Vakantie Highlights of Egypt – 14 tot 22 april 2011

advertisement
Vakantie Highlights of Egypt – 14 tot 22 april 2011.
Dag 1 Amsterdam – Luxor
Onze reis naar Egypte kan beginnen. Iets later dan in eerste instantie gepland. Dit in verband met de
onlusten in Egypte, die er afgelopen maanden plaats gevonden hebben.
President Hosni Mubarak heeft het veld moeten ruimen en later dit jaar zullen er democratische
verkiezingen gehouden worden. Onze eerder geplande reis werd in verband met een negatief
reisadvies afgeblazen.
Nu is alles veilig, ofschoon er op het Tahrirplein in Caïro op 10 april j.l. opnieuw botsingen plaats
vonden tussen betogers en militairen, waarbij slachtoffers gevallen zijn.
Op 12 april zijn Mubarak en zijn twee zonen gearresteerd. Ze zullen zich moeten verantwoorden voor
hun rol tijdens de onlusten, waarbij gericht op betogers geschoten is. Ook zullen ze aan de tand
gevoeld worden over verduistering en corruptie.
Om 15.30u vertrekken we met ArkeFly, vlucht OR 493 naar Luxor. De vlucht wordt uitgevoerd met een
Boeing 737, de Ferdinand Franssen.
De vlucht naar Luxor neemt 4½ uur in beslag. Als we landen op Luxor, zijn we het enige toestel op het
hele vliegveld. Na de onlusten hebben de toeristen massaal Egypte de rug toegekeerd.
Enkele tientallen passagiers stappen uit. Het over grote deel vliegt door naar Hurghada.
We worden opgewacht door Mohammed, onze gids voor de komende week. Mohammed is een
Egyptenaar, die Nederlands spreekt.
Op het vliegveld is helemaal niets te doen. Binnen 20 minuten hebben we onze bagage en zijn we
door de douane, een absoluut record. In Egypte is het dezelfde tijd als in Nederland.
Pinnen op het vliegveld lukt niet, omdat de pinautomaten leeg zijn. In Egypte kun je trouwens overal
met euro’s betalen. Een euro is 8½ Egyptische Ponden (EGP).
Onze groep bestaat uit slechts vijf personen. Naast Mieke en ik zijn er Jolanda, Jos en Jeroen.
Nog geen 20 minuten later zet de bus ons af bij de cruiseboot.
Omdat er nauwelijks een boot vaart, krijgen we een upgrade.
Onze cruise over de Nijl wordt uitgevoerd met de M/S
Monica, een veel luxer schip dan wat we geboekt hebben.
Na onze aankomst kunnen we meteen aanschuiven bij het
diner.
Het schip is ingericht in een typische Egyptische stijl, dat
betekent veel krullen en tierlantijnen. Indrukwekkend is de
grote wenteltrap in de lobby met een enorme kroonluchter.
Daarna krijgen we onze hut toegewezen. Onze hut heeft
zowaar een balkonnetje.
De kamer is voorzien van een groot 2-persoonsbed. We hebben tv met satelliet-ontvangst en een
eigen badkamer.
1
Dag 2 Luxor - Edfu
’s Morgens word ik wakker van de klaagzang van de imams, die oproepen tot het morgengebed. Toch
heeft het wel iets, om op deze manier gewekt te worden. Het is alleen nog zo verdomde vroeg.
Vandaag is het vrijdag, voor de moslims een heilige dag.
Onze bus staat om 6.30u voor de loopplank. We worden komende dagen door een lokale gids
vergezeld. Een stevige man met een bril, die Hani heet.
Allereerst gaan we naar de Vallei der Koningen, die op
de westelijke Nijl-oever ligt. We rijden door dorpjes met
lemen huizen, die gelegen zijn tussen akkertjes. Hier en
daar graast wat vee. De bevolking leidt een armmoedig
bestaan. Er lijkt niets veranderd in vergelijking met 25 jaar
geleden, toen ik voor het laatst in Egypte was.
Bij de ingang van de Vallei der Koningen zien we hoog gelegen het huis, waar Howard Carter verbleef
tijdens de opgravingen van het graf van Toetanchamon.
In dit bergachtige gebied bevinden zich 64 graven uit de periode van het Nieuwe Rijk (1550 tot 1070
voor Chr.)
De graven zijn uitgehouwen in rotsheuvels. Door de eeuwen heen zijn ze allemaal leeg geroofd, op
een na, het graf van Toetanchamon.
