European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Speciale populaties Welke groepen worden gedefinieerd als speciale populaties? European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Voor sommige groepen in de algehele populatie kan binnen het klinische ontwikkelingsproces een speciaal onderzoek nodig zijn. ouderen patiënten met excretieproblemen (problemen met verwijdering van een geneesmiddel uit het lichaam) zwangere vrouwen vrouwen die borstvoeding geven kinderen etnische subgroepen Voor deze groepen kunnen unieke overwegingen voor de baten-risicobeoordeling gelden of een andere dosis of behandelschema. 2 Ouderen European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Het gebruik van geneesmiddelen in deze populatie vereist speciale overwegingen vanwege: het frequente optreden van onderliggende ziekten; het gelijktijdige gebruik van andere geneesmiddelen en het hiermee samenhangende risico van geneesmiddelinteracties. 3 Ouderen European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Niet alle potentiële verschillen die bij ouderen kunnen optreden, kunnen uit populaties van niet-ouderen worden voorspeld. Het kan hierbij gaan om verschillen in: farmacokinetiek – wat het lichaam doet met het geneesmiddel; farmacodynamiek – wat het geneesmiddel doet met het lichaam; interacties tussen het geneesmiddel en bestaande ziekten; interacties tussen het onderzochte geneesmiddel en andere geneesmiddelen die de patiënt inneemt; klinische respons – het effect van het geneesmiddel op de ziekte. 4 Patiënten met excretieproblemen European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Mensen die moeite hebben het geneesmiddel uit hun lichaam te verwijderen door nier- of leverproblemen. Om bij deze patiënten de effecten van het geneesmiddel waar te nemen zijn specifieke farmacokinetische onderzoeken nodig. In deze onderzoeken moeten oudere patiënten zijn opgenomen of jongere patiënten met excretieproblemen. 5 Zwangere vrouwen European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation In het algemeen moeten zwangere vrouwen worden uitgesloten van klinische onderzoeken wanneer het geneesmiddel niet bedoeld is voor gebruik tijdens de zwangerschap. Als een vrouw zwanger wordt terwijl ze het geneesmiddel gebruikt, moet de behandeling worden stopgezet (op voorwaarde dat dit veilig is). 6 Zwangere vrouwen European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Er moet speciale aandacht worden besteed aan onderzoeken naar reproductietoxiciteit voordat zwangere vrouwen in klinische onderzoeken worden opgenomen. Voor klinische onderzoeken waarin vrouwen worden opgenomen omdat het geneesmiddel bedoeld is voor gebruik tijdens de zwangerschap, is het belangrijk dat het volgende in de tijd wordt gevolgd: zwangerschap, foetus en kind. 7 Vrouwen die borstvoeding geven European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation In sommige gevallen wordt het geneesmiddel (of de metabolieten ervan) in de moedermelk uitgescheiden en dit moet worden onderzocht. Wanneer vrouwen die borstvoeding geven, deelnemen aan klinische onderzoeken, moeten hun kinderen worden gemonitord op de effecten van het geneesmiddel. 8 Kinderen European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Kinderen vormen een bijzonder kwetsbare populatie; klinische onderzoeken met kinderen moeten daarom worden uitgevoerd onder omstandigheden die voor elke leeftijdscategorie de best mogelijk bescherming bieden. Leeftijdscategorieën worden als volgt gedefinieerd: te vroeg geboren pasgeborenen (geboren voor een zwangerschapsduur van 37 weken); voldragen pasgeborenen (0 tot 27 dagen); zuigelingen en peuters (28 dagen tot 23 maanden); kinderen (2 tot 11 jaar); adolescenten (12 tot 16/18 jaar, afhankelijk van de regio). 9 Kinderen European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Voordat er kinderen in klinische onderzoeken worden opgenomen, moeten er veiligheidsgegevens van volwassenen beschikbaar en beoordeeld zijn. Voor onderzoeken met kinderen is het gewoonlijk correct met oudere kinderen te beginnen voordat het onderzoek wordt uitgebreid naar jongere kinderen en vervolgens naar zuigelingen. De organisatie die een geneesmiddel ontwikkelt, moet ruim op tijd het verplichte pediatrische onderzoeksplan (PIP) indienen om te zorgen dat het geneesmiddel op juiste wijze voor kinderen kan ontwikkeld. 10 Etnische groepen/regio’s European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Verschillen in etnische factoren zouden de werkzaamheid of veiligheid van het geneesmiddel in de populatie kunnen veranderen. Er kan een beperkte hoeveelheid klinische gegevens moeten worden verkregen in ‘overbruggende onderzoeken’. Inzicht in de kenmerken van een geneesmiddel bepaalt welke soort overbruggende onderzoeken er in etnische subgroepen of verschillende regio’s nodig zijn. Farmacokinetische, farmacodynamische en therapeutische effecten kunnen door etnische factoren worden beïnvloed. Het type van het betreffende geneesmiddel, de indicatie ervan evenals de leeftijd en/of het geslacht van een patiënt kunnen van invloed zijn op de manier waarop etnische factoren het effect van een geneesmiddel veranderen. 11