European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Een geneesmiddel maken: De basisprincipes van geneesmiddelontdekking en ontwikkeling Overzicht European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Gemiddeld duurt het ruim 12 jaar en kost het meer dan 1 miljard euro om al het benodigde onderzoeks- en ontwikkelingswerk te doen voordat een nieuw geneesmiddel beschikbaar komt om door patiënten te worden gebruikt. Geneesmiddelenontwikkeling is een risicovolle onderneming. De meeste stoffen (ongeveer 98%) die worden ontwikkeld, halen de markt niet als nieuw geneesmiddel. Dit komt voornamelijk doordat de voordelen en risico’s die tijdens de ontwikkeling worden geconstateerd, zich slecht verhouden tot geneesmiddelen die al verkrijgbaar zijn. 2 Het proces van geneesmiddelenontwikkeling STAP 1: Ontdekking (1) European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation ‘Pre-discovery’ en vaststellen of er een ‘onvervulde behoefte’ is. Wetenschappers verbonden aan instituten (universiteiten) en de industrie (farmaceutische bedrijven) proberen inzicht te krijgen in de ziekte tijdens de fase van ‘pre-discovery’. Een onvervulde behoefte verwijst naar een ziekte waarvoor ofwel: geen geschikt geneesmiddel verkrijgbaar is, of een geneesmiddel bestaat, maar dit veroorzaakt bij sommige patiënten onaanvaardbare bijwerkingen waardoor zij het niet kunnen gebruiken. 4 STAP 1: Ontdekking (2) European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Het proces van onderzoek en ontwikkeling kost veel mankracht en is duur. Er zijn veel medische behoeften waar op dit moment niet in is voorzien, maar waar geen nieuwe geneesmiddelen voor worden ontwikkeld. De indienings- en goedkeuringsprocedure moet met succes zijn voltooid voordat het geneesmiddel in de handel kan worden gebracht. 5 STAP 1: Ontdekking (3) European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Elke fase in de ontwikkeling behelst een overeenkomst inzake het geld (de investering) en de mensen die het werk gaan doen – een zogeheten ‘investeringsbesluit’ (ID). Deze overeenkomst wordt een ‘Investeringsbesluit’ (investment decision, ID) genoemd. Nadat het ID is genomen, kunnen de activiteiten voor de volgende onderzoeksfase beginnen. Dit patroon van “ID – activiteit – resultaten – ID” zet zich voort gedurende het gehele ontwikkelingsproces. 6 STAP 2: Doelwitselectie (1) European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Ziekten treden op wanneer de normale lichaamsprocessen zijn gewijzigd of niet goed functioneren. Bij de ontwikkeling van een geneesmiddel is het belangrijk om tot in de kleinste details (op het niveau van de cellen) te begrijpen wat er mis is gegaan. Hierdoor kan het abnormale proces vervolgens als doelwit worden aangevallen. Het doelwit kan zijn: Een molecuul waarvan er te veel zijn aangemaakt, wat de normale lichaamsfunctie verstoort, Een molecuul die niet in normale hoeveelheden wordt geproduceerd, of Een molecuul die een abnormale structuur heeft. 7 STAP 2: Doelwitselectie (2) European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Cells, receptors and messengers Growth factor (GF) Growth factor (GF) GF GF Growth Factor Receptor (GFR) Growth Factor Receptor (GFR) Cell surface Cell surface Messenger Nucleus X Message Blocked Nucleus • De celkern bevat het genetische materiaal en fungeert als het controlecentrum voor de cel. • Dankzij de receptoren kunnen chemische boodschappermoleculen (in dit geval de groeifactor) communiceren met de celkern, en celactiviteit stimuleren. 8 STAP 2: Doelwitselectie (3) European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Voorbeeld: Kanker Een chemische boodschappermolecuul gaat samen met de groeifactorreceptor op het celoppervlak, er wordt een boodschap gegenereerd in de cel. Wanneer de signalering ongecontroleerd is, leidt de celgroei tot kanker. Blokkering van de receptor in kankercellen voorkomt transmissie van de boodschap en voorkomt ongecontroleerde celgroei. Als we de receptor in kankercellen kunnen blokkeren, zal dit: ervoor zorgen dat de boodschap niet wordt verzonden, en ongecontroleerde celgroei voorkomen. 