Document algemeen

advertisement
LEGAL UPDATE
Een beetje pijn doen mag
Auteursrechtinbreuk: begroting van winst(afdracht), Hoge Raad 14 november 2014 (Sjopspel)
Datum: 18 november 2014
Inleidend
Dat rechtszaken lang kunnen duren, is algemeen bekend. Maar of de partijen die aan de wieg staan
van deze zaak wisten dat ze aan een maar liefst 23 jaar durend juridisch avontuur zouden beginnen,
is te betwijfelen.
De zaak
Na twee rondjes tot en met de Hoge Raad is vastgesteld dat De Boer inbreuk heeft gemaakt op de
aan eiser toekomende auteursrechten op het zogenoemde Shoppingspel, door een spel – genaamd
Sjopspel – via een spaaractie in de winkels aan klanten ter beschikking te stellen dat in hoge mate
overeenstemt met en een zelfde totaalindruk achterlaat als het Shoppingspel. Eiser had het
Shoppingspel in 1987 aan De Boer getoond, doch De Boer had dit in 1989 teruggezonden met de
mededeling dat er geen interesse in het spel bestond. De realiteit bleek anders.
Nu de zaak voor de derde keer bij de Hoge Raad voorligt, is het juridisch vraagstuk gefileerd tot de
vraag hoe de rechter de ‘winst’ moet begroten in het kader van een vordering tot winstafdracht en
vanaf welk moment de compensatoire rente mag worden berekend over het toegekende
schadebedrag. Dat laatste is in het kader van de rechtsontwikkeling minder belangwekkend dan het
eerste en blijft hier verder onbesproken.
Begroting van winst
Bij inbreuken op intellectuele eigendomsrechten is het vaak lastig om door een inbreuk geleden
schade concreet te begroten. Om de rechthebbenden tegemoet te komen, voorziet de Auteurswet in
de mogelijkheid voor de rechter deze schade te schatten, of deze te begroten op het bedrag van de
door de inbreukmaker met de inbreuk behaalde winst (in vergelijkbare zin: artikel 6:97 en 6:104 BW).
Artikel 27a Auteurswet biedt de rechthebbende bovendien de mogelijkheid om naast
schadevergoeding afdracht van met de inbreuk genoten winst te vorderen van de inbreukmaker. Aan
de rechthebbende wordt de keuze gelaten de hoogste van de twee (schadevergoeding resp.
winstafdracht) te vorderen. Cumulatie van deze twee posten is niet (onbeperkt) toegestaan (vgl. HR
14 april 2000 inz HBS Trading vs. Danestyle).
Om te dien aanzien een juiste keuze te kunnen maken, is het van belang te begroten hoe hoog de
door de inbreukmaker met de inbreuk genoten winst is, afgezet tegen de als gevolg van de inbreuk
door de rechthebbende gelden schade. Voor de calculatie van deze ‘winst’ – welk begrip moet worden
uitgelegd ‘naar het normale spraakgebruik’ – is rekening en verantwoording nodig van de
inbreukmaker. Artikel 27a Auteurswet verplicht de inbreukmaker dit desgevorderd te geven.
Indien de inbreukmaker niet aan deze verplichting voldoet, zoals in de onderhavige zaak het geval
was, is de vraag welke consequenties dat heeft voor de winstbegroting. De Hoge Raad volgt niet het
standpunt van eiser, te weten dat bij het verwijtbaar verloren laten gaan van relevante financiële
gegeven door de inbreukmaker dient te worden uitgegaan van de hoogste schatting van de mogelijk
behaalde winst. Volgens de Hoge Raad voorziet het auteursrecht, meer in het bijzonder artikel 27a
Auteurswet, niet in een sanctie voor het geval geen (juiste) rekening en verantwoording wordt
afgelegd. Ofwel, de vordering tot winstafdracht heeft volgens de Hoge Raad geen punitief karakter.
De rechter zal de schade dan ook moeten begroten op een wijze die het meest in overeenstemming is
met de werkelijkheid, met inachtneming van alle relevante feiten en omstandigheden. Wel mag de
rechter, indien de inbreukmaker volledige en juiste informatieverschaffing weigert, ‘de gevolgtrekking
maken die hij geraden acht’ (vgl. artikel 21 Rv). Dit geeft de rechter de bevoegdheid onzekerheden
met betrekking tot de omvang van de te begroten winst in het nadeel van de inbreukmaker te laten
werken.
Conclusie
Concluderend, artikel 27a Auteurswet laat de rechter een grote mate van vrijheid bij het vaststellen
van de wijze van winstberekening (vgl. o.a. HR 12 april 2013 inz Hauck vs. Stokke). Hoewel dit artikel
geen punitief karakter heeft, zoals duidelijk wordt uit dit sluitstuk van een 23 jaar slepende rechtsstrijd,
mag de rechter aan het niet voldoen aan de verplichting rekening en verantwoording af te leggen
gevolgen verbinden die hij geraden acht, ook in het nadeel van de inbreukmaker. Daarbij zal echter
wel steeds voor ogen moeten worden gehouden, dat de winstbegroting voor zoveel als mogelijk moet
aansluiten bij de werkelijke situatie. Kortom: geen punitief karakter, maar een beetje pijn doen mag
wel. Of deze uitspraak de feitenrechter enig concreet houvast biedt voor de winstbegroting, zal
moeten blijken.
Dit is een Legal Update van Rutger van Rompaey.
Voor meer informatie:
Rutger van Rompaey
+31 30 25 95 578
[email protected]
2
Download