Tijdens de 22ste dynastie waren de grafrovers en plunderaars niet meer te stuiten en werd het ene na
het andere koningsgraf leeg geroofd. Daarom hebben de Amon-priesters rond 900 voor Chr. in het
diepste geheim een graf laten uithouwen ten zuidwesten van de dodentempel van Hatjepsoet.
Een twintigtal farao’s werden uit de sarcofagen van hun oorspronkelijke graven gehaald en in het
nieuwe veilige graf herbegraven.
Daarnaast werd een veertigtal mummies van koninginnen, prinsen en edelen op deze manier veilig
gesteld. Dit gemeenschappelijke graf met zijn inhoud werd in 1874 terug gevonden.
Zo werden de mummies van Seti l, Ramses ll, Amenhotep lll en Thoetmosis lll ontdekt.
In de vallei zelf mag niet gefotografeerd worden. Het flitslicht zou anders de kleuren in de grafkamers
aantasten.
We worden met een treintje tot bij de graven gebracht. We bezoeken de drie mooiste koningsgraven.
- Het graf van Ramses lV (12de eeuw voor Chr.)
Alle graven zijn volgens hetzelfde principe in de rotsen uitgehouwen. Een trap naar beneden in de
vorm van een lange gang. De gang heeft een aantal doodlopende zijgangen en zijvertrekken. Dit is
gedaan om eventuele dieven en plunderaars te misleiden en op een dwaalspoor te brengen.
Aan het einde van de lange gang bevindt zich de grafkamer, waar de sarcofaag stond met daarin de
mummie van de farao.
De wanden zijn verfraaid met hiërogliefenteksten en reliëfs in prachtige kleuren.
- Het graf van Merempath, de 13de zoon van Ramses ll.
De graftombe is uniek door een 125 meter lange en diepe gang.
- Het graf van Ramses lll met zijn prachtige reliëfs.
Als laatste bekijken we de ingang van de graftombe van Toetanchamon. Het nog bijna intacte graf
werd in november 1922 ontdekt door Howard Carter. Het is de grootste archeologische vondst aller
tijden.
De inhoud van het graf is in zijn geheel overgebracht naar het Egyptisch Museum in Caïro.
Vervolgens staat een bezoek aan een alabasterfabriek op het programma. Op ambachtelijke wijze
worden hier voorwerpen zoals vazen uit de oudheid nagemaakt.
2
Ondertussen is het aardig warm geworden en bezoeken we
de nabij gelegen dodentempel van Hatjepsoet. Hatjepsoet
is de enige vrouwelijke farao uit de geschiedenis van het
oude Egypte. Hatjepsoet, die deze tempel heeft laten
bouwen, kwam op een sluwe en listige manier aan de
macht.
Om er als een echte farao uit te zien, liet zij zich vaak
afbeelden als een man, met pruik en Osirisbaard. De
handen gekruist voor haar borst. Aan de gezichtsuitdrukking
is te zien, dat het echter om een vrouw ging.
Ze stierf in 1468 voor Chr., na een regeringsperiode van 22
jaar.
Uit haat tegen de vrouw, die hem de troon onthouden had, liet Thoetmosis lll haar naam in de tempel
weg beitelen en haar beelden vernielen.
Op de terugweg naar ons schip bekijken we de Mennonkolossen. Het zijn twee 16 meter hoge beelden van
Amenhotep lll, die bij zijn verdwenen begrafenistempel
stonden.
Ze staan nu eenzaam, al zittend op hun troon, aan de rand
van akkers waar schapen en geiten dwalen.
Rond de middag zijn we terug bij ons schip. Ik maak in mijn eentje een wandeling in de omgeving.
De moskeeën zijn tot op de laatste plaats bezet en het vrijdaggebed van de imams schalt over het
stadje.
Direct na de lunch vertrekt ons schip in zuidelijke richting naar Edfu, een afstand van 100 km.
We zitten op het bovendek bij het zwembad en genieten van het dagelijkse leven op de Nijl-oevers,
dat zo naar ons toekomt. Hardwerkende boeren die hun oogst binnenhalen, zwaaiende en roepende
kinderen, lemen huizen met daken van riet.
Om 16.00u is er koffie of thee met een mierenzoete lekkernij.
