2de evaluatieverslag van de Milieureclamecode

advertisement
2de evaluatieverslag van de
Milieureclamecode
(20 maart 2001)





A. Inleiding
B. Enkele feitelijke elementen die verband houden met de toepassing van de
code
C. Commentaar van de Commissie
D. Besluiten en vooruitzichten
Bijlage: Overzicht van de klachten op 31/12/2000
A. Inleiding
Milieureclame (hierna "de Commissie" genoemd) de laatste hand gelegd aan de
Milieureclamecode (hierna "de Code" genoemd). De bekendmaking van de Code
heeft plaats gehad in januari 1998, met een overgangsperiode voor zijn
inwerkingtreding. De Code is aldus op de volgende data in werking getreden: voor de
reclame op 1 mei 1998, voor de etikettering op 1 juli 1998.
Deze Code is het resultaat van een overleg tussen alle betrokken partijen die
vertegenwoordigd zijn in de Commissie : producenten, distributeurs, middenstand,
reclamesector, consumentenorganisaties en organisaties voor de bescherming van het
leefmilieu.
De Code is gebaseerd op drie grote principes :



milieureclame moet loyaal en duidelijk zijn;
milieureclame mag niet ten onrechte milieuargumenten veralgemenen;
milieureclame moet wetenschappelijk correct zijn.
De Code werd van in het begin beschouwd als een alternatief voor een wetgeving, om
problemen inzake reclame en etikettering op het van milieu gebied op te lossen. De
machtiging van de Commissie om een dergelijke Code uit te vaardigen vindt haar
basis in artikel 29, §§ 1 en 3 van de wet van 14.7.1991 betreffende de
handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument (WHP). De
leden van de Commissie hebben dus gekozen voor zelfregulering, waarbij een
centrale rol werd voorbehouden aan de Jury voor Eerlijke Praktijken inzake Reclame
(hierna "de JEP" genoemd) voor de controle ervan. 2. Evaluatie van de code: Zoals
voorzien in het woord vooraf van de Code, moet de zelfregulering worden
geëvalueerd. Deze evaluatie gebeurt op initiatief van de Commissie, onder andere op
basis van de aan de Commissie meegedeelde klachten alsook op basis van een
samenvatting van de door de JEP behandelde dossiers.
Een eerste evaluatieverslag, op basis van anderhalf jaar effectieve toepassing van de
Code, werd op 7 maart 2000 door de Commissie goedgekeurd.
Dit tweede evaluatieverslag baseert zich enerzijds op de klachten die werden
ingediend in 2000, anderzijds op de behandeling van de klachten door de JEP in 2000.
Hierbij wordt eveneens de vergelijking gemaakt met de situatie in 1999.
Het Federaal Plan inzake Duurzame Ontwikkeling, goedgekeurd door de Ministerraad
en vastgesteld door het K.B. van 19 september 2000 1 , stipuleert in §119 :
"- ten tweede zal de code over milieureclame, die tot op heden een zelfopgelegde
norm is, indien er voor 31 december 2000 geen substantiële vooruitgang is wat betreft
de naleving ervan, bindend gemaakt worden en voorzien worden van alternatieve
sancties (bijvoorbeeld een publicitaire tegencampagne). Vanuit deze optiek zal de rol
van de Commissie voor Milieuetikettering en Milieureclame hervormd worden (zie
ook deel 4 voor adviesraden). Ze moet onder andere actiever en sneller kunnen
optreden, met de bedoeling haar een actievere rol te laten spelen in de opsporing van
misbruiken op het vlak van ecologische en ethische etikettering. Ze zou ook moeten
toezien op een betere informatie van de consumenten over de middelen waarover ze
beschikken om vlug te reageren op reclame die misleidende beweringen over ethiek
en milieu bevatten".
-------------------1. Ter uitvoering van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het
federaal beleid inzake duurzame ontwikkeling.
B. Enkele feitelijke elementen die verband houden
met de toepassing van de code
1. Informatie en verspreiding van de Code
Bij het ontstaan van de Code (begin 1998) werd er ruime ruchtbaarheid aan gegeven,
d.m.v. een persconferentie van de Commissie, persmededelingen, drukken van een
groot aantal brochures met de tekst van de Code, artikels in de informatiebladen van
de partijen die deelnemen aan de uitwerking van de Code, via Internet, enz. ...
Zowel vanuit het bedrijfsleven als vanuit consumenten- en leefmilieuhoek werd in
2000 de nodige publiciteit gemaakt voor de Code, via publicaties, website, enz.
2. Oorsprong van de klachten
De Commissie stelt vast in 2000, 49 dossiers bij de JEP werden ingediend door2
:
1. Eenentwintig dossiers door de BBL (Bond Beter Leefmilieu);
2. Eenentwintig dossiers door verenigingen (socio-culturele, milieu- en
consumentenverenigingen);
3. Drie dossiers ambtshalve door de JEP;
4. Twee dossiers door het OIVO (Onderzoeks- en Informatiecentrum van de
Verbruikersorganisaties);
5. Eén dossier door een individuele consument;
6. Eén dossier door een onderneming.
In 1999 werden enkel klachten ingediend door het OIVO (21 dossiers). Eén dossier
werd ambtshalve door de JEP in 1999 geopend.
3. Aard van de ingediende klachten
Van de ingediende dossiers bij de JEP hebben er negenentwintig betrekking op
reclame (folders: zeventien; advertenties: zeven; radiospots: één, andere
reclamedragers : vier) ; twintig klachten hebben betrekking op etikettering en
verpakking.