9 STAP 2: Doelwitselectie (4) European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation • Vaak kunnen wetenschappers niet precies zeggen welke afwijking of welk doelwit verantwoordelijk is voor de ziekte; pogingen om doelwitten te corrigeren leiden dus niet altijd tot behandeling van de ziekte. • In dat geval richt het ontwikkelingsproject zich misschien wel op het verkeerde doelwit, en zal het uiteindelijk mislukken. • Selectie van het beste doelwit om aan te werken in een project, is essentieel voor het succes van het project. 10 STAP 3: Leadgeneratie European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Deze stap behelst het vinden van moleculen die een wisselwerking zullen hebben met het doelwit. Die worden ‘leads’ genoemd. Leads kunnen moleculen zijn die van nature voorkomen of die chemisch vervaardigd zijn. Leads kunnen ook grote moleculen of eiwitten zijn. Die worden ‘biologicals’ genoemd. Het testen op leads wordt een ‘screeningsprocedure’ genoemd. Dankzij moderne robottechnologie genaamd ‘screening met hoge doorvoer’ kunnen miljoenen moleculen snel worden getest. Als de ‘leads’ eenmaal zijn gegenereerd of gevonden, kan in het proces de volgende stap gezet worden. 11 STAP 4: Leadoptimalisatie (1) European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Een geselecteerde lead heeft misschien maar een zwak effect op het doelwit. Scheikundigen moeten de geselecteerde leadmolecuul veranderen om het effect op het doelwit te vergroten. Ze veranderen de oorspronkelijke lead door elementen toe te voegen of te verwijderen om het effect te vergroten. Hiermee wordt een reeks moleculen gecreëerd die allemaal iets van elkaar verschillen. Optimalisatie van indomethacine naar een krachtige CRTH2antagonist. 12 STAP 4: Leadoptimalisatie (2) European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Deze gemodificeerde moleculen worden vervolgens getest om vast te stellen welke structuur de beste werkzaamheid heeft en beter wordt verdragen door het lichaam (veiligheid). De moleculen met betere werkzaamheid en veiligheid kunnen vervolgens doorgaan om verder te worden getest als ‘kandidaat-geneesmiddel’. Rond dat stadium wordt de wetenschappelijke en technische informatie over de kandidaat-stof (zoals de moleculaire structuur en effecten ervan) meestal geregistreerd, of gepatenteerd, om de stof te beschermen als intellectueel eigendom. 13 STAP 5: Niet-klinische veiligheidstests (1) European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Het volgende stadium in het proces van geneesmiddelontwikkeling behelst het doen van veiligheidsproeven met dieren, en wordt gereguleerd via specifieke regels en voorschriften van goede laboratoriumpraktijken (Good Laboratory Practice, GLP). In deze voorschriften staat welke studies er moeten worden gedaan en welk type dieren moet worden gebruikt om aanvaardbare informatie te verkrijgen. 14 STAP 5: Niet-klinische veiligheidstests (2) European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Vanuit de GLP en voorschriften inzake niet-klinisch testen is het verplicht om informatie over de effecten van het geneesmiddel te verzamelen: Bij het dier in zijn totaliteit In alle weefsels en organen van het dier (systemische toxiciteitsonderzoeken) Op het voortplantingsvermogen en de normale ontwikkeling van de dieren (reproductietoxiciteitsonderzoeken) Op de huid of ogen (lokale toxiciteitsonderzoeken) Op de chromosomen en genen (genotoxiciteitsstudies) Effecten op kankerverwekking (carcinogeniteitsonderzoeken) 15 STAP 5: Niet-klinische veiligheidstests (3) European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation 16 STAP 5: Niet-klinische veiligheidstests (4) European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Deze onderzoeken tonen niet alleen het veiligheidsprofiel bij dieren, maar leveren ook belangrijke informatie op over: hoe de stof het lichaam binnenkomt (Absorptie) verspreiding door het lichaam (Distributie) afbraak van de stof door het lichaam (Metabolisme) hoe de stof het lichaam verlaat (Excretie). Hier wordt soms de afkorting ‘ADME’ voor gebruikt. Al deze informatie wordt gebruikt om te beslissen of de kandidaat-stof kan doorgaan naar het eerste bij de mens uit te voeren (klinische) onderzoek en zo ja, welke doses 17 moeten worden gebruikt. STAP 6: Proof of mechanism – Klinische onderzoeken in fase I (1) European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Voordat een klinisch onderzoek kan starten, moet eerst een ‘aanvraag voor een klinische proef’ ter goedkeuring worden ingediend bij de nationale bevoegde autoriteit. Er zal ook advies bij de ethische commissie worden ingewonnen. Veiligheid is de topprioriteit; daarom kan een onderzoek met mensen niet starten voordat goedkeuring is verleend door: de interne beoordelingscommissie van het bedrijf, de externe ethische commissie, en de externe toezichthoudende instantie. 