gewezen op de centrale rol van de Liefde in alle functies binnen Gods Werken. Het is gemakkelijk te begrijpen dat de heiliging van de ziel onmogelijk is zonder een grote ontwikkeling van het vermogen tot liefhebben. Naarmate de ziel het diepe wezen van de Liefde begint te doorgronden, begint zij Gods 10 Werken en Plannen zelf te doorgronden. Naarmate zij zich vervolmaakt in de Liefde - en bedenk hierbij dat alle deugden uiteindelijk uit de Liefde ontspruiten! - wordt ook haar vereniging met God sterker en opent zich het venster op Gods Mysteries. Naarmate de ziel sterker wordt in de Liefde, krijgt zij méér deel aan Gods handelen, Zijn denken en Zijn Wijsheid. Naarmate de ziel groeit in de Liefde, neemt ook haar verlangen toe om zich totaal aan God te geven, met andere woorden: om haar eigen doen en laten in Gods Plannen en Werken te laten inbouwen, dus om met haar hele zijn en handelen een bouwsteen te worden in de fundering van Gods Rijk. 2. De ziel begint méér in de Hemel te leven dan op aarde. Dat komt doordat haar verlangens zich losmaken van de wereldse dingen, waarden en behoeften, die zij als zeer relatief en dus in wezen onbelangrijk begint te ervaren. Dat komt ook doordat de heiliging de Godskern in de ziel ontsluit, en zij zich daardoor haar Goddelijke oorsprong en bestemming begint te herinneren. Hierdoor groeit in de ziel snel het vurig verlangen naar vereniging met God. Al het wereldse begint in haar verveling en afschuw te verwekken, terwijl reeds louter de gedachte aan het Eeuwig Rijk het hart in een toestand van vervoering kan brengen. Wanneer deze toestand berust op authentieke heiliging (dus niet op fantasie of dweperij), vloeit hij voort uit een plotse bewustwording van de Hemelse werkelijkheid. Deze werkelijkheid draagt ieder mens in zijn ziel, doch bij de grote meerderheid van de zielen blijft deze een leven lang verborgen. Naarmate de ziel geheiligd wordt, wordt deze herinnering als het ware opnieuw “blootgelegd”: een uiting van de scherpere communicatie tussen de ziel en het Goddelijke. Het méér in de Hemel leven dan op aarde, openbaart zich bovendien in een behoefte om onophoudelijk in gesprek te zijn met de Hemel (Jezus, Maria, de Eeuwige Vader, de Heilige Geest, de heiligen en engelen), de Hemel bij elk detail van het dagelijks leven te betrekken, en alle handelingen, woorden en gedachten af te stemmen op Gods eigen doelstellingen en belangen. Deze gesteldheid verleent aan de ziel een uitstraling die haar méér laat lijken op Diegenen aan wie zij zich spiegelt: Maria, Jezus, enzovoort. De ziel gaat steeds méér gelijken op het model dat zij zich voor ogen houdt. Heeft zij een werelds idool, dan zal haar uitstraling eerder werelds zijn. Spiegelt zij zich daarentegen in alles aan de Heilige Maagd, dan zal Maria haar zodanig kneden dat zij, indien de genade voluit opgenomen wordt, tot een “tweede Maria” wordt. 3. In de ziel wordt steeds méér de sluier opgelicht die de Waarheid verbergt voor mensenogen, en zij krijgt méér deel aan de kennis van Gods Mysteries. Daarom kan men zeggen dat heiligheid de toegang ontsluit tot kennis die in de ziel verborgen ligt en die van Goddelijke oorsprong is, evenals tot kennis die de Heilige Geest over zielen zoekt uit te storten, omdat deze kennis de ziel zelf, en de 11 mensheid als geheel, tot nut is om Gods Plan te bevorderen. In de kern van de ziel ligt het heilig vuur dat God er bij de schepping van de ziel heeft ingelegd, en dat de ziel moet verheffen tot Gods beeld en gelijkenis. Sedert de erfzonde is deze kern niet meer vanzelf toegankelijk: de deur is gesloten, doch kan geopend worden door de werking van de genade in de ziel. Dit systeem verklaart de genade van de verwerving van kennis op bovennatuurlijke wijze, zoals deze in het kader van bepaalde roepingen verleend wordt. Het proces van de heiliging zou op dit punt vergeleken kunnen worden met het openen van een reeks deuren, de ene na de andere, waarbij elke nieuwe deur die zich opent een groter, vollediger en mooier panorama van Gods werkelijkheid ontsluit. Om deze reden kan het heiligen vergund worden om “door een sleutelgat te kijken” naar dat deel van Gods werkelijkheid dat normaal gesproken voor mensenogen verborgen blijft omdat onvoldoende gerijpte zielen geen weg zouden weten met de dingen die zij dan zouden zien of voelen: zij kunnen dit niet “in hun systeem inpassen” omdat zij geen inzicht of besef hebben van het onzichtbare gedeelte van de realiteit. Bedenk hierbij dat het overgrote gedeelte van Gods werkelijkheid voor mensenogen verborgen is. Wat U met Uw zintuigen kunt zien, horen, voelen, waarnemen, is slechts een klein deeltje van Gods schepping. 4. In de ziel werkt steeds méér de geest van Christus. Dit betekent dat zij het verlossend lijden tot één van de voornaamste elementen en bestrevingen van haar leven maakt, dat zij steeds méér verlangt naar de genade van het lijden, of ten minste bij elke gelegenheid tot het brengen van offers de daarmee gepaard gaande stroom van Liefde uit Gods Hart leert aanvoelen, en deze in dankbaarheid en blijmoedigheid in zich opneemt. De geest van Christus is in alle opzichten een betrachting van gelijkvormigheid met God: de ziel in staat van toenemende heiliging wil hetzelfde als God: zij verlangt boven alles naar de vestiging van Gods Rijk op aarde. Zij verlangt er bovendien naar, in haar eigen leven als het ware het leven van Christus op aarde te herhalen, en bestreeft daartoe, een volmaakte spiegel van Jezus of Maria te worden, in het bewustzijn dat de gelijkvormigheid met deze beide modellen van absolute volmaaktheid haar naar het eeuwig heil voert. Zij betracht dit ideaal overigens niet in de eerste plaats terwille van haar eigen eeuwig welbevinden, doch om God door haar eigen leven te verheerlijken, zoals Jezus en Maria haar dit hebben voorgeleefd. 5. De ziel wordt steeds fijngevoeliger ten aanzien van zonde en ondeugd, zowel bij zichzelf als bij haar medemens. Zij voelt een steeds striktere behoefte aan de betrachting van zuiverheid in handelingen, gevoelens, gedachten, woorden en verlangens. Elke afwijking van de zuiverheid bij haar medemens, en méér nog van zichzelf uit, wordt voor haar tot een kwelling, een bron van diepe pijn, omdat haar toegenomen 12 zondebesef haar steeds méér de ondeugd laat zien zoals God deze ziet. Door deze fijngevoeligheid wil God via deze zielen levendige getuigen voor Zijn Gerechtigheid in de wereld plaatsen. De ziel die een ongewone gevoeligheid ontwikkelt voor elke afwijking van de deugden, speelt als het ware een rol als levend geweten: zij voelt de droefheid van God Zelf over zelfs de geringste afwijking van Zijn Wet van Liefde, en helpt deze door haar hartenpijn uitboeten. Deze verandering in de ziel geeft uitdrukking aan een innige verbondenheid met het Hart van God (Maria). 6. De ziel ervaart een steeds grotere drang om zich in dienst te stellen van Gods Plannen en Werken: de redding van zielen, bekeringen, het brengen van eerherstel, de afbetaling van de gemeenschappelijke zondeschuld van de hele mensheid tegenover de Goddelijke Gerechtigheid. Naarmate de ziel geheiligd wordt, groeit in haar de duidelijkheid over haar ware roeping, en begrijpt zij hoezeer dit aardse leven slechts een overgangsfase is. Het is dit besef dat in haar het vuur aanwakkert om zich totaal aan God (Maria) toe te wijden en haar aardse leven ondergeschikt te maken aan het eeuwig leven. Deze eigenschap verklaart méér dan welke andere ook de gesteldheid die de ziel doet kiezen voor martelaarschap als het hoogste goed. Deze ziel ervaart het lijden in eenheid met Jezus en Maria, en het helpen dragen van het lijden van Jezus en Maria in de medemens als een uitverkiezing die haar dierbaarder is dan een leven in comfort. Voor haar is het kruis het gouden bed van de eeuwige gelukzaligheid. Wat hebben al deze kenmerken en effecten met elkaar gemeen? Zij wekken in de ziel buitengewone ervaringen van Gods nabijheid, en geven haar reeds tijdens dit leven een voorsmaak van het eeuwig leven. De ziel kan slechts het gevoel koesteren dat heiliging geen nut heeft in zoverre zij Gods bedoelingen niet heeft begrepen en de aanraking van Zijn hand in het eigen hart niet heeft ervaren. Bedenk dat Zijn Rijk op aarde pas gevestigd kan worden zodra voldoende zielen deze eenheid met God tot hoofddoel van hun leven hebben gemaakt. In Voluntate Dei, Uw “Myriam” HIJ MOEST DIT ALLES LIJDEN OM IN ZIJN GLORIE BINNEN TE GAAN 25. Waarom laat God het Lijden toe? De ziel die een roeping heeft ontvangen op de weg van de mystiek, ervaart de nabijheid van de Hemel vooral op nadrukkelijke wijze in de beide volgende situaties: vόόr, tijdens en de eerste uren na de vervoering van Liefde, en tijdens elk lijden dat met Liefde en blijmoedigheid aanvaard en gedragen wordt. Dit is opmerkelijk, want het 13 toont aan dat Gods Tegenwoordigheid in het hart zich even sterk openbaart aan de beide uitersten van de gevoelsschaal: in de diepste vorm van vreugde, maar ook in de smart, mits deze gedragen wordt in vereniging met God. Een groot verschil ligt echter in het effect van deze beide uitersten: de vervoering is een venster op een stuk Hemelse gelukzaligheid tijdens het leven op aarde, doch het lijden is de poort naar de eeuwige glorie. Uw leven op aarde is eenmalig. Het vormt Uw enige kans om het eeuwig geluk te verdienen. Het is daarom van het grootste belang dat U er het beste van maakt. Dit betekent dat U elke dag opnieuw een zo strikt mogelijke overeenstemming moet betrachten tussen Uw handelen, spreken en denken enerzijds, en Gods verwachtingen en verlangens jegens U anderzijds. De beste weg om dit ideaal te bereiken, bestaat hierin dat U elke dag opnieuw leeft alsof U slechts één dag van God had gekregen, en die ene dag dan ook zoveel mogelijk waarde moet trachten te geven. Vergooi Uw tijd niet: tijd is kostbaar, en een mensenleven is kort. U kent dag noch uur waarop U teruggeroepen wordt en de balans van Uw leven moet rechtvaardigen voor Gods oordeel. Het lijden maakt deel uit van ieder mensenleven. Het vindt zijn oorsprong op verschillende niveaus: - in de materie (Uw lichaam). Het lichaam is onderhevig aan behoeften. Wanneer deze niet of onvoldoende bevredigd (kunnen) worden, geeft dit gevoelens van onbehagen of pijn. Elke ontregeling in Uw stoffelijk wezen brengt eveneens pijn, ongemak of ziekte met zich mee. - in het hart (Uw gevoelens): zich gekwetst voelen, teleurstelling, “hartenpijn”, verdriet, allerlei vormen van onvrede, frustraties, enzovoort. - in Uw relaties met andere mensen: elke vorm van verstoord contact met Uw medemensen, onenigheden, enzovoort. - in de ziel: Uw relatie met God, het aanvoelen van niet-bevredigde behoeften van de ziel, ziekte van de ziel, bekoringen, zonde, gewetensconflicten... De mens was door God bedoeld als een wezen dat Zijn vreugde zou delen terwijl hij nog op aarde leefde. Door de zondeval is hierin verandering gekomen: de verstoring (door de schuld van de mens) van het evenwicht in Gods Schepping moet hersteld worden. Om die vergoeding te kunnen leveren, heeft de mens de kans gekregen om te lijden. Vόόr de erfzonde bestond het lijden niet. Lijden is een geschenk van God, want het biedt U de kans om tijdens Uw aardse leven Uw aandeel te leveren in de goedmaking van de gemeenschappelijke schuld van de mensheid van alle tijden jegens God. Alle lijden dat U op aarde niet zou dragen, zou Uw toegang tot de eeuwige gelukzaligheid in de Hemel uitstellen, want de Goddelijke Gerechtigheid verwacht dan die goedmaking door een loutering in het vagevuur. Dit is erger dan het 14 lijden op aarde, omdat de ziel in het vagevuur een grotere kennis bezit van de diepgang van de zonde, en daarom zwaarder lijdt onder elke overtreding van Gods Wet, en omdat de ziel daar de Goddelijke Liefde scherper aanvoelt en daarom veel intenser smacht naar de vereniging met God dan zij hier op aarde gewoonlijk doet. Dit verlangen vormt een immense kwelling tijdens de louteringsperiode na het aardse leven. Waarom staat God toe dat U lijdt? Niet omdat Hij U niet bemint, wel integendeel. Hij zou U een heel slechte dienst bewijzen indien Hij het lijden steeds onmiddellijk van U zou wegnemen. Uw lijden heeft voor de verwezenlijking van Gods Plan van Heil voor de mensheid een grote waarde. Die waarde verhoogt nog indien U een leven leidt als toegewijde van Maria. Hoe meer lijden U draagt in liefde, blijmoedigheid en aanvaarding, des te meer argumenten kan Maria als Voorspreekster voor U laten gelden bij Uw oordeel. Uw grootste verdiensten zijn de beproevingen waarmee U hebt bijgedragen tot Gods Werk voor de redding van zielen. Lijden is betaling voor de gemeenschappelijke zondeschuld. Indien U het aanvaardt, levert U een daadwerkelijke bijdrage. Indien niet, dan gaat de spirituele waarde van Uw lijden verloren en heeft het slechts één effect: dat U Uw leven als een nutteloze last begint te ervaren. Lijden in blijmoedigheid, liefde en aanvaarding, betekent een last van korte duur (maximaal een mensenleven lang, dus hooguit enkele tientallen jaren), gevolgd door eeuwige gelukzaligheid. Die “last” is bovendien zeer betrekkelijk, want indien U intussen de liefde en blijmoedigheid betracht, zult U onvermoede kracht en vreugde in U voelen stromen. God doet dit omdat Hij U in dit voor Hem zo belangrijk offer wil ondersteunen. Lijden zonder liefde en onder protest daarentegen, betekent zowel een zwaardere last hier op aarde, als een groot risico op eeuwig (of ten minste langdurig) lijden na dit leven. Aan het lijden ontsnapt geen mens, maar de wijze waarop U het draagt, maakt een onmetelijk verschil uit. God is de sturende Kracht achter alles. Hij weet beter dan wie ook hoe waardevol het lijden is binnen een mensheid die zichzelf door de erfzonde heeft losgerukt uit een automatische gelukzalige vereniging met het Goddelijk leven op aarde. Om die reden laat Hij het lijden toe. Hij veroorzaakt het niet, maar Hij juicht het wel toe. Door de mens, die, zolang hij onvoldoende inzicht heeft verworven in de wetten die Gods Schepping regeren, lijden slechts ervaart als een last, wordt alle lijden zeer ten onrechte begrepen als een teken van gebrekkige Liefde van Godswege. De mens zelf is veroorzaker van zijn lijden, doordat hij deel uitmaakt van het zondige mensengeslacht en zelf elke dag individueel bijdraagt tot die zondenlast, want elke zonde is een toegeving aan de krachten van het kwaad, en dus een belediging aan God en een verstoring van het evenwicht in Zijn Schepping. God staat beproevingen toe voor zover deze: 15 § eerherstel kunnen brengen: elke beproeving maakt iets goed van het onrecht dat God door de zonde wordt aangedaan. § het kwaad helpen bestrijden: elke beproeving die in liefde aanvaard en toegewijd wordt, kan door God gebruikt worden als een offer om de krachten van het kwaad lam te leggen. Indien het lijden U wordt aangedaan door enige kwaadwillige kracht, kan deze zichzelf hierdoor vernietigen indien U dat lijden uitdrukkelijk toewijdt (opdraagt aan Maria). § passen binnen de lessen die U moet leren en de ontwikkelingen die U moet doormaken. God laat bepaalde beproevingen Uw levensweg kruisen indien deze nodig zijn om U nieuwe inzichten te verschaffen in bepaalde fouten die U maakt, of om U ertoe aan te zetten, af te stappen van een gedragswijze of een levenswijze die Uw ziel schade toebrengt. Tegenslagen die ervoor zorgen dat U een bepaald plan niet ten uitvoer kunt brengen, zijn soms tekenen van God om U duidelijk te maken dat datgene wat U zich had voorgenomen, niet goed is voor U, of op dat welbepaalde ogenblik nog niet geschikt is voor U omdat het niet past binnen de levensfase waarin U op dat ogenblik verkeert (niet alles is het beste op het ogenblik waarop wij het zouden willen: Gods tijd is niet onze tijd). Lijden wordt “lijden” genoemd omdat het als onaangenaam ervaren wordt. Het zal U intussen duidelijk zijn dat Uzelf aan dit gevoel veel kunt veranderen zodra U hebt begrepen dat lijden, mits het oprecht opgedragen wordt, zeer nuttig is, en zelfs bij uitstek de sleutel tot de hemelpoort vormt, niet alleen voor Uzelf maar ook voor andere zielen. Hoe meer lijden U in liefde opdraagt, des te meer plukt U de vruchten van Gods Wet van de naastenliefde: de verlossende kracht van alle lijden is voor mensenogen niet zichtbaar, doch zij is zo immens dat de engelen de mens benijden omdat hij mag lijden: de engelen kunnen dit niet. Bedenk op elk moeilijk ogenblik steeds dat dit aardse leven slechts is als een druppel in de oceaan van de eeuwigheid, en dat dus alle lijden dat U te dragen krijgt, nietig is in vergelijking met de gelukzaligheid die U daarvoor na dit leven in de plaats zult krijgen, en wel tot in het oneindige der eeuwen. Elke beproeving is als een cent die U betaalt: een verwaarloosbare bijdrage in vergelijking met het paleis dat voor U in de Hemel gebouwd is indien U bereid bent om het zonder protest te dragen. Uw lijden als mens op aarde is slechts de pasmunt waarmee U de schatten van de eeuwige gelukzaligheid in de Hemel betaalt. Indien U van oordeel bent dat God veel van U vraagt, herinner U dan in rouwmoedigheid hoe oneindig veel méér Hij voor U bereid heeft in ruil voor Uw schamel ongemak. Lijden doet U nooit voor Uzelf alleen. Uw medemens voelt weliswaar niet Uw pijnen (tenzij voor zover hij daartoe een speciale mystieke gave heeft ontvangen), doch God kent ze wèl: Hij kent zowel de aard als de intensiteit ervan, en Hij past deze toe op Zijn Heilsplan in de mate waarin 16 zij dit mogelijk maken. Naargelang de aard, de duurtijd en de intensiteit van Uw pijnen, ziekten, beproevingen, verdriet enzovoort, levert al Uw lijden een bepaalde “afkoopwaarde” op, waarmee God een deel(tje) van de schuld van de mensheid tegenover Zijn Gerechtigheid laat vergoeden. Hoe groter de totale afkoopwaarde die het lijden van Uw hele leven samen heeft opgeleverd, des te groter is Uw aandeel in het herstellen van het onevenwicht in Gods Schepping, en des te groter is ook de glorie die God voor U in de Hemel bereidt. Verheug U daarom telkens U in de Hemelse schatkist een cent kunt werpen waarop Uw naam staat. God vergeet niets. Temeer omdat U met elk lijden het Lijden van Jezus en Maria in Uw medemens kunt helpen dragen indien U het ten bate van Uw medemens opoffert: Jezus en Maria lijden op mystieke wijze in ieder mens. U kunt dit lijden dus verzachten door Uw eigen lijden te aanvaarden, en ook door Uw lijdende medemens bij te staan, vooral indien dit gepaard gaat met extra lasten voor Uzelf. Het hoeft U niet te verbazen wanneer U herhaaldelijk beproefd wordt op punten waarop U het moeilijk hebt. De krachten van het kwaad zoeken U op Uw zwakste punten te treffen om U te ontmoedigen en in het verderf te storten. God laat dit toe omdat U gedurende dit leven moet groeien in alle deugden, en U vooral op Uw zwakste punten oefening in de deugdzaamheid nodig hebt. Hoe meer overwinningen U op Uw beproevingen behaalt, en hoe groter de zwakheid was die U daarmee overwint, des te groter worden Uw verdiensten en des te meer wordt U geheiligd. Uw heiliging is Gods enige betrachting, Zijn enige vreugde, en Zijn grote verheerlijking. Hij wil niet alleen Uw redding, Hij verlangt er ook naar dat U in Zijn eeuwig Rijk een zo hoog mogelijke plaats zou kunnen veroveren. Wanneer U Uw hele leven aan Maria toewijdt, en daadwerkelijk een leven van totale toewijding aan Haar leidt, is Haar verheerlijking des te groter naarmate Uw overwinningen op de beproevingen groter en veelvuldiger zijn. Wat U aan Haar geeft, geeft Zij U honderdvoudig terug. In de mate waarin U Haar verheerlijkt, zal Zij U door de vrucht van Haar Voorspraak verheerlijken. Mede om die reden is alle opgedragen lijden bron van Liefde: er is geen grotere bekentenis van Liefde voor Jezus en Maria dan de aanvaarding van Uw beproevingen en lasten, want zij verlichten het kruis dat Jezus voor eeuwig draagt en de smarten die Maria voor eeuwig doorstaat. Bovendien maken zij U aan Jezus en Maria gelijk in de kern van hun eigen levensdoel hier op aarde: Zij hebben slechts op aarde geleefd om de Verlossing te voltrekken door het Offer van hun lijden voor het eeuwig geluk der zielen. U kunt hen hiervoor erkentelijkheid betonen door eenzelfde weg te aanvaarden. Niets maakt de ziel méér tot een christen dan het kruis. Niets maakt de ziel heiliger dan de Liefde tot het kruis. Niets verzadigt Gods Gerechtigheid voor de wereld méér dan de offerande van Uzelf aan Maria’s voeten, in het vuur dat Gods Geest door de navolging van 17 Christus in U zal ontsteken. Door het lijden gaat U Uw glorie binnen, er is geen andere weg. In Voluntate Dei, Uw “Myriam” NIET MIJN WIL GESCHIEDE, MAAR DE UWE 26. Gehoorzaamheid als Bron van Leven Toen God de Schepping in het leven riep, weefde Hij daarin Zijn eigen geest, de Goddelijke Intelligentie die het geheel met zijn ontelbare onderlinge relaties en wisselwerkingen moest laten “tikken” als een klok van een onnavolgbare volmaaktheid. Het spreekwoord dat zegt dat volmaaktheid niet van deze wereld is, vertolkt slechts de Waarheid voor zover Gods oorspronkelijke intenties niet meer hun volle uitwerking krijgen door de zondeval van de mens: de erfzonde heeft een steeds toenemende ontregeling van het hele systeem met zich meegebracht. Dat komt niet doordat Gods Wijsheid onvolkomen zou zijn, doch doordat God in Zijn oneindige Liefde de mens, die bedoeld was als kroon op Zijn Schepping en beheerder van al het geschapene, een vrije wil heeft gegeven, waardoor deze tevens de vrijheid kreeg om Gods Plannen in de war te sturen. Indien de mens de hem verleende heiligheid trouw in stand had gehouden, zou alle beweging, elke ontwikkeling, in en tussen Gods schepselen in een volmaakt evenwicht en in volkomen harmonie met Gods Plan zijn gebleven. Doch de mens heeft gezondigd tegen Gods Wet van Liefde door de erfzonde, de eerste uiting van ongehoorzaamheid. Elk gebruik van de vrije wil dat niet in overeenstemming is met wat God wil, is ongehoorzaamheid, en verstoort de harmonie en het evenwicht binnen de Schepping. Het is de ongehoorzaamheid van de mens jegens God die de onvolmaaktheid in de Schepping heeft gebracht. Ongehoorzaamheid jegens God kan talloze vormen aannemen. In wezen is elke ondeugd en elke zonde een act van ongehoorzaamheid, want elke ondeugd, elk toegeven aan bekoring, is een ontsporing in de navolging van Gods Wet van Liefde, die alles volkomen zou regelen indien er niet gezondigd werd. Planten en dieren zondigen niet, doch hun levensloop, hun ontwikkeling en hun onderlinge relaties worden verstoord door het gedrag van de mens die niet meer leeft op de trillingen van de ware heiligheid. Door zijn neiging tot ongehoorzaamheid heeft de mens een zware verantwoordelijkheid jegens God op zich geladen. Waarom is de mens God gehoorzaamheid verschuldigd? Het antwoord lijkt voor de hand te liggen: omdat God de Maker van alles is, het Opperwezen, het hoogste gezag boven alles wat leeft en bestaat. Doch dit antwoord zou betekenen dat de plicht tot gehoorzaamheid louter een 18 zaak is van autoriteit: God als Heer, de mens als dienaar. Gehoorzaamheid is echter geen zaak van louter dwang, gehoorzaamheid is een noodzaak om de Schepping in stand te houden, om de volgende redenen: 1. God is de Eeuwige Wijsheid. Als Bron en Schepper van al wat leeft, weet Hij als enige volmaakt wat elk schepsel nodig heeft, en hoe het gesteld is met de staat van genade waarin de mensheid als geheel verkeert (het geheel van verdiensten tegenover zonden en ondeugden van alle mensen door alle eeuwen heen). Elk gebrek aan gehoorzaamheid brengt Uw eeuwig heil in het gedrang doordat het bijdraagt tot chaos en ontregeling van de hele mensheid en van de Schepping als geheel. Door ongehoorzaamheid rukt U Uzelf los uit Gods leiding. U geeft als het ware te kennen dat U de dingen beter zelf kunt regelen dan te vertrouwen op Gods Wijsheid die alles beschikt op Zijn tijd en volgens een logica die U nooit volledig kunt volgen omdat U geen kijk hebt op alle gebeurtenissen en ontwikkelingen die zich op elk ogenblik in de hele Schepping afspelen. God heeft dit overzicht wèl. 2. God stuurt alles volgens Zijn Plan, dat rekening houdt met de eeuwigheid en dus niet aan tijd gebonden is. Zovele ontwikkelingen zijn ertoe bestemd om zich buiten Uw eigen levensduur te voltrekken omdat God weet wanneer de volheid van de tijd gekomen is voor hun verwezenlijking. Het grootschalig misbruik van de vrije wil door de miljarden mensen over de hele wereld schept een groot en zeer veelzijdig geheel van stoorfactoren die de realisatie van Gods Plan voortdurend van koers doen veranderen. Slechts wanneer dit Plan ten volle tot verwezenlijking komt, kan het Rijk van eeuwige Liefde en geluk op aarde gevestigd worden. 