In 1999 hadden zeven klachten betrekking op reclame, vijftien klachten hadden
betrekking op etikettering. Twee van de in 2000 ingediende klachten betroffen reeds
lopende dossiers (één geopend in 1999 en één geopend in 2000).
4. Situatie van de klachtenbehandeling door de JEP
De afloop van de klachtenbehandeling in 2000 kan als volgt worden samengevat:
1. Eén dossier waarbij de JEP zich onbevoegd heeft verklaard;
2. Tien dossiers waarbij de JEP geoordeeld heeft dat klacht niet binnen het
toepassingsgebied van de Code viel; één daarvan werd evenwel op een andere
grond behandeld;
3. Zes dossiers waarbij de JEP geoordeeld heeft dat de Code niet werd
overtreden;
4. Zestien dossiers ingediend in 2000 en vier dossiers die reeds in 1999 werden
geopend hebben geleid tot wijziging of tot het stopzetten van de reclame of
van de etikettering;
5. Zestien dossiers waarbij de JEP nog geen advies heeft uitgebracht op
31.12.2000.
In 1999 kon de klachtenbehandeling als volgt worden samengevat:
1. Eén dossier waarbij de JEP zich onbevoegd heeft verklaard;
2. Eén dossier waarbij de JEP geoordeeld heeft dat de klacht niet binnen het
toepassingsgebied van de Code viel;
3. Vijf dossiers waarbij de JEP geoordeeld heeft dat de Code niet werd
overtreden;
4. Tien dossiers hebben geleid tot wijzigingen of tot het stopzetten van de
reclame of van de etikettering;
5. Vijf dossiers waarvoor de JEP nog geen advies heeft uitgebracht op
31.12.1999.
Tabel: klachtenbehandeling
Aantal
Aantal
Afgesloten dossiers
ingediende
ingediende
in 1999 en 2000
klachten
klachten
17 en 36(²)
1999
2000
a) JEP verklaart zich onbevoegd 1->4,5%
1->2%
6%
6%
b) klacht viel niet binnen het
1->4,5%
10->20%
3%
27%
toepassingsgebied van de Code
c) Code werd niet overtreden
5->23%
6->12%
29%
16%
d) advies tot wijziging of
10->45%
16->32,6%
59%
54%(3)
stopzetting
opvolging advies
Onbekend
Onbekend
Onbekend Onbekend
1
e) nog geen advies uitgebracht 5*->23%
16**->33%( )
* Op 31.12.1999
** Op 31.12.2000
(1) 20 klachten werden pas in november 2000 ingediend.
(2) 4 dossiers 1999 in 2000 afgehandeld inbegrepen.
(3) Op 31.12.2000 werden 21 van 22 dossiers van 1999 en 32 van de 47 nieuwe
dossiers van 2000 (2 daarvan hadden betrekking op reeds geopende dossiers)
afgehandeld. 15 van de 32 dossiers, hetzij 47% die tot de bevoegdheid behoorden of
in het toepassingsgebied van de code vielen, werden door de JEP afgesloten met een
aanbeveling tot wijziging of stopzetting. Voor 1999 bedroeg het percentage 67%.
5. Behandelingstermijnen van de klachten
De behandelingstermijn is hier de termijn tussen het indienen van de klacht en het
afsluiten van het dossier door de JEP:
1. Van de 49 klachten die in 2000 werden ingediend, werden 16 dossiers nog niet
afgesloten. De mediaan bedraagt 7,5 weken (termijn om de helft van de
klachten te behandelen). Wat de afgesloten dossiers betreft die tot de
bevoegdheid van de Jury behoren en in 2000 onder toepassing van de Code
vielen (21), bedraagt de mediaan 10 weken.
2. Op 31.12.2000 was van de 22 in 1999 ingediende klachten nog 1 klacht
(betreffende de etikettering van een product afkomstig van het buitenland) in
behandeling. De mediaan bedraagt 16 weken (termijn op de helft van de
klachten te behandelen). Bekijkt men de afgesloten dossiers die tot de
bevoegdheid van de Jury behoren en in 1999 onder toepassing van de Code
vielen (15), dan bedraagt de mediaan 11 weken.
3. Voor de twee jaren samen bedraagt de mediaan voor de afgesloten dossiers die
tot de bevoegdheid van de Jury behoren en onder toepassing van de Code
vielen 13 weken.
6. Artikels die ingeroepen werden ter staving van de klachten De bijgevoegde
tabel geeft een overzicht van de artikels die ingeroepen werden ter staving van de
ingediende klachten en van de wijze waarop ze door de JEP werden behandeld.
-------------------2 . De BBL en het OIVO zijn lid van de Commissie en worden hier bij naam
genoemd. Gelet op de vertrouwelijkheid van de dossiers van de JEP werden de namen
van de individuele verenigingen en onderneming die klachten hebben ingediend bij de
JEP niet aan de Commissie meegedeeld.
C. Commentaar van de Commissie
Met betrekking tot de vaststellingen vermeld onder punt B, maakt de Commissie de
volgende bedenkingen en wenst de volgende bemerkingen in de Code en de
klachtenbehandeling te belichten:
1. M.b.t. de informatie en de verspreiding, stelt de Commissie zich de vraag of
ondanks de initiatieven van de bij de Code betrokken partijen het bestaan ervan
voldoende gekend is, zowel bij de producenten, de adverteerders alsook bij de
overheidsinstanties en de consumenten.
1ste bemerking : de code blijkt te weinig gekend te zijn door alle betrokkenen en in
het bijzonder blijkt dat de adverteerders na 3 jaar werking van de Code (als
instrument van zelfcontrole) nog niet allemaal op de hoogte te zijn van de Code.
