CRP EN BEZINKING De CRP staat door de opname van de CRP sneltest in de NHG standaarden Acuut Hoesten en Diverticulitis in de spotlights. De CRP sneltest wordt ook door het KCHL aangeboden. In dit stuk wordt ingegaan op de CRP bepaling in relatie tot de bezinking. C-reactive protein (CRP) CRP is een acute fase eiwit, dat vrij snel (binnen 6-8 uur: zie figuur 1) na de uitlokkende prikkel door de lever wordt gevormd. CRP zorgt voor herkenning van pathogenen en beschadigde cellen en bevordert het opruimproces hiervan. Hierdoor is CRP niet alleen verhoogd bij infecties of ontstekingen maar bijvoorbeeld ook na chirurgische ingrepen, bij maligniteiten, letsel door een trauma en brandwonden. CRP stijgt snel na de uitlokkende prikkel maar daalt ook weer snel nadat deze uitlokkende prikkel verdwenen is. De tijd die nodig is voor het halveren van de concentratie (halfwaardetijd) bedraagt 9-12 uur. Figuur 1. Reactie van acute fase eiwitten na een uitlokkende prikkel. CRP reageert het snelst. Fibrinogeen reageert veel later. Forse verhogingen (>100 mg/L) worden aangetroffen bij bacteriële infecties. Dit is dan ook gelijk de kracht van de CRP sneltest in de NHG standaard Acuut Hoesten. Virale infecties geven doorgaans een matige CRP verhoging (<100 mg/L) en bij lichte virale infecties kunnen zelfs normale CRP waarden voorkomen. Bezinking van de erytrocyten (BSE) Het principe van de BSE is eenvoudig: bloed wordt gedurende 1 uur geplaatst in een dunne verticale capillair. Na een uur wordt de plasmakolom gemeten (zie figuur 2). Normaal gesproken is na een uur een geringe plasmakolom ontstaan. De reden hiervan is dat de negatief geladen rode bloedcellen een bepaalde afstand tot elkaar bewaren zodat de kolom rode bloedcellen niet `inzakt’ onder invloed van de zwaartekracht. Plasma Rode bloedcellen Figuur 2. Principe van de BSE. Na een uur wordt de hoogte van de plasmakolom gemeten en uitgedrukt in mm/uur. Als de negatieve lading van de rode bloedcellen wordt verminderd kunnen de cellen dichter bij elkaar komen en stijgt de BSE. Dit gebeurt onder andere bij infecties (ten gevolge van het verhoogde fibrinogeen) maar ook bij vorming van autoantistoffen (bv reumatoïde artritis) en overmatige productie van immunoglobulinen (M-proteïne bij M. Waldenström en M. Kahler). Na de uitlokkende prikkel duurt het veel langer (enkele dagen) alvorens verhogingen van de BSE worden waargenomen. Ook blijft een verhoogde BSE langer bestaan. De halfwaardetijd van fibrinogeen bedraagt 4 dagen en van M-proteïne 4 weken. Bij zwangerschap is sprake van een verhoogde BSE ten gevolge van een toename van het fibrinogeen. Hebt u vragen of bent u geïnteresseerd in de CRP sneltest neem dan contact op met de dienstdoend klinisch chemicus (tel 0318-435907).