Kleutergeweld, geweldige kleuters? maart 2017 Beste oudervereniging Beste directie Zowel Katholiek Onderwijs Vlaanderen als de VCOV worden af en toe gecontacteerd in verband met kleuters die zorgwekkend gedrag stellen. Het gaat over kleuters die anderen pijn doen, speelgoed stuk maken, bijten, slaan, schoppen… tot seksueel grensoverschrijdend gedrag toe. Het is terecht dat ouders en het schoolteam hier ongerust over zijn. Een kind dat agressief gedrag stelt, weegt heel zwaar op de schouders van ouders. Maar niet in het minst zijn ook de ouders van kinderen die het slachtoffer zijn, bezorgd: zij ervaren dat hun kind onrecht is aangedaan en vragen oplossingen. Daarom gingen Katholiek Onderwijs Vlaanderen en de VCOV te rade bij prof. Dr. Binu Singh. Zij is kinder- en jeugdpsychiater en psychotherapeut. Ze legt zich vooral toe op ontwikkelings- en opvoedingsproblemen bij kinderen tussen 0 en 6 jaar en is verantwoordelijk voor het zorgprogramma ‘jonge kind’ binnen UPC KU Leuven. De professor gaf ons een kader voor de normale ontwikkeling van kinderen en reikte handvaten aan om om te gaan met agressief gedrag bij kleuters. We geven u graag een samenvatting van haar uiteenzetting en belichten hoe een ouderwerking op school met deze problematiek kan omgaan. Het VCOV-team 1. De normale sociale ontwikkeling van kinderen 2. Agressief gedrag in de normale sociale ontwikkeling 3. Verbondenheid als basisvoorwaarde voor ontwikkeling 4. Er is een verband tussen agressie en... 5. Hoe omgaan met agressief gedrag? 6. Wat kan de ouderwerking doen? 1. De normale sociale ontwikkeling van kinderen Het groeiproces van een mens verloopt nooit zo snel als tussen het moment van de conceptie en de leeftijd van 7 jaar. Bij een pasgeboren baby is alles in essentie aanwezig, maar de verbindingen in de hersenen moeten nog groeien door te leren. Onze hersenen ontwikkelen tot +/- de leeftijd van 25 jaar. Vaak verwachten we te veel van kinderen. Dit terwijl hun hersenen vandaag de dag steeds meer moeten leren en steeds meer te verwerken krijgen. Gaandeweg leert een baby dat er een onderscheid is tussen zichzelf en de ander. Een peuter gaat letterlijk op ontdekking en leert dat de afstand tussen zichzelf en de ander groter mag worden zonder zich onveilig te voelen. Als kleuter maakt een kind een enorme vooruitgang in de sociale ontwikkeling. Het besef komt dat het eigen gedrag effect heeft op de ander. Zo merkt een kleuter bijv. dat boos zijn een reactie teweegbrengt. Het inhiberen (of remmen) van gedrag is echter nog volop in ontwikkeling. Een kleuter heeft een volwassene nodig die ‘stop’ zegt. Ook het leren nadenken over het eigen gedrag is nog vorm aan het krijgen. Het lagereschoolkind zoekt verder zijn plaats in de eigen, kleine maatschappij die verruimd wordt in de puberteit. 2. Agressief gedrag in de normale sociale ontwikkeling In de normale sociale ontwikkeling komt ook agressief gedrag voor. Dit hoort bij de verkennings- en ontdekkingsdrang, bij het uitdagen en aftasten van grenzen om het effect van het eigen gedrag te zien. Jonge kinderen moeten nog leren hun impulsen te beheersen en hun emoties en kracht te reguleren. Het is pas wanneer het agressief gedrag herhaaldelijk voorkomt en niet bij te sturen is dat het problematisch wordt. Er is een piek in de fysieke agressie tussen de leeftijd van 2 en 3 jaar. Op deze leeftijd is de taalontwikkeling volop bezig, maar nog niet toereikend om bijv. boosheid of geprikkeldheid in woorden uit te drukken. Vanaf 3 jaar begint het fysiek agressief gedrag meestal sterk af te nemen, terwijl het verbaal agressief gedrag toeneemt. Het is terecht dat we agressief gedrag afkeuren, maar we moeten opletten dat we niet tegelijk het kind afwijzen. Een kind wordt niet ‘slecht’ geboren. Herhaaldelijk agressief gedrag is een signaal van een onderliggend probleem. Het is nooit een diagnose op zich. Zo kan agressie niet alleen een uiting van boosheid zijn, maar ook van angst, frustratie, verveling… Een woedebui om te gaan slapen kan uit angst zijn. Een kind dat zich verveelt kan uit zijn op effect en zoeken naar stimuli… Dikwijls zijn we te veel bezig met de gevolgen van agressie en te weinig met het signaal dat een kind hiermee geeft. Daarom een pleidooi om het kind niet af te wijzen, maar net nabijheid en verbondenheid te bieden. 