2. M.b.t. de oorsprong van de klachten, stelt de Commissie vast dat het aantal
klachten stijgt maar dat ondanks de stijging van het aantal klachten in 2000, het
initiatief om klachten in te dienen nog steeds grotendeels uitgaat van de leden van de
Commissie zelf. De Commissie juicht toe dat de JEP ambtshalve optreedt, maar stelt
vast dat dit eerder sporadisch is.
2de bemerking : in het kader van een instrument van zelfcontrole gaan weinig
klachten uit van ondernemingen. In dit verband wordt benadrukt dat de
geschillenregeling op het vlak van oneerlijke concurrentie tussen ondernemingen niet
tot het bevoegdheidsdomein van de JEP behoort, zoals in het reglement van de JEP
wordt bepaald, en wat in de bedrijfswereld ook geweten is. Ondernemingen maken
derhalve gebruik van andere instanties die sneller tot resultaat leiden, zoals het
instellen van een vordering tot staken in het kader van de WHP of de Raad voor de
Mededinging.
3de bemerking : weinig initiatieven komen vanuit de JEP zelf die geen monitoring
voert in het bijzonder inzake etikettering.
4de bemerking: de individuele consument vindt de weg naar de JEP niet of brengt de
moeite niet op om een klacht in te dienen.
3. M.b.t. de behandelingstermijnen, stelt de Commissie vast dat het afsluiten van
het dossier door de JEP niet noodzakelijkerwijze hoeft samen te vallen met de datum
waarop de reclameboodschap of het etiket effectief is gewijzigd. Een toezicht op de
opvolging van de adviezen van de JEP is tot nog toe niet systematisch gebeurd, noch
door de JEP zelf, noch door de leden van de Commissie.
De Commissie stelt vast dat de behandelingstermijn lichtjes is gedaald ten opzichte
van het vorige evaluatieverslag. Wel moet worden opgemerkt dat, in het geval van
reclamecampagnes, een uitspraak van de JEP meestal komt nadat de
reclamecampagne bijna beëindigd of afgelopen was. De klacht zelf werd soms
ingediend wanneer de campagne bijna beëindigd was.
In dit kader merkt de Commissie op dat de behandelingstermijn die de JEP hanteert,
in sommige gevallen redelijk is, m.n. in het geval van "welwillende" adverteerders of
producenten. Anderzijds stelt de Commissie vast dat de dossiers die het snelst worden
behandeld juist degene zijn die door de JEP worden verworpen (geen overtreding,
buiten het toepassingsgebied van de code of JEP onbevoegd). Het huidige systeem
leidt wel tot uitstel bij anderen. Hoewel de JEP geen officiële macht heeft om op te
treden in het geval de adverteerder niet wil meewerken, worden inzake etikettering
vanuit de JEP voorstellen gelanceerd om in samenwerking met de distributeurs en/of
beroepsfederaties een oplossing te zoeken.
In meerdere dossiers, werden de termijnen verlengd door het feit dat de zaak met
bevoegde officiële instanties moest worden besproken.
De JEP sluit als zelfdisciplinair orgaan een dossier slechts af wanneer een akkoord
met de adverteerder is bereikt over de gewijzigde reclame of etikettering. De
besprekingen kunnen tijd in beslag nemen, hetgeen langere termijnen teweeg brengt.
5de bemerking : het systeem van autoregulering is niet doeltreffend ten opzichte van
de geviseerde reclame als het akkoord niet binnen een redelijke termijn wordt bereikt.
6de bemerking : de JEP tracht, hoewel zij hiervoor over geen enkele officiële macht
beschikt om op te treden tegen adverteerders of producenten die niet meewerken,
alternatieve middelen te vinden om hen ertoe aan te sporen de aanbevelingen ernstig
te nemen, vooral wat de etikettering betreft. Zij legt hiertoe onder meer contacten met
beroepsfederaties of distributeurs van de geviseerde producten. Niettegenstaande de
inspanningen van de JEP, heeft dit tot nu toe echter nog niet tot concrete resultaten
geleid.
4. M.b.t. de behandeling als dusdanig van de klachten door de JEP, wenst
deCommissie de volgende bedenkingen te maken:
1. De bevoegdheid van de JEP:
Hoewel dit niet onmiddellijk blijkt uit de bijgevoegde tabel , stelt deCommissie vast
dat de JEP zich onbevoegd heeft verklaard om bepaalde klachten of een deel van de
klacht te behandelen. Het betreft in het bijzonder klachten waarbij merknamen of
productnamen voorkomen of waarbij gebruik wordt gemaakt van officiële logo's.
De JEP heeft inderdaad geen bevoegdheid om tussen te komen in het geval van:


merknamen;
officiële logo's.
7de bemerking : sommige klachten worden niet behandeld omdat de JEP zich
onbevoegd verklaart om deze te behandelen.
2. De inhoudelijke afhandeling van de klachten:

De vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties en van de
bescherming van het leefmilieu betreuren dat elke poging tot objectieve
evaluatie door de Commissie, met betrekking tot de inhoudelijke afhandeling
van de klachten binnen het autodisciplinair systeem, onmogelijk wordt
gemaakt. Uit de samenvattingen van de klachtenbehandeling die de
Commissie van de JEP heeft ontvangen, blijkt evenwel dat de JEP in vele
gevallen de artikels van de Code op een andere manier interpreteert dan de
organisaties die klachten hebben ingediend. Daarbij moet worden opgemerkt
dat enkel de argumentatie van de betrokken adverteerder of producent wordt
gevraagd en in vele gevallen deze argumentatie grotendeels wordt
weerhouden.
