Inleiding - EuroStaete

advertisement
Afra Veken en Gerard Beukeveld
Westfries Gasthuis afdeling: KCL
Afdeling Longen
COPD Cito
•
•
•
•
•
•
•
•
CRP
HB HT
Erytrocyten
Trombocyten
Leucocyten
Bezinking
TT/INR
D-dimeer
Routine
Kalium
Natrium
Kreatinine
Ureum
AF
Gamma Gt
ASAT
ALAT
LDH
Bilirubine totaal
Albumine
Glucose
Hematologie
•
•
•
•
•
•
•
•
CRP
Hb / Ht
Erytrocyten
Trombocyten
Leucocyten
Bezinking
TT/INR
D-dimeer
Chemie
Kalium
Natrium
Kreatinine
Ureum
AF
Gamma Gt
ASAT
ALAT
LDH
Bilirubine totaal
Albumine
Glucose
Bloed
Bloed, plasma en serum
Bloed meteen
Plasma 10 min
Serum 25 min
Plasma
STAM CELLEN
ONTWIKKELINGSSTADIA
RIJPE BLOEDCELLEN
IL-1 IL-2
IL-6
Ly mf oïde
stamcel
Voorloperly mf ocy t
B-LYMFOCYT
IL-2 IL-6
T-LYMFOCYT
Pluripotente
stamcel
IL-3 IL-6
GM-CSF
M-CSF
IL-3
IL-6
GM-CSF
MACROFAAG
Monocy t
G-CSF
GM-CSF
My eloïde
stamcel
IL-1
IL-3
IL-6
GM-CSF
G-CSF
NEUTROFIELE GRANULOCYT
GM-CSF
EOSINOFIELE GRANULOCYT
Promy elocy t
IL-3
BASOFIELE GRANULOCYT
IL-1
IL-3
GM-CSF
EPO
IL-1 IL-3
IL-6
EPO
GM-CSF
EPO
ERYTROCYTEN
Rode bloedlichaampjes
Ery troblast
IL-1 IL-2
IL-3 IL-6
EPO
GM-CSF
Megakary ocy t
IL-3 IL-6
GM-CSF
EPO
TROMBOCYTEN
Bloedplaatjes
Bloedcellen
Erytropoïese=aanmaak erytrocyt
Erytropoïese
Functie erytrocyt
MCV van de erytrocyten
de gemiddelde “grootte” (cellulair volume)
normaal
ijzergebrek
bloedtransfusie
B-thalassemie
Chronische ziekte
megaloblastair
Anemie
Hct x 20 = Hb
• Erytrocyten verlaagd
Ery’s x 2 = Hb
Ery’s : 10 = Hct
• Hemoglobine verlaagd
• Hematocriet verlaagd
Hemoglobine verlaagd bij
Mannen < 8,5 mmol/l
Vrouwen < 7,5 mmol/l
Anemie
oorzaak
• Aanmaak verlaagd
Bouwstoffen tekort
Infecties
Ruimte innemend proces
• Verlies verhoogd
Bloedingen
Acuut, chronisch, menstruatie
Afbraak
Pooling
normo
micro
Hemoglobine, MCV en RDW
micro
macro
MCV verlaagd
(ijzerprobleem)
• IJzerdeficientie
(ijzersuppletie via voeding,
medicatie)
•
• Thalassemie (HB synthese stoornis geen ijzer geven)
• Siderose (ijzerstapeling door slechte toegankelijkheid
nooit ijzer geven)
Ferritine differentieert
Aanmmaak van trombocyten
Trombopoïese
Trombopoïese
De trombocyt en stollingsfactoren
Trombocyten en stollingsfactoren
Bloeding
Het trombose been
Trombocyt en stollingsfactoren
De stollingsfactoren maken
fibrine
Wond gedicht
Stolling
Stolling
Ontstaan van trombosebeen
Longembolie
D-dimeer
D-dimeer
Ter uitsluiting van diep veneuze
trombose en longembolie
D-dimeer laag, dan geen stolling,
geen DVT en geen longembolie
D-dimeer hoog, ergens een stolling in het
lichaam, dat wordt afgebroken
De vijf symptomen van een
ontsteking
Diagnose: ontstekingen
Koorts (temperatuur meten)
Leukocyten en differentiatie
Bezinking van de erytrocyten
Bacteriekweek
Meting van CRP (acute fase eiwit)
Meting van interleukinen, cytokinen en
acute fase eiwitten
Diagnose: ontstekingen
Koorts (temperatuur meten)
Leukocyten en differentiatie
Bezinking van de erytrocyten
Bacteriekweek
Meting van CRP (acute fase eiwit)
Meting van interleukinen, cytokinen en
acute fase eiwitten
Segment, lymfocyt en monocyt
Monocyt
Lymfocyt
Segment
Neutrofiele granulocyt
(bloed)
Leucocytendifferentiatie bij infecties
acuut chronisch necrose allergie viraal
leuco’s
+++
+
+
segment +++
+
+
staaf
+-
ja
lymfo
eo’s en
baso’s
++
++
Karakteristieken leuco-diff
• Toxische korreling
• Atypische lymfo’s
Bacteriële infectie
Virale infectie
• Blasten
Leukemie
• Hypersegmentatie
Vitamine B12
Foliumzuur
Leukemie
Functies witte bloedcellen
Granulocyt
(segmenten)
Lymfocyten
aanvallen en opruimen
(T)
coördinator
(B)
plasmacel:
antistoffen
Monocyten
macrofagen: opruimen
Eosinofiele gran.
allergie en worminfecties
Basofiel gran.
