Europees Economisch en Sociaal Comité CES/00/100 Brussel, 10 november 2000 Centraal thema op de gezamenlijke persconferentie ESC/Franse SER over "Nieuwe kennis, nieuwe banen": iedereen heeft recht op meer onderwijs en opleiding De Franse sociaal-economische raad en het Economisch en Sociaal Comité hebben op 8 november in Parijs een internationale conferentie gehouden over "Nieuwe kennis, nieuwe banen - De impact van nieuwe technologie". Aan de conferentie werd deelgenomen door vertegenwoordigers van allerhande Europese maatschappelijke organisaties en afgevaardigden van diverse nationale sociaal-economische raden. Zowel de onlangs ex-voorzitter van het ESC (1998-2000), mevrouw Rangoni Machiavelli, als de voorzitter van e Franse SER, de heer Dermagne, beklemtoonden dat politici hun ogen niet mogen sluiten voor de snelle maatschappelijke ontwikkelingen en de problemen en uitdagingen die gepaard gaan met de invoering van nieuwe technologieën. Ook werd op de conferentie het woord gevoerd door een aantal vooraanstaande deskundigen. De heer Rocard, voorzitter van de commissie sociale zaken van het Europees Parlement, wees erop dat de politieke wereld soms ten onrechte voorbijgaat aan de maatschappelijke organisaties. Toch vervult het ESC een belangrijke rol bij het bereiken van compromissen. Ook verwees de heer Rocard als eerste in een lange rij sprekers naar de kloof tussen de VS en Europa wat het gebruik van nieuwe technologieën aangaat: er is behoefte aan nieuwe wetgeving en aan een erkend diploma voor IT-specialisten. De heer Dahrendorf, lid van het Hogerhuis van het VK, merkte op dat de informatiemaatschappij een feit is en dat er geen weg terug is. In zijn ogen kan dit tot extreme ongelijkheid leiden, en biedt opleiding alleen geen oplossing voor de zogenaamde "digitale ongelijkheid". Ook is opgemerkt dat de toename van het gebruik van nieuwe technologieën hand in hand zou moeten gaan met een sterke stijging van het aantal "alledaagse" banen, gaande van verpleegsters en onderwijzers tot schoonmakers en vervoerders. Verder ging veel aandacht uit naar onderwijs. Goed opgeleide werknemers uit de kennismaatschappij zullen hun kinderen ertoe aansporen om de nodige vaardigheden te verwerven, maar wat met de anderen? De kennismaatschappij zou wel eens onverbiddelijk tot grote ongelijkheid kunnen leiden: voor velen zullen de kansen voor het grijpen liggen, maar evenveel anderen zullen uit de boot vallen. De heer Delors, voormalig voorzitter van de Commissie, kaartte ook de problemen voor de landbouw en de verouderde industriesectoren aan. Bovendien zijn de nieuwe technologieën voor oudere werknemers moeilijk te begrijpen, zodat deze ontwikkelingen het Europees sociaal model in zekere zin op de helling dreigen te zetten. …/… Ravensteinstraat, 2, B 1000 BRUSSEL Tel.: (+32 2) 546 92 07 - 546 93 93 - 546 95 86 Fax: 546 97 64 Internet: http://www.esc.eu.int -2Na even te hebben stilgestaan bij de problematiek van permanente scholing, verklaarde de heer Delors nog zeer bezorgd te zijn over het elitarisme in ons onderwijssysteem, en het feit dat in de leerplannen veel te weinig ruimte wordt vrijgemaakt voor vakken als geschiedenis. De heer Allegre, directeur van het Parijse Institut de Physique du Globe, is van oordeel dat onderwijs centraal moet staan in de maatschappij, en dat economische bloei pas dan echt mogelijk is. Onderwijs is de sleutel: kinderen moet al vroeg worden aangeleerd inzicht te krijgen in alle mogelijke manieren waarop problemen kunnen worden opgelost. Een positieve ontwikkeling is dat een aantal universiteiten (met name in het VK en in Nederland) zich niet alleen bezig houden met onderwijs en onderzoek, maar ook bedrijven begeleiden bij het opstarten. Een ernstige tekortkoming in Europa evenwel is het feit dat de financiering van technologiebedrijven maar moeizaam op gang komt. Ook oefende de heer Allegre kritiek uit op de al te bureaucratische EU-regels inzake financiering. De Europese onderzoekprogramma's moeten beter worden gecoördineerd, zodat zij onderling kunnen worden vergeleken. De heer Johnston, secretaris-generaal van de OESO, wees erop dat de nieuwe technologieën in het huidige werkprogramma van zijn organisatie centraal staan. Hij legde de vinger op twee specifieke problemen: ten eerste het feit dat jonge ondernemers, wanneer hun bedrijf failliet gaat, daarvan de gevolgen blijven meedragen, en ten tweede het wijd verbreide probleem van onderbetaalde leraars. Aan het eind van de dag legden mevrouw Rangoni Machiavelli en de heer Dermagne een slotverklaring voor aan de heer Moscovici, Frans minister van buitenlandse zaken, die het Franse EU-voorzitterschap vertegenwoordigde. In de verklaring staat te lezen dat de kennismaatschappij de deur openzet voor verandering, maar dat alleen ten volle en op sociaal verantwoorde wijze gebruik kan worden gemaakt van de kansen tot innovatie in bedrijfsleven en maatschappij als alle betrokkenen de handen in elkaar slaan om het kennisniveau en de basisvaardigheden van alle burgers te verbeteren. De kennismaatschappij opent nieuwe perspectieven op het vlak van groei en werkgelegenheid. Tezelfdertijd echter doemen nieuwe maatschappelijke problemen op, en groeit de behoefte aan solidariteit, met name met de meest kwetsbare groepen. Verder wordt er in de verklaring op aangedrongen dat de socialezekerheidsregelingen worden aangepast aan de nieuwe vormen van ondernemerschap, werk en levensstijl. Ten slotte wordt beklemtoond dat een vooruitziende aanpak van werkgelegenheid moet samengaan met opleiding en de ontwikkeling van de beroepsvaardigheden van alle burgers, en dat de nodige middelen moeten worden vrijgemaakt voor opleiding, zowel binnen als buiten het bedrijfsleven. Geïnteresseerd in nadere informatie over het Economisch en Sociaal Comité en zijn activiteiten? Neem dan contact op met Nick Foster, persvoorlichter van het ESC (tel.: +32 2 546 9207 of e-mail: [email protected]). Ravensteinstraat, 2, B 1000 BRUSSEL Tel.: (+32 2) 546 92 07 - 546 93 93 - 546 95 86 Fax: 546 97 64 Internet: http://www.esc.eu.int