In meerdere gevallen was de oplossing die de JEP aanreikte in haar adviezen tot
wijziging geen afdoend middel om de misleiding weg te werken. In andere adviezen
was er sprake van minimale wijzigingen zonder dat er werd geoordeeld over de grond
van de zaak.
De vertegenwoordigers van de Productie, Distributie, Middenstand en Reclame
merken hierbij op dat, nu de Commissie de controle op de naleving van de Code aan
de JEP heeft toevertrouwd, de inhoudelijke afweging van de klachten, individueel
bekeken, niet opnieuw kan worden overgedaan zonder het algemeen rechtsprincipe
non bis in idem te schenden en het gevaar te lopen als rechter én partij op te treden.
Een belangrijk deel van de klachten ging immers uit van organisaties die lid zijn van
de Commissie.
Volgens dezelfde vertegenwoordigers betekent het feit dat er meningsverschillen
bestaan inzake de interpretatie van de Code niet, dat de evaluatie door de Commissie
onmogelijk wordt gemaakt. De JEP beschikt als controleorgaan over de argumentatie
van de klager en over de tegenargumentatie van de adverteerder. Aan de hand van
beide standpunten werd in een meerderheid van de gevallen de klacht weerhouden om
de wijziging en/of stopzetting van de reclame/etikettering te vragen. In vele gevallen
ging de klacht echter over het product zelf of over het gebruik ervan, wat
vanzelfsprekend buiten de bevoegdheid van de JEP valt.
Dezelfde vertegenwoordigers betreuren dan ook dat een deel van de Commissie de
resultaten van de JEP onderschat, terwijl alle resultaten erop wijzen dat de Jury er in
eer en geweten van overtuigd was dat de bereikte oplossing (met grondige of
"minimale" wijzigingen) een afdoend middel vormde om de reclame conform te
maken met de Code wat betreft communicatie.
8ste bemerking : Hoewel de JEP over een ruime bevoegdheid en zeer veel expertise
beschikt op het vlak van reclame, mag men niet uit het oog verliezen dat de JEP
uiteindelijk niet is gespecialiseerd in de technische aspecten van de talrijke materies,
producten en diensten waarop reclame betrekking heeft. De inhoudelijke afhandeling
van klachten door de JEP zou erop vooruitgaan indien deze een beroep zou doen op
externe milieuexpertise.
9de bemerking : Het huidige autoregulerend systeem voorziet niet in een
tegensprekelijk debat in hoofde van de klager.
3. De afdwingbaarheid van de beslissingen van de JEP en de controle erop:
De Commissie stelt vast dat de aanbevelingen van de JEP tot wijziging of stopzetting
geen bindende kracht hebben. De aanbevelingen kunnen niet dwingend worden
uitgevoerd maar moeten op vrijwillige basis worden uitgevoerd.
Anderzijds kan de JEP niet systematisch de toepassing van haar beslissingen op het
terrein controleren. 10 de bemerking : Er is geen systematische controle op het
naleven van de aanbevelingen van de JEP (in het bijzonder wat de etikettering en
folders betreft).
11de bemerking : Er zijn geen sancties voorzien bij het niet naleven van de
aanbevelingen. In het kader van reclame in de media kan de JEP de stopzetting ervan
door de media aanbevelen. Een dergelijke aanbeveling is echter nog niet gebeurd
voor misleidende milieureclame omdat een uitspraak van de JEP meestal komt nadat
de reclamecampagne bijna beëindigd of afgelopen was. De betrokken adverteerders
beloofden in voorkomende gevallen om de aanbeveling in de toekomst op te volgen.
5. M.b.t. de Code zelf:
1. Het is voor de Commissie moeilijk om haar evaluerende rol inzake de
zelfregulering goed te vervullen. In 1999 stelde het probleem zich niet, omdat
de klachten afkomstig waren van een lid, dat in zijn briefwisseling met de JEP
en op inhoudelijk vlak een grote transparantie vertoonde. De Commissie
beschikte aldus over alle noodzakelijke gegevens voor een goede evaluatie.
Dit jaar daarentegen kwamen de klachten van verscheidene instanties, al dan
niet lid van de Commissie, die de inhoud van hun klacht, de indieningsdatum
van de dossiers, … niet of niet duidelijk meedeelden. De Commissie had enkel
weet van de lopende klachtendossiers, dank zij de goede wil van de JEP, die
haar officieus op de hoogte bracht van nieuw ingediende klachten. De
Commissie wil de JEP hiervoor bedanken.
Het is pas bij het afsluiten van de dossiers, nadat de JEP de samenvattingen
had meegedeeld bestemd voor publicatie in haar verslag, dat de Commissie
kon vernemen welk advies door de JEP werd uitgebracht. Zoals het systeem
op dit ogenblik is georganiseerd, kan het onmogelijk door de Commissie op
een behoorlijke manier worden geëvalueerd.
12de bemerking : de Commissie ondervindt moeilijkheden om haar evaluatie
van de zelfregulering uit te voeren, gelet op het feit dat de Commissie hiervoor
afhankelijk is van de JEP, terwijl de JEP gebonden is aan het beroepsgeheim
en het vertrouwelijk karakter van de dossiers. Er wordt wel een samenvatting
van het dossier gepubliceerd.
2. De Commissie stelt vast dat de interpretatie van de artikels van de Code niet
altijd duidelijk is. Alhoewel de Code uitdrukkelijk vermeldt dat de Code hoort
te worden toegepast naar de geest en naar de letter, blijkt dit in de praktijk
voor bepaalde problemen en onduidelijkheden te zorgen.
Tevens stelt de Commissie vast dat er zich een probleem stelt omtrent de
afbakening van het toepassingsgebied van de Code ten opzichte van andere
consultatieveCommissies en ten opzichte van bepaalde problemen.
