Grenswaarden laboratoriumwaarden Grenswaarden voor berichtgeving afwijkende labwaarden aan de huisarts Naar aanleiding van casuïstiek is een MCC werkgroep geformeerd om afspraken te maken bij welke afwijkende labwaarden het Huisartsenlaboratorium (HAL) de huisarts telefonisch informeert. Het KCL heeft afspraken hierover met de kliniek en deze worden ook voor de huisartsen gebruikt. Echter met het huidige Laboratorium Informatie Systeem kunnen voor de huisarts éigen specifieke grenswaarden gehanteerd worden. In de werkgroep zijn deze grenswaarden opgesteld aan de hand van op het KCL en in andere ziekenhuis- en huisartsenlaboratoria gangbare waarden. Naast het gegeven dat de huisarts bij een dergelijke afwijkende labwaarde direct wordt gebeld kan de huisarts óók op het aanvraagformulier vermelden dat de uitslag doorgebeld moet worden. Essentieel daarbij is het opgeven van het juiste telefoonnummer waarnaar de uitslag doorgebeld moet worden Doorbelgrenswaarden voor berichtgeving afwijkende labwaarden aan de huisarts Hb Leuco's Trombo's Bloedingstijd Amylase HAL FRIESLAND NOORD benedengrens bovengrens <5 delta >3 mmol/l <2 > 25 /nl Kalium Kreat Calcium Lithium Digoxine Microbili CRP < 50* /nl Huisarts schrijft op formulier als hij gebeld moet worden Indien nodig vraagt de huisarts op formulier waarden door te bellen < 2,8 > 6,5 mmol/l > 500 mmol/l < 1,5 mmol/l > 1,2 mmol/l > 2,5 ug/l leeftijd afhankelijk uren > 100 mg/l Differentiatie: Schizocyten Verdenking leukemie wordt altijd doorgebeld wordt altijd doorgebeld * indien niet bekend Er moet rekening worden gehouden met het feit dat de wijze van afnemen soms de waarden kan beïnvloeden (b.v. bij kalium) Achtergrond informatie bij de grenswaarden: • Hb: alleen een ondergrens is aangegeven; bij Hb < 5 mmol/L wordt de uitslag doorgebeld indien in de voorgaande 3 maanden geen Hb waarde bekend is of indien het verschil met de voorgaande waarde binnen 3 maanden > 3 is. • Leuco’s: het aantal kan in korte tijd zeer wisselen. • Trombo’s: als niet eerder een lage waarde bekend is dan wordt doorgebeld bij < 50. • Calcium: indien lager dan 1,5 is er risico op hartritmestoornissen. • Differentiatie: blasten en de aanwezigheid van schizocyten (TTP!) worden eigenlijk altijd doorgebeld. • CRP: CRP is en ontstekingsparameter (bijv. bij RA wordt vaak een heel hoge CRP gezien). De CRP wordt ook gebruikt bij het vervolgen van een infectie. Bij een infectie dienen leuco’s, differentiatie en CRP te worden bepaald. CRP is specifiek verhoogd bij een bacteriële infectie. Bij een virale infectie is er veelal wel leucocytose maar is de CRP niet of licht verhoogd. Bij groot weefselverval is de CRP ook verhoogd (en ook bij M. Kahler met IgM proteïne). • BSE: de enige indicatie voor een BSE is bij reumatische aandoeningen voor het vervolgen van de therapie. Het MCC ROTS is door het KCL benaderd met het verzoek bovenstaande gegevens in de nieuwsbrief van het MCC op te nemen. Juni 2006 MCC ROTS