3. Elke ziel is slechts een radertje binnen het geheel dat door Gods alomvattende Intelligentie bestuurd wordt. De ziel is geen op zichzelf levende eenheid: zij heeft een bepaalde taak te vervullen binnen het geheel. Het uiteindelijk doel van ieder leven is de voltooiing van Gods Plan met de Schepping: het eeuwig heil voor alle zielen in een Schepping die volkomen functioneert volgens Gods Wet. De vrije wil kan de ziel losrukken uit het geheel, zodat zij niet meer bijdraagt tot de goede werking van het geheel. Dit “losrukken” betekent een andere koers varen dan deze welke Gods Wijsheid heeft voorzien. Dit is ongehoorzaamheid, en ligt aan de basis van alle wanorde, zowel in de ziel zelf (conflict tussen handelen, denken en het geweten, met als resultaat: onvrede in het hart en een gevoel van ongelukkig zijn) als in de relatie met God en in de relaties met de Schepping als geheel. 4. Ongehoorzaamheid snijdt de ziel los van de stroom der genaden. Het gevolg hiervan is dat zij steeds minder Licht ontvangt, zodat zij steeds minder ziet dat zij zondigt. De reden hiervoor ligt in het 19 feit dat de ziel die bekoord wordt en hieraan toegeeft (dus zondigt), hierdoor als het ware een nieuwe handtekening plaatst onder het verbond dat door de erfzonde bestaat tussen de satan en de mensheid. Men kan zeggen dat elke zonde de ziel met een nieuw kettinkje vastmaakt aan het wereldse, zodat zij minder gemakkelijk de sprong naar de Hemelse dingen kan ondernemen. Op langere termijn schuilt hierin wellicht het grootste sluipend (en voor de meeste zielen verborgen) gevaar van ongehoorzaamheid jegens God. Toen Jezus in de Hof van Olijven gebukt ging onder de uitboetingslast van de zonden van alle tijden, zei Hij “Niet Mijn Wil geschiede, maar de Uwe”. Vόόr Zijn Menswording had Maria Haar jawoord gegeven voor een leven als Medeverlosseres. Zij hebben de gehoorzaamheid doorleefd tot het uiterste, in totale zelfverloochening, omdat Zij wisten dat Gods Rijk slechts gebouwd kan worden op de volkomen overgave die de bron van leven vormt voor dit Rijk en alle zielen die er hun plaats zullen hebben. In Voluntate Dei, Uw “Myriam” GEEN GROTER LIEFDE KAN IEMAND HEBBEN... 27. Openbaringen over de volmaakte Liefde Reeds bij herhaling heb ik de Liefde de “brandstof van Gods Schepping” genoemd. Volmaaktheid in de Liefde is een kenmerk dat slechts eigen is aan het leven in de Hemel. Nochtans is het ook de mens op aarde in wezen gegeven om de volmaaktheid te benaderen in deze deugd, die de essentie vormt waaruit zijn ziel is opgebouwd. Dat het vuur van de Liefde over het algemeen niet zuiver brandt, is slechts toe te schrijven aan het feit dat de vlam van de heiligheid die God bij Uw ontvangenis in Uw ziel heeft gelegd, onvoldoende met zuurstof wordt gevoed doordat Uw ziel bedekt is met de sluier van alle wereldse invloeden. Die zuurstof (de bezieling door de Heilige Geest) gaat voor een soms groot gedeelte verloren in de rook die ontstaat door deze “onzuivere verbranding”. Het is deze rook die U vatbaar maakt voor bekoringen, misleiding, dwaling en zonde. Niettemin kan ook in U, tijdens Uw leven op aarde, de Liefde naar volmaaktheid groeien. Dat is wat God van U verwacht: “Wees volmaakt, zoals uw Vader in de Hemel volmaakt is”, in de eerste plaats in de Liefde, want zij is Uw toegangskaartje tot Gods heerlijkheid. De Liefde kan in U pas volmaakt worden in de mate waarin U Uw handelingen stelt met als enige doelstelling: de bespoediging van de komst van het Rijk Gods op aarde, zelfs indien U er zich van bewust bent dat die handelingen U inspanningen kosten en U geen 20 rechtstreeks persoonlijk voordeel opleveren, ja zelfs mogelijk negatieve invloeden over U laten komen. Dat is bijvoorbeeld mogelijk wanneer U resoluut kiest voor God in Uw handelingen in de kerk of in Uw dagelijks leven, zelfs al kost dit U de kritiek of het onbegrip van mensen in Uw omgeving. Zodra U de genade hebt ontvangen om in Uw hart te voelen wat God het meest welgevallig is, bent U het Hem verschuldigd om die stem vastberaden te volgen, ongeacht wat mensen (kunnen) zeggen of denken. Menselijke kritiek is vergankelijk en onbelangrijk: hij ontspringt slechts uit geesten die niet Gods wijsheid bezitten. Elke liefdesakte jegens God wordt echter voor eeuwig in Uw ziel gebrand, en brengt heil en bekering over alle zielen, ook over deze van de mensen die U bekritiseren. Volmaakt wordt de Liefde tevens wanneer zij gericht is op verheerlijking van God in elke handeling, in elk woord, in elke gedachte. God is volmaakt en absoluut. Geen mens kan Zijn heerlijkheid verhogen noch verminderen, doch U kunt wel Zijn heerlijkheid meer of minder in het licht stellen. Dat is wat Jezus ons heeft voorgedaan in elk detail van Zijn leven op aarde, tot en met Zijn uiterste akte van Liefde in Zijn totale zelfofferande tussen Gethsemani en Golgotha. Jezus zei: “Geen grotere liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden”. Wanneer U Jezus tot het uiterste wil navolgen, moet U dat ook doen in de Liefde. Dat betekent ook, Uw leven geven voor Uw medemens. Dit veronderstelt niet noodzakelijk een martelaarschap dat onmiddellijk eindigt in de lichamelijke dood: U kunt ook Uw leven geven voor Uw medemens door Uw hele leven totaal aan Jezus en Maria toe te wijden, waardoor U Hen Uw bereidheid betoont om Uw hele leven op te offeren aan de dienst aan Hen in Uw medemens. Totale toewijding kan evenzeer tot een volkomen zelfofferande worden, en derhalve tot een leven in volmaakte Liefde. Het leven van een toegewijde is een zelfgekozen kruisweg (alleen kent hij niet bij voorbaat de concrete inhoud ervan) die eindigt op het kruis van de zelfofferande in het vuur van de Liefde die God behaagt: beetje bij beetje te sterven tot heil van de zielen, of in het beeld zoals ik het reeds vroeger heb gebruikt: de toegewijde geeft zichzelf als een kaars prijs aan de vlam van Gods Liefde, tot hij er restloos door verteerd is. Volmaakte Liefde kan ook tot uiting komen in de betrachting van een leven van gebed, boetedoening en offerbereidheid ten gunste van de zielen die de grootste behoefte hebben aan Gods Barmhartigheid, zodat zij zonder Uw inspanningen wellicht verlorengaan. Deze uitingen van Liefde zijn volmaakt indien daarbij de volgende voorwaarden vervuld worden: 1. U stelt God geen voorwaarden voor het gebruik van Uw gebeden, boete en offers: Hij kan ze gebruiken volgens Zijn Plan en op Zijn tijd. Elke eigen inmenging van Uwentwege door het formuleren van een 21 persoonlijke intentie, kan de Liefde bevlekken, doordat Uw inspanningen dan mogelijk niet meer louter door Hemelse motieven ingegeven zijn. 2. U beoogt geen persoonlijk voordeel bij de redding van de zielen voor wie U Uw leven offert. Vaak bidden mensen (soms zelfs langdurig) voor de bekering van een medemens omdat diens bekering de lasten van hun eigen leven kan verlichten. Dat is vanzelfsprekend niet verkeerd, doch kan in bepaalde gevallen niet meer beschouwd worden als volmaakte Liefde: alles hangt af van de zuiverheid van de intentie, het ware doel, en het oordeel daarover berust alleen bij God, die elk hart doorgrondt. Niettemin leveren ook dergelijke gebeden U verdiensten op, want God kent Uw omstandigheden, en weet waardoor een constant nastreven van de volmaaktheid soms verhinderd wordt. 3. U volhardt in Uw inspanningen, zelfs wanneer U ervaart dat U tegengewerkt wordt: de satan laat zich niet gemakkelijk zielen ontroven. Naarmate Uw Liefde volkomen wordt, groeit ook Uw vastberadenheid: Uw handelingen worden steeds méér gevoed door het loutere idealisme van het redden van zielen en de vestiging van Gods Rijk, waarbij U gedreven wordt door een heilig vuur dat U geen rust gunt eer dit ideaal (dat niets anders is dan Gods Heilsplan) werkelijkheid wordt. Het is precies dit idealisme dat U uiteindelijk zal leiden naar een constant nastreven van de volmaaktheid (waarmee ik verwijs naar puntje 2 hierboven). Dit idealisme is een genade die tot bloei wordt gebracht in zielen naarmate zij vorderen op de weg van de heiliging. God zal dit niet van U verwachten zolang U niet de rijpheid hebt ontvangen om deze bestreving tot een vast kenmerk van Uw religieus gedrag te maken. Uit de bovenstaande punten kunt U reeds afleiden dat het grootste kenmerk van de volmaakte Liefde ongetwijfeld de zelfverloochening is. Een liefde die aan eigen voordeel denkt, is bezoedeld door wereldse doelstellingen en drijfveren. De ware Liefde is louter en alleen op het welzijn, het geluk en het eeuwig heil van de ander gericht. U mag Uzelf slechts beminnen in zoverre dat U beseft dat God in U woont en dat Uw leven Zijn geschenk is, dat U is gegeven om Uw medemens te dienen en Gods Plan te helpen verwezenlijken. De mens die de ware Liefde bezit, heeft begrepen dat hij niet leeft voor zichzelf doch uitsluitend als een radertje binnen de hele schepping, met als enige doelstelling, Gods Plan te helpen verwezenlijken. Hij heeft derhalve begrepen dat zijn leven slechts zin heeft en bekroond kan worden voor zover hij zich totaal en onbelemmerd inzet op de wijze die God voor hem heeft voorzien. Wanneer God dan het vuur van de belangeloze Liefde in hem legt, is dat een genadegave die hem het vermogen moet schenken, te functioneren op de wijze die God het meest dienbaar is. Het leven op aarde is niets méér dan een voorbereiding op het eeuwig Leven. Het is derhalve onnodig, in dit leven Uw eigen nut voor ogen te houden, dat niets méér is dan vergankelijk en dus zeer relatief geluk. Bedenk dat elke 22 handeling die U stelt in een geest van zelfverloochening ten bate van Uw medemens, U dichter bij de eeuwige gelukzaligheid brengt, die nooit vergaat. In Gods ogen is volmaakte Liefde ook de Liefde die U het vermogen schenkt om het hart van Uw medemens te raken op een zodanige wijze dat hij hierdoor naar God gaat zoeken. Het is het vermogen waardoor Uw medemens in U iets van de Hemel terugvindt, en Uw nabijheid koestert omdat hij het gevoel krijgt dat U God (Maria) dichter bij hem brengt. Dit is het vermogen waardoor U waarlijk het Rijk Gods in zielen helpt zaaien. Dat is de “ware” of “heilige” Liefde. Zij is volkomen onzelfzuchtig en uitsluitend gericht op Gods belangen. Ik heb er reeds op gewezen dat volkomen Liefde de levenshouding is waardoor U Uw leven maakt tot een verheerlijking aan God. Hoe kunt U dat doen? Door elke handeling, elk woord, zelfs elke gedachte en elk verlangen te laten vertrekken vanuit een blijmoedigheid die Gods eigen wezen zoveel mogelijk banadert. Blijmoedigheid is één van de meest heiligmakende deugden, het is als een Hemels parfum rond Uw hart dat alle kwaad en elke bedreiging van zonde en bekoring afstoot, een pantser dat ondoordringbaar is voor elke negatieve invloed. Waar alle kwaad afgestoten wordt, heerst de Liefde van God Zelf. Blijmoedigheid is bij uitstek een Hemels parfum dat de harten van Uw medemensen in verrukking kan brengen, de spiegel die Gods Licht op hen laat afstralen, de warmte die in hen kan laten ontdooien wat door de lasten van hun leven in hen bevroren is. Liefde is volmaakt wanneer zij gericht is op het eeuwig heil van de medemens. Het eeuwig geluk bestaat hieruit dat Uw ziel zich verheugt in God, alsook dat zij zich verheugt in het eeuwig geluk van andere zielen. Indien dit het geval is, zult U slechts behagen scheppen in handelingen waardoor U de ziel van Uw medemens dichter bij God kunt brengen. Dergelijke handelingen zijn vrij van iedere menselijke of wereldse drijfveer, en zijn als olie op de vlam van Liefde die Gods Geest in U wil aanwakkeren. Wat maakt Liefde volmaakt? Het “Hemelse” karakter van Liefde wordt bepaald door twee elementen: § de doelstelling: indien Uw Liefde volmaakt is, beoogt zij, God te dienen, Zijn Rijk op aarde te bevorderen, en het eeuwig heil van Uw medemens te bevorderen. Wanneer deze doelstelling werkelijk in U leeft als een motor die al Uw handelingen voortstuwt, is het alsof Uw bloed rechtstreeks wordt gevoed door Gods Wil. Wat Hij wil, wordt dan tot Uw eigen diepste verlangen. Gods Plan is heilig voor U, en U hebt begrepen dat de verwezenlijking ervan de sleutel tot het paradijs op aarde in zich bergt. 23 § de vorm: om uiting van volmaakte Liefde te zijn, moet een handeling op zodanige wijze gesteld zijn dat zij in het hart van de medemens een vrede brengt die hem het gevoel geeft, dichter bij God te komen, en er eveneens de kiem legt van een groeiend verlangen naar de Hemelse dingen. Uw handelen, spreken en verlangen kan slechts permanent de volmaaktheid in de Liefde benaderen in de mate waarin Uw ziel vordert in de heiliging. Dat komt doordat de graad van heiligheid die U bereikt, bepaalt in welke mate Uw doelstellingen zuiver zijn (in overeenstemming met Gods Plan) en vrij van wereldse smet, en in welke mate U in staat bent om al Uw handelingen te stellen in volle deugdzaamheid: blijmoedig, zachtmoedig, geduldig, verdraagzaam, mild, vriendelijk, gelijkmoedig, onzelfzuchtig, onbaatzuchtig, kuis (liefde die vrij is van lichamelijke begeerte), enzovoort. In dit alles schuilt de grote kracht van de ware heilige als instrument van God: zijn medemens wordt in het hart geraakt door zijn handelen en spreken, voelt zich behaaglijk in zijn gezelschap of tijdens elk contact met hem, voelt zich openbloeien in zijn tegenwoordigheid, en wil hem navolgen omdat de heilige een mysterievol geluk en een vrijwel onwereldse vrede uitstraalt waarvan zijn medemens de sleutel wil ontdekken. Zo leidt de heilige zijn medemens naar God door de Liefde die spreekt uit al zijn handelingen, zijn woorden, en zelfs uit zijn hele verschijning (zijn “manier van zijn”). Waar de Liefde naar volmaaktheid streeft, wordt de bodem van de ziel ontvankelijk voor het zaad van de heiligheid dat Gods Geest erin zoekt uit te strooien. Dit zaad is de opperste genadegave. Het wordt slechts gezaaid in harten die de ware Liefde omhelzen als het hoogste goed, de bouwsteen van Gods Rijk in de harten. In Voluntate Dei, Uw “Myriam” GIJ WILT NIET DE DOOD VAN DE ZONDAAR, MAAR ZIJN BEKERING 28. Waarom wil God elke Ziel in Zijn Rijk? De dood is een mysterie dat zo volkomen in Gods handen berust, dat de mens er zich gewoonlijk vele vragen over stelt. Nochtans denken wij bij dit begrip in de eerste plaats aan het einde van het lichamelijk leven. Net zoals voor God alles tijdloos is, en verleden, heden en toekomst in het bovennatuurlijke leven strikt genomen niet van elkaar gescheiden zijn, bestaat in de bovennatuurlijke zin in feite zelfs geen dood. De ziel is het levensprincipe van de mens, de kern van zijn wezen, de plaats waarin 24 God Zijn heiligheid en Zijn leven uitstort, indien de mens Hem dit toelaat. De ziel is onsterfelijk. Weliswaar spreekt God Zelf over “de dood” van de ziel in staat van doodzonde. Doodzonde is elke schuldenlast die het de ziel onmogelijk maakt om de eeuwige gelukzaligheid in de Hemel te verkrijgen. Wanneer de schuld van een ziel tegenover Gods Gerechtigheid zo groot is dat zij niet meer volkomen gereinigd kan worden, stort zij zichzelf daardoor in het verderf. In dat geval wordt gezegd dat deze ziel het ware Leven niet meer in zich draagt. Zij zal wel eeuwig blijven leven, doch niet in het Eeuwig Leven van gelukzaligheid dat God voor de zielen heeft voorzien. God heeft oorspronkelijk de mens geschapen met de bedoeling dat deze in Gods Rijk op aarde zou leven. Sedert de zondeval is de aarde niet meer het Rijk van God, doch door het Verlossingsoffer van Jezus aan het Kruis heeft Jezus wel de Hemel (Gods Eeuwig Rijk) opnieuw opengesteld, met andere woorden: het eeuwig Leven gewaarborgd voor de zielen die bereid zijn, hun leven te leiden in geloof in de Leer van Christus en in overeenstemming met Gods Wet van Liefde. God is de Rechter over goed en kwaad, en het oordeel over Uw aardse leven berust bij Hem. Dat oordeel kan “bijgestuurd” worden door de inwerkingtreding van Zijn Barmhartigheid en door de Voorspraak van Maria, zodat de objectieve (feitelijk vaststelbare) balans van Uw leven op aarde, de deugden en ondeugden in al Uw handelingen, woorden, gedachten en verlangens gedurende Uw hele leven, uiteindelijk nog kan uitlopen op een oordeel dat gunstiger is dan U zou verdienen. Onder meer op grond van dit feit moet U er zich van bewust blijven dat niet God U veroordeelt, maar dat U Uw eigen lot in de eeuwigheid in grote mate zelf bepaalt. God mag niet worden beschouwd als een strenge Rechter die vreselijke straffen uitspreekt. God heeft in de beginfase van het menselijk leven op aarde de satan toegestaan om de mens te beproeven. Weliswaar zijn er gevallen waarbij deze toestemming tijdelijk buiten werking wordt gesteld, maar de satan heeft dit recht afgedwongen op grond van het feit dat hij erin geslaagd was, het eerste mensenpaar tot zonde te verleiden en hen aldus uit de uitsluitende invloedssfeer van Gods ingevingen en leiding weg te trekken. Sedertdien is elke ziel het voorwerp van een onophoudelijke strijd tussen Licht en duisternis, tussen God en de satan, tussen drang naar heiligheid en drang naar het kwaad. Daarom is er ook de Wet van Gods Gerechtigheid, die op zichzelf genomen gebaseerd is op een rekensom tussen alle goede en alle slechte prestaties in een mensenleven: elke handeling, elk woord, elke gedachte, elk verlangen, elk gevoel, hoe gering en onbenullig ook, “levert de ziel goede of slechte punten op”. God zou echter geen God van Liefde zijn indien Hij Zijn oordeel na Uw leven uitsluitend zou baseren op een rekensom. Daarom de Barmhartigheid en de onschatbare macht van Maria’s Voorspraak: 25 Haar woorden zijn in Gods Hart als goud dat een groot gedeelte van Uw schuld kan afbetalen. Niettemin kan een ziel daadwerkelijk zichzelf verdoemen door alle Barmhartigheid en alle Voorspraak onwerkzaam te maken. Dat is het geval wanneer de zondenlast van een ziel buitengewoon zwaar is, er geen blijken van berouw zijn en dan ook geen sacramentele Biecht gesproken wordt, en er geen bereidheid blijkt om zich naar God en Zijn vergeving toe te wenden. God laat niets aan het toeval over, Hij blijft een leven lang gelegenheden scheppen om de ziel ertoe aan te sporen, het Licht van bekering in zich op te nemen en de balans van haar leven te verbeteren, zodat mits een zekere loutering alsnog de toegang tot het Eeuwig Rijk in de Hemel mogelijk wordt. Deze loutering kan in twee fasen gebeuren: ten eerste kan de mens een zekere mate van lijden opgelegd worden terwijl hij nog in zijn lichaam op aarde leeft (wat niet betekent dat alle lijden een loutering voor Uw eigen ziel vormt), en ten tweede kan alle niet afbetaalde zondeschuld in het vagevuur “uitgeboet” worden. Mij is geopenbaard dat de ziel een verwijzing naar het vagevuur niet ervaart als een “veroordeling”, want op het ogenblik van haar oordeel ziet zij Gods Waarheid zoals zij is, en voelt zij haarfijn de noodzaak om zichzelf te louteren. Zij weet op dat ogenblik overigens dat haar na deze louteringsfase een eeuwig leven in Gods heerlijkheid wacht. God schept zonder ophouden gelegenheden om zielen voor Zich te winnen vόόr het verstrijken van de tijd die hen volgens Zijn Plan op aarde toegemeten is. God is almachtig. Er rijzen dan ook twee vragen: 1. Waarom laat God de zonde toe? Inderdaad, indien de zonde niet toegestaan zou worden, zou geen ziel zichzelf kunnen verdoemen. Ik heb deze vraag in feite reeds beantwoord: de satan heeft toestemming gekregen om de zielen te beproeven. Het is aan de ziel, die trouwens bij haar schepping het vuur van de heiligheid heeft ontvangen, om de bekoring te herkennen er ze af te weren als een bedreiging voor haar heiligheid. God inspireert de ziel een leven lang om het goede te doen, en schept talrijke situaties om dwalende zielen ertoe aan te sporen om van richting te veranderen. Zeer velen schenken geen gehoor aan deze ontelbare oproepen tot bekering, omdat hun verlangens totaal in het wereldse geworteld zitten. 2. Waarom kan God niet verhinderen dat zielen verloren gaan? Omdat de mens geschapen is met een vrije wil, en God hem niet meer afneemt wat Hij hem bij zijn schepping gegeven heeft. Bovendien is God gebonden door Zijn Wet van de Gerechtigheid. Wanneer een mens een leven leidt dat duidelijk blijk geeft van een herhaalde keuze voor het kwaad boven God, is God ertoe gebonden om deze ziel prijs te geven aan de eeuwige verdoeming, omdat elk niet vergoed kwaad de schepping in onevenwicht zou brengen. Daarom ook is ieder mens verplicht om zich tot het uiterste in te spannen opdat de balans van zijn 26 leven hem kan rechtvaardigen in Gods ogen. Een leven van hardnekkige volharding in de zonde zonder noemenswaardig tegengewicht aan handelingen in de Liefde, kan niet anders dan veroordeeld worden. Een leven dat nog enige blijk geeft van openheid tegenover het goede, kan nog gerechtvaardigd worden door middel van een louteringsperiode in het vagevuur, doch een grote overmaat aan zonde en ondeugd kan niet meer vergoed worden. Alleen kent de mens niet de grenzen van datgene wat binnen Gods Wet van Gerechtigheid nog vergoedbaar is of niet. Elke ziel die eeuwig verloren gaat (dus verdoemd wordt), is als een blaam aan God: een ziel die bedoeld was om Gods evenbeeld te worden, doch zodanig afwijkt van Gods Wet dat zij zich voor eeuwig van Hem losscheurt. Daarom bestaat één van de grootste uitingen van Liefde jegens God in gebed, boetedoening en offers tot redding van zielen. Dit vormt één van de redenen voor het feit dat een leven van veelvuldig gebed, boete en offers een koninklijke weg naar de heiliging is. Waarom wil God elke ziel in Zijn Rijk? 1. Elke geredde ziel vormt een verheerlijking aan God. De ziel krijgt bij haar schepping een kiem van heiligheid in zich gelegd. Door de voortdurende invloeden vanwege het kwaad verwelkt in talloze zielen deze kiem in de loop van het leven op aarde, zodat zij haar kiemkracht niet weet te realiseren, en zij niet in staat van heiligheid leeft en zij in staat van relatieve ongenade de overgang naar het eeuwig leven maakt. Wanneer zij wel in staat van genade haar aardse leven beëindigt, betekent dit dat zij haar potentieel aan heiligheid heeft gerealiseerd: zij heeft de kiem van het ware Leven in stand gehouden door zich te voeden aan Gods Genaden en hierdoor de vergiftigende invloed van de bekoringen in zich te bestrijden. Deze ziel verheerlijkt God door haar leven op aarde te leiden en te besluiten met een afwijzing van het kwaad dat niet heeft opgehouden, te pogen om haar voor zich te winnen. Deze ziel zegt als het ware “Ik kies voor God en tegen het kwaad”. 2. Elke geredde ziel is een bouwsteen voor de voleinding van Gods Rijk en Zijn Heilsplan. De mens is ertoe geroepen, zijn leven te leiden als een ononderbroken bijdrage tot de verwezenlijking van Gods Plan: het herstellen van het Rijk Gods op aarde. Die roeping is niet beperkt tot het leven op aarde, zij is eeuwigdurend, wat betekent dat de ziel deze taak verderzet in het eeuwig Leven. De ziel blijft in de Hemel door haar gebed bijdragen tot de verwezenlijking van Gods Plan en de vestiging van Zijn Rijk op aarde. Zij kan die bijdrage slechts leveren indien zij niet verdoemd wordt, want in de hel dient zij slechts de plannen van de satan, die tegengesteld zijn aan deze van God. 27 3. God wil elke ziel het absolute einddoel van haar schepping, haar ultieme reden van bestaan, laten ervaren: het eeuwig Leven in de volheid van de Liefde. Gods diepste verlangen is dit: dat elke ziel de haar geschonken genaden zodanig weet te benutten dat zij de kiem van haar heiligheid laat uitrijpen om een spiegel van God te worden. In de Heilige Maagd Maria heeft God dit ideaal ten volle tot ontplooiing zien komen. Hij verlangt dit ook van U, opdat Hij U de volheid van de Hemelse Glorie zou kunnen geven, de bekroning van Zijn Liefde voor U, waarvan U de omvang en de grootheid met geen mogelijkheid kunt inschatten. 