Botschaft vom 15 - Herz Mariens.de

advertisement
Stormschrift 32 (in totaal 86 delen)
Getuigenissen van Gods Eeuwige Waarheid
door “Myriam van Nazareth”
Totus Tuus, Maria!
ALS DE GRAANKORREL NIET IN DE AARDE VALT...
32. Zelfofferande als Levensbestemming
De mens was bedoeld als een wezen dat zou delen in
Gods geheimen, gaven, eigenschappen, en in de
volheid van Gods Liefde. Naar Gods beeld en gelijkenis
werd hij geschapen, wat betekent dat ook de
onverdeelde gelukzaligheid reeds op aarde zijn deel zou
zijn. Door de erfzonde heeft de mens dit recht verloren:
door overtredingen van Gods Wet van Liefde is de
schepping in onevenwicht gekomen. Het is dan ook de
verantwoordelijkheid van de mens om dit
onevenwicht te herstellen, door het lijden in zijn
lichaam, geest en gevoelens, want alleen het lijden en
de Liefde bezitten afkoopwaarde. Aangezien de Liefde in
de mens onvolkomen is geworden voor zover zijn ziel
niet in staat van heiligheid leeft, berust de grootste hoop
op zijn heil dus in het lijden. Het ultieme verlossende
lijden is dat waarbij de pijn in lichaam, hart en/of geest
gekoppeld wordt met de ware heilige Liefde. Dat is het
geval in de zelfofferande. Zelfofferande is de offergave
van Uzelf voor Gods doelstellingen, belangen en
Plannen, ten bate van het eeuwig heil van Uw
medemensen, want God verlangt slechts twee
dingen, die heel nauw met elkaar verbonden zijn: de
Verlossing van alle zielen, en de definitieve vestiging
van het Rijk van Christus op aarde, op het
fundament van een mensheid die de oorspronkelijk
bedoelde heiligheid heeft teruggevonden.
God heeft de aarde bedoeld als een paradijs waarin de
mens zou leven in voorbereiding op het eeuwig Paradijs
in de Hemel. Elke ziel komt ter wereld met één
uiteindelijk doel: bijdragen tot de verwezenlijking van
Gods Plan met de aarde, opdat deze opnieuw een
paradijs zou worden. Hoe verloopt dit alles? God schept
de ziel, en laat haar rijpen onder de zon van Zijn
genaden en (omdat de mensheid nu eenmaal in een
staat van schuld verkeert) de regen der beproevingen.
Wanneer het vastgestelde uur aangebroken is, komt
God om te oogsten. Om waarlijk van nut te zijn, moet de
graanhalm van de ziel tegen de oogsttijd voldoende
gerijpt zijn. Dit betekent dat de ziel klaar moet zijn om
Gods honger naar de verwezenlijking van Zijn Plan te
stillen, en om andere zielen te voeden. Hoe rijper Uw
ziel wordt, des te meer andere zielen kan zij tot voedsel
dienen. Een heilige ziel is als een feestmaal voor haar
omgeving. Zij heeft het rijke voedsel van Gods genaden
in zich opgenomen, en hierdoor laait het vuur in de kern
van haar wezen zo hoog op dat zij niet alleen vele
andere zielen kan voeden met de woorden van Gods
enige Waarheid, doch bovendien Licht en warmte
uitstraalt die vele andere zielen de juiste weg wijst en
hen de geborgenheid van Gods nabijheid laat ervaren.
Om terug te keren naar het beeld van de graanhalm: op
Gods uur moet hij zodanig uitgerijpt zijn dat hij reeds
nieuwe graantjes in de aarde heeft gestort: dit zijn “de
vruchten die blijvend mogen zijn”, zoals Jezus de oogst
van de apostel voor God heeft genoemd. God is de
Zaaier, Uw ziel is een zaadje. Uw ziel kan ofwel
wegkwijnen in het slijk van de wereld (bloeit dan niet om
zielen te voeden, doch leidt een kort leven van
2
zelfvertering zonder vrucht), of zij kan het werk van de
Zaaier laten renderen door de zon der genade optimaal
in zich op te nemen, evenals de zuurstof die wordt
aangevoerd door de zoete bries van de Heilige Geest.
Dan wordt de graanhalm van Uw ziel groter en groter,
soepel en sterk, en goudkleurig, tot welbehagen van de
Zaaier.
Geen graanhalm kent een leven zonder regen. De regen
der beproevingen verzwakt slechts de graanhalmen die
Gods genaden onvoldoende benutten en daardoor zwak
en breekbaar worden. Zij die alle gaven uit Gods hand
ten volle in zich opnemen, en zich bovendien actief en
bewust naar de zon toewenden (Gods Wijsheid en
Waarheid zoeken als de ware bron van hun
levenskracht), worden door de regen sterker. Wat meer
is: zij hebben de regen nodig, omdat zij ook de zon
reeds zo gretig in zich opgenomen hebben. Hier komen
wij opnieuw aan bij de alleenzaligmakende combinatie
van lijden en Liefde, in een geest van bereidheid tot
zelfslachtoffering voor Gods Werken. De graanhalm
moet zowel de regen als de zon koesteren om
graankorrels te vormen en deze ten gepasten tijde in
Gods akker te storten om zijn eigen roeping vrucht te
laten dragen. Jezus zei: “Als de graankorrel niet in de
aarde valt en sterft, blijft hij alleen, maar als hij sterft,
brengt hij veel vrucht voort”. Geen graantje wordt
gezaaid om een leven voor zichzelf te leiden. Zo ook
wordt elke ziel in de wereld gezonden om zichzelf tot
rijping te laten brengen door de zon der genaden en
gaven te laten inwerken op de talenten die zij bij haar
schepping heeft meegekregen, en door de regen van
beproevingen en lijden te drinken tot versterking van
haar groeikracht naar de heiligheid. Indien zij slechts
“van het leven wil genieten”, schuwt (en vervloekt) zij de
3
regen, en wordt zij door de zon verschroeid, want een
ziel die niet wil groeien door het lijden, kan de stralen
van Gods Geest niet in zich vasthouden zonder dat deze
de kern van haar wezen ontwrichten. Het zonlicht wordt
dan ofwel afgeweerd, zodat de ziel in duisternis leeft,
ofwel verkeerd gebruikt (gaven en genaden die worden
gebruikt voor de verwezenlijking van eigen wereldse
belangen). Wie het werkelijke Leven wil binnengaan,
moet zichzelf opofferen in overeenstemming met Gods
Plan en onder verloochening van eigen “belangen” (die
zelden méér zijn dan schijnbelangen, want heel vaak
hebben zij niets gemeen met het Plan dat God met de
ziel heeft). De glorie die de ziel daarbij verwerft, hangt
grotendeels af van de mate waarin zij vrucht heeft
voortgebracht voor Gods Rijk op aarde. De grootste
vruchten brengt die graanhalm voort, die de regen van
het lijden in vreugde opneemt zodat de zon der genaden
in hem regenbogen kan maken, en dan sterft voor de
wereld in overgave aan Gods grond (symbool voor het
Rijk van Christus op aarde).
In Voluntate Dei,
Uw “Myriam”
Apostolat; Postfach 50 15 59; D-50975 Köln,
e-mail: [email protected]
www.myriam-van-nazareth.net
4
Download