niet bekend
Cytokines in Sepsis
Bacteria
(Endotoxin)
TNF-a
IL-1b
Endothelial
Cells
Monocyte
Brain
ICAM 1
ELAM
Bacteria
(Endotoxin)
IL-6
IL-6
IL-8
IL-6
ACTH
Neutrophil
Liver
CRP
Cortisol
Elastase
Interleukinen en CRP
Moleculaire structuur van CRP
Klinische betekenis CRP
Infectie
CRP concentratie
Bacterieel
Volgt zeer sterk de bacterielast
Viraal
Geen tot geringe stijging
Weefselschade Volgt zeer sterk de mate van
weefselschade
(operatie)
Reuma
Is een maat voor de weefselschade
Hartinfarct
Voorspellende waarde
Medicatie
Volgt snel aanslaan therapie
Bezinking van de erytrocyten
Verschil tussen BSE en CRP
BSE
CRP
Stijging na
24 uur
6 uur
Halfwaardetijd
4 – 7 dagen
2 – 4 uur
Verdubbeling
Klinisch
8 – 10 uur
pluis of niet pluis bacterieel en/of
weefselschade
Hematologie
•
•
•
•
•
•
•
•
CRP
Hb / Ht
Erytrocyten
Trombocyten
Leucocyten
Bezinking
TT/INR
D-dimeer
Chemie
Kalium
Natrium
Kreatinine
Ureum
AF
Gamma Gt
ASAT
ALAT
LDH
Bilirubine totaal
Albumine
Glucose
Enzymen
Enzymen in verschillende cellen
celdood
Celdood en verdeling over de ruimte
Celdood en Enzymstijging in het bloed
Enzymverhogingen in bloed
Halfwaarde tijden enzymen
Verhogingen in het bloed
Acuut hartinfarct Ja of Nee
Hartinfarct
dwars gestreept spierweefsel
structuur dunne filament
Afra Veken en Gerard Beukeveld
Westfries Gasthuis afdeling: KCL
Water en zouthuishouding
Hart, nieren en de elektrolyten
• Circulatie
• Filtratie
• Water- en zouthuishouding
Circulatie gaat voor de samenstelling van
het bloed
Bloeddruk moet op bepaalde plaatsen
zeer constant zijn
De Circulatie
• Hart moet altijd pompen verder niets
• Daarna komen de nieren om te filtreren
• Bij te weinig vocht houden de nieren
water vast met behulp van natrium
Functies Water
• Oplosmiddel
• Transport
• Geleidbaarheid
• Warmte regulator
• Neemt deel aan de stofwisseling
Percentage water in ons lichaam
Ionconcentraties in-buiten de cel
Ionvorm
in de cel
buiten de cel verschil
Natrium
8 - 30
135 - 145
15 keer
Kalium
100 - 155
4-5
30 keer
Chloor
4 - 30
120
10 keer
HCO3-
5 - 15
24
2 keer
Calcium
0,0004
2
20.000 keer
Grote
molekulen
100- 150
Waterverdeling in ons lichaam
Membraan en ionpompen
Natrium buiten en Kalium in de Cel
Natriumpompen
De nier
Kapsel van Bowman
Water en zouthuishouding
Fijnregeling van water
Laag Natrium
• Door lage inname, bijna nooit omdat dan de
nieren natrium vasthouden
Risicosituaties:
• Sterk zweten
• Langdurige diarree
• Overgeven
• Nierfunctiestoornissen
• Gelijktijdig met waterverlies of veel drinken
Hoog Natrium
• Uitdroging:
– door te weinig drinken
– of veel vochtverlies (diabetes millitus,
koorts, diabetes insipidus)
Laag Kalium
•
•
•
•
•
•
Chronische diarree, of nierprobleem
Chronisch gebruik van diuretica, laxantia
Aldosteronverhoging,
Corsticosteroidentherapie
Drop
H+ verhoging hierdoor kalium uit de cel naar
urine (diabeet, insuline)
• Hyperventilatie H+ verlaging plasma
• Verminderde inname (anorexia, ondervoeding)
Hoog Kalium
• Verminderd renale uitscheding door
nierfalen
• Ondervulling
• Hypo aldosteronisme (Addison)
• ACE remmers, spironolacton
• Uittreden uit de cel (insuline tekort)
• Plotselinge celschade (chemokuur,
leukemie, rhabdomyolyse)
• Infuus
Hoog Watergehalte
• Overmaat extracellulair water
–
–
–
–
Osmotische verplaatsing naar buiten
Veel water drinken, (bier)
Rare ADH uitscheiding
Oedemateuze toestand door natrium en water
retentie bij laag effectief circulerend
plasmavolume (hartinfarct, levercirrose
– Verminderde extracellulaire natrium
(diurecticum, te weinig aldosteron, diarree,
zweten.
Laag Watergehalte
• Uitdroging:
– door te weinig drinken
– of veel vochtverlies (diabetes millitus,
koorts, diabetes insipidus)
Gevolgen watertekort
1 – 3% Dorst, speekselsecretie, ureum uitscheiding
4 – 6% Vermoeidheid, misselijkheid, hartfrequenties, temp
7 – 11% Draaierig, ademnood, bloedvolumedaling,
hoofdpijn
11% Verwardheid, krampen, delirium
20% Dood
(% van l/kg gewicht)
James T. McCarthy & Rajiv Kumar
James T. McCarthy & Rajiv Kumar
James T. McCarthy & Rajiv Kumar
James T. McCarthy & Rajiv Kumar
James T. McCarthy & Rajiv Kumar
Download