4. Geen ziel wordt geschapen met de bedoeling, haar ten prooi te zien vallen aan Gods tegenstander, de satan, die elke ziel die zichzelf verdoemt, tot zijn eeuwige slaaf maakt om onder eeuwigdurende kwellingen ingeschakeld te worden voor de verwezenlijking van zijn plannen tot verwoesting van alle Werken van God en vernietiging van alle Liefde, met als gevolg onoverzienbare ellende in de wereld. In wezen zou het zelfs als heiligschennis beschouwd kunnen worden telkens een ziel haar aardse leven besluit in een onherstelbare staat van ongenade, want dit betekent dat zij de bij haar ontvangenis ingestorte kiem van heiligheid vermoord heeft. Elke ziel is een uitvloeisel van Gods Hart, en dus oneindig kostbaar. Het is ondenkbaar dat één bloem uit Gods Hart aan de satan overgeleverd zou worden zonder dat het God ten diepste zou grieven, want in elke ziel zit een element van Hem Zelf. De mens beschouwt zijn leven over het algemeen door wereldse ogen, en heeft normaal gesproken geen voeling met Gods belangen, die van strikt bovennatuurlijke orde zijn en met heel andere factoren rekening houden dan de louter wereldse. God laat geen middel onbeproefd om zielen in staat van ongenade opnieuw naar Zich toe te trekken. Eén ding slechts vraagt Hij: één enkele uiting van oprechte Liefde. Oprecht berouw over elke mogelijke fout, ondeugd of zonde is een uiting van Liefde jegens God, een uiting die Uw eeuwig Leven kan redden. Op grond van Uw vrije wil kan God niet anders dan Uw eigen initiatief afwachten. Hij verlangt oneindig veel sterker naar Uw eeuwig heil dan Uzelf ernaar verlangt, maar Hij dwingt U niet om het goede te doen. God trapt geen deuren in. Hij klopt zonder ophouden, maar slechts indien U het slot opendraait en de deur op een kier zet, komt Hij binnen om U Uw redding aan te kondigen. Ware bekering is het antwoord van de ziel op de roep van God, waardoor de ziel zich naar God toewendt omdat zij in zich het Licht van de Liefde heeft gevonden. In de bekering komt het zaad van de genade tot bloei als de bloem van het Leven. Liefde is de essentie van Gods kracht. Waar de zuivere Liefde voor God rijpt, kan de ziel niet sterven, en wordt God verheerlijkt in Zijn schepsel doordat het gekozen heeft voor de heiliging waartoe God het heeft bestemd. In Voluntate Dei, 28 Uw “Myriam” WIE DE HAND AAN DE PLOEG SLAAT... 29. Het Verleden als Ketting van Uw Ziel “Wie de hand aan de ploeg slaat, maar omziet naar wat achter hem ligt, is ongeschikt voor het Rijk Gods”. Ontelbaar zijn de mensen die heen en weer geslingerd worden tussen verleden en toekomst. Hun gedachten, gevoelens en verlangens verwijlen het ene ogenblik in de dingen die voorbij zijn, en het volgende ogenblik in de dingen die (misschien) zullen komen. Zij zijn totaal vervuld van wrok, pijn, negatieve gevoelens of spijt ten aanzien van hun verleden, en van angst, vrees, twijfel of gevoelens van uitzichtloosheid ten aanzien van hun toekomst. Het gevolg is een grote wanorde en onvrede in hun hart en geest, en het gevoel dat zij niet leven maar geleefd worden. Een heel leven lang weven deze mensen een net rond hun eigen ziel, en bouwen zij zo hun eigen gevangenis. Dit net wordt geleidelijk dichter en dichter, en de ziel krijgt geen kans meer om de vlucht te nemen waartoe zij door God bestemd is: de opgang naar de dingen des Hemels. Uit deze gevangenis is slechts één ontsnappingsweg: toewijden en loslaten. Alleen door Uw hele leven aan Maria of aan Jezus toe te wijden, kunt U de genade verwerven van een zo voelbare geborgenheid in Uw hart en ziel, dat U de stap kunt zetten om alles neer te leggen aan de voeten van Maria, die alle kwaad vertrapt en alle duisternis verjaagt door de oneindige macht van Haar allerheiligste Liefde. Wie niet leeft in de volheid van het ogenblik, doch in verleden en toekomst, zet een rem op de motor van zijn ziel. Indien deze rem langdurig in werking blijft, verbrandt Uw motor, en verstikt Uw ziel zichzelf in de rook van wereldse gevoelens en gedachten. Hierin schuilt de oorzaak van de teloorgang van ontelbare zielen voor Gods Rijk. De rook der wereld legt een ondoordringbare sluier rond het heilig vuur dat God in hen heeft gelegd. Zij schakelen zichzelf uit door hun opgeslorptzijn door de vergankelijke dingen der wereld. Jezus wees er reeds op dat wie Hem wil volgen, de hand aan de ploeg moet slaan en niet meer achterom mag kijken. Waarom? Omdat de dingen die voorbij zijn, elementen zijn van een aards leven, elementen die U niet meer mogen bezighouden omdat Uw ziel de onvergankelijke belangen van God moet nastreven. Voor Uw ziel en haar lotsbestemming in het eeuwig leven is het van geen enkel belang uit welke gebeurtenissen Uw leven opgebouwd was, doch louter en alleen wat U met die gebeurtenissen hebt gedaan. Alle gebeurtenissen in Uw leven zijn door God bereid of toegestaan omdat het voor Uw ziel nodig was om die welbepaalde weg te gaan. Het oordeel dat God over Uw leven op aarde 29 zal uitspreken, wordt louter en alleen bepaald door Uw reactie tegenover deze gebeurtenissen. Indien U erin slaagt, Uw verleden oprecht te aanvaarden zoals het is geweest, het nu nog aan Maria toe te wijden (dat kan op elk ogenblik van Uw leven gebeuren), er de juiste lessen uit te trekken, het daarna totaal los te laten zonder een nasleep van negatieve gevoelens toe te laten, en in blijmoedigheid Uw pad verder te zetten, geeft U God de grootste verheerlijking die een mens Hem kan bereiden: een dergelijk gedrag vormt een akte van aanvaarding en vertrouwen ten aanzien van Zijn Wijsheid, die richting poogt te geven aan Uw levensweg opdat deze zich zou kunnen voltrekken in de staat van genade die U de heerlijkheid van de Hemel kan waarborgen. Geef U er rekenschap van dat elke gebeurtenis in Uw leven iets in zich bergt dat goed voor U kan zijn mits U er op de passende wijze op reageert: aanvaarding, Liefde, blijmoedigheid, vertrouwen. De vrede van hart is een genade die God elke ziel dag na dag poogt te geven, doch de meeste zielen aanvaarden dit Hemelse geschenk niet of slechts gebrekkig. De vrede van hart is de vrucht van de aanvaarding van Gods beschikkingen in elk detail van Uw leven. Wrok, bitterheid, protest, opstandigheid, verzet, onverschilligheid en ontevredenheid ten aanzien van de dingen die samen Uw dag vormen, komen voor God neer op ongehoorzaamheid tegenover Zijn Plannen, en leveren U niets dan nadelen op: een nog groeiend gevoel van ongelukkig-zijn in dit leven, en een grotere noodzaak tot vergoeding na het oordeel dat volgt op Uw heengaan uit deze wereld. Mensen die de minder aangename elementen van hun leven niet zonder protest aanvaarden (vaak uit dit protest zich alleen maar in het feit dat U zich knorrig of ontevreden doorheen de dag sleept), zijn niet klaar voor de eeuwige gelukzaligheid in de Hemel, die slechts toegankelijk is voor zielen die de ware vrede hebben gevonden en gekoesterd. De reden hiervoor is deze: de ware vrede van hart is het tweelingszusje van de Liefde, en U weet intussen dat dit de brandstof van de schepping en van Gods Werken en Plannen is. Zonder een grote rijpheid in de Liefde kan de ziel niet in de Hemel komen. Bovendien kan de ziel ook hier op aarde pas het ware geluk ervaren in de mate waarin zij de vrede van hart heeft gevonden, en deze neemt haar intrek in U zodra U het Hart van God Zelf (van Maria) in U laat kloppen. Dat Hart wordt slechts gevoed door de deugden die bloeien aan de tak van de Liefde: blijmoedigheid, zachtmoedigheid, vriendelijkheid, aanvaarding, verdraagzaamheid, zuiverheid van hart en geest. Jezus zei: “Mijn Vrede geef Ik u”. De Vrede van Christus is de vrede van hart, die bloeit op de Liefde en de aanvaarding. Uw verleden is alles wat in Uw leven tot op dit ogenblik is gebeurd, vanaf Uw geboorte tot en met de vorige seconde. Uw verleden loslaten, betekent dan ook, elk ogenblik, elke gebeurtenis aan God (Maria) opdragen opdat ze vrucht kunnen dragen, en ze daarna laten voor wat 30 ze geweest zijn, dus als het ware alsof ze nooit hadden plaatsgevonden. Dat opdragen heeft zeer veel zin, want Uw leven is bedoeld als een geheel van gelegenheden om bij te dragen tot de verwezenlijking van Gods Plan met de schepping. Dit Plan beoogt als uiteindelijk doel de vestiging van Gods Rijk op aarde zoals het steeds heeft bestaan in de Hemel. Deze grote doelstelling moet gerealiseerd worden door de mens. God is almachtig en heeft dus voor Zijn Plannen geen mens nodig, maar Hij wil niets ondernemen dat de mensheid aanbelangt, zonder de zekerheid dat de mens daarin toestemt, want Hij heeft de mens een vrije wil gegeven, en respecteert deze tot het uiterste toe. De mens moet dus aan zijn eigen bevrijding meewerken. Daar en nergens anders gaat het in dit leven om: God wil Zijn Hemels Rijk ook op aarde vestigen, omdat dit de totale bevrijding van de mens zal betekenen en de mens hierdoor waarlijk de kroon op de schepping zal zijn, in de volheid van de heiligheid, waarlijk evenbeeld van God, en bevrijd van de slavernij van de zonde die de mens berooft van de eeuwige gelukzaligheid. De mens moet aan de verwezenlijking van deze genadevolle doelstelling meewerken door een leven te leiden dat deze genade afbetaalt. Deze betaling gebeurt door het lijden en de lasten van het leven in een lichaam met stoffelijke behoeften, ziekten, pijnen, verdriet enzovoort, maar dit lijden vormt slechts een geldig betaalmiddel indien het met Liefde aanvaard wordt. De vorm bij uitstek van liefdevolle aanvaarding is de totale toewijding van Uw hele leven aan Maria, want Zij verzamelt alle bijdragen om het Verlossingswerk van Jezus te voltooien. Mariatoewijding is daarom de meest waardevolle wijze om U in te zetten voor de vestiging van het Rijk Gods op aarde. Mariatoewijding die oprecht en vurig doorleefd wordt, is werkelijk de meest krachtdadige wijze om de hand aan de ploeg te slaan en de akkers te bewerken opdat zij vruchten kunnen voortbrengen waarmee in deze wereld het Rijk Gods opgebouwd wordt. Terwijl U ploegt, moet U met hart en ziel bezig zijn met het werk en met de akker, en U verheugen over de vruchten die dat ploegwerk zal opleveren wanneer de Hemelse genade de door U getrokken voren zegent met de nodige zon en regen. Telkens U blijft staan om achterom te kijken, komt niet alleen het ploegwerk tot stilstand, doch verliest U ook aan geestdrift en kracht om Uw doel te bereiken. Herinneringen, negatieve associaties met dingen die voorbij zijn, de hartenpijn en wonden uit de “veldslagen” van vervlogen uren, zijn als een zak met loodzware stenen, die U tijdens het ploegen op Uw rug meesleept, zodat U meer energie spendeert aan het sleuren van de ballast dan aan het werk zelf. Daarom wil Jezus U vrij van Uw verleden. Ik heb het reeds eerder geschreven: Uw verleden is een ongedekte cheque bij een bank die niet meer bestaat. Dat betekent dat U met al Uw herinneringen niets meer kunt kopen dat waarde heeft. Aangezien Uw verleden loopt tot en met de seconde vόόr U deze woorden leest, betekent dit ook meteen dat het ideaal dat U als 31 toegewijde christen (“landarbeider voor het Rijk Gods”) moet nastreven, hieruit bestaat, dat U elk ogenblik ten volle beleeft alsof dat het enige ogenblik was dat God U in dit leven geeft. Dit wil concreet zeggen dat U werkt, handelt, spreekt, denkt, verlangt, nastreeft, met het grote doel voor ogen (bijdragen tot de grondvesting van Gods Rijk), in zuiverheid, Liefde en deugdzaamheid, en zonder U nog te laten beïnvloeden door om het even welke herinnering of beeld uit Uw verleden. God wil dat U ook reeds op aarde gelukkig bent. Daarom zijn de mooie herinneringen niet noodzakelijk totaal uit te bannen (althans voor zover ook zij Uw slagvaardigheid niet afremmen of geen enkel nadeel voor de ontwikkeling van Uw ziel in zich bergen), maar al het overige zou voor U moeten zijn als de ballast uit uren die voorbij zijn, die nooit meer terugkeren, en die bovendien slechts de stoffering vormen voor een aards leven. Voor Uw ziel en Uw eeuwig leven hebben die uren geen enkel belang meer, omdat zij geen deel uitmaken van de bovennatuurlijke werkelijkheid die eeuwigdurend en tijdloos is. U bent op pad op Uw levensweg, en elke gebeurtenis is als een voorwerp dat onderweg in Uw reiszak wordt gestopt. De ware kunst van een leven met God bestaat in wezen hierin, dat U elke avond (of reeds eerder op de dag, indien U dat kunt) Uw reiszak leegmaakt, om de volgende dageraad te ontwaken en de tocht verder te zetten zonder gewicht op Uw rug. U zult ervaren dat Uw levensweg onnoemelijk veel lichter wordt. Vaak worden Uw dagen niet in de eerste plaats tot een loodzware last op grond van de ervaringen van de dag zelf, dan wel door de stenen van de herinneringen die plotseling op Uw hart drukken. Laat dit niet toe, want dit alles werkt als een (vaak oude en beroeste) ketting die zich aan Uw ziel vastmaakt en haar belet om naar de Hemelse dingen op te stijgen. Een ziel in staat van vrede is een ziel die zich vederlicht voelt omdat zij de dingen der wereld heeft losgelaten (toegewijd). Zij heeft haar reiszak in Gods handen gelegd, die handen die hele werelden kunnen torsen en er werkelijk iets mee kunnen doen, en is daardoor in staat om even beweeglijk te worden als het Licht van Gods Geest, waarvan zij zich heeft laten vervullen. Gods Geest maakt vrij, maar Hij kan dit slechts doen in de mate waarin de ziel zich totaal laat beheersen door de Hemelse dingen. Wereldse ballast is als een kast die vόόr de deur van Uw ziel wordt geschoven om God de toegang tot de ziel te bemoeilijken. Ik schreef reeds in Stormschrift nr. 28: “God trapt geen deuren in”. Een even grote rem op de vlucht van Uw ziel kan worden gevormd door Uw bezorgdheid over de toekomst. Het verleden is dat deel van Uw levensweg waar U reeds langs bent gelopen en dat U dus bekend is. De landschappen onderweg blijven U in hogere of geringere mate in de geest gegrift, doch zij beïnvloeden vaak ongemerkt Uw hele denken, voelen en handelen. De toekomst is het gedeelte van de levensweg dat nog moet komen. Het is U nog niet bekend hoe het landschap er zal 32 uitzien, noch hoe ruw of hoe steil de weg zal zijn. Het onbekende geeft gemakkelijk aanleiding tot bezorgdheid. Ook dàt gevoel kan veranderen in aanvaarding door toewijding bij voorbaat. Vele zorgen zijn ongegrond doordat de gevreesde gebeurtenissen zich nooit blijken voor te doen, en de overige zijn ongegrond doordat een ziel die zich in Gods handen legt, niets te vrezen heeft: God laat geen ontwikkelingen toe die schadelijk zijn voor de ziel, voor zover de ziel Hem daarbij niet in de weg staat door alles zelf te willen regelen. Wie protesteert, opstandig is of twijfelt, verliest energie om te ploegen, en geeft blijk van gebrek aan vertrouwen in het feit dat de nodige zon en regen de door hem getrokken voren zullen bevruchten. In Voluntate Dei, Uw “Myriam” GIJ ZULT DE HEER UW GOD AANBIDDEN 30. Openbaringen over Aanbidding als Bron van Licht Van elke ziel wordt verwacht dat zij God (en alleen de ene ware God) aanbidt. Aanbidding is in wezen: het op liefdevolle wijze contact zoeken met het Goddelijk Licht, met het diepe wezen van God Zelf. Waarom moet de ziel God aanbidden? 1. Omdat aanbidding, het zoeken naar diep contact met God, een levensnoodzakelijke behoefte is voor de ziel. God heeft deze behoefte in elke ziel gelegd met de bedoeling dat de ziel zelf het verlangen zou ervaren om de levensstroom tussen God en haarzelf in stand te houden. Een ziel die dit verlangen negeert, takelt geleidelijk af en verliest het ware leven doordat zij in staat van ongenade vervalt: zij krijgt niet meer het voedsel dat haar sterkt tegen alle kwaad, bekoring en zonde. God eerbiedigt Uw vrije wil, en indien U geen contact met Hem zoekt om Hem Uw liefde te betuigen, gaat Hij ervan uit dat U op Uw beurt door Hem “met rust gelaten” wil worden. Het is dan Uw vrije keuze om Uw leven op eigen kracht te leiden, zonder de leiding en hulp van Zijn volmaakte Liefde en oneindige Wijsheid. 2. Omdat aanbidding eerbetoon geeft aan God als Schepper, Verlosser en Heiligmaker. Elke ziel is dit aan God verschuldigd, want zonder de Schepping zou zij niet eens bestaan, zonder de Verlossing zou zij geen uitzicht hebben op eeuwig Leven na de aardse dood, en zonder Heiliging zou de eeuwige verheerlijking onbereikbaar blijven en zou zelfs de ware zin van haar bestaan nooit verwezenlijkt worden: de ziel is immers louter en alleen in de wereld gestuurd om Gods Rijk op aarde te helpen vestigen. De bijdrage daartoe is des te groter en krachtiger naarmate de ziel heiliger wordt. 33 3. Omdat aanbidding Licht over de zielen afroept, en aldus bijdraagt tot: - de ontwikkeling van de ziel naar de heiligheid. - de verlamming van alle duisternis in en tussen de zielen. - de voorbereiding van Gods Rijk op aarde. 4. Omdat aanbidding één van de meest rechtstreekse wegen vormt om Gods Tegenwoordigheid te leren ervaren. Welke zijn de voornaamste en meest werkzame wegen naar deze ervaring van Gods Tegenwoordigheid? - de Heilige Sacramenten: in alle Sacramenten komt God naar de ziel toe. Om die reden heb ik de Sacramenten vroeger reeds “raakpunten tussen Hemel en aarde” genoemd. De enige voorwaarde om deze aanraking daadwerkelijk in Uw hart te voelen en er in Uw ziel waarlijk vrucht uit te halen, is een ingesteldheid van Liefde, zuiverheid en verlangen naar God. - het diep gebed: wanneer U bidt vanuit Uw hart (dus niet louter met de lippen, op mechanische wijze en zonder veel gevoel), kunt U in Uw hart voelen dat dit geen eenrichtingsverkeer is van U naar God, doch dat Hij als het ware de plaats van waaruit deze woorden van liefde vertrekken, zalft. Een kenmerk van diep gebed met het hart is het feit dat dit gevoelens van liefde in het hart wekt. De Bron van deze gevoelens is God Zelf. - de mystieke eenwording. Ik verwijs U hiervoor graag naar mijn boek “De Hemelse Bruiloft”. De ware en authentieke mystieke aanraking kunt U niet opwekken: op deze weg is het louter God Zelf die het initiatief neemt door de mystieke ziel te roepen, haar speciale genaden te verlenen om haar toe te rusten voor haar speciale opdracht, en een kanaal te scheppen voor bovennatuurlijk contact tussen Hemzelf en de betreffende ziel. Aan deze ziel worden bepaalde eisen gesteld om dit contact in stand te kunnen houden en het “kanaal” zuiver te houden. In de mystieke eenwording wordt de ziel uit de wereldse beleving weggerukt en als het ware in een min of meer aanhoudende toestand van aanbidding gehouden, doordat zij brandt in een liefdesvuur dat nooit meer volledig dooft (zolang zij de genade waardig blijft). - de aanbidding. Deze vier wegen zijn wegen naar eenwording. De eenwording met God (en via Hem met de medezielen) is het uiteindelijk doel van elke ziel. Bedenk dat de volmaakte ziel van Maria volkomen één was met Jezus. Zij aanbad God met Haar hele wezen, Haar hele gedrag, Haar hele leven. Hoe komt de ziel tot aanbidding van God? Waaruit bestaat aanbidding? 34 De volgende vijf punten zijn mij geopenbaard als zowel elementen die onontbeerlijk zijn om te aanbidden, alsook als opeenvolgende fasen van een akte van aanbidding: 1. Het verlangen om tot het Hart van God door te dringen. Word U ervan bewust dat de kern van Uw ziel niets anders verlangt dan God te kennen en in Hem over te vloeien. 2. De Liefde tot God: deze opent Uw hart voor de overvloeiing tussen Uw ziel en God, in beide richtingen. Liefde moet gegrondvest zijn op inwendige rust, en brengt op haar beurt ook diepere rust in de ziel. 3. De ontlediging van Uw geest: U moet trachten, aan niets meer te denken. U kijkt alleen nog maar inwendig naar het Licht, het Kruis (symbool voor Gods oneindige Liefde voor U), Maria met het Kind Jezus (de Menswording van Gods Zoon) of elk Hemels beeld dat U vervult van Liefde, vrede en rust. 4. De verheerlijking van God. U prijst God inwendig voor Uw leven, alle genaden, de natuur, het vooruitzicht op het Eeuwig Leven, enzovoort. 5. De uitnodiging aan God. Wellicht de grootste vrucht die aanbidding Uzelf kan opleveren, is het bezoek van God in Uw ziel. Door Uw ingesteldheid kunt U mee bepalen of Hij U slechts voor de tijd van de aanbidding bezoekt, dan wel voor onbepaalde tijd bij U intrekt met bagage (genaden die U blijvend veranderen). Een werkzame aanroeping om God in U uit te nodigen, kan bijvoorbeeld zijn: “God van Licht en Liefde, ik bemin U. Ik geef mij aan U. Vervul mij met Uzelf”. Aanbidding is dus in wezen een intense vorm van zoeken naar Gods Tegenwoordigheid. Welke zijn nu de effecten van Gods Tegenwoordigheid, van Zijn aanraking voor de ziel? Anders gesteld: welke zijn de vruchten die God in de aanbiddende ziel tot rijping brengt? 1. Aanbidding doet de ziel openbloeien als een bloem die zich ontvouwt, blaadje voor blaadje, in het besef van Gods Tegenwoordigheid. God is de Bron van Leven. Zijn aanraking schept, verlost, heiligt en herschept (geneest). De realiteit van dit gegeven blijkt bij het mystiek contact: de voelbare (soms zichtbare en/of hoorbare) Aanwezigheid en aanraking van Maria (Gods Gezante) lijkt de ziel, het hart, de geest, en in zeker opzicht zelfs het lichaam “open te gooien”, en maakt onvermoede krachten vrij. Aanbidding kan een enigszins gelijkaardig effect krijgen in de ziel: zij kan vervuld worden met genaden, en kan dit ervaren als een bevrijding. Wanneer de bloem van Uw ziel zich onder invloed van deze Goddelijke kracht opent, kunnen hierdoor haar kleur (bovennatuurlijke schoonheid) en geur (heiligheid) gewekt worden, wat nieuwe impulsen van aanbidding in werking kan stellen. 2. Aanbidding stort intense gevoelens van dankbaarheid in de ziel, in het besef van het vele mooie waarvan zij getuige mag zijn omdat God 35 er is. De aanbiddende ziel begrijpt dat God Bron, Oorzaak en Bestemming van alle dingen is. Dit besef baart dankbaarheid, dankbaarheid schept vreugde, en deze vreugde baart het ware geluk omdat zij van Hemelse oorsprong is. Dankbaarheid is een emotie die vaak verstikt wordt onder het gewicht van het leven. Waarom zou men God danken terwijl men ten prooi is aan tegenslagen en lasten? De aanbiddende ziel voelt dat God niet verantwoordelijk is voor het negatieve in haar leven, maar dat Hij integendeel de enige waarborg vormt voor de inlossing van de belofte van het ware geluk na het leven op aarde. Alle lasten van Uw leven worden door God opgetekend als aanleidingen voor een honderdvoudige vergoeding in Zijn Rijk. Dat is ook wat Hij U tijdens aanbidding in het verborgene kan laten voelen. 3. Aanbidding levert gevoelens van diepe zaligheid, intense vreugde, stil geluk, omdat het hart in aanbidding Gods Aanwezigheid voelt. Deze Aanwezigheid is even onhoorbaar of onzichtbaar als radiogolven, maar is even reëel als radiogolven: de atmosfeer is vervuld van radiosignalen, die U noch kunt zien noch kunt horen tenzij U Uw radiotoestel aanzet. Iets gelijkaardigs geldt voor Gods Aanwezigheid: God is er altijd en overal, maar U kunt Hem pas aanvoelen zodra U het “radiotoestel” van Uw ziel in werking laat komen. Aanbidding is één van de wijzen bij uitstek om dit contact tot stand te brengen. Aanbidding schept in de ziel de rust en vrede die U in staat stellen om U totaal te laten gaan in de zaligheid van het Hemelse. 4. Aanbidding schept de spontane behoefte van diepe overgave aan God in het bewustzijn dat Zijn heiligheid U omgeeft als een wolk van bloemenparfum op een zomeravond: een atmosfeer van gelukzaligheid die uitnodigt om U totaal aan God over te geven. Dit is de meest natuurlijke emotie die de ziel kan opbrengen, want zo is zij oorspronkelijk ook gemaakt: met een inwendig, natuurlijk vermogen om alles los te laten en zichzelf zonder de geringste weerstand in Gods Hart uit te storten. 