Dokkum, Grenswaarden laboratoriumwaarden, 2006

advertisement
Grenswaarden laboratoriumwaarden
Grenswaarden voor berichtgeving afwijkende labwaarden aan de huisarts
Naar aanleiding van casuïstiek is een MCC werkgroep geformeerd om afspraken te maken bij
welke afwijkende labwaarden het Huisartsenlaboratorium (HAL) de huisarts telefonisch informeert.
Het KCL heeft afspraken hierover met de kliniek en deze worden ook voor de huisartsen gebruikt.
Echter met het huidige Laboratorium Informatie Systeem kunnen voor de huisarts éigen specifieke
grenswaarden gehanteerd worden.
In de werkgroep zijn deze grenswaarden opgesteld aan de hand van op het KCL en in andere
ziekenhuis- en huisartsenlaboratoria gangbare waarden.
Naast het gegeven dat de huisarts bij een dergelijke afwijkende labwaarde direct wordt gebeld kan
de huisarts óók op het aanvraagformulier vermelden dat de uitslag doorgebeld moet worden.
Essentieel daarbij is het opgeven van het juiste telefoonnummer waarnaar de uitslag doorgebeld
moet worden
Doorbelgrenswaarden voor berichtgeving afwijkende labwaarden aan de huisarts
Hb
Leuco's
Trombo's
Bloedingstijd
Amylase
HAL FRIESLAND NOORD
benedengrens bovengrens
<5
delta >3
mmol/l
<2
> 25
/nl
Kalium
Kreat
Calcium
Lithium
Digoxine
Microbili
CRP
< 50*
/nl
Huisarts schrijft op formulier als hij gebeld moet worden
Indien nodig vraagt de huisarts op formulier waarden door
te bellen
< 2,8
> 6,5
mmol/l
> 500
mmol/l
< 1,5
mmol/l
> 1,2
mmol/l
> 2,5
ug/l
leeftijd afhankelijk
uren
> 100
mg/l
Differentiatie:
Schizocyten
Verdenking leukemie
wordt altijd doorgebeld
wordt altijd doorgebeld
* indien niet bekend
Er moet rekening worden gehouden met het feit dat de wijze van afnemen soms de waarden kan
beïnvloeden (b.v. bij kalium)
Achtergrond informatie bij de grenswaarden:
•
Hb: alleen een ondergrens is aangegeven; bij Hb < 5 mmol/L wordt de uitslag doorgebeld
indien in de voorgaande 3 maanden geen Hb waarde bekend is of indien het verschil met
de voorgaande waarde binnen 3 maanden > 3 is.
•
Leuco’s: het aantal kan in korte tijd zeer wisselen.
•
Trombo’s: als niet eerder een lage waarde bekend is dan wordt doorgebeld bij < 50.
•
Calcium: indien lager dan 1,5 is er risico op hartritmestoornissen.
•
Differentiatie: blasten en de aanwezigheid van schizocyten (TTP!) worden eigenlijk altijd
doorgebeld.
•
CRP: CRP is en ontstekingsparameter (bijv. bij RA wordt vaak een heel hoge CRP gezien).
De CRP wordt ook gebruikt bij het vervolgen van een infectie. Bij een infectie dienen
leuco’s, differentiatie en CRP te worden bepaald. CRP is specifiek verhoogd bij een
bacteriële infectie. Bij een virale infectie is er veelal wel leucocytose maar is de CRP niet
of licht verhoogd. Bij groot weefselverval is de CRP ook verhoogd (en ook bij M. Kahler
met IgM proteïne).
•
BSE: de enige indicatie voor een BSE is bij reumatische aandoeningen voor het vervolgen
van de therapie.
Het MCC ROTS is door het KCL benaderd met het verzoek bovenstaande gegevens in de
nieuwsbrief van het MCC op te nemen.
Juni 2006 MCC ROTS
Download