3. Verbondenheid als basisvoorwaarde voor ontwikkeling Bij 90% van de kinderen loopt het proces van de sociale ontwikkeling behoorlijk goed. Aan de bron hiervan ligt verbondenheid met anderen. In eerste instantie zijn dit de ouders, maar dit breidt uit naar bijv. leraren. Verbondenheid is een universele basisbehoefte. Net zoals onze behoefte aan eten, drinken, slaap en veiligheid vervuld moet worden, is ook verbondenheid essentieel om goed te kunnen ontwikkelen. Een kind moet voelen dat het er mag zijn, dat het geliefd is… Daarom is samen tijd doorbrengen zo belangrijk. Zelfs bij pubers ziet men een positief effect van de nabijheid van de ouders. Gewoon aanwezig zijn leidt al tot minder overtreden van regels. 4. Er is een verband tussen agressie en... roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap voeding: te weinig eten leidt tot prikkelbaarheid voldoende drinken: dehydratatie of uitdroging leidt tot prikkelbaarheid slaaptekort: een kind dat moe is wordt eerst overactief en dan prikkelbaar stress bij de ouders blootstelling aan agressie: agressie lokt agressie uit door het ervaren van afwijzing en een gebrek aan liefde ontwikkelingsproblemen: bijv. taalachterstand, problemen met het reguleren van emoties en prikkels… leerproblemen: kinderen met leerproblemen zijn sneller geprikkeld en sneller overbevraagd en grijpen sneller naar agressie opvoedingsstijl: vandaag wordt een ‘autoritatieve opvoedingsstijl’ naar voor geschoven, dit betekent dat ouders betrokken zijn, begripvol en accepterend, maar binnen redelijke grenzen. Gezag wordt gezien als leiding nemen vanuit respect. de mate van verbinding: hoe meer verbinding, hoe minder agressie Het zien van geweld op tv: als we iets zien, doen onze hersenen onbewust mee door ‘spiegelneuronen’. Door vaak geweld te zien op tv bestaat het risico op gewenning en hogere tolerantie. De impact is gelukkig wel lager dan ‘live’ blootstelling aan geweld. 5. Hoe omgaan met agressief gedrag? Blijf zelf rustig. Het kind geeft een signaal, heeft het niet tegen jou persoonlijk. Tracht een krachtige houding aan te nemen en een sterke aanwezigheid in verbinding met het kind. Ook in deze situatie ben jij als volwassene rolmodel voor het kind. Imitatie is de eerste manier van leren. Stop het agressief gedrag, eventueel door het kind vast te nemen en uit de situatie te halen. Geef kort uitleg. Wijs het kind niet af als persoon, maar corrigeer het gedrag. Reageer snel, voorspelbaar en consequent. Stuur concreet en persoonlijk bij. Zeg niet ‘wij mogen geen andere kindjes slaan’, maar ‘ik wil dat je stopt met slaan’. Als je straft, zorg dat de straf voorspelbaar is, snel volgt en in verhouding staat tot de leeftijd van het kind en de ernst van het gedrag. Neem duidelijk, vastberaden en gezamenlijk stelling in tegen ongewenst gedrag. School en ouders moeten aan hetzelfde zeel trekken. Als er geen consensus is over de manier van aanpakken, heeft het geen effect. Hoed je voor gewenning: bij een kind dat vaak slaat, bestaat het gevaar dat je na een tijdje niet meer adequaat reageert en pas actie onderneemt als het nog ernstiger wordt. Wees je ervan bewust dat agressief gedrag ook winst kan opleveren: bijv. andere