5. Aanbidding schenkt de ziel het gevoel dat zij reeds ondergedompeld is in een stuk Hemelse werkelijkheid. Dit gevoel is het natuurlijke gevolg van de aanraking met Gods Wezen. Vele zielen laten God vergeefs bij zich aankloppen (onbeantwoorde ingevingen). God, daarentegen, doet steeds open wanneer U bij Hem aanklopt. De wijze waarop Uw pogingen tot contact beantwoord worden, is onvoorspelbaar. Vaak worden in Uw ziel genaden gestort die voor onbepaalde tijd in het verborgene blijven en U eventueel pas na Uw aardse leven geopenbaard worden, want voor God is slechts het Eeuwig Leven van belang. Niettemin kan de aanbiddende ziel een gevoel ervaren dat zij niet kan vergelijken met gevoelens die haar bekend zijn uit het dagelijks leven. Zo worden nieuwe wegen geopend naar een 36 rijkere ervaringswereld die het wereldse sterk verminderen. in belang doet 6. Aanbidding zet het hart, de geest en de ziel ertoe aan, zich totaal te ontledigen in golven van ontembare, brandende Liefde, en elke herinnering aan het wereldse in Gods Hart te begraven. De ziel die ooit door de Hemel aangeraakt is, stelt steeds minder prijs op wereldse dingen, want de ervaring van het Hemelse is met niets op aarde te vergelijken. In deze gesteldheid verdwijnen ook vele beperkingen op het vermogen om uitdrukking te geven aan de Liefde: aanbidding leert U, ware Liefde te ervaren en te geven. Dit kan voor Uw hart en ziel een ware genezing brengen en de deur openen naar een veel vrijere belevingswereld: Uw leven wordt doordrongen van de ware Liefde, die in de werkelijke zin van het woord een Goddelijke eigenschap is en U leert begrijpen waar het in het leven werkelijk om gaat. 7. Aanbidding schept het verlangen om Uw hele leven op te offeren als brandhout voor het Hemels vuur dat uitgaat van Gods Tegenwoordigheid, in een verlangen naar wedergeboorte in een Hemels leven. In deze ervaring wordt de ziel reeds hier en nu geraakt door de gesteldheid van de engelen, en verwerft zij nooit vermoede inzichten in de onbelangrijkheid en nietigheid van elke wereldse gesteldheid. U begrijpt dan dat dit leven slechts zin heeft als offerande ten bate van Gods Rijk. 8. Aanbidding wakkert het geloof in Gods Aanwezigheid aan, dat in de ziel versterkt wordt door gevoelens waarvan men de bovennatuurlijke oorsprong moet aannemen omdat zij niet met het verstand verklaard kunnen worden. 9. Aanbidding versterkt in de ziel de nederigheid. De ziel ervaart de behoefte om zich in alle eenvoud in God te laten opnemen, zich te laten overvloeien in het oneindige, het ongrijpbare. Het bewustzijn van Gods Tegenwoordigheid ontsluit in de ziel een groter bewustzijn van de menselijke kleinheid, en een behoefte om “kind te zijn” teneinde zich te kunnen laten dragen op deze golven van zaligheid, die de gesteldheid van aanbidding in werking blijkt te zetten. 10. Aanbidding is zowel oorzaak als gevolg van een gesteldheid van verering. “Verering” betekent in feite “diep eerbetoon bewijzen”. Dit kunt U pas zodra U begrepen hebt dat God Bron is van alle goeds, ondanks het feit dat de wereld om U heen ogenschijnlijk onder de heerschappij van slechte invloeden staat. Zodra U beseft dat het niet God doch het verkeerd gebruik van de vrije wil van de mens is die alle ellende over de wereld afroept, zult U in staat zijn tot een volkomen verering van God. In de aanbidding doorleeft de ziel meer bewust wat zij onbewust verlangt, namelijk de eenwording met God te benaderen. Dit verlangen heeft God in elke ziel gelegd. Het is alsof God elk maaksel van Zijn 37 handen voorziet van een ingeplant element dat (bij de meeste mensen totaal onbewust) een leven lang tot God aangetrokken wordt. Men zou bij vergelijking kunnen zeggen dat God een magneet is, en elke ziel een blokje ijzer in zich draagt waardoor zij constant naar de magneet toe getrokken wordt. Hoe kunt U God aanbidden? God kan aanbeden worden bij het uitgestalde Heilig Sacrament, in de Heilige Communie, bij een beeltenis, door diepe verering van Maria, engelen of heiligen (omdat al deze verheerlijkte zielen als Gods gezanten beschouwd kunnen worden en tot op zekere hoogte dragers zijn van Zijn eigenschappen; dit geldt zeker voor Maria). God kan echter ook aanbeden worden in de natuur: wanneer U Gods Tegenwoordigheid verheerlijkt in Zijn Schepping, leert U Zijn heerlijkheid voelen terwijl U een bloem, een boom, een dier of een landschap waarneemt (ziet, hoort, ruikt, betast...). In Gods ogen is de meest lovenswaardige vorm van aanbidding deze in en door Uw dagelijkse activiteiten. Waarom? Omdat, wanneer U in Uw dagelijks leven de gesteldheden betracht die hierboven zijn beschreven, U daarmee God op volkomen wijze in Uw leven inbouwt, en bijvoorbeeld niet alleen diep contact met Hem zoekt in het kader van een uitstalling van het Heilig Sacrament. Verheerlijking van God door Uw hele doen en laten, spreken, denken en voelen, in een gesteldheid van blijmoedigheid, is een bloesem die bloeit op de tak van de ware heiligheid. Het is weinige zielen gegeven, maar het is de edelste betrachting die in een hart kan ontstaan. De ideale toestand die U kunt nastreven, is deze waarbij U het punt bereikt waarop Uw hele leven één onophoudelijke akte van aanbidding wordt. U kunt God verheerlijken door wat U doet, zegt of denkt, maar U kunt Hem ook aanbidden door wat U bent. Naarmate het proces van de heiliging dat God in Uw ziel is begonnen door het vuur waaruit zij bij de bronnen van Gods Rijk is gemaakt, vordert, wordt de ziel steeds méér gevoed door een steeds bredere schakering van het Goddelijk Licht, tot zij als het ware gelijkt op een volmaakte regenboog. Dat is de staat van genade, de toestand waarin Uw hele wezen zo vervuld wordt van Gods eigen Wezen dat U om zo te zeggen heiligheid begint uit te stralen. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn in de verenigingsmystiek, waarbij het instrument van Maria spontaan begint te handelen, te spreken, te denken en te voelen zoals Maria, en Haar lijkt uit te ademen door zijn hele verschijning, zijn hele manier van voorkomen of optreden. In dit stadium wordt het wezen zelf tot één onophoudelijke aanbidding van God. Dit komt doordat Maria dan Haar eigen wezen in Haar instrument laat overvloeien, tot zijn hart van het Hare doordrongen is zoals een spons van water. Zij kan Haar instrument zodanig beheersen dat deze ziel Haar woorden spreekt, Haar gebaren maakt, Haar gevoelens, voor- en afkeur deelt, enzovoort. Maria’s leven was één en al aanbidding van God. Zij wil dit ook in Haar 38 instrumenten herhalen, mits deze zich volkomen voor Haar invloed openstellen. Om deze reden kan dus de totale en onvoorwaardelijke Mariatoewijding beschouwd worden als een koninklijke weg van aanbidding tot God. Wanneer de overvloeiing tussen Maria en Haar geroepene de hoogst mogelijke graden begint te bereiken, kunnen wij spreken van een Hemelse Bruiloft (vereniging, eenwording) met Maria. Tot deze weg zijn heel weinig zielen geroepen, doch ook buiten de mystiek is het voor de ziel niet onmogelijk om tot een volkomen aanbidding van God te komen, indien zij zich met vastberadenheid oefent in alle deugden en zo haar leven zelf tot een aanhoudende verheerlijking van God maakt. Heel vaak wordt aanbidding beschouwd als een geschenk van de ziel aan God, doch de ware aanbidding is een ervaringstoestand waarbij de geschenken van God aan de ziel de geschenken van de ziel aan God ver overtreffen. Aanbidding is een gesteldheid van de ziel die tussen God en de ziel een uitwisseling tot stand brengt die bron is van Licht. Een ziel die haar hele leven tot aanbidding weet te maken, schept hierdoor om zich heen een aura van Hemels Licht dat tot een schild tegen bekoring en zonde wordt. Wanneer zielen via deze weg het Licht van God in en om zich heen verspreiden, vormen zij hierdoor een ketting van Licht. Hoe talrijker de zielen worden die een leven van aanbidding leiden, des te groter en krachtiger wordt deze ketting. Dit is de ketting van Licht waarover ik het reeds in vroegere geschriften heb gehad, en die door de Heilige Maagd zo vurig wordt verlangd: door deze structuur van bovennatuurlijk Licht zal het kwaad verblind worden. De satan kan in zijn hoogmoed niet meer vatten dat uit het zozeer verdorven mensengeslacht nog zielen kunnen opstaan die de heiligheid bezitten om zijn werken te onthullen door het Licht dat zij in Gods Genade om zich heen verspreiden. Dit zal hem verblinden en onder Maria’s voeten leggen. Bid daarom om gelegenheden tot uitstalling van het Heilig Sacrament, en om de genade dat Uw ziel een levende aanbidding zou worden, want zo wordt U tot bouwsteen in de fundering van Gods Rijk op aarde. Om Gods Rijk op aarde te vestigen, moet dit Rijk eerst in een aantal harten gevestigd worden. Slechts een hart dat bereid is tot een leven van aanbidding, bezit een bodem met de gesteldheid die noodzakelijk is om Gods Rijk in zich te ontvangen en tot vrucht te laten komen. In Voluntate Dei, Uw “Myriam” VADER, MOGEN ALLEN EEN ZIJN 39 31. Eenheid als Bouwsteen voor het Rijk Gods In één van de laatste gebeden die Jezus tijdens Zijn aardse leven tot de Eeuwige Vader richtte, gaf Hij uitdrukking aan Zijn diep verlangen naar de eenheid onder alle christenen onderling en tussen de mensen en God. Onder meer gezien het tijdstip waarop Hij deze smeekbede uitsprak (zo kort vόόr het Offer van Zichzelf in het Verlossend Lijden), kan dit verlangen van Jezus als een geestelijke nalatenschap worden beschouwd, een boodschap met als wezenlijke inhoud: heb elkaar zodanig lief dat jullie harten en zielen in elkaar overvloeien en God volkomen in jullie kan zijn. Ieder mens is geschapen met zijn eigen lichaam, dat steeds in wezen gescheiden zal blijven van het lichaam van ieder ander mens. Met uitzondering van de buitengewone toestand van het aanvoelen van het lichaam van Uw medemens via de mystieke weg, zijn lichamelijke gewaarwordingen strikt persoonlijk. Uw lichaam ondergaat elke dag talloze invloeden, doch blijft in wezen individueel. Ook de ziel is individueel, in die zin dat geen twee zielen volkomen gelijk zijn: elke ziel bezit haar eigen onoverzienbare waaier van specifieke eigenschappen, vermogens, genaden, gaven, en haar strikt persoonlijke lotsbestemming overeenkomstig Gods Plan met de ziel in kwestie. Hoe kan Jezus dan verlangen dat alle zielen één zouden zijn? God heeft alle zielen geschapen met de bedoeling dat zij op eendrachtige wijze hun specifieke opdrachten zouden vervullen. De uiteindelijke doelstelling van de schepping is deze, dat Gods Plan in vervulling zou gaan. Dat Plan bestaat hieruit, dat de mens in staat van heiligheid zou leven naar Gods beeld en gelijkenis, en dat Gods Rijk niet alleen in de Hemel doch ook op aarde zou bestaan: “Uw Rijk kome, Uw Wil geschiede op aarde als in de Hemel”. Sedert de zondeval leeft de mens niet meer in overeenstemming met Gods bedoelingen, zodat de vervulling van Gods Plan door de mens eerder tegengewerkt dan bevorderd wordt. Tussen de zielen onderling heeft de na-ijver de plaats ingenomen van de eendracht. De ene ziel beschouwt de andere niet langer als een andere draagster van het Goddelijke, doch als een concurrente die haar in de weg staat naar de vervulling van haar eigen doelstellingen, die nu gewoonlijk niets meer te maken hebben met de verwezenlijking van de eigen heiliging en van Gods Plan, doch met de bevrediging van de eigen stoffelijke behoeften. Door deze levenshouding beschouwen de mensen elkaar niet langer als broeders en zusters, doch als concurrenten, en in vele gevallen zelfs vijanden. De aanvankelijk in de zielen gelegde zin voor eenheid is dus verloren gegaan, prijsgegeven aan alle overtredingen tegen de Liefde tot God en de naastenliefde. De menselijke samenleving functioneert niet meer op de brandstof van de ware Liefde, doch op de begoochelende, verslavende en verbijsterende drug van haat, nijd, afgunst, na-ijver en jaloersheid. Ik zou het zo kunnen 40 uitdrukken, dat het bloed dat doorheen de schepping vloeit en drager is van de Liefde als ware voedingsstof, steeds verder verdund wordt door de duivelse alcohol van de tweedracht en onenigheid, het sluipend gif dat in de zielen is gebracht door de beet van de slang bij de erfzonde. Onze samenleving biedt daarvan dagelijks ontelbare voorbeelden. Wat Jezus verlangt, is een terugkeer naar de oorspronkelijke toestand, door de zielen te genezen van de sporen van dat gif dat de harten doet kloppen op een ritme dat niet meer in harmonie is met de hartenklop van God Zelf. Om dit te bereiken, moeten de zielen tot eenheid worden gebracht. De enige sleutel tot eenwording van zielen is de Liefde. Wie de Liefde aanvaardt als de enige drijfveer van elke handeling, gedachte, woord, bestreving of verlangen, laat hierdoor zijn ziel totaal overvloeien in Gods Wil, en deze vormt het enige cement dat de zielen één maakt voor de opbouw van Zijn Rijk. De Liefde wekt in de ziel het verlangen om te zijn zoals de geliefde. Zo kan bijvoorbeeld in de ziel die geroepen is tot de dienst aan Maria, een brandende Liefde voor Haar gewekt worden. Dit is de genade waardoor Maria Zelf deze ziel doet verlangen naar eenwording met Haar, omdat in deze eenwording Gods Plan zijn vervulling vindt. Wanneer de roeping geschiedt langs de weg van de mystiek, voltrekt dit proces van “Liefde verlangen - eenwording” zich soms op waarlijk stormachtige wijze. In bepaalde gevallen voltrekt zich hierbij een voelbare overvloeiing van gevoelens, indrukken, verlangens en Liefde tussen de harten. Hoe komt een dergelijke overvloeiing tot stand? Hoe komen zielen tot eenwording? Ik zou de ware Liefde kunnen vergelijken met een net van rivieren waarvan het water gevoed wordt vanuit ontelbare Bronnen van God (ontelbare, omdat God overal tegelijk aanwezig is), doorheen de hele schepping stroomt, en naar God terugkeert, en zo in een eeuwigdurende, nooit ophoudende beweging. Het water neemt langsheen de volledige loop van het riviernet overal deeltjes van grond, steen, bladeren en planten met zich mee, zet deze wat verder opnieuw af, enzovoort, zodat een voortdurende stroming en uitwisseling van elementen plaatsheeft: de ene plaats wordt voortdurend door andere plaatsen “beïnvloed”. Zo gebeurt het ook tussen de zielen: zij worden bevloeid door het “water” van Gods Liefde en genaden, nemen er elementen uit over en geven op hun beurt elementen van zichzelf door aan andere zielen. Wanneer twee zielen zich zo totaal en onbelemmerd openstellen voor de invloed van Gods “water” dat zij zowel alles uit het water opnemen alsook alles van zichzelf aan het water overdragen, kunnen deze zielen via de stroom van de Liefde als het ware één worden. Ik zou het zo kunnen uitdrukken: wanneer men op deze beide plaatsen water schept, zal de analyse van de twee waterstalen vrijwel identiek blijken te zijn. 41 Wanneer kunnen alle mensen één zijn? In het licht van het mij geopenbaarde beeld van de rivier van de Liefde, moet het antwoord luiden: wanneer de Liefde door alle mensen wordt aanvaard, ervaren en in stand gehouden als de drijvende kracht van alle leven in en met God. Onder welke voorwaarde kan dit geschieden? Mits alle zielen Gods Waarheid kennen en ernaar leven. Wat één maakt, is het element dat alle zielen in hun kiem met elkaar gemeen hebben, namelijk het Goddelijk Vuur (het levensbeginsel). Dit levensbeginsel moet groeien (openbloeien, rijpen) in een ontwikkelingsproces dat wij heiliging noemen. Hoe meer het groeit, des te sterker wordt de Aanwezigheid en de werking van God in de ziel. Dus: naarmate de heiliging in méér zielen toeneemt, zal ook de geestelijke eenwording onder de mensen toenemen. Jezus’ verlangen “Moge allen één zijn” kan derhalve slechts in vervulling gaan indien: 1. De hele mensheid tot het volle Licht der Waarheid wordt gebracht. Dit veronderstelt dat zoveel mogelijk zielen zich tot het traditionele christendom bekeren, de oorspronkelijke Leer van Jezus Christus, vrij van alle dwaling en van alle modernisme. In een wereld die zozeer in verval is geraakt, lijkt een bekering van de totale mensheid tot de christelijke Leer van de ware en onverdeelde Liefde een illusie. Niettemin zal dit gebeuren, want de vestiging van Gods Rijk op aarde is ons beloofd, en voor God is een belofte een heilig verbond. Bij de inzet van de christenen berust de verwezenlijking van de voorbereiding hiertoe, door ons volhardend gebed en vertrouwen. De inzet van Uw hele leven zal bepalend zijn voor het tijdstip waarop deze eenheid door een machtige tussenkomst van Gods Genade voltooid zal worden. Uw persoonlijke verantwoordelijkheid bestaat hierin, dat U onvoorwaardelijk gelooft en U totaal inzet en toewijdt voor de vestiging van het Rijk van Christus op aarde. De wegen hiertoe heb ik U reeds getoond in mijn vroegere openbaringen. God zal niet wachten tot elke ziel vurig christen is geworden, wel tot de gezamenlijke inzet en vertrouwen van de christenen voldoende gewicht in de schaal heeft gelegd om een tussenkomt van de Goddelijke Genade te verantwoorden. De bijzonderheden hiervan rusten in de geheime wisselwerking tussen de Wetten van de Goddelijke Gerechtigheid en de Goddelijke Barmhartigheid. Van U wordt slechts blinde overgave en onvoorwaardelijke Liefde gevraagd. 2. In elke ziel het heiligingsproces zich zo volkomen mogelijk voltrekt. De ziel is pas in staat om als bouwsteen in het proces van de eenwording ingeschakeld te worden voor zover zij zichzelf laat heiligen door de genaden volkomen te laten renderen. 42 3. Zoveel mogelijk zielen zich met hun hele leven totaal aan Maria toewijden. Maria is de Middelares, die de eenheid zal smeden in het vuur van de Heilige Geest, op grond van de onvergelijkbare betaalwaarde van de offers die totale toewijding dag na dag oplevert. Toewijding aan Maria garandeert U dat al Uw inspanningen verzegeld worden tegen negatieve beïnvloeding die hen van hun waarde zouden beroven. Alle toegewijden zijn vlammen van heiligend vuur. Wanneer deze zich aan elkaar schakelen, ontstaat een ketting van lichtende vlammen. Deze in elkaar overlopende vlammen zullen de hele aarde herscheppen in een vuurzee van heiligheid, aangewakkerd door de adem van de Heilige Geest. 4. De ketting van Licht waarvan sprake in punt 3, kan concrete vorm krijgen via gebedsgroepen, onderlinge gebedsafspraken tussen mensen, de verspreiding van Gods Waarheid (wat de bestaansreden vormt van deze Stormschriften), en het opdragen van Heilige Missen en Communies tot redding van de hele mensheid. Wanneer de heiligmakende genade in Uw ziel wordt gestort, bent U verplicht om deze tot nut te maken in dienst van Gods Rijk op aarde, en Uw medemensen te stimuleren om zich op hun beurt in de ketting van Licht te laten inschakelen om deze toestand van het ultieme geluk tot stand te kunnen brengen. Leg door het vuur in Uw hart tegenover God getuigenis af voor Uw verlangen naar Zijn tussenkomst tot vestiging van Zijn Rijk. Dat God eenwording van de zielen als ideaal nastreeft, blijkt reeds uit het feit dat Maria, de Kroon van Zijn Schepping, in geest en hart volkomen één werd met Jezus, die Zelf volkomen één is met de Eeuwige Vader en de Heilige Geest. In Maria is de mens dus als het ware “vergoddelijkt”. Dat is de bestemming die God voor alle zielen heeft beoogd. God laat dit verlangen naar eenheid ook blijken uit de mystieke ervaringen die Hij bepaalde zielen laat doormaken: de verenigingsmystiek, waarbij een ziel elementen van eenwording met God of Maria ervaart en/of eenwording met medemensen kan ervaren (in de vorm van een volkomen inleving in diens ziel, geest, hart en zelfs lichaam). Hierin ligt de diepe betekenis van de stelling dat God de mens heeft geschapen “naar Zijn beeld en gelijkenis”: de mens zou Goddelijke elementen in zich dragen, hij zou Gods Wil tot de zijne maken en derhalve door dezelfde kracht en bedoelingen gedreven worden als God Zelf. Naarmate méér zielen dit ideaal nastreven, bereiken deze ook onderling een steeds grotere eenheid, want zij worden dan als het ware gevoed door hetzelfde bloed. “Eenheid” gaat veel verder dan wat dezer dagen hieronder verstaan wordt (de eenheid van kerken en godsdiensten). Die eenheid is alleen nastrevenswaardig indien de christelijke waarden hiervan niet het slachtoffer worden. Onder geen enkele voorwaarde mogen de door de Katholieke Kerk erkende dogma’s en de Waarheden met betrekking tot de Sacramenten (in het bijzonder de wezenskern van 43 de Eucharistie) prijsgegeven worden aan de “eenheid” met andere religieuze belijdenissen, want het resultaat is dan niets méér dan een schijneenheid, die de enige Waarheid van God verloochent. Ons christendom mag op deze essentiële punten geen enkel compromis sluiten. Dit heeft niets te maken met onverdraagzaamheid, doch met respect voor Gods enige Waarheid, en met onverzettelijkheid tegenover elke dwaling. Ware eenheid begint bij Uw eigen wil om één te zijn met Uw medemens in God. Slechts weinige zielen ontvangen de gaven van de mystieke eenwording. Hoe moet dan de eenheid van alle zielen verwezenlijkt worden? Op eigen kracht is de mensheid daartoe niet in staat. De volkomen eenheid zal door Gods Geest tot stand gebracht worden bij de vestiging van het Rijk van Christus op aarde. Aan de fundering van deze vestiging moet elke ziel meebouwen door met alle krachten van haar wezen God in zich te sluiten. Hoe? Door een heldhaftige, volhardende beoefening van alle deugden, in het bijzonder van de ware Liefde. De hoge graad van verdeeldheid in onze huidige wereld doet aan de vervulling van dit Goddelijk voornemen geen afbreuk, want God laat Zijn Plannen niet door mensen vernietigen. Zijn Glorie zal schitteren in de mate waarin de satan thans verdeeldheid zaait, want het Licht heeft steeds het laatste woord. In Voluntate Dei, Uw “Myriam” ALS DE GRAANKORREL NIET IN DE AARDE VALT... 32. Zelfofferande als Levensbestemming De mens was bedoeld als een wezen dat zou delen in Gods geheimen, gaven, eigenschappen, en in de volheid van Gods Liefde. Naar Gods beeld en gelijkenis werd hij geschapen, wat betekent dat ook de onverdeelde gelukzaligheid reeds op aarde zijn deel zou zijn. Door de erfzonde heeft de mens dit recht verloren: door overtredingen van Gods Wet van Liefde is de schepping in onevenwicht gekomen. Het is dan ook de verantwoordelijkheid van de mens om dit onevenwicht te herstellen, door het lijden in zijn lichaam, geest en gevoelens, want alleen het lijden en de Liefde bezitten afkoopwaarde. Aangezien de Liefde in de mens onvolkomen is geworden voor zover zijn ziel niet in staat van heiligheid leeft, berust de grootste hoop op zijn heil dus in het lijden. Het ultieme verlossende lijden is dat waarbij de pijn in lichaam, hart en/of geest gekoppeld wordt met de ware heilige Liefde. Dat is het geval in de zelfofferande. Zelfofferande is de offergave van Uzelf voor Gods doelstellingen, belangen en Plannen, ten bate van het eeuwig heil van Uw medemensen, want God verlangt slechts twee dingen, 44 die heel nauw met elkaar verbonden zijn: de Verlossing van alle zielen, en de definitieve vestiging van het Rijk van Christus op aarde, op het fundament van een mensheid die de oorspronkelijk bedoelde heiligheid heeft teruggevonden. God heeft de aarde bedoeld als een paradijs waarin de mens zou leven in voorbereiding op het eeuwig Paradijs in de Hemel. Elke ziel komt ter wereld met één uiteindelijk doel: bijdragen tot de verwezenlijking van Gods Plan met de aarde, opdat deze opnieuw een paradijs zou worden. Hoe verloopt dit alles? God schept de ziel, en laat haar rijpen onder de zon van Zijn genaden en (omdat de mensheid nu eenmaal in een staat van schuld verkeert) de regen der beproevingen. Wanneer het vastgestelde uur aangebroken is, komt God om te oogsten. Om waarlijk van nut te zijn, moet de graanhalm van de ziel tegen de oogsttijd voldoende gerijpt zijn. Dit betekent dat de ziel klaar moet zijn om Gods honger naar de verwezenlijking van Zijn Plan te stillen, en om andere zielen te voeden. Hoe rijper Uw ziel wordt, des te meer andere zielen kan zij tot