18 STAP 6: Proof of mechanism – Klinische onderzoeken in fase I (2) European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Onderzoeken met vrijwilligers (klinische onderzoeken in fase I) stellen artsen en wetenschappers in staat om te testen of het geneesmiddel veilig is bij mensen. Ze worden aangeduid als ‘proof of mechanism’-onderzoeken. In klinische onderzoeken in fase I wordt bekeken of het geneesmiddel zich bij mensen op dezelfde manier gedraagt als bij dieren. Alle informatie uit het onderzoek wordt verzameld in een document genaamd ‘case report form’ (CRF). Twee zeer belangrijke elementen zijn: Geïnformeerde toestemming (waarborgen dat de deelnemers begrijpen wat er zal worden gedaan en akkoord gaan met deelname aan het onderzoek), en Beoordeling en advies van de ethische commissie. 19 STAP 6: Proof of mechanism – Klinische onderzoeken in fase I (3) European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Omdat veiligheid een prioriteit is, begint het eerste klinische onderzoek met een enkelvoudige zeer lage dosis van het geneesmiddel: Deze dosis wordt vervolgens verhoogd. Deze onderzoeken worden onderzoeken met oplopende enkelvoudige doses genoemd. Hierna volgt meestal een onderzoek met oplopende meervoudige doses, waarbij elke vrijwilliger meerdere doses krijgt. Daarna worden de onderzoeksresultaten geanalyseerd en alle veiligheidsmetingen beoordeeld. Farmacokinetiek: wat het lichaam doet met het geneesmiddel. De bloedspiegels van het geneesmiddel kunnen worden gemeten om ADME te bepalen. Farmacodynamie – wat het geneesmiddel doet met het lichaam (het 20 ‘effect’). STAP 7: Proof of principle – Klinische onderzoeken in fase II (1) European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Als de resultaten van de fase I-onderzoeken laten zien dat het veilig is om door te gaan, is de volgende stap het starten van klinische onderzoeken met patiënten die de ziekte hebben die wordt behandeld. Er zijn meestal twee behandelgroepen: een groep die het werkzame geneesmiddel ontvangt, een groep die een geneesmiddel ontvangt dat geen effect op het lichaam heeft (een ‘placebo’). Deze klinische onderzoeken worden meestal uitgevoerd met 100 tot 500 patiënten. Ze zijn ontworpen om informatie te verzamelen over het effect van het geneesmiddel op de betreffende ziekte (‘proof of principle’). 21 STAP 7: Proof of principle – Klinische onderzoeken in fase II (2) European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation De onderzoeken worden meestal uitgevoerd op verschillende ziekenhuislocaties door artsen in het ziekenhuis (onderzoekers genaamd). Het uitvoeren van klinische onderzoeken op verschillende locaties tegelijkertijd is ingewikkelder dan het uitvoeren van een klinisch onderzoek op één enkele locatie: Aan het einde van de fase II-onderzoeken is aan het programma: gemiddeld 8,5 jaar besteed, gemiddeld 1 miljard euro uitgegeven. Van elke 10 geneesmiddelen die in fase I en fase II worden getest, zullen er (gemiddeld) slechts 2 doorgaan naar de volgende fase. 22 STAP 8: Bevestigingsonderzoeken – Klinische onderzoeken in fase III (1) European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Fase III-klinische onderzoeken (bevestigingsonderzoeken) hebben tot doel de werkzaamheid en veiligheid van een geneesmiddel in een grote patiëntenpopulatie te bevestigen. Alle verzamelde informatie uit de eerdere stadia wordt gebruikt voor het nemen van belangrijke beslissingen, over onder meer de uiteindelijke formulering van het geneesmiddel en de dosis die getest gaat worden. Fase III-onderzoeken kunnen duizenden patiënten behelzen, in meerdere landen worden gedaan en enorm veel deskundigheid vereisen om effectief te worden uitgevoerd, en daarom zijn ze zeer duur en tijdrovend. 