naam : .................................................................................................... datum : ............................................... klas : ........................ � Hoeveel personen in elke familie? Dit is Lucas Dit is de familie van Lucas. Kleur per persoon één hokje. Vul het aantal in: In het gezin van Lucas zijn … personen. Dit is Alice. Dit is de familie van Alice. Kleur per persoon één hokje. In het gezin van Alice zijn … personen. Doorstreep wat fout is. In de familie van Lucas is er 1 persoon meer/ minder dan in de familie van Alice. � Kleur het hokje onder de kinderen in de passende kleur. groen: onder het eerste kind geel: onder het voorlaatste kind rood: onder het middelste kind blauw: onder het kind dat net voor het middelste kind staat Ik vond het leuk. Ik vond het niet leuk. Ik maakte het alleen. Ik kreeg hulp. 1 Tip voor de juf of de meester De leerlingen die werken met Zo gezegd, zo gerekend! 2, kunnen deze taak maken nadat les 2 gegeven is. Waar gaat dit huiswerkblaadje over ? • getallenkennis: herhaling van de hoeveelheden tot 20 • meetkunde: herhalen van de positiebepaling Suggestie voor de ouders Beste mama’s en papa’s, Je kind is zeer blij dat het kan laten zien wat het in de klas geleerd heeft. Door dit en de volgende blaadjes leer je mee de werkwijze van de juf of de meester kennen. Het is de bedoeling dat je kind vertelt wat het doet. Het verwoorden van de oefeningen is één van de basisprincipes bij het rekenen. Het woord ondersteunt het denken. 2. Indien je kind moeite heeft met de plaatsbepaling in de rij van 11 figuurtjes, laat het dan oefenen binnen een rij van 5 of van 7 figuren. Zo wordt het ietwat overzichtelijker. Wolters Plantyn naam : .................................................................................................... datum : ............................................... klas : ........................ � Zo’n ketting uitrekenen wordt een hele klus. Maak de ketting volledig. 3 18 +2 -8 +5 5 -2 10 ... ... +6 +3 ... -4 ... -3 ... 1 � Kleur de oefeningen die 19 als uitkomst hebben. 11+7 12+7 14+3 13+6 20-9 20 - 1 � Vlug nog wat oefenen. 17 + 3 = ......... 17 – 3 = ......... 18 – 5 = ......... 12 + 8 = ......... 16 – 4 = ......... 14 – 3 = ......... 14 + 3 = ......... 15 – 5 = ......... 19 – 6 = ......... 16 +4 = ......... � Vul op de stip het juiste getal in. net na 5 komt ... 10 komt net voor ... net na 8 komt ... 20 komt net na net voor 15 komt ... net na 10 komt ... Ik vond het leuk. Ik vond het niet leuk. ... 14 komt net voor ... 11 komt net na ... Ik maakte het alleen. Ik kreeg hulp. 5 Tip voor de juf of de meester De leerlingen die werken met Zo gezegd, zo gerekend! 2, kunnen deze taak maken nadat les 16 gegeven is. Waar gaat dit huiswerkblaadje over ? • bewerkingen: optellen en aftrekken met getallen tot 20 zonder sprong over 10 • getallenkennis: positie van de getallen in de rij tot 20 Suggestie voor de ouders 1. Laat je kind stap per stap werken. Je kunt je kind helpen door de ketting op te delen in afzonderlijke oefeningen, b.v. 3 + 2 = 5 5+5=. 10 + 6 = . 4. Laat bij twijfel je kind werken op de getallenas of in het twintigveld. Wolters Plantyn naam : .................................................................................................... datum : ............................................... klas : ........................ � Reken het op een vlugge manier uit. Ik zie ............. Er zijn dus rijen van 10 schaapjes. ............. schaapjes. Ik heb dat zo berekend: .............................................................................. � Help jij Elias bij zijn rekenwerk? Elias wil zijn prentjes verdelen onder zijn vrienden. Ze zijn met 10 en elk krijgt er evenveel. Hoeveel prenten krijgt elk? 20 : 10 = ............. � Noteer de passende getallen in de slang. +80 2x 5x … … … de helf t va n 2 … 10 X :1 0 2x … :10 +5 … … … Ik vond het leuk. Ik vond het niet leuk. … Ik maakte het alleen. Ik kreeg hulp. 10 Tip voor de juf of de meester De leerlingen die werken met Zo gezegd, zo gerekend! 