’s Avonds om 20.00u het diner. Het eten aan boord is erg goed. Voor het hoofdgerecht is er vandaag
zelfs een keuzemogelijkheid. Mieke en ik nemen de gegrilde Nijlbaars. De bijbehorende drankjes zijn
trouwens wel aan de prijs. Voor een flesje Stella-bier betaal je € 3,50.
Om 22.00u gaan we naar het bovendek, om te zien hoe het schip door een sluis vaart en op die
manier een hoogteverschil van 9 meter overbrugt. We worden omgeven door een hele horde
schreeuwende verkopers in kleine bootjes, die ons van alles proberen aan te smeren.
We gaan naar bed met als achtergrondmuziek het inmiddels vertrouwde geronk van de
scheepsmotoren.
3
Dag 3 Edfu – Aswan
‘s Nacht heeft het schip afgemeerd, waar we verder niets van mee gekregen hebben. ’s Morgens
opnieuw het gejammer van de imam. Ik schuif de gordijnen open, een prachtig uitzicht over de Nijl.
Om 8.00u vertrekken we met koetsjes naar de tempel van Edfu (Horus-tempel).
Onze koetsier heet, hoe kan het ook anders, Mohammed. Voor deze ene keer Mohammed
Moustache. Wel eens een Egyptenaar gezien, die geen Mohammed heet en geen snor draagt! Aan
mij de eer om naast onze koetsier plaats te nemen op de bok.
Mohammed stoot hoofdzakelijk onverstaanbare taal uit,
met een brede ‘smile’ op zijn gezicht.
Zijn enige verstaanbare vocabulaire lijkt op iets van Ferrari
en Michael Schumacher.
Klaarblijkelijk bedoelt hij zich zelf en zijn versleten paardje.
Het beest laat het aardig afweten als het iets omhoog
gaat, en op een sukkeldrafje rijden we naar de tempel.
Tussendoor heeft hij het over ‘baksjisj’, ook bepaald geen
vreemd woord voor een Egyptenaar. Het woord is zelfs tot
de Egyptische politie doorgedrongen. Voor elke gunst hoe
klein dan ook, een uitgestoken hand ‘baksjisj’.
Het is een kwartiertje rijden naar de tempel van Edfu. Als er iets op zijn weg komt raast en tiert
Mohammed. Hij gaat als een bezetene te keer en maakt driftige bewegingen. Het heeft geen enkel
effect, geen Egyptenaar die zich er iets van aan trekt. Sterker nog iedereen raast en tiert, het hoort er
allemaal bij.
De tempel van Edfu is een Grieks-Romeinse tempel. Na het
einde van het faraotijdperk (330 voor Chr.) begon de bouw in
240 voor Chr. tot 60 voor Chr.
Over een periode van 180 jaar werd de tempel gebouwd. De
bouw van de tempel had een politieke reden, de verschillende
bevolkingsgroepen te vriend houden, vandaar de vele
voorstellingen uit het oude Egypte.
De tempel is goed bewaard gebleven, omdat hij door de
eeuwen heen geheel onder het zand verdwenen was.
In 1860 begon de fransman Mariette met het blootleggen van het complex.
Tijdens de eerste eeuwen van onze jaartelling hebben de Christenen in de tempel huizen gebouwd.
Veel voor hen heidense reliëfs zijn weggehakt en zwaar verminkt. De wanden van de tempel zijn zwart
geblakerd door de vuurtjes, die er binnen gestookt zijn.
Na het bezoek brengt de koetsier ons terug naar de boot. Zijn gedrag is niet veranderd, alleen het
woord “baksjisj” wordt met verheven stem herhaald. En natuurlijk krijgt hij zijn fooitje.
Iets na elf uur vertrekken we naar Aswan, een afstand van 120 km varen.
Opnieuw zoeken we een plaatsje op het bovendek, vanwaar we een prachtig uitzicht op de omgeving
hebben. Heel goed is te zien dat de vruchtbare strook grond naast de Nijl, vaak slechts enkele
honderden meters breed is. Daarachter begint de woestijn.
Even na vijven meren we af in Kom Ombo. Het afmeren kost nog al wat tijd. We liggen met een aantal
boten naast elkaar en om op de kade te komen, moeten we een aantal andere boten oversteken.
Vanaf de boot is het slechts een paar honderd meter wandelen naar de Grieks-Romeinse
dubbeltempel van Kom Ombo.
Als we bij het complex aankomen wordt het snel donker, geen probleem de tempel is prachtig verlicht.