23 STAP 8: Bevestigingsonderzoeken – Klinische onderzoeken in fase III (1) European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Maar dit is de enige manier om een helder antwoord te krijgen over de werkzaamheid van het geneesmiddel (hoe goed het werkt) en de veiligheid ervan (of het goed wordt verdragen). Ruim 50% van alle geneesmiddelen die fase III bereiken, faalt. Het totale faalpercentage voor projecten die beginnen in het ontdekkingsstadium is meer dan 97%. De opbrengst van de paar geneesmiddelen die het tot de markt halen, dekt de kosten van alle projecten, zowel de mislukte als de geslaagde projecten. 24 STAP 9: Indiening bij de toezichthoudende instanties (1) European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Als de resultaten van de klinische onderzoeken in fase III duiden op een aanvaardbare baten-risicorelatie, kan een aanvraag voor een handelsvergunning worden opgesteld. Alle informatie over het geneesmiddel (niet-klinisch, klinisch en over de vervaardiging) wordt verzameld en geordend volgens een vooraf vastgestelde structuur, een zogeheten ‘dossier’. Het dossier wordt naar de toezichthoudende instanties gestuurd. Als de toezichthoudende instantie tevreden is met de resultaten (baten-risicoverhouding), wordt goedkeuring verleend om het nieuwe geneesmiddel in de handel te brengen. 25 STAP 9: Indiening bij de toezichthoudende instanties (2) European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation De beoordelingsprocedure duurt meestal 12-18 maanden. Het geneesmiddel mag niet in de handel worden gebracht voordat de toezichthoudende instanties tevreden zijn en goedkeuring verlenen. In veel landen zijn ook onderzoeken naar de kosteneffectiviteitverhouding van het nieuwe geneesmiddel vereist. Deze documenten helpen de overheden of verzekeraars via groepen voor Health Technology Assessment om te besluiten, en adviseren of het geneesmiddel mag worden voorgeschreven en betaald via het verzekeringsstelsel in het land. 26 STAP 10: Veiligheidsbewaking voor en na het in de handel brengen European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Het in de handel brengen van een geneesmiddel is een proces waarbij informatie over het nieuwe geneesmiddel wordt gedeeld met artsen en andere zorgverleners zodat zij de effecten van het geneesmiddel kennen, en het kunnen voorschrijven wanneer ze denken dat patiënten er baat bij kunnen hebben. Maar het is nog steeds nodig om informatie te verzamelen en analyseren over de veiligheid van het geneesmiddel wanneer het in het ‘echte leven’ wordt gebruikt. Dit proces wordt geneesmiddelenbewaking genoemd. Er zijn gegevens uit zowel klinische onderzoeken als de realiteit nodig om een volledig begrip te krijgen van de werkelijke baten-risicoverhouding. 27 STAP 10: ‘Life-cycle management’ European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Tot slot gaat het ontwikkelingsproces verder om de volgende zaken te onderzoeken: Andere mogelijke vormen van gebruik (indicaties) voor het geneesmiddel. Bijvoorbeeld, als het aanvankelijke gebruik voor patiënten met astma was, zou een nieuwe indicatie voor patiënten met een ander type longziekte kunnen zijn. Betere manieren om het geneesmiddel te maken en gebruiken (nieuwe formuleringen). Bijvoorbeeld, een speciale formulering voor kinderen. Al deze activiteiten worden aangeduid als ‘life-cycle management’. 28 STAP 10: Andere veranderingen gedurende de levenscyclus van een geneesmiddel European Patients’ Academy on Therapeutic Innovation Wanneer een geneesmiddel voor het eerst in de handel wordt gebracht, wordt het beschermd via een octrooi. Dit betekent dat andere bedrijven een vergelijkbaar geneesmiddel niet in de handel mogen brengen. Aan het einde van de octrooi- of gegevensbeschermingsperiode gaan andere bedrijven hetzelfde product vervaardigen en in de handel brengen. Als dit gebeurt, wordt het product ‘generiek’ genoemd. Nieuwe geneesmiddelen krijgen meestal een vergunning als receptplichtig geneesmiddel. Dit wil zeggen dat zorgverleners in de eerste jaren kunnen toezien op het gebruik ervan. Later kan het geneesmiddel ook beschikbaar worden gemaakt als vrij verkrijgbaar geneesmiddel (over-the-counter, OTC). Dit behelst een verandering in de wettelijke status van het geneesmiddel. 29