2, kunnen deze taak maken nadat les 39 gegeven is. Waar gaat dit huiswerkblaadje over ? • bewerkingen: - maal- en deeltafel van 10 - inoefenen van de maal- en deeltafel van 2. Suggestie voor de ouders 1. Laat je kind de schaapjes tellen per 10 m.a.w. tellen met sprongen van 10, b.v. 50 tellen we als 10 + 10 + 10 + 10 + 10 = of als 5 x 10 = 50 2. Indien nodig kun je concreet laten handelen dus 20 prentjes (of blokjes) laten verdelen in 10 gelijke groepen. 3. Help je kind eventueel door de rekenketting op te splitsen in de afzonderlijke oefeningen: vb. 2 x 5 = … 10 x 2 = … 20 + 80 = … Laat nadien de passende getallen invullen in de slang. Wolters Plantyn naam : .................................................................................................... datum : ............................................... klas : ........................ Lees heel het rekenverhaal. Stel je dan de vraag: “ Wat moet ik zoeken?” Vertel het verhaal met je eigen woorden en maak er een tekening bij als dat kan helpen. Schrijf de juiste formule op en … vul de antwoordzin aan. a) Lien verzamelt zeepjes. Ze legt ze netjes in groepjes van 5 om ze gemakkelijk te kunnen tellen. Zo kan ze 6 groepjes maken. Hoeveel zeepjes heeft Lien ? Formule: ........................................................................................ Antwoord: Lien heeft b) ......................... Bart, Tom en Els hebben samen 15 knikkers. Ze verdelen ze eerlijk onder elkaar. Hoeveel knikkers krijgen ze elk? Formule: ........................................................................................ Antwoord: Ze krijgen elk c) zeepjes. ......................... knikkers. Mieke heeft een doos met 24 kleurpotloden. In de doos van Sam zitten er 12 meer. Hoeveel kleurpotloden zitten er in de doos van Sam? Formule: ........................................................................................ Antwoord: In de doos van Sam zitten ......................... d) kleurpotloden. Jef maakt een bouwsel. Hij gebruikt 32 blokken. In het bouwsel van Anke zitten 4 blokken minder. Hoeveel blokken gebruikte Anke? Formule: ........................................................................................ Antwoord: Anke gebruikte ......................... Ik vond het leuk. Ik vond het niet leuk. blokken. Ik maakte het alleen. Ik kreeg hulp. 19 Tip voor de juf of de meester De leerlingen die werken met Zo gezegd, zo gerekend! 2, kunnen deze taak maken nadat les 70 gegeven is. Waar gaat dit huiswerkblaadje over ? • toepassingen: rekenverhalen Suggestie voor de ouders Laat je kind eerst het verhaal volledig lezen. Laat het navertellen met eigen woorden en eventueel door een tekening voorstellen. Je kind formuleert vervolgens wat het moet zoeken en zegt hoe het dat kan vinden m.a.w. het geeft de formule aan. Het plaatst dan het antwoord in een goede zin. Wolters Plantyn naam : .................................................................................................... datum : ............................................... klas : ........................ � Maak gelijke groepen. Kleur dan één groep. Vul de formule aan. 1 4 van 12 = 12 : 1 2 van 16 = ............ ............ : = ............ 1 5 van 20 = 20 : ............ = ............ 1 8 van 24 = ............ ............ : = ............ = ............ ............ � Kleur de omtrek van de driehoeken geel. Kleur de omtrek van de rechthoeken rood. Kleur de omtrek van de andere vlakstukken blauw. � Meet de omtrek van deze figuren. Noteer de lengte van elke zijde op de stippen. .........cm .........cm .........cm .........cm .........cm De omtrek is ................ .........cm .........cm cm Ik vond het leuk. Ik vond het niet leuk. De omtrek is ................ cm Ik maakte het alleen. Ik kreeg hulp. 27 Tip voor de juf of de meester De leerlingen die werken met Zo gezegd, zo gerekend! 2, kunnen deze taak maken nadat les 92 gegeven is. Waar gaat dit huiswerkblaadje over ? • bewerkingen: de stambreuken • meten: de omtrek van vlakstukken Suggestie voor de ouders 1. Laat je kind verwoorden dat b.v. 1/6 nemen van 24 hetzelfde is als 24 verdelen in 6 gelijke delen. 3. Laat je kind na het meten bij elke zijde van de figuur de lengte van die zijde noteren in cm. Onder de tekening komt dan de totale omtrek ( de omtrek is de som der zijden). Wolters Plantyn