Stormschrift 32 (in totaal 86 delen) Getuigenissen van Gods Eeuwige Waarheid door “Myriam van Nazareth” Totus Tuus, Maria! ALS DE GRAANKORREL NIET IN DE AARDE VALT... 32. Zelfofferande als Levensbestemming De mens was bedoeld als een wezen dat zou delen in Gods geheimen, gaven, eigenschappen, en in de volheid van Gods Liefde. Naar Gods beeld en gelijkenis werd hij geschapen, wat betekent dat ook de onverdeelde gelukzaligheid reeds op aarde zijn deel zou zijn. Door de erfzonde heeft de mens dit recht verloren: door overtredingen van Gods Wet van Liefde is de schepping in onevenwicht gekomen. Het is dan ook de verantwoordelijkheid van de mens om dit onevenwicht te herstellen, door het lijden in zijn lichaam, geest en gevoelens, want alleen het lijden en de Liefde bezitten afkoopwaarde. Aangezien de Liefde in de mens onvolkomen is geworden voor zover zijn ziel niet in staat van heiligheid leeft, berust de grootste hoop op zijn heil dus in het lijden. Het ultieme verlossende lijden is dat waarbij de pijn in lichaam, hart en/of geest gekoppeld wordt met de ware heilige Liefde. Dat is het geval in de zelfofferande. Zelfofferande is de offergave van Uzelf voor Gods doelstellingen, belangen en Plannen, ten bate van het eeuwig heil van Uw medemensen, want God verlangt slechts twee dingen, die heel nauw met elkaar verbonden zijn: de Verlossing van alle zielen, en de definitieve vestiging van het Rijk van Christus op aarde, op het fundament van een mensheid die de oorspronkelijk bedoelde heiligheid heeft teruggevonden. God heeft de aarde bedoeld als een paradijs waarin de mens zou leven in voorbereiding op het eeuwig Paradijs in de Hemel. Elke ziel komt ter wereld met één uiteindelijk doel: bijdragen tot de verwezenlijking van Gods Plan met de aarde, opdat deze opnieuw een paradijs zou worden. Hoe verloopt dit alles? God schept de ziel, en laat haar rijpen onder de zon van Zijn genaden en (omdat de mensheid nu eenmaal in een staat van schuld verkeert) de regen der beproevingen. Wanneer het vastgestelde uur aangebroken is, komt God om te oogsten. Om waarlijk van nut te zijn, moet de graanhalm van de ziel tegen de oogsttijd voldoende gerijpt zijn. Dit betekent dat de ziel klaar moet zijn om Gods honger naar de verwezenlijking van Zijn Plan te stillen, en om andere zielen te voeden. Hoe rijper Uw ziel wordt, des te meer andere zielen kan zij tot voedsel dienen. Een heilige ziel is als een feestmaal voor haar omgeving. Zij heeft het rijke voedsel van Gods genaden in zich opgenomen, en hierdoor laait het vuur in de kern van haar wezen zo hoog op dat zij niet alleen vele andere zielen kan voeden met de woorden van Gods enige Waarheid, doch bovendien Licht en warmte uitstraalt die vele andere zielen de juiste weg wijst en hen de geborgenheid van Gods nabijheid laat ervaren. Om terug te keren naar het beeld van de graanhalm: op Gods uur moet hij zodanig uitgerijpt zijn dat hij reeds nieuwe graantjes in de aarde heeft gestort: dit zijn “de vruchten die blijvend mogen zijn”, zoals Jezus de oogst van de apostel voor God heeft genoemd. God is de Zaaier, Uw ziel is een zaadje. Uw ziel kan ofwel wegkwijnen in het slijk van de wereld (bloeit dan niet om zielen te voeden, doch leidt een kort leven van 2 zelfvertering zonder vrucht), of zij kan het werk van de Zaaier laten renderen door de zon der genade optimaal in zich op te nemen, evenals de zuurstof die wordt aangevoerd door de zoete bries van de Heilige Geest. Dan wordt de graanhalm van Uw ziel groter en groter, soepel en sterk, en goudkleurig, tot welbehagen van de Zaaier. Geen graanhalm kent een leven zonder regen. De regen der beproevingen verzwakt slechts de graanhalmen die Gods genaden onvoldoende benutten en daardoor zwak en breekbaar worden. Zij die alle gaven uit Gods hand ten volle in zich opnemen, en zich bovendien actief en bewust naar de zon toewenden (Gods Wijsheid en Waarheid zoeken als de ware bron van hun levenskracht), worden door de regen sterker. Wat meer is: zij hebben de regen nodig, omdat zij ook de zon reeds zo gretig in zich opgenomen hebben. Hier komen wij opnieuw aan bij de alleenzaligmakende combinatie van lijden en Liefde, in een geest van bereidheid tot zelfslachtoffering voor Gods Werken. De graanhalm moet zowel de regen als de zon koesteren om graankorrels te vormen en deze ten gepasten tijde in Gods akker te storten om zijn eigen roeping vrucht te laten dragen. Jezus zei: “Als de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij alleen, maar als hij sterft, brengt hij veel vrucht voort”. Geen graantje wordt gezaaid om een leven voor zichzelf te leiden. Zo ook wordt elke ziel in de wereld gezonden om zichzelf tot rijping te laten brengen door de zon der genaden en gaven te laten inwerken op de talenten die zij bij haar schepping heeft meegekregen, en door de regen van beproevingen en lijden te drinken tot versterking van haar groeikracht naar de heiligheid. Indien zij slechts “van het leven wil genieten”, schuwt (en vervloekt) zij de 3 regen, en wordt zij door de zon verschroeid, want een ziel die niet wil groeien door het lijden, kan de stralen van Gods Geest niet in zich vasthouden zonder dat deze de kern van haar wezen ontwrichten. Het zonlicht wordt dan ofwel afgeweerd, zodat de ziel in duisternis leeft, ofwel verkeerd gebruikt (gaven en genaden die worden gebruikt voor de verwezenlijking van eigen wereldse belangen). Wie het werkelijke Leven wil binnengaan, moet zichzelf opofferen in overeenstemming met Gods Plan en onder verloochening van eigen “belangen” (die zelden méér zijn dan schijnbelangen, want heel vaak hebben zij niets gemeen met het Plan dat God met de ziel heeft). De glorie die de ziel daarbij verwerft, hangt grotendeels af van de mate waarin zij vrucht heeft voortgebracht voor Gods Rijk op aarde. De grootste vruchten brengt die graanhalm voort, die de regen van het lijden in vreugde opneemt zodat de zon der genaden in hem regenbogen kan maken, en dan sterft voor de wereld in overgave aan Gods grond (symbool voor het Rijk van Christus op aarde). In Voluntate Dei, Uw “Myriam” Apostolat; Postfach 50 15 59; D-50975 Köln, e-mail: [email protected] www.myriam-van-nazareth.net 4