13de bemerking : de interpretatie van de Code is op bepaalde punten voor discussie
vatbaar en er stellen zich problemen omtrent de afbakening van het
toepassingsgebied van de Code.
6. M.b.t. de specifieke problemen inzake etikettering, logo's en pictogrammen,
oordeelt de Commissie dat deze specifieke en omvangrijke problematiek een
bijzondere benadering vergt. De Commissie meent dat enige orde moet worden
geschapen in de "jungle van logo's". Aan die specifieke problematiek wordt niet echt
tegemoet gekomen door de Code. De gedachtewisseling wordt momenteel uitgediept
binnen de Commissie. Er werden immers tal van problemen in dit verband
vastgesteld.
D. Besluiten en vooruitzichten
De Commissie stelt bij deze tweede evaluatie qua effectieve resultaten weinig
veranderingen vast ten opzichte van het eerste evaluatieverslag, vooral op het gebied
van de behandelingstermijnen. De Commissie onderstreept evenwel dat er in 2000
meer klachten werden ingediend.
Binnen de Commissie is er geen eenparigheid omtrent de besluiten en vooruitzichten.
De vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties en van de bescherming van
het leefmilieu zijn niet tevreden over de doeltreffendheid van de Code en het
autodisciplinair toezicht erop en pleiten derhalve voor een herziening van het systeem.
Uit de twee evaluaties van het zelfregulerend karakter van de Code blijkt dat, in
tegenstelling tot wat men kan verwachten van een autodisciplinair systeem, het
huidige systeem niet de nodige soepelheid (op het vlak van procedure, bevoegdheid,
interpretatie van de Code, …) aan de dag te legt.
De werking van het systeem is onvoldoende transparant (waardoor de Commissie
zelfs moeilijkheden ondervindt om zijn evaluatie uit te voeren). De
behandelingstermijnen zijn zeer lang (tot na de reclamecampagne). Door onder andere
de afwezigheid van effectieve en afdwingbare sancties is het huidige systeem niet
doeltreffend.
Andere knelpunten die de vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties en
van de bescherming van het leefmilieu ondervinden, zijn deels eigen aan een
zelfregulerend systeem:






het gebrek aan onafhankelijkheid;
afwezigheid van een tegensprekelijk debat waar ook de indiener van een
klacht gehoord wordt;
unilaterale adviezen;
gebrek aan sancties;
gebrek aan afdwingbaarheid;
geen beroepsprocedure.
Voor de vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties en van de bescherming
van het leefmilieu is het duidelijk dat er initiatieven moeten worden genomen om de
milieureclamecode een meer bindend karakter te geven. Hierbij moet rekening
worden gehouden met:





de verschillende pijnpunten die in de twee evaluatieverslagen naar boven zijn
gekomen;
het feit dat er geen substantiële vooruitgang wordt vastgesteld;
de overeenkomst binnen de Commissie dat, indien de Milieureclamecode
uiteindelijk niet wordt nageleefd, de Commissie de mogelijkheden zal
onderzoeken om er een meer dwingend karakter aan te geven (voorwoord bij
de Code);
§ 119 van het Federaal Plan inzake Duurzame Ontwikkeling (zie inleiding);
het antwoord van Minister Aelvoet op de parlementaire vraag van Dhr.
Malcorps (d.d. 30/6/2000) inzake de werking van het autodisciplinaire
systeem : "…Indien er geen substantiële vooruitgang wordt vastgesteld in de
toepassing van de code, zal de code verplicht worden en voorzien van
alternatieve sancties".
Deze initiatieven moeten voor de vertegenwoordigers van de
consumentenorganisaties en van de bescherming van het leefmilieu betrekking
hebben op:
1. Het bindend karakter van de Code.
Artikel 29, §3 van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en
de voorlichting en bescherming van de consument (WHP) geeft uitdrukkelijk
de bevoegdheid aan de Koning om de milieureclamecode op te leggen. Het
opleggen van de Code is noodzakelijk om te voorzien in een officiële controle
en effectieve, afdwingbare sancties.
2. Daadwerkelijke sancties bij niet naleving van de Code.
De doelstelling is preventief te werken. Om dit doel te bereiken en om
effectief te zijn, moeten er daadwerkelijke sancties worden voorzien die een
voldoende afschrikkend karakter hebben. Naast het voorzien in strafsancties
bij overtredingen moet worden nagedacht over alternatieve sancties zoals een
publicitaire tegencampagne, bekendmaking in de pers van de inbreuken, …
Dergelijke sancties hebben het voordeel dat ze zichtbaar zijn voor de
consumenten en tevens meer ruchtbaarheid geven aan het bestaan van de Code
en de regels inzake reclame. Naast het aspect sanctionering houden zij een
aspect van informatie en een bewustmaking van de consumenten in.
3. Organisatie van de controle.
Het autodisciplinaire controlesysteem moet worden vervangen door een
officiële controle en/of door een Commissie die onafhankelijk is van de
betrokken sector. Daarnaast moet er ook ruimte zijn voor een opvangstructuur
voor het oplossen van problemen omtrent milieureclame. Op het vlak van
milieureclame moet worden geopteerd voor een paritaire, soepele en
toegankelijke structuur die door de overheid wordt ondersteund. Deze
structuur (met secretariaat) staat in voor overleg met de sector, het voorzien
van een groen nummer voor consumenteninformatie, het inhoudelijk uitdiepen
van de code, de problematiek van de logo's, e.d.
De vertegenwoordigers van de Productie, Distributie, Middenstand en Reclame
stellen wel degelijk substantiële verbeteringen vast t.o.v. de eerste evaluatieperiode.