voedsel dienen. Een heilige ziel is als een feestmaal voor haar omgeving. Zij heeft het rijke voedsel van Gods genaden in zich opgenomen, en hierdoor laait het vuur in de kern van haar wezen zo hoog op dat zij niet alleen vele andere zielen kan voeden met de woorden van Gods enige Waarheid, doch bovendien Licht en warmte uitstraalt die vele andere zielen de juiste weg wijst en hen de geborgenheid van Gods nabijheid laat ervaren. Om terug te keren naar het beeld van de graanhalm: op Gods uur moet hij zodanig uitgerijpt zijn dat hij reeds nieuwe graantjes in de aarde heeft gestort: dit zijn “de vruchten die blijvend mogen zijn”, zoals Jezus de oogst van de apostel voor God heeft genoemd. God is de Zaaier, Uw ziel is een zaadje. Uw ziel kan ofwel wegkwijnen in het slijk van de wereld (bloeit dan niet om zielen te voeden, doch leidt een kort leven van zelfvertering zonder vrucht), of zij kan het werk van de Zaaier laten renderen door de zon der genade optimaal in zich op te nemen, evenals de zuurstof die wordt aangevoerd door de zoete bries van de Heilige Geest. Dan wordt de graanhalm van Uw ziel groter en groter, soepel en sterk, en goudkleurig, tot welbehagen van de Zaaier. Geen graanhalm kent een leven zonder regen. De regen der beproevingen verzwakt slechts de graanhalmen die Gods genaden onvoldoende benutten en daardoor zwak en breekbaar worden. Zij die alle gaven uit Gods hand ten volle in zich opnemen, en zich bovendien actief en bewust naar de zon toewenden (Gods Wijsheid en Waarheid zoeken als de ware bron van hun levenskracht), worden door de regen sterker. Wat meer is: zij hebben de regen nodig, omdat zij ook de zon reeds zo gretig in zich opgenomen hebben. Hier komen wij opnieuw aan bij de alleenzaligmakende combinatie van lijden en Liefde, in een geest van bereidheid tot zelfslachtoffering voor Gods Werken. De graanhalm 45 moet zowel de regen als de zon koesteren om graankorrels te vormen en deze ten gepasten tijde in Gods akker te storten om zijn eigen roeping vrucht te laten dragen. Jezus zei: “Als de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij alleen, maar als hij sterft, brengt hij veel vrucht voort”. Geen graantje wordt gezaaid om een leven voor zichzelf te leiden. Zo ook wordt elke ziel in de wereld gezonden om zichzelf tot rijping te laten brengen door de zon der genaden en gaven te laten inwerken op de talenten die zij bij haar schepping heeft meegekregen, en door de regen van beproevingen en lijden te drinken tot versterking van haar groeikracht naar de heiligheid. Indien zij slechts “van het leven wil genieten”, schuwt (en vervloekt) zij de regen, en wordt zij door de zon verschroeid, want een ziel die niet wil groeien door het lijden, kan de stralen van Gods Geest niet in zich vasthouden zonder dat deze de kern van haar wezen ontwrichten. Het zonlicht wordt dan ofwel afgeweerd, zodat de ziel in duisternis leeft, ofwel verkeerd gebruikt (gaven en genaden die worden gebruikt voor de verwezenlijking van eigen wereldse belangen). Wie het werkelijke Leven wil binnengaan, moet zichzelf opofferen in overeenstemming met Gods Plan en onder verloochening van eigen “belangen” (die zelden méér zijn dan schijnbelangen, want heel vaak hebben zij niets gemeen met het Plan dat God met de ziel heeft). De glorie die de ziel daarbij verwerft, hangt grotendeels af van de mate waarin zij vrucht heeft voortgebracht voor Gods Rijk op aarde. De grootste vruchten brengt die graanhalm voort, die de regen van het lijden in vreugde opneemt zodat de zon der genaden in hem regenbogen kan maken, en dan sterft voor de wereld in overgave aan Gods grond (symbool voor het Rijk van Christus op aarde). In Voluntate Dei, Uw “Myriam” VERZAMEL U SCHATTEN IN DE HEMEL... 33. Openbaringen over het Eeuwig Heil van de Ziel Uw leven hier op aarde is niets anders dan een doorgang, een voorbereiding op het eeuwig leven van de ziel. Niettemin leiden talloze mensen hun leven alsof dit het enige zou zijn dat van belang is. Dat is een grove dwaling, die Uw ziel naar de ondergang kan leiden. Daarom maande Jezus in het Evangelie dat de mens zich “schatten in de Hemel” moet verzamelen. Hij bedoelde hiermee dat alles wat U doet, zegt, denkt en nastreeft van zodanige aard moet zijn dat het geschikt is om U dichter bij de eeuwige gelukzaligheid te brengen. In vroegere geschriften schetste ik reeds het beeld van de menselijke handelingen die, indien zij in Gods welbehagen worden gesteld, bloemen zaaien in de tuin die in de Hemel op U wacht. Bij het oordeel dat God na Uw overlijden over Uw 46 leven op aarde zal spreken, worden Uw goede en minder goede vruchten tegen elkaar afgewogen volgens de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid. Ik heb er vroeger reeds op gewezen dat Uw oordeel positief beïnvloed kan worden door de uitwerkingen van de Wet van de Goddelijke Barmhartigheid en door de oneindig machtige Voorspraak van de Allerheiligste Maagd Maria. De Wet van Gods Gerechtigheid kan echter slechts gedeeltelijk en binnen welbepaalde perken buiten werking worden gesteld. Dat hoort zo, want anders zou de schepping in een onherstelbaar onevenwicht komen: zonden moeten gecompenseerd worden, op welke wijze dan ook, hetzij door Uw eigen uitboeting in het vagevuur, hetzij door de oneindige Liefde van Maria’s Voorspraak, hetzij door gedeeltelijke kwijtschelding in de Barmhartigheid. In gevallen van ernstige of veelvuldige overtredingen tegen Gods Wet kan de ziel niet meer gered worden en gaat zij verloren. Dat is wat bedoeld wordt met de woorden “de ziel is verdoemd”. Bestaan er leefregels op grond van dewelke U enige waarborg kunt krijgen dat Uw ziel niet voor eeuwig ten onder zou gaan? Met welke sleutels kunt U de poort van het Eeuwig Rijk openhouden? De volgende gesteldheden zijn mij geopenbaard als schatkisten waarmee U het eeuwig heil van Uw ziel betaalt, met andere woorden: zegels die Uw ziel kunnen verzegelen tegen de ondergang: 1. Laat God in U het verlangen vinden om in Uw ziel te groeien. Dit verlangen is bij uitstek de sleutel die het mechanisme van de Goddelijke Barmhartigheid in werking stelt, zelfs al hebt U geregeld gezondigd. Let wel: dit betekent niet dat Uw ziel niet een zekere (in bepaalde gevallen nog relatief lange) periode van goedmaking in het vagevuur kan moeten doormaken, maar wel dat de eeuwige gelukzaligheid voor haar toegankelijk blijft. God heeft Uw ziel gemaakt, en kent beter dan Uzelf Uw zwakheden. Daarom kan een bepaalde zonde bij de ene mens anders beoordeeld worden dan bij de andere. Van doorslaggevend belang voor Uw heil is de wil om boven Uw zwakheden uit te stijgen. De inspanning die U daartoe wil leveren, zal Uw levensoordeel beïnvloeden. 2. Betrek God bij alle beslissingen op Uw levensweg, en laat U in alles leiden door Zijn Voorzienigheid. God heeft in Uw ziel bepaalde talenten, gaven en vermogens gelegd, met de bedoeling dat U deze in de eerste plaats aanwendt voor de verwezenlijking van Zijn Plan met de schepping: de vestiging van het Rijk van Christus op aarde en de verlossing en heiliging van alle zielen. U moet deze talenten, gaven en vermogens zelf leren kennen. God Zelf geeft U vele kansen om deze ontdekking te doen, via vele gebeurtenissen en situaties die Uw levenspad kruisen en die bedoeld zijn om U tot bewustwording over Uzelf te brengen. God verwacht van U dat U Uzelf regelmatig de vraag stelt: Wie ben ik werkelijk? Wat is het doel van mijn leven, mijn ware bestemming, en hoe bereik ik deze, rekening houdend met mijn talenten, gaven en vermogens? Indien U het gevoel krijgt dat het U aan talenten 47 ontbreekt om deze doelstellingen te bereiken, verwacht God van U gebed om met zekerheid te voelen of deze doelstelling echt in overeenstemming is met Gods Wil en Gods Plan, en zo ja, eveneens gebed om nieuwe genaden te bekomen om die gewenste stap vooruit te zetten. Zo kunt U met de zekerheid van Gods zegen en welbehagen Uw levensweg vervolgen van kruispunt naar kruispunt, zonder de vrees voor veroordeling omdat U zou hebben gedwaald door te pogen, op eigen kracht en zonder bekommernis om Gods Wil Uw levensweg zelf uit te stippelen. 3. Tracht Uw leven zodanig vorm te geven dat het in zoveel mogelijk opzichten een spiegelbeeld wordt van dat van Jezus en Maria. De concrete invulling van Uw leven hangt in hoge mate af van de gebeurtenissen en situaties die Gods Voorzienigheid voor U heeft bereid. Niettemin hangt Uw heiligheid in de eerste plaats af van wat U met die gebeurtenissen en situaties doet, Uw reacties tegenover datgene wat in Uw dagelijks leven gebeurt. Het zijn deze reacties die U tot spiegelbeeld van Jezus en Maria moeten maken. Bid om geïnspireerd te worden hoe Jezus en Maria in een gelijkaardige situatie zouden handelen, spreken, denken en voelen. Wanneer U in zuiverheid, nederigheid en eenvoud verlangt om Hen in alles na te bootsen, zult U steeds méér de indruk krijgen dat niet U leeft, maar Jezus en Maria in U. Wanneer U in Uw levenswijze en optreden tot spiegelbeeld van Jezus en Maria wil worden, moet U onvermijdelijk de gouden sleutel tot verlossing van zielen in Uw hart koesteren: het lijden in al zijn vormen. Jezus navolgen, betekent in blijmoedigheid, liefde en aanvaarding Uw kruis opnemen. Maria navolgen, betekent een leven van uiterste dienstbaarheid in onuitblusbare liefde en het meedragen van de smart van Uw medemens. 4. Zorg ervoor dat U elke avond kunt zeggen: ik heb vandaag in de positieve zin een verschil gemaakt voor mijn medemens. Stel U bij elke stap die U op Uw levensweg wil zetten, hoe gering ook, de vraag welke waarde deze kan hebben voor het heil van zielen en voor de verwezenlijking van Gods Plannen. Laat U bij deze waardebepaling in de eerste plaats leiden door de mate waarin de voorgenomen handeling de naastenliefde en de liefde tot God dient. Al Uw handelingen moeten gesteld worden om God te dienen en welgevallig te zijn. Met deze doelstelling voor ogen blijft U op de weg van de deugden die leidt naar de heiligheid, indien U volhardt in de weerstand tegen alle bekoringen en misleidingen. Vergeet nooit dat de heiligheid de enige doelstelling van Uw leven is, de bestemming waartoe ook U bent geroepen. 5. Maak van Uw leven één totale, onvoorwaardelijke en onherroepelijke toewijding. Bega niet de vergissing, op lichtvaardige wijze een toewijdingsgebed uit te spreken (bijvoorbeeld tot Maria, wat de meest gebruikelijke vorm van toewijding is) en te geloven dat U daardoor 48 automatisch Mariatoegewijde bent. Toewijding is een levenshouding, en na het uitspreken van een toewijdingsgebed moet U Uw hart en geest maximaal openstellen voor elke verandering die Maria hierin wil aanbrengen om U geschikt te maken voor Haar dienst. Toewijding aan Maria is een heilig verbond waarbij U Uzelf met Uw hele wezen en elk detail van Uw leven weggeeft aan Maria. Vanaf dat ogenblik bent U Maria’s dienaar, onvoorwaardelijk en totaal. Indien U Haar niet toestaat om met U alles te doen wat Zij wil, bent U niet geschikt voor deze dienst. Zij zal U op Uw oprechtheid, volharding en ernst beproeven. Zij zal zich ervan vergewissen dat U Uzelf wel degelijk tot het uiterste aan Haar onderwerpt. In de praktijk van het leven als toegewijde blijkt dat pas wanneer Maria U totaal en onvoorwaardelijk aan Haar voeten weet, Zij Zichzelf totaal in U zal uitstorten, wat betekent dat U de grootste genaden van bescherming en leiding kunt ontvangen. Een totale aanvaarding van Uw toewijding kan blijken uit een speciale roeping, een taak die tot Uw levensdoel wordt en die U de verantwoordelijkheid geeft voor begeleiding, onderrichting of redding van zielen. Maria is de Meesteres van de engelen en van de zielen die met de engelen ingezet worden in de strijd tegen alle antichristelijke krachten. Hierdoor betekent een leven als Mariatoegewijde steeds dat U in de vuurlijn van de strijd tussen het Licht en de duisternis komt te liggen, zodat Uw opdracht onveranderlijk gepaard gaat met lijden in de meest uiteenlopende vormen. Precies hierdoor opent een leven van ware toewijding een weg om Uw ziel te vrijwaren voor de ondergang. Deze grootste van alle genaden moet U verdienen door Uw “uitverkiezing” tot de dienst aan Maria waardig te blijken in een leven in deugdzaamheid en aanvaarding van alles waartoe het Maria behaagt, U te gebruiken. Zodra U Uzelf aan Maria geeft, wordt Zij de absolute Meesteres over Uw hele wezen (ziel, geest, hart en lichaam) en over Uw hele leven. Bedenk dat dit zeer grote gevolgen heeft. Uw leven behoort niet langer Uzelf toe, het ligt in Maria’s handen, en Zij heeft er absolute macht over. U behoudt de vrijheid, U uit de toewijding terug te trekken, doch hierdoor zou U God te kennen geven dat U Uw eigen belangen boven deze van Maria (en de Zijne) stelt. De volmaakte toewijding aan Maria is deze waarbij U Uzelf slachtoffert aan Haar voeten, in totale overgave, zonder protest en in vurige Liefde. Mariatoewijding is verteerd worden door het verlangen om voor Maria te leven en te sterven. Wanneer Maria ondervindt dat U bereid bent om alles voor Haar te doen, zal Zij U alles toevertrouwen, met inbegrip van Haarzelf. Uzelf tot slaaf van Maria maken, betekent voor de eeuwigheid door Haar verheven worden. Zij heeft er de macht toe. 6. Koester in Uw hart een gesteldheid van oprechte rouwmoedigheid over zonden en fouten. Een absolute noodzaak om Uw ziel te vrijwaren van de ondergang, ligt in een oprecht berouw over 49 elke zonde, fout of dwaling. Zodra U voor een bekoring of dwaling bent gezwicht, moet U dit uitspreken in het Sacrament van de Biecht, en de sporen van Uw zonde uitwissen in een goedmakende penitentie. Berouw is een noodzakelijke sleutel tot Gods Barmhartigheid. Biecht is een wasbeurt voor Uw ziel, en door de boetvaardigheid toont U God Uw bereidheid om ook Uzelf een soort van “straf” op te leggen als tegengewicht voor het feit dat Uw misstap Gods Plan van heiliging tegengewerkt heeft. Na dit alles moet U ook Uzelf kunnen vergeven, anders legt U Uw eigen werkkracht voor Gods Rijk lam. Belangrijk voor het eeuwig heil van Uw ziel is Uw wil en verlangen om Gods Plan te bevorderen. Daarom leidt zonde niet tot veroordeling indien zij met berouw wordt gebiecht en goedgemaakt, en niet lichtvaardig wordt herhaald. Berouw en de wil om de zonde goed te maken, zijn uitingen van Liefde voor God en Zijn Werken. God alleen kan oordelen of deze wil verlossende kracht heeft voor Uzelf en Uw medemens. 7. Laat het verlangen naar God (Jezus, Maria) de grote passie van Uw leven worden. Wie tijdens zijn leven niet het verlangen voelt om bij Jezus of Maria te zijn, wekt hierdoor bij God de indruk dat het eeuwig geluk in de Hemel hem onverschillig laat. Dit komt bij God over als een belediging, omdat het wijst op een grote onvolkomenheid in de Liefde en op ondankbaarheid voor de vele gaven, genaden, het Verlossingswerk en de vele pogingen waardoor God in Uw hart wil binnentreden. Hij heeft U gemaakt, U in de wereld gezonden, en U geroepen tot de grote bestemming, na dit leven bij Hem te leven in de eeuwige gelukzaligheid van de Hemel. Zolang dit alles niet in die mate Uw hart raakt dat U enig liefdesvuur in U voelt oplaaien, is het noodzakelijk dat U de Heilige Geest bidt om verlichting. In de mate waarin U naar Jezus en Maria verlangt, zullen Zij werkelijk in U leven en door U handelen, en tot het uiterste gaan om Uw levensweg zo te richten dat Zij U na dit leven voor eeuwig bij Zich kunnen houden. 8. Wees God dankbaar voor alles wat op Uw levenspad komt. Elk detail van Uw leven heeft betekenis voor Uw persoonlijke levensweg, en alleen Gods oneindige Wijsheid weet welk nut elke gebeurtenis, ontmoeting, verandering, enzovoort, voor Uw ziel kan hebben indien U daar op een passende wijze op reageert. Daarom moet U Hem danken voor alles, want in elk detail kan voor U een kans verborgen liggen om Uw ziel dichter bij haar eeuwige gelukzaligheid te brengen. Het is iets groots, door elke stap op Uw eigen levensweg te mogen bijdragen tot de verwezenlijking van Gods eeuwig Plan. Door Uw dagelijks leven bent U een radertje in Gods alomvattend Werk. Geen ziel is gemaakt om verloren te gaan, maar U hebt Uw eeuwige lotsbestemming in verregaande mate in Uw handen. Geef Uw ziel niet goedkoop weg aan de duisternis, haar prijs is te hoog in Gods ogen. Uw 50 inspanningen daartoe staan in geen enkele verhouding tot de schatten die God de kinderen van het Licht bereidt. In Voluntate Dei, Uw “Myriam” AL WAT GIJ VOOR ÉÉN DEZER GERINGSTEN HEBT GEDAAN... 34. Openbaringen over de volmaakte Naastenliefde God heeft de mens geschapen met de opdracht “gaat en vermenigvuldigt u”. Alle zielen die de aarde bevolken, hebben uiteindelijk dezelfde opdracht te vervullen: het Rijk Gods op aarde voorbereiden en aldus de vervulling van Gods eeuwig Plan mogelijk maken. Deze opdracht kan alleen voltooid worden indien alle zielen de specifieke bijdrage die van hen wordt verwacht, weten te leveren in een geest van saamhorigheid, eenheid, vrede en liefde. Wij zijn dragers van dezelfde Goddelijke wezenskern, en wij zijn met hetzelfde doel in de wereld gezonden. Elke afwijking van de geest van saamhorigheid, eenheid, vrede en liefde vormt derhalve een hindernis voor Gods Plannen en Werken. Hiermee is de absolute noodzaak van de naastenliefde als cement voor de fundering van Gods bouwwerk duidelijk gemaakt. De naastenliefde is de gesteldheid van Liefde die specifiek op Uw medemens is gericht. Heel gemakkelijk wordt elke “goede daad” beschouwd als naastenliefde, doch om haar volle bevrijdende en heiligende waarde te verkrijgen, moet naastenliefde volkomen zuiver zijn. De voorwaarden waaraan de naastenliefde moet voldoen om op volkomen wijze in Gods Heilsplan ingebouwd te kunnen worden, zijn mij geopenbaard als volgt: 1. Volmaakt is de naastenliefde voor zover Uw handelingen gesteld worden in het besef dat U ze in feite voor Jezus en Maria stelt. In de lijdende medemens verlicht U het lijden van Jezus en Maria, die het lijden van de hele mensheid in hun Hart dragen in een eeuwigdurende akte van verlossing. 2. Volmaakt is de naastenliefde indien en voor zover zij gericht is op het heil van de ziel van Uw medemens. U moet al Uw handelingen en woorden ten opzichte van Uw medemens zodanig gestalte geven dat zij bijdragen tot een positieve vorming van zijn ziel. Goede daden kunnen in hoge mate verontreinigd worden indien zij gepaard gaan met onzuivere woorden of gedachten, omdat deze de ziel van de begunstigde van Uw handelingen in negatieve zin kunnen vormen. Wees U er steeds van bewust dat bij elk contact tussen mensen de ene ziel de invloed van de andere ondergaat, en dat kleine dingen grote gevolgen kunnen hebben. Betracht daarom steeds dat U bij elke medemens een invloed zou nalaten die zijn ziel ten goede komt. Dat kan alleen indien U zelf de 51 vrede van hart bezit en daardoor in staat bent om “Hemelse trillingen” om U heen te verspreiden. 3. Volmaakt is de naastenliefde wanneer zij volkomen vrij is van eigenbelang, doch uitsluitend gericht is op de verwezenlijking van de belangen van de medemens en van God. Bij elke handeling die U wil stellen, moet U zich de vraag stellen of U daadwerkelijk een positief verschil kunt maken, en deze bedenking moet de drijvende kracht zijn en blijven terwijl U met Uw medemens in contact bent. Daarom ook heeft een goede daad in het verborgene méér waarde dan een goede daad gesteld voor het oog van mensen of een daad waarover U andere mensen informeert. Indien het Uw bedoeling is, geprezen te worden, hebt U trouwens Uw loon reeds gehad. Een goede daad gesteld om er zelf op één of andere wijze beter van te worden, is in de spirituele zin geen goede daad meer, zelfs al levert zij Uw medemens iets positiefs op: U hebt ze niet gesteld vanuit de liefde voor Uw medemens en voor God, doch uit eigenliefde. Daarom levert een dergelijke handeling geen bijdrage tot de opbouw van Gods Rijk, want zij voedt niet de bron van de Liefde waaruit de schepping haar brandstof put om te blijven functioneren. 4. Volmaakt is de naastenliefde waarlijk wanneer U een goede daad stelt in het bewustzijn dat U daardoor zelf nadeel of lijden kunt ervaren. In dit geval is Uw daad niet alleen vrij van eigenbelang, zij wordt bovendien gesteld in overeenstemming met Jezus, die het verlossende Lijden op zich nam in het volle bewustzijn dat het Hem heel groot leed zou kosten in lichaam en geest. Gelijkaardig hieraan is elke versterving, boete of offer die U stelt met het oog op de bekering van een medemens: U hebt daar geen enkel rechtstreeks belang bij, de vruchten blijven vaak in het verborgene en leveren alleen God en de staat van genade van de schepping in het algemeen voordeel op. Hiervoor Uzelf lijden of ongemak opleggen, is een onvervalste akte van Liefde en verheerlijking aan God, en kan leiden tot het grootste geschenk dat U Uw medemens kunt geven: de eeuwige gelukzaligheid. 5. Volmaakt is de naastenliefde wanneer zij gegrondvest is op gebed en voorspraak voor Uw medemens. Een handeling ten behoeve van Uw medemens kan deze op het ogenblik zelf van nut zijn, doch om de vruchten van Uw handeling verder door te laten dringen tot in de ziel van Uw medemens, moet U ze stellen terwijl U deze medemens vurig heil en zegen toewenst en voor hem bidt. Alleen zo opent U ook de poort van het eeuwig heil voor hem. Dit geldt des te meer wanneer Uw “goede daad” rechtstreeks betrekking heeft op het zielenheil van Uw medemens omdat gebeurtenissen of situaties U aanleiding geven om aan te nemen dat zijn ziel niet in staat van genade verkeert. Wat is voorspraak in feite? Om een beeld te gebruiken: voorspraak is de act waarbij U met een beurs vol goudstukken voor God (Jezus/Maria) verschijnt om de schuld 52 van Uw medemens jegens de Goddelijke Gerechtigheid te betalen. Wanneer de schuld volledig betaald is, treedt de Goddelijke Barmhartigheid in werking, en kan de genade van bekering verleend worden. 6. Volmaakt is de naastenliefde wanneer U elke daad of woord stelt of spreekt in de namen van Jezus en Maria, in het besef dat deze daad ook een genade is voor Uzelf van wie zij uitgaat. Sterk worden in de volmaakte naastenliefde, is een heiligmakende genade. Wees daarom dankbaar voor elke gelegenheid om Uzelf op te offeren voor Uw medemens. Elke ziel is voor God van onschatbare waarde. Door een leven van zelfopoffering voor hen die schijnbaar de geringste zijn onder Uw medemensen, verzamelt U schatten voor God, voor Zijn Rijk en voor Uzelf, want in hen die de geringsten worden geacht in de ogen der wereld, werkt God in Zijn volheid. In Voluntate Dei, Uw “Myriam” DE SLANG HEEFT MIJ VERLEID 35. Openbaringen over het Wezen van de Bekoring Toen God Eva in het Aards Paradijs ter verantwoording riep over het feit dat zij alle voorrechten van het leven in Zijn Aanschijn had prijsgegeven, en de heiligheid van alle komende mensengeslachten aan de duivel had “verkocht” door de erfzonde te bedrijven, antwoordde zij: “De slang heeft mij verleid”. Hierdoor wees zij de oorsprong van alle zonde en van alle ellende van het aardse leven aan: de bekoring. Bekoring is elke ingeving vanwege de krachten van het kwaad, die erop gericht is, de ziel te doen afwijken van de naleving van Gods Wet. Wanneer aan een bekoring gehoor wordt gegeven, is sprake van ondeugd, en in vele gevallen van zonde. Niet elke toegeving aan een bekoring is in de strikte zin van het woord een zonde. Een zonde is elke handeling, woord, gedachte, verlangen of nalatigheid waardoor U Gods Plan met de Schepping tegenwerkt en de harmonie en goede werking binnen de Schepping verstoort. In wezen is de zonde steeds een uiting van ongehoorzaamheid jegens God (want zonde is handelen, spreken of verlangen in afwijking van Gods Plannen en Werken), en van gebrek aan Liefde voor God (want volkomen Liefde schuwt elke afwijking van de bedoelingen en verlangens van diegene die men liefheeft). In vele gevallen is zonde ook een uiting van een overmaat aan eigenliefde. Waarom? Omdat de toegeving aan een bekoring vaak gericht is op het bevredigen van wat als een persoonlijke behoefte wordt aangevoeld. Dit betekent dat de ziel vatbaarder wordt voor bekoringen naarmate: 53 1) zij méér dingen meent nodig te hebben. 