Informatieblad Gekke-koeienziekte BSE

advertisement
BSE, of wel gekke- koeienziekte, is een ingrijpende ziekte
voor dier en mens. De exacte oorzaak van het virus in nog
onbekend.
Een uitgave van
Milieudefensie
Postbus 19199
1000 GD Amsterdam
020 6262 620
Informatieblad
Gekke-koeienziekte BSE
Hoe BSE precies ontstaat is niet zeker. Waarschijnlijk is het geven van vleesbeendermeel
aan runderen een oorzaak. Er bestaat ook een
gevaarlijke menselijke variant van BSE.
Boviene spongiforme encefalopathie
BSE (Boviene spongiforme encefalopathie) is
een ziekte bij runderen die voor het eerst in
Groot-Brittannië in 1985 is vastgesteld.
Oorzaak van de ziekte is waarschijnlijk een
abnormaal vervormd eiwit (prion) dat het
centrale zenuwstelsel infecteert en microscopisch kleine gaatjes in de hersenen van het
zieke dier veroorzaakt. Daardoor treden ongecoördineerde spastische bewegingen op, het
geheugen wordt aangetast en het dier gaat
zich raar gedragen. Vandaar de populaire
benaming gekke-koeienziekte. De ziekte leidt
tot de dood van het dier.
In Groot-Brittannië zijn circa 180.000 dieren
besmet. In ander Europese landen ligt dit
aantal op enkele honderden. Juni 2001 telde
Nederland 14 gevallen.
Vleesbeendermeel
Aangenomen wordt dat de BSE-uitbraak in
Groot-Brittannië is veroorzaakt, doordat
runderen vleesbeendermeel te eten kregen.
Dit is gemaakt van runderkarkassen.
Het is onwaarschijnlijk dat de BSE overdracht
van het ene op het andere dier plaats vind.
BSE is geen besmettelijke ziekte. Nieuwe
vondsten van BSE zijn overigens steeds
moeilijker terug te voeren op het voederen van
besmet vleesbeendermeel. Wel wordt
vermoed dat besmetting van vlees kan ontstaan door onhygiënisch slachten wanneer
risicomateriaal verwijderd wordt. (hersenen,
ruggenmerg etc).
De menselijke variant: Creutzfeldt-Jacob
De ziekte van Creutzfeldt-Jacob is een ongeneeslijke neurologische (zenuw)ziekte bij de
mens. Zij behoort tot de groep menselijke spongiforme encefalopathieën. De ziekte is voor het
eerst beschreven in de jaren twintig en komt
overal ter wereld voor. Er bestaat een klassieke
en een nieuwe variant. De klassieke variant heeft
zeer waarschijnlijk geen verband met BSE of met
voedingsgewoonten, zoals het eten van de hersens van dieren.
Bij de in 1995 ontdekte nieuwe variant ligt dit
anders. Bij deze variant zijn de slachtoffers jong
(gemiddeld 29 jaar). Hoewel er geen directe
aanwijzingen zijn voor een verband, werd in
1996 blootstelling aan BSE door eten van rundvleesproducten als meest waarschijnlijke verklaring gegeven. Recenter onderzoek lijkt te bevestigen dat BSE van runderen overgedragen kan
worden op mensen.
Er is nog veel onzekerheid. De kans dat de ziekte
van Creutzfeldt-Jacob uitloopt op een epidemie
is aanwezig, zeker in Groot-Brittannië, waar de
bevolking gedurende een aantal jaren aan de
waarschijnlijke veroorzakers van BSE heeft
blootgestaan. Februari 2001 waren er 88 mensen overleden aan de ziekte van CreutzfeldtJacob. Complicerende factor van de ziekte is dat
de incubatietijd onbekend is.
Europese maatregelen
Tot 1996 stonden de maatregelen tegen BSE
vooral in het teken van het tegengaan van het
optreden en verspreiden van de ziekte onder het
vee. Bij de ontdekking van de nieuwe variant van
de ziekte van Creutzfeldt-Jacob, kwam het accent meer te liggen op de voedselveiligheid
voor de mens. Er is in Europees verband een
aantal verplichte maatregelen afgekondigd.
Daarnaast hebben sommige individuele
lidstaten verdergaande maatregelen getroffen.
INFORMATIEBLAD VOEDSEL 5 / SEPTEMBER 2001 / PAGINA 1
Alle zieke en verdachte runderen moeten
verplicht worden aangemeld. Bij een
verdenking wordt in zeven van de vijftien EUlanden (waaronder Nederland) niet alleen de
zieke of verdachte koe afgemaakt, maar ook
alle stalgenoten die voor BSE-gevoelig zijn.
Dus schapen, geiten en, tot eind 2000, alle
katten. Ook runderen van de zogeheten familiegroep of het geboortecohort worden
geslacht. In Nederland is overigens nooit BSE
vastgesteld bij de overige op het bedrijf aanwezige dieren.
Risicovol materiaal als hersenen, ruggenmerg
en darmen wordt in Nederland sinds 1997
verplicht in het slachthuis verwijderd en
vernietigd. Sinds 1 oktober 2000 geldt deze
maatregel voor de hele EU. Nederland heeft in
1989 een algemeen verbod afgekondigd op
het voederen van vleesbeendermeel aan alle
herkauwers, zoals koeien en schapen.
In 1994 werd dit verbod door de EU uitgebreid
tot een algeheel verbod op het verwerken van
diermeel van zoogdieren in het veevoer van
herkauwers. Vanaf 1 januari 2001 is een Europese maatregel van kracht die het voeren van
diermeel aan varkens, kippen en andere landbouwhuisdieren verbiedt. Dit verbod zou gelden tot juli 2001, maar is verlengd tot 2002.
De Duitse landbouwminister pleit voor een
definitief totaalverbod op diermeel in veevoer.
Standpunt Milieudefensie
De BSE-crisis onderstreept het belang van landbouwhervormingen in de Europese Unie. De
veehouderij dient om te schakelen naar productiemethoden die respect hebben voor dieren en
rekening houden met het milieu. Strenge controles zijn nodig vanaf de bron van het veevoer
tot en met het bord van de consument. De
grootste stap moet de landbouw zetten, door
massaal over te schakelen naar een diervriendelijke en moreel verantwoorde veehouderij,
waarin herkauwers geen vleesbeendermeel krijgen gevoerd.
Meer informatie:
www.milieudefensie.nl
www.dierenbescherming.nl
www.minlnv.nl/bse
www.id.wag-ur.nl/bse
Alle slachtrunderen ouder dan 30 maanden
moeten sinds 1 januari 2001 worden getest op
BSE. Dit kan dankzij een nieuwe en snelle test
van 200 gulden. Maar deze test neemt het
risico op BSE niet weg. Ze kan namelijk geen
beginnende BSE vaststellen. In Duitsland zijn
enkele met BSE besmette runderen gevonden
van 28 maanden oud. Vandaar dat daar de
testleeftijd is verlaagd tot 24 maanden en
ouder. De EU acht deze maatregel niet zinvol,
vanwege de lange incubatietijd van BSE.
Meer informatie: www.milieudefensie.nl en Milieudefensie Servicelijn: 020 6262 620, 9.30 - 16.30 (ma t/m vr).
INFORMATIEBLAD VOEDSEL 5 / SEPTEMBER 2001 / PAGINA 2
Download