jongens vinden het stoer. Winst onderhoudt agressie. Jongens vertonen meer fysieke agressie, terwijl meisjes meer verbaal en psychologisch agressief zijn. In onze samenleving wordt fysieke agressie minder getolereerd. Daarbij komt dat die ontwikkelingsprocessen waar meisjes sneller in zijn (bijv. taal) meer gewaardeerd worden. Wees er dus alert op dat meisjes niet sneller wegkomen met negatief gedrag dan jongens. Als je als ouder gecontacteerd wordt door de school omwille van agressief gedrag van je kind, is dit niet prettig. Stel je open en ontvankelijk op. Zoek samen naar een goede manier van aanpak die je ook thuis kan toepassen. Het is belangrijk dat je als ouder zo vroeg mogelijk betrokken wordt. Eventueel wordt ook het CLB en/of andere hulp ingeschakeld. Hoe langer gewacht wordt met ingrijpen, hoe slechter de prognose. Probeer agressie onmiddellijk in te dijken. De aanpak van agressie is universeel. Er zijn wel culturele verschillen. Zo is men in NoordAfrikaanse culturen bijv. toleranter tegenover agressief gedrag bij jongens. Dan is het belangrijk dat de ouders goed geïnformeerd worden en inzien wat de gevolgen zijn (bijv. meer kans op delinquentie). 6. Wat kan de ouderwerking op school doen? Als er op school agressief gedrag gepleegd wordt door een leerling, leidt dit tot heel wat beroering onder de ouders. Ouders zijn terecht bezorgd over het welzijn en de veiligheid van hun eigen kind. Daarom is een goede communicatie heel belangrijk, maar met respect voor ieders privacy. De ouderwerking kan er samen met de school voor zorgen dat de gemoederen niet oververhit raken. Ze kan ongeruste ouders doorverwijzen naar de juiste persoon op school, roddels stoppen, de school vragen discreet aan te geven welke stappen genomen worden… De ouderwerking kan ervoor zorgen dat ouders goed weten wie ze moeten aanspreken als ze zich zorgen maken over het gedrag van het eigen of andermans kind. Is er een groene leerkracht op school? Zijn de gegevens van de zorgcoördinator makkelijk te vinden op de schoolwebsite? Is de directeur bereikbaar voor ouders als ze menen onvoldoende gehoor te vinden? … Ook de gegevens van de CLB-medewerker kunnen door de ouderwerking verspreid worden via de facebookpagina, het schoolkrantje, een aanplakbord… Informatie over de opvoedingswinkel, de huizen van het kind… is voor alle ouders nuttig. Nodig de verantwoordelijke van deze instanties eens uit op een vergadering om te horen wat jullie voor elkaar kunnen betekenen. Via een korte ouderbevraging kan er nagegaan worden of de ouders interesse hebben in infoavonden en zo ja, over welke thema’s. In geval van seksueel grensoverschrijdend gedrag kan Sensoa uitgenodigd worden om het vlaggensysteem toe te lichten. Dit is een objectieve manier om te kijken naar gedrag en te oordelen of het zorgwekkend is of niet. De ouderwerking kan het initiatief nemen voor leuke activiteiten tijdens de speeltijd om verveling en pestgedrag tegen te gaan: sportcompetities, schaakinitiatie, spelkoffers… maar ook bijv. workshops weerbaarheid en assertiviteitstraining. Aarzel niet om de school toelichting te vragen over het beleid inzake straffen en belonen, pesten, sociale vaardigheden… Kader wel steeds waarom je dit doet en vraag hoe de ouderwerking kan ondersteunen. Via de schoolraad kunnen ouders meepraten over allerlei onderwerpen zoals bijv. het nascholingsbeleid. Organiseer leuke activiteiten waar ouders en kinderen ongedwongen samen kunnen zijn. In veel gezinnen zijn er thuis voldoende kansen tot samen spelen, lezen, knutselen… Sommige gezinnen hebben een duwtje in de rug nodig om het plezier van samen zijn te kunnen ervaren. VCOV - Berkendreef 7 - 3220 Holsbeek - België T:016 388 100 - F:016 408 670 www.vcov.be - [email protected]