2) haar weerstand tegen deze gevoelens van “iets nodig hebben” kleiner is. Dit gebrek aan weerstand wordt zwakheid genoemd. Zwakheid berust op het instinct waardoor de mens gericht is op de bevrediging van de stoffelijke behoeften van het eigen lichaam. De zwakheid van de mens is de bron van de macht van de satan: hoe zwakker de mens, des te groter de macht die de satan over hem kan uitoefenen. Om deze reden schreef ik vroeger reeds dat de duivel slechts machtig is omdat mensen hem macht geven, door hun vatbaarheid voor de bekoringen. Zoals ik hierboven heb aangeduid, zijn er bekoringen die niet leiden tot zonde in de werkelijke zin van het woord. Ook deze vormen van bekoringen werken echter Gods Plan tegen, zodat de inwilliging ervan wel als ondeugd beschouwd moet worden. Deugden zijn alle eigenschappen die U samen moet ontwikkelen om een steeds hogere graad van volmaaktheid (heiligheid) te bereiken. Ondeugden zijn derhalve alle afwijkingen in de ontwikkeling van één of meer van deze eigenschappen. Een ondeugd vormt steeds een hindernis op de weg naar de heiligheid die God van U verlangt. Ondeugd is de wezenskern, de “materie”, het “bouwmateriaal” rond dewelke elke zonde wordt gemaakt. Dit “bouwmateriaal” kan op zichzelf reeds een hinderpaal vormen, zoals een steen die op Uw weg ligt en waarover U kunt vallen, maar het kan ook nog een laag slijk rond zich krijgen, waardoor het Uw levensweg zelf daadwerkelijk vervuilt. De steen van de ondeugd plus het slijk (vaak zijn dit allerlei verkeerde verlangens, drijfveren of beweegredenen) vormt samen de zonde. Vaak wordt de ziel door de boosaardige verleider in een zodanige gesteldheid gebracht dat zij als het ware iets dat haar nadeel berokkent, integendeel als “behoefte” begint aan te voelen. Dat komt doordat de ziel in deze gesteldheid: 1. verblind is ten aanzien van haar werkelijke behoeften, en derhalve vaak de bevrediging van valse behoeften beschouwt als onontbeerlijk; 2. misleid is over het doel dat zij in haar leven geacht wordt, na te streven; 3. soms de voor haar onverklaarbare en vaak onbewuste neiging bezit, als het ware zichzelf te willen straffen. Zij slaagt er dan (soms tijdelijk, in andere gevallen langdurig) niet in, zichzelf te aanvaarden. Dit betekent dat zij in feite Gods werking in haar niet aanvaardt. Niet alle bekoringen leiden tot zonde (niet elke struikelsteen is met slijk bedekt). Dit betekent dus dat er verschillende soorten bekoringen zijn. De volgende categorieën zijn mij geopenbaard: 54 1. bekoringen die erop gericht zijn, eigen behoeften te bevredigen. Hierdoor beoogt de satan, de ziel vast te houden in het stoffelijke, het materiële, en haar weg te leiden van haar werkelijk levensdoel: het nastreven van de belangen en behoeften van de ziel. Enkele voorbeelden: bekoring tot diefstal, tot bedrog, seksuele verleiding... Aan deze vorm van bekoring kan de ziel zich onttrekken door te groeien in vergeestelijking. Hoe meer de ziel zichzelf boven de invloeden van het materiële, het wereldse, weet te verheffen, des te minder zal zij geneigd zijn om te zwichten voor stoffelijke noden of voor influisteringen die haar het gevoel willen aanpraten dat dit werkelijk onontbeerlijke behoeften zijn. 2. bekoringen die erop gericht zijn, een medemens schade te berokkenen. Hierdoor beoogt de satan, de ziel aan te zetten tot overtredingen tegen de naastenliefde. Enkele voorbeelden: bekoring tot diefstal, tot vandalisme, tot elke vorm van beschadiging van goederen van een medemens, ook het bewust kwetsen van een medemens, en zelfs de neiging om een medemens te ontmoedigen (hierdoor berokkent U schade aan de ziel) ... Tegen deze vorm van bekoring kunt U zich wapenen door te groeien in de ware liefde. Ware liefde verhindert dat de ziel nog behagen schept in enig nadeel van de medemens, wel integendeel: zij zoekt het welbevinden van de ander. 3. bekoringen die erop gericht zijn, Uzelf te vernietigen. Door deze influisteringen beoogt de satan dat de werkkracht van de ziel tot verwezenlijking van Gods Plan ondermijnd zou worden. Enkele voorbeelden: bekoring tot gevoelens van onvrede, angsten, twijfels, onzekerheid, onveiligheid, droefgeestigheid, depressie, een regelmatig gebruik van drugs, van tabak, van alcohol, van bepaalde medicijnen met nadelige bijwerkingen, van voedingsmiddelen die niet gezond zijn of waarvan U weet dat Uw lichaam ze niet goed verdraagt... Tegen deze vorm van bekoring kunt U zich wapenen door de bewustwording van het feit dat God in U leeft en dat Uw lichaam de tempel is waarmee Uw ziel op deze wereld moet leven, en Uw gevoelens en gedachten het voedsel vormen voor Uw ziel. Uw lichaam, evenals Uw vermogens tot nadenken, tot voelen, en Uw verstand, zijn gaven van God die U in staat moeten stellen om de voor U voorziene levenstaak te vervullen. Het is daarom Uw plicht, Uw hele wezen in stand te houden, maar wel zonder er een afgod van te maken. Alles waardoor U zelf Uw eigen wezen ondermijnt, schept mogelijkheden voor de satan om U “uit te schakelen”: U wordt dan in spiritueel opzicht een “levende dode” die voor Gods Werken geen enkel gewicht meer in de schaal legt, tenzij in de negatieve zin. 55 4. bekoringen die erop gericht zijn, Gods Plan te dwarsbomen. Hierdoor beoogt de satan, U actief voor zijn eigen plannen te doen werken. Enkele voorbeelden: aanvallen (in woord of daad) tegen de Kerk, aanvallen tegen geloofwaardige instrumenten van Jezus of Maria, het verlies van de lust om te bidden of te offeren, het gebrek aan eerbied voor het leven, rechtstreeks werken voor antichristelijke bewegingen... Tegen deze bekoringen kunt U zich wapenen door totale toewijding aan Maria en door dagelijks gebed om inzicht en leiding teneinde de juiste weg te volgen en daarin te volharden ondanks alle tegenslagen. 5. bekoringen die erop gericht zijn, de eenheid tussen mensen te verwoesten. Hierdoor beoogt de satan, alle vrede en saamhorigheid onder Gods kinderen onmogelijk te maken, opdat de mensheid niet door haar leven en daden God zou verheerlijken doch Hem zou schandvlekken: een mensheid die in totale onvrede, verdeeldheid en onenigheid leeft, lijkt niet meer op de heilige vrucht van een volmaakte God, doch op de rottende vrucht van een totale chaos die niet gemaakt kan zijn door een Wezen dat absolute Wijsheid is. Deze gedachte is op zich een bekoring voor vele zielen die het wezen van de schepping en de uitermate belangrijke rol van de vrije wil van de mens zelf in de ontwikkeling van het leven op aarde niet begrepen hebben. Enkele voorbeelden voor deze categorie van bekoringen: zich laten verleiden tot ruzie, tot twistgesprekken, tot polemieken, tot vetes, tot oorlog tussen volkeren, ingaan op uitdagingen met een negatieve doelstelling, kritiekzucht (de neiging om op alles en iedereen te vitten)... Tegen deze bekoringen kunt U zich wapenen door te bidden om inzicht in Gods bedoelingen met de schepping, en door het besef dat Uw medemens en Uzelf hulpeloze wezens zijn, die op aarde slechts tot het ware geluk kunnen komen zodra zij begrijpen dat zij slechts door ware liefde, vrede en eensgezindheid alle ellende samen kunnen overwinnen, en dat niet de medemens aan de bron ligt van die ellende, maar de krachten van het kwaad. Welke wegen gebruikt de bekoorder eigenlijk om in de ziel binnen te dringen? Mij zijn de tien volgende getoond als de voornaamste: 1. de zwakheid van de mens. Zoals reeds aangeduid, is zwakheid elk gebrek aan weerstandsvermogen tegen een plots opkomende lust tot bevrediging van iets dat als behoefte wordt aangevoeld, maar het in feite niet is. Bijvoorbeeld: meer eten of drinken dan nodig om te leven, dingen kopen die niet noodzakelijk zijn om te leven, gebrek aan zelfbeheersing op vele mogelijke vlakken zodat het zien van een bepaalde prikkel leidt tot één of andere vorm van “kortsluiting”, en onvrede schept indien aan de opkomende lust niet toegegeven kan worden. Het is geen zonde, zich iets aan te schaffen of te nuttigen dat boven het levensnoodzakelijke uitstijgt, maar indien dit tot een gewoonte wordt waartegen U weinig of 56 geen weerstand blijkt te hebben, wordt U kwetsbaar voor bekoringen en diverse ondeugden (onmatigheid, onzuiverheid en andere). De reclamewereld speelt hier een verderfelijke rol. 2. de verveling, elk gebrek aan zingeving aan Uw leven. Verveling is in wezen een uiting van onvermogen om het nut te begrijpen van een bepaalde gebeurtenis of situatie. Zij is een vorm van onvrede in de ziel die niet in staat is om deze gebeurtenis of situatie in verband te brengen met Gods Werken, Plannen en Voorzienigheid op haar levensweg. In de ervaring van de verveling wint de satan toegang tot de ziel doordat zij naar zingeving zoekt en deze niet vindt. Precies doordat zij in deze fase niet volkomen met God verbonden lijkt, leidt de satan haar gemakkelijk af naar situaties die haar een nieuwe invulling van de leegte in haar leven beloven. Vaak worden via deze weg de criminaliteit en allerlei vormen van afwijkend gedrag geboren. Vele van de uitspattingen die U in deze moderne tijden om U heen kunt vaststellen, zijn daar vruchten van. 3. de onwetendheid. De mens heeft nooit een alomvattende kijk op de volle werkelijkheid van de dingen en situaties om hem heen. Daardoor trekt hij vaak verkeerde conclusies, schat hij situaties onjuist in, en ziet hij vaak niet (of pas heel laat) dat hij bezig is, geleidelijk aan van het leven in en met God af te dwalen. Onwetendheid kan in vele gevallen verontschuldigd worden, maar kan niettemin oorzaak zijn van vele ondeugden bij de medemens, doordat deze niet steeds in het reine komt met de vele fouten die de onwetende maakt en waar hij niet lijkt bij stil te staan. 4. de verblinding. Hangt nauw samen met de onwetendheid. Verblinding is het onvermogen om de hand van het kwaad te zien in een gebeurtenis, situatie of ontwikkeling, omdat de dingen niet altijd zijn wat ze lijken te zijn. Verblinding is de vrucht van een gebrek aan onderscheidingsvermogen, doordat de ziel geen zuiver contact heeft met Gods Geest. Deze gesteldheid is gevaarlijk omdat zij vaak het fundament wordt van een levenshouding waarbij de ene zonde op de andere volgt: het oordeelsvermogen kan onwerkzaam worden en de ziel ziet zelfs de eigen ondeugden niet meer. Velen leiden een leven van geestelijke duisternis, biechten nooit, en zijn er niettemin van overtuigd dat zij niets verkeerds doen. Deze zielen geven vaak hun medemens de schuld voor alles wat in hun leven verkeerd loopt. 5. de verslaving. Verslaving is het resultaat van zwakheid in hoge graad. Zij is de gesteldheid van de ziel die afhankelijk wordt van de gevoelens van schijnbevrediging die opgewekt worden door toe te geven aan bepaalde schijnbehoeften. Verslaving heeft de neiging, de verslaafde tot het grootste kwaad te brengen om deze bevrediging in stand te houden. In vrijwel alle gevallen is verslaving slechts mogelijk 57 doordat de ziel volkomen ondervoed raakt en alle aandacht in het leven naar het lichamelijk welbevinden gaat (of wat aldus aangevoeld wordt; vaak is dit een heel groot zelfbedrog). Voorbeelden: verslaving aan drugs, bepaalde medicijnen zoals antidepressiva en slaapmiddelen, snoepzucht, bepaalde dwangmatige gewoonten, seksuele uitspattingen, enzovoort. Verslaving legt vaak totaal onverwachte wegen open voor de meest uiteenlopende afgeleide gewoonten die de ziel tot volmaakte slaaf van de satan maken. Zo kan de mens bijvoorbeeld de behoefte voelen om constant omringd te zijn door harde muziek, daardoor verzeild raken in het uitgaansmilieu, en uiteindelijk verstrikt raken in drugs en criminaliteit. 6. de teleurstelling. Dit is de gesteldheid waarin de verwachtingen van de ziel ten aanzien van bepaalde ontwikkelingen in het leven niet ingelost zijn. Teleurstelling is in wezen opstandigheid tegen (dus nietaanvaarding van) Gods beschikkingen voor de loop van Uw levensweg. Teleurstelling kan leiden tot gedrag dat precies het tegenovergestelde is van wat de ziel aanvankelijk beoogde of nastreefde. Bijvoorbeeld: een christen kan ketter worden, een priester kan uittreden en een losbandig leven leiden. Teleurstelling kan in kleine dingen schuilen en kan, indien zij herhaaldelijk optreedt, een vrijwel aanhoudende onvrede in het hart scheppen, die een zeer rijke voedingsbodem voor bekoringen vormt. Teleurstelling kan aanleiding geven tot een hele levenshouding die gebaseerd is op spot, hatelijkheid, laster, roddel, achterklap, godslastering enzovoort, in een verwrongen poging om de eigen onvrede te compenseren door medemensen (en al wat heilig is) neer te halen. 7. de vermoeidheid. Lichamelijke, geestelijke of emotionele vermoeidheid verlaagt vaak de weerstand tegen bekoringen om af te wijken van de deugdzaamheid. Indien de vermoeide mens onvoldoende gerijpt is in de liefde, de overgave, de aanvaarding en de offerbereidheid, loopt hij constant het gevaar dat zijn toestand aanleiding geeft tot opvliegendheid, onvriendelijkheid, ontevredenheid, norsheid, ongeduld, prikkelbaarheid, agressie, en ook onmatigheid (zichzelf schade toebrengen door de neiging om zich “te verwennen”). 8. de angst. Angst is een vruchtbare voedingsbodem voor afwijkend gedrag. Angst geeft aanleiding tot twijfels, gebrek aan vertrouwen, ondoordacht handelen en spreken, en soms tot agressief gedrag. Angst sluipt in de ziel zodra deze het gevoel van houvast verliest. Vaak ontstaat zo een levenshouding waarbij de macht van elke Hemelse tussenkomst in het leven onderschat of niet meer geloofd wordt. 9. de ontmoediging. Dit is de gesteldheid van de ziel die overweldigd is door de lasten en tegenslagen van het leven, of die geschokt is doordat een verwachting niet ingelost is. Ontmoediging legt de ziel lam: zij vindt niet meer de kracht noch de lust om te strijden voor de verbetering van 58 haar levenslot, of om het hoofd te bieden aan de hinderpalen op haar weg. Ontmoediging is het werk van de satan, die hierdoor tracht te verhinderen dat de ziel nog zou bijdragen tot de verwezenlijking van Gods Plannen. Een vaak voorkomend gevolg is de onverschilligheid tegenover alles wat heilig is, en de laksheid in de naastenliefde in al haar elementen. 10. de twijfel en onzekerheid. Een ziel die onzeker wordt, heeft geen vast vertrouwen meer in Gods werking in haar leven. Zij begint in zekere zin te verwachten dat haar ondernemingen zullen mislukken. Onbewust snijdt deze ziel zich van God af en gelooft zij dat zij alles op eigen kracht moet oplossen, terwijl zij bovenmatig rekening houdt met een slechte afloop van de dingen van het leven. Met andere woorden: de onzekere, twijfelende ziel gelooft in feite dat de satan machtiger is dan God. Zo schakelt zij zichzelf uit als werktuig voor het goede. Hoe kunt U Uw ziel wapenen tegen de bekoringen? 1. Bid om zelfkennis, zelfbewustzijn, inzicht in eigen gedragingen, reacties en gewoonten. Zo kunt U Uw eigen zwakheden ontdekken. Leer Uzelf bekijken alsof U naar iemand anders zou kijken. Zo kunt U een meer onbevooroordeelde kijk krijgen op de valstrikken waar Uzelf telkens weer dreigt in te trappen. 2. Bid voor het herkennen van bekoringen, en om inzicht in de strategieën van de satan. Om Uw vijand doeltreffend te bestrijden, moet U hem kennen en zijn werkwijzen beginnen te begrijpen. 3. Leef met Uw innerlijke blik op Maria en Jezus gericht. Zo zal Uw ziel automatisch afgestemd raken op heiligheid in gedachten, gevoelens, woorden, verlangens en handelingen. Wanneer U op Maria en Jezus ingesteld bent, komt automatisch een zekere overvloeiing van Hen naar U toe op gang. 4. Leid een leven van veelvuldig, aandachtig en vurig gebed. Tijdens gebed kan de satan U niet raken, want gebed schept een verbinding tussen Uw hart en God Zelf. Een leven dat doordrongen is van de geest van gebed, schept aldus een blijvend sterke band met het Licht. 5. Leer elke bekoring beschouwen als een vernedering die de satan U wil doen ondergaan. Dit zal U ertoe aanzetten om hem niet de genoegdoening te verschaffen dat hij U kan manipuleren naar zijn goeddunken. U bent niet geschapen om speelbal van Gods vijand te worden. 6. Leer Uzelf onderzoeken in handelingen, woorden, gedachten en verlangens, en vraag U af of deze negatieve gevolgen (kunnen/zullen) hebben voor Uw eigen ziel of de ziel van medemensen. Indien U twijfelt, en de twijfel wijkt niet na intens gebed tot de Heilige Geest, mag U ervan uitgaan dat Uw geweten U waarschuwt dat Gods Geest U van Uw 59 voornemen wil wegleiden omdat het niet in overeenstemming is met Gods bedoelingen. Indien een handeling, woord, gedachte of voornemen geen onverdeeld gevoel van vrede in U nalaat, doet U er goed aan, ze niet (meer) toe te laten. De satan en zijn ingevingen laten geen goede gevoelens na. 7. Leer Jezus en Maria zien in al Uw medemensen. Dan zult U niet de neiging voelen om iemand te benadelen. 8. Leer te beseffen dat de dingen der wereld slechts een relatieve waarde hebben, dat zij vergankelijk zijn en van geen nut voor de ziel. Besef bovendien dat U hen slechts in bruikleen krijgt. God blijft Eigenaar van alles: Uw huis, Uw goederen, Uw kinderen en Uw eigen leven. 9. Oefen Uzelf in het besef dat elke goede daad, woord of gedachte de vestiging van Gods Rijk op aarde helpt bespoedigen, en dat elke toegeving aan de bekoring in daad, woord of gedachte die vestiging helpt uitstellen. Wanneer U begrijpt dat Gods Rijk op aarde het einde betekent van alle ellende, alle lijden, alle pijn, alle verdriet en ongeluk, zult U steeds méér vreugde scheppen in elke overwinning die U op de bekoorder behaalt, ook in de kleine dingen van elke dag. 10. Wijd Uzelf en Uw hele leven totaal toe aan Maria. Dit is het belangrijkste, alles overkoepelende wapen. Een ware, oprechte, totale, onvoorwaardelijke en eeuwigdurende toewijding aan Maria is een heilig verbond waardoor U Uzelf en alles wat U hebt, Uw hele leven, alle ervaringen, alle lijden en lasten in Maria’s handen legt opdat Zij het zonder beperkingen kan gebruiken voor het heil van de zielen en Uw eigen heiliging. Wanneer de ziel zich volkomen aan Maria geeft en Haar in volle vrijheid in zich laat werken, wordt zij beschermd tegen alle bekoring, omdat zij dan Maria’s bezit en eigendom wordt, en Maria Haar eigendom niet laat bezoedelen door de werken van Haar grote tegenstander, de satan. Alles wat waarlijk in Maria’s handen rust, wordt heilig gemaakt. U bent geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. De heiligheid is het uiteindelijk doel van Uw leven. Elke toegeving aan de bekoring verstoort dit plan. Elke overwinning op de bekoring brengt het paradijs dichterbij, want de heiligheid is totale zelfoverwinning. In Voluntate Dei, Uw “Myriam” GIJ HEBT MAAR ÉÉN LERAAR: DE CHRISTUS 36. Openbaringen over verborgen Vijanden van Gods Rijk Onze westerse samenleving, die bij uitstek het deel van de wereld beslaat waarin het christendom gegrondvest is, wordt vooral sedert 60 enkele eeuwen steeds zwaarder getekend door de invloeden van krachten die in wezen antichristelijk zijn en die steeds grotere struikelblokken vormen voor de vestiging van Gods Rijk op aarde. Het gaat om vaak onvoldoende bekende invloeden op het denken van mensen en op de wijze waarop zij naar de wereld en het leven kijken. Deze invloeden werken als een sluipend en dodelijk gif, dat onder vele verschillende vormen in de zielen wordt gespoten. De eerste doelstelling van Uw leven als christen bestaat eruit, de vestiging van het Rijk van Christus op aarde te helpen voorbereiden. Dat is alleen mogelijk indien U de vijanden van dit Rijk herkent. De volgende denkstromingen en wereldbeelden zijn mij geopenbaard als de gevaarlijkste voor ons christelijk gedachtegoed: 1. Materialisme Het materialisme is wellicht de oudste levensvisie van de mensheid vanaf de erfzonde. Sedert de zondeval kon de mens niet langer zonder enige inspanning leven van de gaven die God hem in het Aards Paradijs ter beschikking stelde. De bevrediging van zijn stoffelijke behoeften eiste voortaan een veel groter gedeelte van zijn aandacht op. Doch de stoffelijke noden werden voor steeds meer mensen een doel op zich, en zelfs het enige doel van hun leven. Dit was de geboorte van het materialisme, de levensvisie die alle klemtoon legt op de materiële (stoffelijke) belangen, en de behoeften van de ziel steeds méér verwaarloost. Terwijl het christendom in het westen de belangstelling voor het leven van de ziel nog lange tijd in stand heeft weten te houden, is het materialisme pas echt zijn vernietigend werk begonnen ten tijde van de industriële revolutie in de 18e eeuw, toen de techniek en de wetenschap zo snel begonnen te ontwikkelen dat de mens van de nieuwe uitvindingen zijn god begon te maken. In vele harten betekende dit de dood van de christelijke gedachte. Het materialisme heeft in talloze zielen elk venster op God gesloten. Steeds meer worden niet langer behoeften bevredigd door stoffelijke bezittingen, doch integendeel meer en meer nieuwe behoeften geschapen. Wij leven nu volop in een consumptiemaatschappij: er wordt niet meer geproduceerd of gekocht om behoeften te bevredigen, er wordt geproduceerd om winst te maken en gekocht om te bezitten, macht en aanzien tentoon te spreiden, en in grotere luxe te kunnen leven. Jezus zei: “Gij hebt slechts één Leraar: de Christus”. Hij bedoelde hiermee dat U Uw leven uitsluitend mag afstemmen op de woorden en ideeën van Jezus. In het materialisme heeft de “leraar” vele gezichten: de reclamewereld, de media, het bank- en kredietwezen en de beursberichten schrijven hier de regels voor, waar de materialistisch ingestelde mens zijn leven op afstemt. Welke gevaren voor het christendom schuilen in het materialisme? 61 - de behoeften van de ziel worden verwaarloosd. De mens is zozeer bezig met wereldse doelstellingen dat het eeuwig leven hem niet echt interesseert. Hij wil te allen prijze zijn stoffelijke behoeften bevredigen, en wanneer deze op enige wijze in strijd zijn met wat volgens de christelijke Leer wenselijk of geoorloofd is, zal hij eerder het christendom terzijde schuiven dan zijn levenswijze aan te passen. - er worden de mens steeds méér stoffelijke behoeften aangepraat, omdat elke vermeende behoefte leidt tot de aankoop van stoffelijke dingen, en dit voor de producenten van goederen geld en winst oplevert. De materialistische samenleving is totaal gegrondvest op de circulatie van geld, en ieder mens die zich niet in dit systeem inpast, wordt als abnormaal of afwijkend beschouwd. De druk om “te doen zoals de anderen” is soms vernietigend groot. - elk verlangen of elke behoefte om zichzelf iets te ontzeggen (boetvaardigheid en offerbereidheid) wordt door de omgeving afgekeurd, want “men leeft slechts één maal, en moet dus zoveel mogelijk genieten van het goede van het leven”. Deze stelling is een regelrechte aanval op het medeverlossend lijden. - doordat iemands aanzien in onze samenleving gewoonlijk gemeten wordt aan de hand van zijn zichtbare bezittingen, is de bekoring groot om zichzelf te verrijken ten koste van de medemens. Deze houding betekent in vele harten de doodsteek aan elk gevoel van naastenliefde en onbaatzuchtigheid. Bedenk steeds dat de naastenliefde een vuur is dat zeer vele andere deugden aansteekt, en dat zodra dit vuur gedoofd wordt, de ziel als geheel koud wordt en alle levenskracht verliest. Naarmate de naastenliefde uitsterft, verdwijnt ook de ziel van de samenleving als geheel. Op een ontzielde samenleving rust niet langer Gods zegen. Daarom is een materialistische maatschappij zoals drijfzand waarop elk fundament van Gods Rijk gewoon verzinkt. 