Voor de toekomst en in een zelfdisciplinair vooruitzicht heeft het tweede
toepassingsjaar van de Code toegelaten, door een tamelijk groot aantal nieuwe
dossiers te behandelen, de "jurisprudentie" van de JEP beter te bepalen, te verfijnen
en desgevallend de problemen beter te appreciëren, wat tot meer efficiëntie van
zelfregulering leidt. De procedure voor de klachtenbehandeling is verbeterd en door
de publicatie van de JEP-beslissingen in haar Bulletin werd de Code en zijn
draagwijdte beter bekend gemaakt en werden potentiële overtreders afgeschrikt.
Dezelfde vertegenwoordigers waarderen ten zeerste dat de JEP de ingediende klachten
naar best vermogen heeft behandeld. In 2000 zijn immers veel meer klachten
ingediend dan in 1999, wat de werkdruk voor de JEP in deze aanzienlijk heeft
verhoogd. Bovendien ontstonden opnieuw volumeproblemen, doordat sommige
klagers hun klachten bundelen en aldus een snelle afhandeling door de JEP
bemoeilijken. Ze appreciëren de wijze waarop de JEP de Commissie heeft ingelicht,
aan de hand van samenvattingen van de dossiers, vlak na de afhandeling van de
klachten.
Ondanks de soepelheid die door de Jury bij het autodisciplinaire systeem werd aan de
dag gelegd, mag geen afbreuk worden gedaan aan de procedures van dit
controleorgaan en moet rekening te worden gehouden met de "rechtszekerheid".
De vertegenwoordigers van de Productie, Distributie, Middenstand en Reclame
wijzen erop dat de korte periode waarin tot op heden ervaring werd opgedaan met de
toepassing van de milieureclamecode niet toelaat om nu reeds verstrekkende
conclusies te verbinden aan de naleving ervan.
Volgens dezelfde vertegenwoordigers zou het bindend maken van de Code bij K.B.
een abrupt einde stellen aan een voorbeeldig systeem van zelfregulering op het vlak
van milieu-etikettering en milieureclame, waarin zeer veel middelen en tijd werden
geïnvesteerd, met significant positieve gevolgen.
Het is tenslotte zeer de vraag of een stringentere wetgeving de consument enige baat
zou brengen, aangezien hij minder geneigd is om een vordering in te stellen voor een
rechtbank en de termijn voor de klachtenbehandeling in een gerechtelijke context
ongetwijfeld een verlenging zou zijn van de huidige behandelingstermijnen.
De vertegenwoordigers van de Productie, Distributie, Middenstand en Reclame
blijven derhalve geloven in het autodisciplinair systeem en zeggen hun medewerking
toe aan de verdere verbetering van het systeem door:



hun inspanningen om ruchtbaarheid te geven aan de inhoud en de
doelstellingen van de Code verder te zetten;
de dialoog verder te zetten binnen de Commissie over de effectiviteit van de
Code, zowel wat de inhoud betreft als het toepassingsgebied van de Code;
met de JEP te onderzoeken hoe een snellere afhandeling van de klachten m.b.t.
reclame kan worden verwezenlijkt.
-------------------- Commissie voor Milieu-etikettering en Milieureclame.
Definitief verslag goedgekeurd op 20 maart 2001.
Deze Commissie werd opgericht bij K.B. van 13 januari 1995 in toepassing van
artikel 29 van de WHP.
Er wordt verwezen naar bijgaande tabel die onderscheid maakt tussen de dossiers
inzake reclame en inzake etikettering.
Bijlage: Overzicht van de klachten op 31/12/2000
Artikels
ToeIngero waarop
Antstand
Oor- Datum Datum
ede JEP
woord
van
Klachten spron ontantpen
zich
termij
het
g vangst woord
artikel heeft
n
dossie
s
gebasee
r*
rd
OIV 26/04/ 18/06/
1: reclame
7 wek. 1, 13
a)
O
99
99
OIV 26/04/ 07/07/ 10
1, 6,
1, 6, 10,
2: reclame
e)
O
99
99
wek. 10, 13 13
3: folder
OIV 26/04/ 23/09/ 21
verkooppu
O
99
99
wek.
nt
1, 7, 10 7, 10
e)
Resultaten
De JEP verklaart
zich onbevoegd
Weglating van
het label
Schrappen van de
verwijzing naar
"een volledig
ecologisch
systeem" en
genuanceerder in
de vermelding
van volledige
onschadelijkheid
en de gevolgen
voor het
leefmilieu onder
de titel "respect
voor het milieu",
die overigens
ongewijzigd blijft
4:
OIV 26/04/
etiketterin
O
99
g
1, 2, 3,
7, 8
b)
In behandeling
Wijziging van de
rubriek :
schrapping van
de opsomming
van de voordelen
van recyclage
met name de
verwijzing naar
energiebesparing
vervangen door
preciseringen
over de
voorwaarden van
selectieve
inzameling van
producten : "bij
selectieve
inzameling kan
aluminium
worden
gerecycleerd" en
van de
verpakking
Schrappen van de
absolute
vermelding
"ecologisch"
5:
OIV 26/04/ 30/03/ 48
etiketterin
O
99
00
wek.
g
1, 3
e)
6:
OIV 26/04/ 15/11/ 29
etiketterin
O
99
99
wek.
g
1, 2, 3, 1, 3, 7,
7
14
e)
OIV 26/04/ 15/07/ 11
O
99
99
wek.
1, 3, 5,
13
c)
Geen overtreding
OIV 26/04/ 15/07/ 11
O
99
99
wek.
