Sociaal jaarverslag 2015-2016 Vereniging Scholen met de Bijbel Volgens CAO-PO komen in het sociaal jaarverslag ten minste de volgende onderwerpen aan bod: a) preventie ziekteverzuim; b) taakbelasting; c) doelgroepenbeleid; d) incidentele beloningen; e) het gebruik van uitzendarbeid. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan sociale veiligheid. A. preventie ziekteverzuim Tijdens 2014 en 2015 (NB. kalenderjaren!) was het ziekteverzuim als volgt: Hierbij zijn de volgende opmerkingen te maken: 1. Op resp. Rehoboth en Eben Haëzer 07YP is één collega langdurig ziek geweest, waardoor gemiddelde verzuimduur hoger dan gemiddeld is. Bij beide trajecten was de oorzaak overwegend persoons-gerelateerd. In de re-integratie is daarom ingezet op persoonlijke begeleiding door externe deskundigen. W.b. preventie is met beide collega’s in de periode vóór het verzuim meermalen door directie en interne begeleiding gesproken en is naar vermogen hulp verstrekt. 2. Op Eben Haëzer 07YP is één collega OOP langdurig ziek geweest t.g.v. medische klachten/operatie. Aan deze niet-werkgerelateerde oorzaak zijn geen specifieke preventieve acties gekoppeld geweest. 3. Gezien de lage percentages van meldingsfrequentie (MF) en gemiddelde verzuimduur (GZD) (behoudens hierboven genoemde gevallen), is er geen urgentie geweest tot specifieke preventieve maatregelen tegen ziekteverzuim. W.b. preventie ziekteverzuim in het algemeen zijn de volgende opmerkingen te maken: 1. De schoonmaaksters van Rehoboth en Eben Haëzer 07YP hebben in 2015 en begin 2016 een praktijkgerichte cursus gekregen en complete vernieuwing van hun werkmaterialen. Daarnaast zijn ze gedurende ruim een halfjaar intensief begeleid in het toepassen van een professionele werkwijze. Dit alles is uitgevoerd door een gecertificeerd schoonmaakbedrijf. Hiermee is preventief gewerkt aan een meer veilige en verantwoorde manier van werken ter voorkoming van ongewenste lichamelijke en psychische belasting. 2. In 2014 en 2015 zijn twee collega’s OP op hun verzoek door het bestuur gefaciliteerd in het volgen van een assessment- en begeleidingstraject om hiermee meer zicht en grip te krijgen op eigen persoonlijkheid, welbevinden en ambities. 3. De directeur heeft in 2015 meerdere gesprekken gevoerd met het bestuur over zijn taakbelasting. Dit heeft geleid tot het bieden van extra ondersteuning vanuit het bestuur en het in gang zetten van een veranderingstraject in het management van de scholen. B. Taakbelasting 1. In 2015-2016 is het taakbeleid expliciet ingevoerd. Hiermee werd een eerste stap gezet in het inzichtelijk maken van de taakbelasting per personeelslid, conform de regelgeving vanuit de CAO. Deze verplichting was tot dan toe niet ingevuld en hielp ons om gezamenlijk een antwoord te vinden op vragen m.b.t. werkbelasting i.r.t. wat op grond van de benoeming verwacht mag worden. 2. Dit leverde op, dat er her en der (soms forse) verschillen zichtbaar werden tussen de werkelijk gemaakte uren t.o.v. de benoemingsuren. Daarnaast werd duidelijk, dat er op diverse momenten inspanningen van het personeel gevraagd/ door het personeel verricht werden, die niet in het taakbeleid benoemd en in uren uitgedrukt waren. Anderzijds was het voor meerdere collega’s met een grotere benoeming een verrassend inzicht, dat ze een relatief fors aantal uren dienden te besteden aan professionalisering en duurzame inzetbaarheid, wat in de praktijk geen eenvoudige opgave blijkt te zijn. 3. Vanuit de ervaringen in 2015-2016 is voor 2016-2017 het taakbeleid verder uitgewerkt en m.b.v. een nieuwe tool met het personeel doorgesproken. De monitoring gebeurt tijdens dit cursusjaar door de coördinatoren en evt. knelpunten worden individueel of in teamverband besproken en opgelost. 4. In 2015-2016 is het aantal combinatiegroepen toegenomen als gevolg van noodzakelijke bezuinigingen. Dit leverde voor een bepaalde groep collega’s een taakverzwaring op. Om hierin te ondersteunen, zijn voor de ‘combi-leerkrachten’ bijeenkomsten georganiseerd om praktische aanpak en tips te delen. Daarnaast is in het taakbeleid een hoger percentage toegepast voor lesgebonden taakuren. Tenslotte heeft deze ontwikkeling bijgedragen, om bepaalde gewoontes en manieren te her-ijken, waaraan een aparte leerkrachtencommissie gewerkt heeft. 5. In 2015-2016 is de uitwerking voorbereid van verhoogde OA-inzet per 2016-2017 om daardoor leerkrachten te ontlasten van taken, die ook door lager geschoold en betaald personeel uitgevoerd kunnen worden. C. Doelgroepenbeleid Tot op heden is er in de scholen binnen de Vereniging geen specifiek doelgroepenbeleid van toepassing, met uitzondering van het beleid voor beginnende leerkrachten. Dit laatste is in 2015 door het Zorgteam geactualiseerd en wordt in 2016-2017 bij een beginnende leerkracht toegepast. D. Incidentele beloningen Binnen de Vereniging is alleen beleid – conform een federatieve regeling – op het extra belonen van de coördinatoren en intern begeleiders. Per 2015-2016 is voor het eerst een sova-training aan een bovenschoolse groep leerlingen door eigen personeel uitgevoerd, in extra tijd bovenop de benoeming. De uren die hiervoor nodig waren, zijn apart uitbetaald. De verwachting is, dat deze trainingen conform het Strategisch Beleidsplan 20152019 structureel zullen worden uitgevoerd. Einde cursus 2015-2016 is aan een aantal personeelsleden een extra betaling gedaan van gemaakte uren, die aantoonbaar extra gewerkt waren t.o.v. de benoeming, voor zover dit in het taakbeleid geregistreerd werd door de coördinatoren. E. Het gebruik van uitzendarbeid In 2015 is geen gebruik gemaakt van uitzendkrachten. F. Sociale veiligheid Voorjaar 2016 is voor het eerst de vragenlijst Sociale veiligheid vanuit de kwaliteitszorg WMK binnen de teams afgenomen. De samenvatting van de resultaten is op de volgende pagina’s overgenomen: Rehoboth Eben Haëzer Groot-Ammers Eben Haëzer Nieuwpoort Hierbij zijn de volgende opmerkingen te plaatsen: 1. Over het algemeen wordt goed gescoord op Sociale veiligheid en is er geen urgentie tot abrupte maatregelen. 2. Meer helderheid in en presentatie van afspraken m.b.t. omgangsvormen kan op iedere school helpen om de veiligheids-beleving en –handhaving te verbeteren. 3. Ouders en leerlingen worden mondiger en kunnen soms met behoorlijke impact reageren naar een leerkracht. Dat is confronterend en vraagt om stevigheid en vaardigheden in het afhandelen van dergelijke contacten. Aangezien dit tot op heden gelukkig beperkt blijft tot incidenten, worden leerkrachten hierin individueel ondersteund door bijv. een collega, de intern begeleider, het team of de directeur. Als daar aanleiding / wens toe is, wordt hieraan teambreed aandacht besteed.