2. New Age “New Age” betekent letterlijk "Nieuwe Tijd" of het "Nieuwe Tijdsdenken". Het is in feite een complex geheel van allerlei visies op een nieuwe wereld, die een aantal grote gevaren voor het christendom in zich verbergen. Volgens de astrologen komt de zon elke 2000 jaar in een ander sterrenbeeld te staan. Omstreeks onze huidige tijd zouden wij volgens hen overgaan van het sterrenbeeld Vissen naar dat van de Waterman. Het Vissentijdperk was de tijd van de voorbije 2000 jaar christendom. Om die reden is de vis een symbool voor de christenen. New Age-aanhangers zien dat die tijd veel chaos in de wereld heeft gebracht, en stellen het christendom grotendeels daarvoor verantwoordelijk. Het Watermantijdperk moet volgens hen harmonie brengen tussen mensen onderling en met het geheel van de kosmos, de dieren en planten, en eenwording van allerlei godsdiensten tot één 62 wereldreligie. Zij zien deze laatste als een soort “alternatieve godsdienst”, een mengelmoes van magie, mystiek en wetenschap. Zij willen die wereldreligie vormen naar het model van de oosterse godsdiensten, maar zij wijzen af dat er een persoonlijke God zou bestaan: zij zien God als “alomvattende kosmische energie”. Uiteindelijk valt God voor hen samen met de mens zelf, want volgens New Age moet de mens zijn ziel ontwikkelen tot “godsrealisatie”: zelf als het ware God worden. Zij zoeken deze godsrealisatie via spirituele oefeningen zoals yoga, bepaalde meditatietechnieken, en zelfs via het opwekken van extasen en “Godsschouwing” door gebruik van drugs en gelijksoortige middelen. Hieruit blijkt de duivelse invloed van New Age: ook in het Aards Paradijs zei de satan reeds tijdens zijn geslaagde verleidingspoging “gij zult zijn zoals God”. Overigens bestaan zonde en kwaad volgens het New Age-denken niet eens. New Age dweept met begrippen zoals wereldvrede, liefde en eenheid, maar aanvaardt niet dat deze uitsluitend van Jezus Christus afkomstig kunnen zijn. Zij zien Christus niet als God doch louter als een verlichte profeet. Andere mysterieuze figuren (onder andere de Indische “avatars”) beschouwen zij daarentegen als vertegenwoordigers van God op aarde, de vele leraars die de ziel naar de godsrealisatie moeten voeren. New Age beschouwt elk ongeluk als iets dat niet thuishoort in het leven. Volgens deze visie betekent ongelukkig-zijn dat men iets fout doet, en daar moet men zelf iets aan veranderen door bepaalde spirituele therapieën te volgen en de eigen toekomst te leren kennen en beïnvloeden door gebruik van systemen zoals waarzeggerij, tarotkaarten en allerlei occulte bezigheden zoals pendelen en astrologie. De wereldvrede verwachten zij niet van Jezus Christus, doch van allerlei onchristelijke visies en vormen van aanbidding of eredienst met sterk magische trekken zoals tovenarij, occultisme, hekserij, heidense rituelen, esoterische wetenschappen en dergelijke, die soms regelrechte bindingen hebben met het satanisme. Zij zoeken het heil voor de wereld niet bij God zoals wij christenen Hem kennen, doch bij de mens zelf. De mens draagt alle macht in zich. Zij willen een “nieuwe orde” in de wereld brengen, waarin geen plaats meer is voor Christus, want volgens hen heeft het christendom de wereld gebracht tot de warboel die wij nu om ons heen zien. New Age lokt talloze mensen door in te spelen op de algemene ontevredenheid en ontgoocheling en te wijzen op de vele conflicten die de menselijke geschiedenis kenmerken. Deze beweging gaat ervan uit dat deze er niet geweest waren indien Jezus Christus werkelijk God is. New Age wil alle tegenstellingen wegwerken, en zoekt daarom naar een soort cement om alle denken samen te brengen in een wereldreligie waarin de christelijke leer geen plaats meer krijgt doch de mens zelf uiteindelijk God moet worden. 63 De christelijke leer wordt dus verworpen. Het Verlossingsmysterie wordt met kracht bestreden en vervangen door de reïncarnatiegedachte: de geschiedenis wordt niet bekeken als een lijn, maar als een cirkel waarin alles blijft terugkeren. De ziel wordt herhaaldelijk "opnieuw geboren" (reïncarnatie betekent letterlijk “opnieuw in het vlees komen”) om uiteindelijk de godsrealisatie te voltooien. Dit betekent meteen dat de hel en het vagevuur volgens aanhangers van reïncarnatie niet bestaan, want de ziel komt zogenaamd toch steeds op aarde terug om haar ontwikkeling te voltooien. Zij zien het leven dus niet als een eenmalige kans, doch als één van ontelbare kansen. Hierdoor ontbreekt de stimulans om de ziel elke dag weer naar de ware heiligheid te brengen: voor God heeft de mens slechts één leven, en de ziel kent dag noch uur van het einde van dat ene leven. Daarom moet zij elke dag leven alsof die dag haar laatste kans was om heilig te worden. Voor de aanhanger van reïncarnatie is dit onaanvaardbaar. In feite maken ook de vele systemen om dingen en gebeurtenissen te verklaren en te ordenen, deel uit van het New Age-denken. Hiertoe behoren onder andere Feng Shui, allerlei persoonlijkheidsklassificaties, stenen met magische kracht die bij welbepaalde mensen passen, systemen voor de verklaring van dromen, horoscopen, enzovoort. Dit zijn pogingen van de mens om zelf totaal greep te krijgen op alles, zodat God overbodig lijkt. Precies doordat het New Age-denken zo veelzijdig en complex is, en zoveel elementen en aspecten kan behelzen, is het buitengewoon vatbaar voor satanische invloeden. New Age weigert de christelijke leer te beschouwen als enige Heilsleer, en opent daardoor reeds de deur naar volkomen dwaling, misleiding en zelfverdoeming voor elke ziel die ermee omgaat. Deze beweging bedient zich trouwens graag van valse mystiek met boodschappen en leerstellingen die niet te bewijzen maar ook soms moeilijk te ontkennen zijn, alsook van stellingen uit de “wetenschap”, zoals de evolutieleer van Darwin, volgens dewelke de mens niet geschapen is doch ontstaan is uit een aapachtig wezen. Niet alleen is deze dwaling een gruwel in Gods ogen, zij legt bovendien niet uit waar dan de aap vandaan komt. Ook door deze dwaasheid slaagt de misleide mens er niet in, God helemaal weg te denken. 3. Humanisme Het humanisme is een levensbeschouwing die enkele eeuwen geleden veld begon te winnen. Het legt de klemtoon op de kwaliteit van het leven en het feit dat het leven “menswaardig” moet zijn. In het humanisme ligt de klemtoon op de mens, zodat God afgeschaft wordt. De humanist legt het volle vertrouwen op de mens en zijn eigen verstand, en gaat ervan uit dat God niet meer nodig is. God wordt beschouwd als een maaksel van de menselijke geest. Volgens deze visie moet de mens 64 alles zelf doen, op eigen kracht, en moet hij zijn eigen wil volgen. De Wil van God is voor de humanisten van geen tel, aangezien God volgens hen niet eens bestaat. In de 17e eeuw was er zelfs een bekende humanistische filosoof die zei dat de Bijbel niet het Woord van God maar “mensenwerk” is. Welke gevaren voor het christendom schuilen in het humanisme? - de christelijke Leer predikt meer dan enige andere leer de noodzaak van naastenliefde. In het humanisme wordt deze visie echter misbruikt door te stellen dat de mens niet meer mag lijden. Dit betekent echter dat elke inspanning om door menselijk lijden bij te dragen tot de aflossing van de gemeenschappelijke zondeschuld, bij voorbaat ontmoedigd wordt. De zondigste vruchten van humanistisch denken zijn euthanasie en abortus. Door euthanasie wordt het lijden in het zieke lichaam afgebroken, en door abortus wordt een gemakkelijke mogelijkheid geboden om niet de financiële en andere eventuele lastige gevolgen te moeten dragen van seksueel gedrag dat in bepaalde gevallen niet verenigbaar is met de christelijke Leer. - in het humanistisch denken wordt de mens als het ware tot zijn eigen god gemaakt, worden de menselijke krachten en mogelijkheden overdreven, en wordt de mens niet meer aangespoord om Gods Wil te doen. Is er een ergere vorm van afgoderij dan de aanbidding van zichzelf? Wanneer de mens, die door de erfzonde zondig geboren wordt, zichzelf begint te beschouwen als almachtig, alwetend en boven alles verheven, wordt elke band tussen de mensheid en God definitief doorgesneden. In dat geval is er geen enkel uitzicht meer op Verlossing en Eeuwig Leven. Mede door dit wereldbeeld, dat in feite niet eens verschilt van heidendom, worden de wetenschap en de techniek verheven tot verwezenlijkingen die aanbeden moeten worden en waarin alle geloof gesteld wordt. Het feit dat iets “wetenschappelijk bewezen, aangetoond of ontdekt is”, schept dan een soort verplichting om het onvoorwaardelijk te respecteren en ernaar te leven. Hij die er tegenin gaat, haalt zich de vijandschap van velen op de hals. Doordat het wetenschappelijk denken vaak in conflict is met Gods belangen, wordt de wetenschap als uitvinding van een mensheid die zichzelf god waant, uiteindelijk tot grote vijand van Gods Rijk op aarde. 4. Protestantisme Het protestantisme is in de 16e eeuw ontstaan als reactie tegen de Katholieke Kerk. Hoewel het een godsdienstige stroming is die oorspronkelijk uit het ware christendom is voortgekomen, ondermijnt het op diverse punten Gods Eeuwige Waarheid en de vorming van Zijn Rijk op aarde. De protestanten hechten geen geloof aan het gezag van de Kerk of aan de pauselijke beslissingen. Dit betekent dat zij ook de dogma’s niet erkennen. De dogma’s zijn geloofspunten die de Kerk ons 65 voorhoudt, te geloven, omdat de Heilige Geest ze heeft geopenbaard als wezenlijke elementen van Gods Waarheid, bijvoorbeeld de Onbevlekte Ontvangenis van Maria, de Maagdelijkheid van Maria, enzovoort. De protestanten baseren hun geloof overigens uitsluitend op de Bijbel, wat meteen alle openbaringen gegeven na Jezus Christus uitsluit. Op grond van deze beide laatstgenoemde redenen is het begrijpelijk dat de protestanten fel gekant zijn tegen Mariaverering: de ware grootheid van Maria blijkt vrijwel alleen uit de dogma’s en uit de openbaringen via mystici. Het protestantisme erkent slechts twee sacramenten: het doopsel en het “avondmaal”: een protestantse eredienst is derhalve geen Eucharistie, want er gebeurt geen transsubstantiatie (geen verandering van brood en wijn in Lichaam en Bloed van Christus). De “communie” in de protestantse dienst is slechts de herdenking van het Laatste Avondmaal, niet van het Verlossingsoffer van Jezus. De protestanten geloven trouwens dat verlossing louter en alleen een gave is van God die niet verdiend kan worden door aan zichzelf te werken. Dit betekent dat volgens hen geen zonden vergeven worden in de Biecht, dat de ziel zich niet kan louteren in het vagevuur, en dat de ziel ook niet de Hemel kan verdienen door deugdzaamheid en goede werken. Welke gevaren voor het christendom schuilen in het protestantisme? - een zogenaamd christelijke godsdienst die geen geloof hecht aan de beslissingen en dogma’s die door de Paus afgekondigd worden, maakt de Kerk stuurloos en bevordert chaos. Alle verwarring en stuurloosheid is een voedingsbodem voor de krachten die de vestiging van Gods Rijk op aarde tegenhouden. - elk verzet tegen de verering van de Heilige Maagd verbreekt op de meest drastische wijze de banden tussen God en de mensheid. Maria is de Brug tussen Hemel en aarde, de Middelares van alle Genaden, de machtige Voorspreekster bij God, de grote Medeverlosseres en de Leidster van de zielen naar de heiligheid. Geen verering van Maria, betekent meteen het uitsluiten van alle toewijding aan Maria, zodat het cement uit de funderingsmuur van Gods Rijk op aarde weggenomen wordt. Ik verwijs U hiervoor naar al mijn andere geschriften. - een “christelijke” godsdienst die niet gelooft in de verandering van de offergaven van het altaar in het Lichaam en Bloed van Christus, is als onvervalst heidens gif voor de zielen. Op de Waarheid van deze verandering is de eeuwigdurende herhaling van het Verlossingsmysterie van het Kruis gebaseerd, de onophoudelijke Zelfgave van Christus aan de zielen die Hem komen ontvangen in de Eucharistie (“Zie, Ik ben met u alle dagen, tot het einde der tijden”). - een “christelijke” godsdienst die de zielen laat geloven dat alles wat zij aan goeds kunnen doen, geen waarde heeft voor hun verlossing, 66 bevordert niet de naastenliefde en spoort niet aan tot de ware navolging van Jezus. 5. Vrijzinnigheid Vrijzinnigheid is de gezindheid volgens dewelke ieder mens vrij zijn overtuiging moet kiezen en zich niets mag laten opleggen. Om die reden wordt bijvoorbeeld de Goddelijke Wil niet aanvaard, omdat deze beschouwd wordt als een macht die van buitenaf opgelegd wordt. De vrijzinnige wijst God Zelf af. Hij aanvaardt niet dat er regels van goed en kwaad bestaan die door God opgelegd worden. Alles wat met God te maken heeft, moet voor de vrijdenker “van de samenleving afblijven”. Daarom vindt hij dat de Kerk geen invloed mag krijgen op het dagelijks leven. Ook de kerkelijke dogma’s worden afgewezen, want ook zij leggen zogezegd waarheden op. Volgens de vrijzinnige moet de genotzucht het leven leiden, en zeker niet het christelijk Verlossingsmysterie, want dit legt de nadruk op de immense waarde van het lijden. Vrijzinnigheid komt onder andere tot uitdrukking in de vrijmetselarij (die trouwens ook een band heeft met New Age), die Christus afwijst als de enige ware weg naar God en zeker het Verlossingsmysterie niet aanvaardt. In elke vorm van vrijzinnigheid wordt de nadruk gelegd op de vrijheid van de mens. Binnen een dergelijke denkwijze past God totaal niet, omdat God (en de Kerk, de godsdienst en alles wat met God verband houdt) wordt beschouwd als een soort (ingebeeld) controlemechanisme dat de vrijheid van de mens aan banden legt. Eén van de grootste gevaren van vrijzinnigheid bestaat hierin dat zij de deur openstelt voor een leven zonder regels en de verwerping van alles wat noodzakelijk is om de verlossing van de ziel te verwezenlijken. Dit beknopt overzicht velt geen oordelen. Het wil niet zielen schandvlekken indien zij de gevangene zijn (geweest) van één of meer van deze valstrikken. Het wil U slechts als christen waarschuwen voor denk- en leefwijzen die de fundamenten van Gods Rijk ondermijnen. Waarom doen zij dit? Omdat zij gefundeerd zijn op de dwalingen van valse “leraren” in plaats van op de ene Waarheid van de enige echte Leraar, de Christus. Materialisme is de vrucht van de gretigheid, hebzucht en de uitsluitende belangstelling voor de behoeften van het stoffelijk element van het aardse leven: het lichaam en zijn noden. De andere zijn vruchten van het feit dat de mens vaak onwillig is om de Wetten en Waarheid van God in eenvoud te aanvaarden vanuit zijn hart en te leven op de kracht van de Liefde, doch in de plaats daarvan de wereld en het leven vaak neigt te benaderen vanuit de geest, alles te beredeneren en te analyseren in een poging, de werkelijkheid te vatten door menselijk denken. Zodra de mens Gods Waarheid, Wet en Wil, die hem nochtans in de ziel zijn gelegd en waaraan hij dagelijks in zijn hart 67 herinnerd wordt, begint af te wijzen om de wereld te interpreteren vanuit zijn eigen verstand, begint hij te dwalen omdat hij niet langer de ene Goddelijke Leraar, Christus, volgt, doch de valse leraren die uit zijn eigen menselijk midden opstaan. De dwalende mens wordt zijn eigen god, en aanbidt zijn eigen vermogens, verstand en “wijsheid”, die nochtans niets anders zijn dan dwaasheid die hem naar de ondergang voeren indien zij niet door God Zelf bezield worden. In deze mens worden de verzuchtingen van de Heilige Geest overstemd door de misleidingen en leugens van de vorst der duisternis, die spreekt door de mond van misleiden. Wees daarom waakzaam, en laat nooit toe dat Uw levensvisie of wereldbeeld getekend worden door enige leer die afwijkt van Gods ene en eeuwige Waarheid zoals deze tot uiting komt in de traditionele leer van de Rooms-katholieke Kerk van Jezus Christus, het Evangelie en de dogma’s. Noem geen mens “meester”, want U hebt maar één Leraar: de Christus. In Voluntate Dei, Uw “Myriam” BIDT DAT GIJ NIET OP DE BEKORING INGAAT 37. Openbaringen over de Zwakheid van de Mens In Stormschrift nr. 35 hebben wij het gehad over de bekoring. Een bekoring kan overwonnen worden, en in dat geval blijft zij onvruchtbaar voor de satan maar brengt zij wel vrucht voor de ziel zelf en voor andere zielen. Indien de bekoring niet overwonnen wordt, doet zij de ziel struikelen tot ondeugd of tot zonde. Zwakheid is de gesteldheid die onmiddellijk voorafgaat aan dat “struikelen”. U zou zwakheid kunnen beschouwen als de deur naar de zonde. Uw verzet tegen de bekoring is de inspanning om die deur gesloten te houden. Zodra U eraan toegeeft, gaat de deur open. Zwakheid is het gebrek aan weerstand tegen het gevoel dat U een bepaalde bevrediging nodig hebt. Het gaat hierbij niet om het toegeven aan de aandrang om een levensnoodzakelijke behoefte te bevredigen, bijvoorbeeld eten omdat U honger hebt, drinken omdat U dorst hebt, slapen omdat U moe bent, enzovoort. Zwakheid wordt het wèl wanneer U toegeeft aan een behoefte die uitstijgt boven datgene wat voor het leven nodig is, bijvoorbeeld overdadig eten, of eten van ongezonde doch voor het oog aantrekkelijke dingen, drinken van dranken die U kunnen schaden, en dergelijke. Zwakheden zijn eigen aan het leven in een lichaam, omdat een lichaam bestaat uit stof (materie, dus - eenvoudig uitgedrukt - vlees, bloed en beenderen) die voeding en bescherming verlangt en nauw 68 verbonden is met de zintuigen (zien, horen, voelen, smaken en ruiken). De indrukken die Uw zintuigen opvangen uit Uw omgeving, zijn nodig om Uw lichaam te informeren over Uw leefwereld en U tijdig te waarschuwen over mogelijke bedreigingen. Doch deze indrukken binden U ook aan de wereldse belevingen vast. Hoe groter het belang dat U toekent aan de wereldse belevingen, des te groter worden de behoeften die U vanuit Uw lichaam aanvoelt, en des te groter wordt Uw drang om deze te bevredigen. Wanneer Uw hart en geest weinig bezig zijn met de dingen van de Hemel, zult U eerder geneigd zijn om te geloven dat Uw leven niet meer leefbaar is indien U niet onmiddellijk toegeeft aan de drang om elke stoffelijke behoefte te bevredigen. U kunt dit bijvoorbeeld gemakkelijk vaststellen wanneer U winkelt: hoe groot is Uw weerstand tegen de drang om dingen te kopen die niet levensnoodzakelijk zijn? In welke mate kunt U zich bedwingen wanneer U iets waarneemt dat Uw zinnen prikkelt (in de breedste zin van het woord)? Raakt U snel opgewonden door bepaalde prikkels? Wanneer een beeld, geluid, geur, gevoel of smaak een bepaalde lust in U wekt, geeft U daar dan meteen aan toe, of kunt U die prikkel snel en zonder veel strijd van U afzetten, of blijft deze U achtervolgen (in Uw hoofd, hart of lichaam knagen) tot U eraan toegeeft, of indien U er niet kunt of mag aan toegeven: wordt U door die niet-bevrediging knorrig, droefgeestig, agressief, ongenietbaar of algemeen ontevreden? Om Uzelf te leren kennen, moet U letten op Uw eigen reacties, gevoelens en gedragingen nadat Uw zintuigen bepaalde prikkels hebben opgevangen. De innerlijke strijd die volgt op een prikkel vanuit Uw zintuigen, gevoelens die daarmee gepaard gaan, en de wijze waarop U daar in daden, woorden, gedachten en verlangens op reageert, kan U veel leren over de aard en de intensiteit van Uw eigen zwakheden. Het feit dat zwakheid eigen is aan het leven in de materie, betekent niet dat U onvermijdelijk slaaf moet blijven van behoeften die niet echt noodzakelijk zijn. U moet begrijpen dat de noodzakelijke behoeften deze zijn welke God in U heeft voorzien. Zij stellen Uw lichaam in staat om op aarde te leven als vervoermiddel en tempel van Uw ziel. De niet noodzakelijke behoeften zijn deze welke U als bekoring in het hart worden gelegd en die U dus op dwaalwegen kunnen voeren. Waar komen zij vandaan, indien God ze niet heeft voorzien? En waar komt de zwakheid vandaan die de mens zo gevoelig kan maken om eraan toe te geven? 69 Zwakheden zijn vruchten van de erfzonde. Hoe kunnen ze dan overwonnen worden? Hoe overwint de mens de uitwerkingen van de erfzonde? Door te groeien in de ware Liefde tot God en tot Maria. De ware Liefde is de onvoorwaardelijke Liefde tot de Hemelse dingen, en deze verbondenheid drijft de toeneiging naar de wereldse dingen uit, zodat deze meer en meer aan belang lijken te verliezen. Dit proces loopt gelijk met het proces van de heiliging van de ziel. Deze ontwikkeling kunt U concreet ervaren in de totale, onvoorwaardelijke en eeuwigdurende toewijding aan Maria. Wanneer U Uw hele wezen en Uw hele leven totaal aan Maria toewijdt, wordt Uw hele belangstellingssfeer grondig veranderd, Uw vermogen tot onvoorwaardelijk liefhebben wordt steeds groter, Uw toeneiging naar het wereldse wordt steeds kleiner, en Uw verlangen naar de verwezenlijking van Gods belangen wordt spoedig de enige drijfveer van al Uw handelingen, woorden, gedachten en bestrevingen. Dit alles in de mate waarin U zich door Maria laat leiden en inspireren. Hoe kunt U dan de ware Liefde in U tot ontwikkeling laten komen? In de eerste plaats is het vermogen tot liefhebben een vrucht van de genade. Uw eigen inbreng is echter van doorslaggevend belang voor de mate waarin deze genade in Uw ziel benut wordt. Ziehier enkele hulpmiddelen: 1. Wees U steeds bewust van de vergankelijkheid van de wereldse dingen en de kortstondigheid van Uw leven op aarde, teneinde goed te begrijpen hoe relatief het belang van Uw wereldse interessen is. Dit besef zal U leren, een minder grote klemtoon te leggen op de bevrediging van materiële behoeften, en kan Uw weerstand in ogenblikken van zwakheid versterken. 2. Wees U er steeds van bewust dat Uw eeuwig geluk bepaald wordt door de mate waarin U tijdens Uw leven bekommerd bent om het nastreven van Gods belangen en van de behoeften van Uw ziel (niet-stoffelijke dingen, bijvoorbeeld de groei in de ware Liefde!). Wanneer U Uw leven verspilt door het najagen van de bevrediging van materiële behoeften, zullen de Hemelse dingen U ook na dit leven niet geschonken worden, daar U er hier op aarde te weinig belangstelling voor hebt laten blijken. 3. Wees U steeds bewust van de ontelbare gunsten, gaven en geschenken die God U in de loop van Uw leven laat toekomen, en besef dat de moeilijkheden en lasten van het leven niet Gods werk zijn, doch de resultaten van de erfzonde, van het feit dat U Uw 70 vrije wil zo vaak niet gebruikt in overeenstemming met Gods Wil en Wet, en van de ondeugden waartoe de satan Uzelf en Uw medemensen dagelijks verleidt. God zou vele dingen op de wereld anders willen, maar grijpt hierop niet in tenzij de mensheid Hem daar massaal om vraagt (gebed!). De positieve dingen lijken vaak niet op te wegen tegen de negatieve, omdat de zonde en de liefdeloosheid in de meeste zielen het gebed overwoekert. Geef niet God hiervan de schuld: Hij laat de mens zoveel vrijheid (zelfs in het negatieve) omdat Zijn Liefde voor de mens onmetelijk is. God de schuld geven voor al het negatieve in de wereld, komt er op neer dat U Hem Zijn Liefde voor de mens kwalijk zou nemen. Naarmate U zich van dit alles bewuster wordt, kunt U hieruit putten om Uw eigen Liefde te laten groeien, en een steeds groter aandeel in Uw inspanningen te richten op de verwezenlijking van Gods behoeften in plaats van op de Uwe. 4. Wees U steeds bewust van de bewijzen van Gods Liefde in de geschiedenis van de mensheid: de Schepping, de Verlossing door Jezus aan het Kruis, de belofte van het Eeuwig Rijk voor elke ziel van goede wil, de belofte van de Wederkomst van Jezus om Gods Rijk van Vrede en Liefde op aarde te vestigen, enzovoort. Het besef van Gods grenzeloze, onvoorwaardelijke Liefde voor de mensheid kan in U de behoefte wekken om God iets terug te geven door een leven dat Hem verheerlijkt. Een leven van verheerlijking aan God is een leven van zelfoverwinning, dus overwinning op Uw zwakheden. 5. Kijk om U heen en begin de grootheid en de wonderen van de natuur te begrijpen, en besef dat God dit alles voor U heeft bedacht, om U tot vreugde te zijn op Uw dagelijkse weg. Zie de schoonheid van de ongerepte natuur als één van de vele liefdesverklaringen die God jegens de mensheid uitspreekt in de vorm die voor de mens het rijkst is aan informatie, namelijk in de vorm van beelden. Onze gezichtszin is het zintuig dat het sterkst betoverd kan worden: beelden drukken zich uit in kleuren (en besef hierbij dat er verscheidene duizenden kleurschakeringen bestaan op de wereld) en in vormen, en de oneindige combinaties van kleuren en vormen onderling roepen specifieke emoties op. De natuur biedt U oneindige variaties van bloemen, planten, bomen, dieren, verschijnselen aan de hemel enzovoort, als een samenspel van miljarden kleine werelden binnen de ene grote wereld. Ook dit besef kan het hart aansporen om zich meer naar de dingen van de Hemel toe te wenden. 