2, 8,
10, 13
c)
Geen overtreding
OIV 03/05/ 15/07/ 11
O
99
99
wek.
1, 3, 5,
13
c)
Geen overtreding
10:
reclame
OIV 03/05/ 26/08/ 16
O
99
99
wek.
3, 6, 7,
3
8, 13
11:
reclame
OIV 03/05/ 18/6/9
1, 2, 3,
6 wek.
3, 7
O
99
9
7
7:
etiketterin
g
8:
etiketterin
g
9:
etiketterin
g
e)
e)
Verwarring
tussen product en
verbruikinstallati
e geschrapt
"One shot"
aankondiging.
Maar akkoord
met de
12:
reclame
OIV 03/05/ 18/06/
6 wek. 1, 2, 5
O
99
99
13:
OIV 03/05/ 26/08/ 16
etiketterin
O
99
99
wek.
g
d)
1, 3, 5,
6, 7, 8, 6, 7, 8
10
14:
1, 2, 3,
OIV 03/05/ 18/06/
etiketterin
6 wek. 10, 11, 3
O
99
99
g
13
e)
e)
15:
OIV 03/05/ 15/11/ 28
etiketterin
O
99
99
wek.
g
1, 3, 5,
1, 3, 6, 7 e)
6, 7, 10
16:
OIV 03/05/ 30/12/ 34
etiketterin
O
99
99
wek.
g
1, 3, 5,
1, 3, 5,
6, 7,
e)
6, 7, 13
10, 13
17:
OIV 03/05/ 15/07/ 10
etiketterin
O
99
99
wek.
g
1, 3, 7,
13
18:
OIV 03/05/ 26/08/ 16
etiketterin
O
99
99
wek.
g
2
2
aanbeveling om
in de toekomst de
vermelding
"bescherming van
het leefmilieu" te
schrappen
Buiten het
toepassingsgebie
d van de code
Toevoeging van
informatie in
begrijpelijke
bewoordingen
over de
samenstelling ,
vlakbij de
vermelding "helpt
het milieu te
respecteren".
Deze laatste
vermelding blijft
echter
ongewijzigd
"100%
recycleerbaar"
wordt "gemaakt
van gerecycleerd
plastic"
"respecteert het
milieu" wordt
vervangen door
"biologisch
afbreekbaar"
Weglating van de
absolute
bewering in de
vorm van een
label
c)
Geen overtreding
e)
Verduidelijking
qua selectieve
inzameling
(verpakking terug
te geven aan
selectieve
inzameling)
19:
OIV 03/05/ 07/07/
1, 2, 3,
etiketterin
9 wek.
O
99
99
8, 10
g
c)
20:
OIV 03/05/ 30/03/ 47
etiketterin
O
99
00
wek.
g
1, 3, 10 1, 3, 10 e)
21:
OIV 03/05/ 30/03/ 47
etiketterin
O
99
00
wek.
g
1, 3, 10 1, 3, 10 e)
22:
reclame
JEP
04/10/ 04/05/ 31
99
00
wek.
3, 6, 7, 3, 6, 7,
e)
14
14
23:
reclame
JEP
04/10/ 04/05/ 31
99
00
wek.
3, 6, 7, 3, 6, 7,
e)
14
14
Geen overtreding
Wijziging van de
rubriek :
toelichtingen bij
de voorwaarden
van collectieve
inzamelingen van
het product: "bij
selectieve
inzameling kan
PE worden
gerecycleerd" en
van de
verpakking.
Wijziging van de
rubriek :
toelichtingen bij
de voorwaarden
van collectieve
inzamelingen van
het product : "bij
selectieve
inzameling kan
PE worden
gerecycleerd" en
van de
verpakking
Schrapping van
de verwijzingen
naar de invloed
op
natuurelementen
Behoud van de
vermelding
"milieuvriendelij
k" met
toevoeging
"minder uitstoot,
geen opslag,
distributie door
leidingen"
Akkoord met de
aanbeveling van
wijziging in de
toekomst (de
campagne was
beëindigd)
24: folder BBL
16/05/ 17/10/ 22
00
00
wek.
25:
16/05/ 12/09/ 17
etiketterin BBL
00
00
wek.
g
1, 10
1, 7
e)
7
7, 14
e)
1, 3, 7,
13, 14
e)
26: folder BBL
16/05/ 03/10/ 20
00
00
wek.
1, 7
27: folder BBL
16/05/ 22/08/ 14
00
00
wek.
1, 7
28: folder BBL
16/05/ 19/09/ 18
00
00
wek.
29: folder BBL
16/05/ 06/07/
7 wek. 7, 14
00
00
30: folder BBL
31: zakje
BBL
32: folder BBL
33: folder BBL
34: folder BBL
35:
BBL
etiketterin
16/05/ 08/12/ 29
00
00
wek.
16/05/
00
16/05/
00
16/05/
00
16/05/
00
16/05/
00
7, 14
7
7, 14
7
Weglating van de
absolute slogan
en wijziging van
de tekst onder de
titel "Oog voor
het milieu "
"Milieuvriendelij
k" wordt
"Milieuvriendelij
ker"
Wijziging:
weglating van de
vermelding: "een
ecologisch
initiatief " in de
komende
campagnes
c)
Geen overtreding
e)
Adverteerder
legde aan de JEP
een gewijzigd
ontwerp van
reclame voor
zonder verwijzing
naar positieve
milieueffecten.
Weglating van de
absolute term.
c)
Geen overtreding
e)
Wijziging van de
folder en
weglating van de
absolute term:
"milieuvriendelij
k"
b)
b)
06/07/
7 wek. 5, 10
00
c)
1,7
b)
23/06/
5 wek. 3, 3
00
a)
Geen overtreding
De JEP verklaart
zich onbevoegd
g
36:
radiospot
BBL
37: folder BBL
16/05/ 12/07/
8 wek. 1, 3, 14 1, 3, 14 e)
00
00
02/08/ 07/11/ 13
00
00
wek.
38:
02/08/
etiketterin BBL
00
g
02/08/
39: folder BBL
00
02/08/
40: folder BBL
00
02/08/
41: folder BBL
00
02/08/
42: zakje BBL
00
02/08/
43: zak
BBL
00
1, 7
1, 7
08/11/
00
08/11/
00
08/11/
00
14
wek.
14
wek.
14
wek.
46:
reclame
b)
1, 7
e)
1, 7
1, 7
e)
1, 7
1, 7
e)
1, 7
b)
1, 7
b)
1, 7
Veren 31/08/ 08/11/
9 wek. 1, 3, 14
.
00
00
Verbr 05/09/ 28/10/
7 wek.
.
00
00
04/10/ 19/12/ 11
47: folder JEP
00
00
wek.
48:
OIV 23/10/
reclame
O
00
e)
1, 7
44:
02/08/ 25/08/
etiketterin BBL
3 wek. 1, 7
00
00
g
45:
folder+
reclame
1, 7
3, 14
Campagne
afgelopen maar
adverteerder zal
in de toekomst
rekening houden
met de
aabeveling van
wijziging
Wijziging met
precisering van
de eigenschappen
die minder
schadelijk zijn
voor het milieu
e)
d) e)
1, 3, 6,
10
Weglating van de
absolute term
Weglating van de
absolute term
Weglating van de
absolute term
Weglating van de
absolute term
"milieuvriendelij
k"
Buiten het
toepassingsgebie
d van de code
Wijzigingen op
een andere basis
e)
Stopzetting
3, 6, 7,
14
c)
Geen overtreding
1, 5, 7
b)
49:
OIV 23/10/ 22/12/
etiketterin
8 wek. 7, 10
O
00
00
g
7, 10
e)
Bijkomende
informatie
omtrent de
afwezigheid van
50:
reclame
Bedri 13/10/ 24/11/
6 wek. 1, 3
jf
00
00
51:
reclame
JEP
52: folder
Veren 07/11/
.
00
53:
etiketterin
g
54:
etiketterin
g
55:
etiketterin
g
56:
etiketterin
g
57:
etiketterin
g
58:
etiketterin
g
59:
etiketterin
g
60:
reclame
18/10/ 19/12/
3, 6, 7,
9 wek.
7
00
00
10
7, 10
d)
e)
toxistische
oplosmiddelen in
de nabijheid van
het hervulbaar
karakter van het
product en van de
vermelding
"N.E.A.T.Formul
a-New Ecological
Advanced
Technology" op
de verpakking en
het product.
Buiten het
toepassingsgebie
d van de code
Adverteerder liet
weten dat de
advertentie niet
meer werd
verspreid
b)
Veren 07/11/ 19/12/
6 wek. 1, 3, 7
.
00
00
c)
Geen overtreding
Veren 07/11/ 19/12/
6 wek. 10
.
00
00
c)
Geen overtreding
Veren 07/11/
.
00
7
b)
Veren 07/11/
.
00
7
b)
Veren 07/11/
.
00
1, 7
b)
Veren 07/11/
.
00
1, 7
b)
Veren 07/11/
.
00
14
b)
Veren 07/11/ 22/11/
2 wek. 5
.
00
00
d)
Buiten het
toepassingsgebie
d van de code
61:
reclame
62:
etiketterin
g
63:
etiketterin
g
64:
etiketterin
g
d)
Veren 07/11/ 22/11/
2 wek. 1, 7
.
00
00
d)
Veren 07/11/ 22/11/
2 wek. 1, 7
.
00
00
d)
Veren 07/11/
.
00
b)
Dossier reeds
geopend in 1999
e)
Dossier geopend
en reeds
behandeld in
2000
65:
Veren 07/11/
etiketterin
.
00
g
66:
etiketterin
g
67:
etiketterin
g
68: lijst
van
deelnemer
s aan een
beroepsbe
urs
69: lijst
van
deelnemer
s aan een
beroepsbe
urs
70: lijst
van
deelnemer
s aan een
beroepsbe
urs
71: lijst
van
deelnemer
s aan een
beroepsbe
urs
Buiten het
toepassingsgebie
d van de code
Buiten het
toepassingsgebie
d van de code
Buiten het
toepassingsgebie
d van de code
Veren 07/11/ 22/11/
2 wek. 5
.
00
00
1, 2, 7
7
7, 14
Veren 16/11/
.
00
b)
Veren 16/11/
.
00
b)
Veren 16/11/ 22/11/
1 wek.
.
00
00
d)
Buiten het
toepassingsgebie
d van de code
Veren 16/11/ 22/11/
1 wek.
.
00
00
d)
Buiten het
toepassingsgebie
d van de code
Veren 16/11/ 22/11/ 1
.
00
00
week
d)
Buiten het
toepassingsgebie
d van de code
d)
Buiten het
toepassingsgebie
d van de code
Veren 16/11/ 22/11/ 1
.
00
00
week
*
a) De JEP verklaart zich onbevoegd
b) De JEP heeft nog geen advies uitgebracht
c) De JEP heeft geen overtreding vastgesteld
d) De klacht is buiten het toepassingsgebied van de code
e) Stopzetting van de reclamecampagne of wijziging van de slogans en argumenten
Privacy
Disclaimer
© SPF Economie, PME, Classes moyennes et Energie
Download