71 6. Bid om vermeerdering van Uw Liefde. Geen gebed is mooier en waardevoller dan dat waarin U vraagt om een groter vermogen tot liefhebben. Waarom is dat zo? Omdat Liefde de brandstof van de hele schepping is. Zij is als het ware het Bloed van God. Wie het vermogen tot de ware Liefde bezit, bezit zijn Schepper Zelf, en wordt op volkomen wijze door Hem gevoed. Tussen de ziel en God verloopt alle communicatie slechts via de Liefde. Niet woorden op zich raken Gods Hart, wel de Liefde waarvan die woorden vervuld zijn. Toen Jezus na het Laatste Avondmaal met Zijn apostelen naar de Hof van Gethsemani ging en hen verzocht om met Hem te waken en te bidden, trof Hij hen kort na Zijn eigen gebed tot de Vader slapend aan. Daarop sprak Hij; “Bidt dat gij niet op de bekoring ingaat. De geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak”. De apostelen hadden het Avondmaal genuttigd, en hun lichaam zocht rust. Op zich dus een normale reactie, geen zonde. Doch Jezus wijst met Zijn waarschuwing op het gevaar dat rijst wanneer de behoeften van het lichaam ook de ziel van haar waakzaamheid beroven. Het grootste kwaad uit de geschiedenis van de mensheid stond op het punt om toe te slaan: het verraad en de gevangenneming van de Verlosser. Daarom was het noodzakelijk om te bidden. Het kwaad bedreigt ook U in deze tijd onophoudelijk. Daarom is een leven van gebed en van totale toewijding noodzakelijker dan ooit. Om ook gedragen te worden in de ogenblikken waarop U niet bewust kunt bidden, is het belangrijk dat U Uw hele wezen en leven toewijdt aan Maria, U voortdurend bewust bent van het feit dat U daardoor partij bent in een heilig verbond, en hiernaar leeft. Alleen zo kan aan Uw ziel de alertheid worden geschonken om tijdig te herkennen wanneer Uw lichaam of geest op het punt staan om Uw ziel te verraden door de deur naar de zonde te ontsluiten. Zoals ik heb geschreven: die deur is de zwakheid. Deze deur kan ontelbare vormen en kleuren hebben. Het is van het grootste belang dat U bidt om Uw eigen zwakheden te leren kennen en herkennen, want zij zijn de grote verraders en vijanden van Uw ziel. De strijd tegen deze verraders bestaat uit drie fasen: ze leren kennen (welke zijn het?), ze tijdig leren herkennen (hoe zien zij eruit, en wanneer komen zij tevoorschijn?), en tenslotte ze overwinnen. Dit laatste betekent in feite: de kracht en het middel vinden om die deur gesloten te houden. Het slot dat op die deur past, heeft drie namen: “zelfoverwinning”, “deugdzaamheid”, “heiligheid”. Het materiaal waaruit dit slot is opgebouwd, is de 72 genade. De installatie van het slot op de deur moet U zelf verzorgen door Uw onophoudelijke strijd tegen Uzelf. De gebruiksaanwijzing, de richtlijnen voor de installatie, wordt U aangereikt in volhardend gebed. Bedenk dat elke overwinning op een zwakheid niet alleen Uw ziel verheft, doch ook heil brengt over de hele schepping, en een verheerlijking betekent aan God (en aan Maria, indien U aan Haar toegewijd bent). Bedenk tevens, dat hoe groter de overwinning op persoonlijke zwakheden, en hoe groter het aantal zielen die volhardend aan hun zelfoverwinning werken, des te sneller de grondvesting van Gods Rijk op aarde zich voor Uw ogen zal voltrekken. In Voluntate Dei, Uw “Myriam” VREDE ZIJ MET U... 38. Openbaringen over de ware Vrede van Christus Toen Jezus op aarde leefde, waren Zijn eerste woorden bij elke ontmoeting met mensen en bij elk bezoek aan een huis onveranderlijk: “Vrede zij met u”. Wat is vrede? Vrede is méér dan “afwezigheid van oorlog”. De ware vrede is de Vrede van Christus, die Jezus ons beloofd heeft met de woorden: “Mijn Vrede geef Ik u”. Deze ware vrede is de gesteldheid waarbij het hart zich volkomen overgeeft aan Gods Plannen, omdat het begrijpt dat Gods beschikkingen tot in de kleine bijzonderheden een zin hebben binnen de voltrekking van het Heilsplan. Ware vrede is derhalve vrij-zijn van innerlijke strijd, weerstand of verzet tegen de ontwikkelingen van het leven, in het besef dat ook datgene wat als onaangenaam ervaren wordt, door God toegelaten wordt omdat Hij het voor Zijn doelstellingen kan gebruiken. Negatieve ontwikkelingen of gebeurtenissen kunnen in de oneindige macht van Gods Licht omgesmeed worden tot springstof waarmee de werken der duisternis ondermijnd worden om op Gods tijd Gods Werken te verheerlijken. De enige vereiste om dit te bekomen (het vuur dat de lont van deze springstof kan ontsteken), is de toewijding van deze negatieve ervaringen, ontwikkelingen of gebeurtenissen. Wanneer U deze toewijdt (aan God of Maria opdraagt) kunt U er vrede mee krijgen. Hoe komt dit? Doordat God U laat voelen dat U door die offerande Zijn Plannen dient. Zijn antwoord daarop is het gevoel van vrede in Uw hart. De ware Vrede van Christus is in die zin dan ook een uiting van het zich-in-Godgeborgen-voelen, zich één weten met Zijn Eeuwig Plan. Waaruit bestaat nu deze Vrede van Christus, die de enige ware vrede is? De basis van alle vrede is de vrede van hart. Onvrede in Uw hart 73 ligt ten grondslag aan alle ondeugden en zonden, en schept hierdoor een onrust in Uw ziel. De ziel die voelt dat het hart gevoelens koestert die niet in overeenstemming zijn met Gods bedoelingen, of dat het hart overmand wordt door indrukken die als negatief ervaren worden, voelt zich in zekere zin ontwapend in de strijd tegen de bekoringen, ondeugden en zonden. Men zou het zo kunnen beschouwen, dat Uw hart (Uw gevoelsbeleving) een filter is tussen Uw omgeving (Uw leefwereld) en Uw ziel. Zolang het hart op een gezonde wijze overweg kan met negatieve, “bedreigende” gevoelens, loopt Uw ziel geen gevaar, want een hart dat negatieve indrukken “wegfiltert”, is een zuiver hart, een schild tegen de bekoringen. Een hart waarin deze filterwerking optimaal verloopt, is een hart dat in vrede is met God. Een dergelijk hart vormt de vruchtbare grond waarop de heiligheid groeit. De filter van een zuiver hart is een systeem dat door God in elk hart wordt gelegd, doch dat door de lasten en teleurstellingen van het leven heel vaak vervuilt of in een zekere mate (soms totaal) onwerkzaam wordt. Naarmate deze functie vermindert of uitgeschakeld wordt, verlaagt de weerstand van de ziel. Daarom is een gebrek aan vrede in het hart een constant gevaar voor Uw ziel. Precies om die reden stelt Jezus er zozeer prijs op, de mens die Hij ontmoet in de eerste plaats Zijn Vrede te wensen. De Vrede van Christus is de volmaakte Vrede, die bloeit in de overvloeiing tussen God en de ziel. Deze overvloeiing kan slechts tot stand komen, en gehandhaafd blijven, door intens contact tussen de ziel en God door middel van gebed en toewijding. Wanneer de filter van Uw hart vervuild raakt, moet hij gereinigd worden om zuiver contact met God in stand te houden. Toewijding aan Maria is het volmaakte reinigingsmiddel. Maria is de volmaakte vrede van hart, want Zij was onvergelijkbaar sterk in de blijmoedigheid, zachtmoedigheid, verdraagzaamheid, mildheid, welwillendheid, stille berusting en totale overgave. Wie zich totaal en onvoorwaardelijk aan Maria geeft, wordt ook met Haar eigenschappen bevrucht. De vrede van hart is het grootste fundament voor een stevig bouwwerk in Uw ziel. Daarom is zij ook het eerste wat Maria in Haar toegewijden zoekt te bewerken. Hoe komt het dat de lasten en teleurstellingen van het leven de filter van Uw hart verontreinigen? Doordat de erfzonde de mens naar een lager niveau heeft gehaald, waardoor zijn belangstelling en bestrevingen gemakkelijk op de dingen der wereld gericht worden. Waarom? Omdat hij na de zondeval in zijn eigen behoeften moest beginnen te voorzien en niet meer kon leven van Gods overvloed zonder de noodzaak van eigen inspanningen. Dit heeft tot gevolg gehad dat de mens sedertdien ook sneller geconfronteerd wordt met zijn zwakheden, de neiging vertoont om genot na te streven, en steeds minder vrede neemt met ongemak. In de mens is het gif van de opstandigheid van de satan gebleven, 74 waardoor hij protesteert tegen de lasten en tegenslagen van het leven. Deze gesteldheid is niets anders dan onvrede met God. Doordat Uw diepste wezen het merkteken van God in zich draagt, loopt de onvrede met God steeds gelijk met onvrede over Uzelf. Onvrede in Uw hart keert zich daarom tegen Uw eigen ziel. Het is een zelfvernietigende kracht die U belemmert om te functioneren zoals God van U verwacht. Een hart dat niet meer in staat blijkt om de negatieve invloeden vanwege Uw leefwereld weg te filteren, is als een defecte filter tussen vergiftigd water en zuiver water: het gif loopt onbelemmerd in het zuiver water over. Zo ook met dit hart: het kan niet meer verhinderen dat de ziel ziek wordt. De verontreinigende invloeden der wereld kunnen niet bestreden worden zonder Hemelse tussenkomst. God Zelf heeft Uw filtersysteem gemaakt, Hij is ook de enige die het kan herstellen, en ook het reinigingsmiddel vloeit uit Zijn Bronnen: wijd Uzelf totaal, onvoorwaardelijk en voor eeuwig toe aan Maria. Zijzelf zal de Filter van Uw hart worden, opdat Uw ziel nog slechts gevoed zou worden door de Liefde, die de brandstof van de hele schepping is, en alle negatieve invloeden die Uw hart bereiken, omgevormd zouden worden in het Licht van Haar Hart. Bedenk dat U slechts kunt uitstralen wat U in Uzelf draagt. Indien Uw ziel verduistert doordat Uw hart in onvrede verkeert, kunt U geen licht om U heen verspreiden. Zorg dat Uw ziel, eerder dan Uw mond, de woorden van Jezus kan herhalen: “Vrede zij met u”. Dan is Gods Rijk reeds in U gegrondvest. In Voluntate Dei, Uw “Myriam” ZOZEER HEEFT GOD DE MENS LIEFGEHAD... 39. Openbaringen over Gods Liefde voor de Mens God is de Bron van alle Liefde. In de schepping van de mens heeft Zijn Liefde haar hoogtepunt en volheid bereikt. Daar de mens geschapen is naar Gods beeld en gelijkenis, mag van de mens verwacht worden dat hij deze Liefde op volkomen wijze zou weerspiegelen. Dat blijkt allerminst zo te zijn. Door de zondeval heeft de mens het vermogen verloren om Gods Liefde op volkomen wijze over zijn omgeving uit te stralen. Elke zonde is in wezen een overtreding tegen de Wet van de Liefde. De grote opdracht van elk mensenleven bestaat hierin, dat de ziel de weg naar de volmaaktheid terugvindt en deze met volharding zoekt te volgen tot in de staat van heiligheid. De kern van deze heiligheid is het vermogen om de Liefde in al haar aspecten tot maximale ontplooiing te laten komen, haar ongeremd te kunnen ontvangen en haar om zich heen te verspreiden op een zodanige wijze dat zij het sluimerende (en veelal vrijwel uitgedoofde) vuur van andere zielen nieuw leven inblaast, want Liefde is leven. 75 God heeft de mens geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis, doch de mens heeft dit beeld door zijn ongehoorzaamheid jegens Gods Wetten zelf vervormd. Dat is de betekenis van het gezegde dat de mensheid in de ziel melaats geworden is. Een mens die waarlijk oprecht liefheeft, zonder voorwaarden of beperkingen en in navolging van God Zelf, is volmaakt mooi. Maria is daarvan het grote voorbeeld. Het is de zonde, elke afwijking van de Wet van Liefde, die lelijk maakt. Van de Goddelijke schoonheid die oorspronkelijk in de mens was gelegd, is weinig overgebleven. Zij keert pas terug indien, en in de mate waarin, de mens de weg van de heiliging volgt. De ziel kan slechts opnieuw een spiegel van Gods Liefde worden indien zijn Liefde zich tot het uiterste toe spiegelt aan Gods Liefde. Niet alleen is voor de heiliging Gods genade nodig, het is tevens noodzakelijk dat de mens de genade door eigen inspanning tot vrucht brengt. U zou het zo kunnen zien: bij haar schepping is Uw ziel een mooie akker, met een bodem die alles in zich draagt om de rijkste vruchten voort te brengen. Doch de meeste mensen laten deze akker gewoon liggen, onbewerkt. De krachten van het kwaad zaaien er allerlei onkruid in, maar deze zielen laten begaan. Het onkruid begint uit te groeien tot een wildernis en put geleidelijk de bodem uit, zodat deze zijn vruchtbaarheid verliest. Wat doet nu de ziel die kiest voor de weg naar de heiligheid? Zij bevrijdt regelmatig haar akker van alle onkruid (berouw, biecht en boetedoening), zij ploegt hem om zodat alle voedingsstoffen gemengd worden (gebed en betrachting van de deugden) en zij stelt alles in het werk om de vochtigheid op het gewenste peil te houden (zij zorgt voor evenwichtige benutting van de regen der genade en de zon der bezieling). Al deze handelingen waardoor de toegewijde ziel haar akker in stand zoekt te houden, vormen samen de uitingen van haar Liefde, want zij eren God door Zijn geschenken zichtbaar te waarderen, en bevorderen het goed van de naaste door de eigen akker in staat te stellen om rijke vruchten voort te brengen waarmee velen gevoed zullen worden. De rijpe vruchten van de eigen akker dragen zaad dat door veelvuldige Goddelijke genaden zodanig vruchtbaar is dat, wanneer zij door de winden van Gods Geest naar andere akkers gevoerd worden, zij ook daar de vruchtbaarheid verhogen. Dit alles is het effect van de versmelting van Gods Liefde (de schepping van de akker door de Vader, de bevruchting van het zaad door de Vrucht van het Kruisoffer van Jezus, en de overdracht van het zaad door de Heilige Geest) met de Liefde van de mens die zich beijvert om Zijn beeld in zich te laten ontwikkelen. De mens die de heiligheid betracht, heeft de waarde van Gods Liefde als enige Bron van Leven begrepen, en spiegelt zich in zijn hele gedrag, in al zijn woorden, gedachten en bestrevingen aan God Zelf. Naarmate de genade van de roep tot de heiligheid beantwoord wordt door het verlangen naar omvorming tot Gods beeld en gelijkenis, worden de ogen van de ziel geopend, en leert deze te schouwen in de bron der Mysteries 76 waarvan de aanblik en kennis door de erfzonde voor de ziel verborgen waren. Zo worden aan de ziel de bewijzen voor Gods oneindige Liefde geopenbaard: 1. De Eeuwige Vader, Schepper van de mens en alles wat hem omringt, heeft Zijn Zoon Jezus in de wereld gezonden om als Mens onder de mensen te leven, hun lot te delen in een onvoorstelbaar zwaar leven, en te sterven in ondenkbare omstandigheden. Het doel van de Menswording van Gods Zoon was de Verlossing van de zielen door de effecten van de erfzonde te compenseren door het Kruisoffer, zodat de mensheid opnieuw toegang zou krijgen tot de eeuwige gelukzaligheid in de Hemel. De gemakkelijke oplossing voor God zou zijn geweest: de zozeer verdorven mensheid hetzij de rug toe te keren (waardoor zij uiteindelijk haar eigen leven onmogelijk zou maken, want zonder God is er geen leven), hetzij de schepping te vernietigen en te herbeginnen. Doch Hij heeft Zijn schepping tegen de hoogst denkbare prijs willen redden met een onvergelijkbaar Offer van zelfvernedering. Hij had dit niet hoeven te doen, maar Hij heeft het willen doen. De les die U hieruit moet trekken, is deze, dat ook Uzelf het beste moet maken van elke situatie, in overeenstemming met Gods Plan, in plaats van te wensen dat alles totaal en radicaal veranderd wordt. Dat is een uiting van grote Liefde voor datgene wat is, omdat God het zo gewild en voorzien heeft. 2. Gods belofte van Zijn Rijk op aarde bij de Wederkomst van Jezus. Weinigen begrijpen de diepgang van deze belofte. Zij betekent de vestiging van de afspiegeling op aarde van het eeuwig Rijk der Hemelen: een Rijk van Liefde, vrede en gelukzaligheid door innige eenheid tussen God en de mensenzielen. De enige voorwaarde die God hierbij stelt, is de heiliging van de mensheid. De mens heeft bewezen, zelfs de vruchten van de Verlossing niet ten volle te kunnen benutten. Men zou het zo kunnen stellen: de mens sterft van honger aan de rijkste tafelen. De vruchten van de Verlossing zijn in staat om alle zielen te voeden voor de Hemel, doch de menselijke zwakheid, het veelvuldig zwichten voor de bekoringen, verhindert de zielen om deze vruchten tot zich te nemen, of maakt ze onverteerbaar. God Zelf heeft Zich echter voorgenomen, de mensheid terug te voeren naar de oorspronkelijk bedoelde staat van heiligheid. Dat is veel méér dan de mensheid op grond van haar gedrag door de eeuwen heen verdiend heeft. 3. De Goddelijke Barmhartigheid, die zo groot is dat een ziel, die nochtans in de loop van een leven op aarde ontelbare malen Gods Liefde beschaamt door in te gaan op bekoringen in al hun vormen, niettemin de kans krijgt om de gelukzaligheid van het Eeuwig Leven in de Hemel te verwerven. God heeft geen moeite gespaard om de mens tegemoet te komen. Enkele uitingen van Gods Barmhartigheid: 77 - de Sacramenten (Communie, Biecht, Ziekenzalving). Ik heb vroeger reeds de Sacramenten betiteld als “raakpunten tussen Hemel en aarde”. Zij brengen God in de ziel, zodat zij het ware Leven terug kan vinden. Zo krijgt de ziel gelegenheden om haar staat van genade te verhogen, haar schuld jegens de Goddelijke Gerechtigheid te verminderen en zichzelf opnieuw klaar te maken om de onbeschrijflijke uitwerkingen van Gods Liefde in zich op te nemen en te verteren. - Uw engelbewaarder. God heeft elke mensenziel een engelbewaarder gegeven, die de opdracht heeft om haar te begeleiden en te sturen op de wegen van God. Van U wordt de inspanning gevraagd dat U Uw hart opent voor de voortdurende ingevingen van Uw Hemelse gids. Hij kan Uw ziel voor veel onheil behoeden. - de onophoudelijke inspiraties van de Heilige Geest. Geen mens heeft het recht, voor te geven dat hij alleen staat in de dagelijkse strijd voor het eeuwig heil. Gods Geest spreekt in elke ziel, maar of zij deze richtlijnen waarneemt, hangt af van de mate waarin zij geopend is voor de dingen van de Hemel. Wie slechts oog heeft voor de belangen die verband houden met het aardse leven, sluit de ogen van zijn ziel voor de Hemelse tekenen, en wie zich laat overrompelen door de drukte van de wereld, sluit de oren van zijn ziel voor de vredige stilte waarin Gods Geest de eeuwige Waarheid openbaart en de wegen naar het heil bekendmaakt. - de begeleiding op Uw levensweg door ontelbare tussenkomsten van de Voorzienigheid: elke dag weer doen zich allerlei gebeurtenissen voor die bedoeld zijn om de mens bij te staan, te bemoedigen of “van richting te doen veranderen”. Deze gebeurtenissen zijn zachte tekenen van God, die gewoonlijk niet bruusk ingrijpt in de dingen der wereld, maar wel zijn geliefde mensheid wil waarschuwen voor elke stap die haar nog verder van Hem zou verwijderen. Gods Voorzienigheid werkt niet alleen via gebeurtenissen, doch eveneens via ontmoetingen. Wanneer een mens Uw pad kruist, kan dit een diepere betekenis hebben: ieder mens heeft zijn eigen begaafdheden, zijn eigen levenstaak, is drager van zijn eigen ervaringen die hij met anderen kan delen, enzovoort. God kan tot U spreken door de mond van mensen. God is onophoudelijk bezig met de mens, zoekend naar gelegenheden om hem naar Zich toe te trekken zonder hem van zijn vrije wil te beroven. In Zijn oneindige Wijsheid regelt Hij het in elkaar passen van gebeurtenissen, ontwikkelingen, ontmoetingen, het spreken van woorden door mensen op welbepaalde ogenblikken, enzovoort. Zalig de ziel die Hij waakzaam vindt om deze tekenen te merken, die de genade in zich opneemt om ze te onderscheiden en te begrijpen, en die voldoende Liefde opbrengt om er op te reageren in de bestreving om Gods Plannen te bevorderen. 78 - de gelegenheden om te lijden om de eigen verdoeming te verhinderen, eigen zondeschuld af te betalen, en de komst van Gods Rijk van Liefde en Vrede te bespoedigen tot heil van de hele mensheid. Met wereldse ogen wordt lijden zelden beschouwd als een zegen. Nochtans is het één van de grootste geschenken uit Gods hand. God veroorzaakt geen lijden, maar Hij laat het toe omdat Hij het kan gebruiken voor de verwezenlijking van Zijn Plan, dat slechts de eeuwige gelukzaligheid van de zielen beoogt. De Wet van de Goddelijke Gerechtigheid wordt dagelijks massaal en zwaar beledigd door de ontelbare zonden die over de hele wereld bedreven worden. Het lijden van de mens in lichaam en gevoelens is bij uitstek het betaalmiddel om de schuld van de mensheid tegenover God te vereffenen. Om die reden is Jezus Mens geworden: om in een menselijk lichaam en een menselijk hart te kunnen lijden en daardoor de mensheid te verlossen van de eeuwige verdoeming. Alle lijden dat U treft (in Uw lichaam, gevoelens, bezittingen, relaties enzovoort) is een geschenk van Gods Liefde, omdat het is als een onzichtbare spaarpot voor het eeuwig Leven: hier op aarde merkt U daarvan gewoonlijk slechts de lasten, na Uw aardse leven echter wordt de opbrengst ervan U uitbetaald met een onvergelijkbaar grote intrest. - het vagevuur als gelegenheid om schuld jegens de Gerechtigheid af te betalen, die U tijdens Uw aardse leven niet door lijden, toewijding, overgave, gebed en met Liefde aanvaarde beproevingen hebt vereffend. Slechts de ziel die in volkomen staat van genade dit leven verlaat, wordt rechtstreeks in de Hemel toegelaten. Het vagevuur is een plaats (eigenlijk eerder een toestand) van uitboeting, goedmaking. Het is de voorlopige bestemming van elke ziel die nog onbetaalde schulden tegenover de Goddelijke Gerechtigheid op zich draagt, die “afbetaalbaar” is, dit wil zeggen: schuld die goedgemaakt kan worden door een loutering, een vorm van lijden dat na een welbepaalde tijd (afhankelijk van de aard en de omvang van de schuld) uitloopt in een volkomen reinheid die de ziel geschikt maakt voor de Hemel. De schuld is niet “afbetaalbaar” indien zij zo zwaar is dat volgens de Wet van Gods Gerechtigheid zelfs geen eeuwenlang lijden zou volstaan om God met haar te verzoenen. In dit laatste geval verdoemt de ziel zichzelf, en kan haar zelfs niet meer de loutering van het vagevuur worden toegestaan. De louteringstijd in het vagevuur is een zeer grote uiting van Gods Liefde, want zelfs de noodzaak van een loutering gedurende vele jaren geeft de ziel niettemin de zekerheid dat zij ooit Gods Glorie zal aanschouwen en de eeuwige gelukzaligheid zal ervaren. Indien deze mogelijkheid niet bestond, zou het aantal zielen dat voor eeuwig verloren zou gaan, nog ontelbaar groter zijn dan nu reeds het geval is. - het stervensuur. Zeer weinige mensen geven zich hier rekenschap van, maar God roept geregeld zielen uit het aardse leven weg als een uiting van Liefde om hen te vrijwaren voor de eeuwige verdoeming, omdat Hij 79 in Zijn oneindige Wijsheid voorziet dat hun zondeschuld te zwaar dreigt te worden vanwege hun onwil om de weg van de deugd in te slaan. 4. Het geschenk van Maria als groot model, Moeder en Begeleidster. Ik hoef hier slechts te verwijzen naar vele van mijn vroegere geschriften. Het grootste geschenk van Liefde dat U God kunt geven, is dat van een leven van gebed, offerbereidheid en totale toewijding. Bedenk echter dat geen enkel offer dat U kunt brengen, de liefdegaven van God aan U kan overtreffen, want Zijn gaven, die voor het grootste gedeelte in het verborgene worden geschonken, betreffen Uw eeuwigdurende gelukzaligheid. De enige weg om Gods beeld en gelijkenis dichter te benaderen, is daarom deze van een heldhaftige Liefde, dus van een totale navolging van Jezus en Maria, in de deugd zowel als in het lijden. In Voluntate Dei, Uw “Myriam” 80 © Copyright 2008: Deze heilige boodschappen zijn een vrije publicatie. Daarom werd door Myriam van Nazareth toegestaan, kopieën te maken onder voorwaarde dat de tekst op geen enkele manier wordt veranderd en alleen mag doorgeven worden zonder financieel gewin. Apostolaat „Myriam van Nazareth“ Postbus 50 15 59, D-50975 Keulen Duitsland Verdere teksten www.myriam-van-nazareth.net e-mail: [email protected] Spendenkonto für das Apostolat „Myriam van Nazareth“: Apostolat • Deutsche Bank • BLZ 37070060 • Konto-Nr. 3646445 Für Überweisungen aus dem Ausland: BIC: DEUTDEDKXXX , IBAN: DE66370700600364644500 81