De dubbele tempel van Kom Ombo werd in de 2de eeuw voor Chr. gebouwd. De twee tempels zijn
een spiegelbeeld van elkaar. De tempel is gebouwd ter ere van Sobek (de god met de krokodillenkop)
en Horus (de god met de valkenkop).
4
De tempel werd in 1883 bloot gelegd. Interessant zijn de reliëfs van de chirurg met zijn instrumenten.
Ofschoon de kennis en werking van menselijke organen
gering was en de chirurgie weinig voorstelde.
Ook nemen we en kijkje bij de Nijl-meter. Een spiraalsgewijs
omlaag draaiende stenen trap, voert omlaag naar de grote
ronde put. Hier kon de waterhoogte in de Nijl afgelezen
worden. Aan de waterhoogte was een heel belastingstelsel
gekoppeld.
Voor 90 EGP koopt Mieke een jurk voor de Egyptische
avond.
Rond 19.30u zijn we weer terug op het schip en beginnen we
aan onze laatste 40 km naar Aswan.
Om 20.00u begint de Egyptische avond. Om in de stemming te komen beginnen we met typisch
Egyptische gerechten ‘mahalabia’. Ter afsluiting natuurlijk een mierenzoet Egyptisch dessert.
Het Egyptisch feest is niet veel meer dan een stukje toeristenvermaak. Je moet er van houden.
Als we terugkomen op onze kamer is er door het personeel een grapje uitgehaald. Van het
beddengoed heeft men een grote dikke vrouw in elkaar geknutseld. Je weet even niet wat je ziet, als
je de deur open doet. Leuk gedaan jongens!
Dag 4 Aswan – Abu Simbel
Om 5.30u worden we gewekt. Als ik het gordijn openschuif is het eerste beeld water met feloekas, op
de achtergrond grote kale zandduinen. Wie wil er zo niet wakker worden.
We rijden via de oude ‘Hoge dam’ naar de nieuwe Aswan-dam. De oude stuwdam, die in 1902 door
de Engelsen gebouwd is, heeft een lengte van 2140 meter en is 42 meter hoog.
De bouw van de Aswan-dam werd in 1960 onder het bewind van president Nasser begonnen. De
bouw van de dam vond plaats met de hulp van de Russen. In 1970 werd de dam onder het bewind
van president Saddat voltooid.
Door de bouw van de nieuwe dam ontstond het Nasser-meer, dat meer dan 500 km lang is. Het meer
ligt voor ongeveer eenderde in Soedan. De dam en het meer voorzien Egypte van irrigatiewater en
elektriciteit.
Voor het oog ziet de dam, ondanks zijn imposante afmetingen van 4 km lang en 111 meter hoog, er
niet erg spectaculair uit.
Als we de dam oprijden zien we het 136 meter hoge Egyptisch-Russische vriendschapsmonument,
dat opgetrokken is in de vorm van een lotusbloem.
Het meest komische is, dat we eerst naar een gebouwtje gaan, dat midden op de dam staat. In het
gebouw staat een x-ray apparaat. Alle tassen en de fotoapparatuur moeten door het apparaat.
Daarna kun je gaan en staan waar je wilt. De bedoeling van de controle is mij in ieder geval niet
duidelijk.
Het heeft iets weg van een veiligheidscontrole midden op de Veluwe.
Vervolgens gaan we naar de nabij gelegen tempel van Philae. We worden er met een bootje naar
toegebracht. Door de bouw van de Aswan-dam werden de tempels van Philae ernstig bedreigd.
Na de voltooiing van de dam zouden ze voor het overgrote deel onder het wateroppervlak verdwijnen.
Daarom werd besloten de tempels naar een nabij hoger gelegen eiland, Agilkia, te verhuizen.
De oude tempel van Philae werd steen voor steen afgebroken. In totaal werden de 47000
genummerde blokken steen, tussen 1972 en 1980, op het ‘namaak’ Philae opgebouwd.
Op deze manier werd de tempel gered van de ondergang.
Daarna een kort bezoek aan een parfumfabriek. Parfum speelde in het oude Egypte een belangrijke
rol als offerande en tijdens het mummificatieproces.
Vervolgens rijden we naar een speciaal terrein bij een grote islamitische begraafplaats, vanwaar we
om 11.00u n colonne naar Abu Simbel vertrekken, een afstand van 240 km.
5
Sinds de aanslagen op toeristen in 1997, mogen toeristen alleen in konvooi naar deze toeristische
trekpleister. Gewapende militairen zorgen voor de bescherming, ook wij krijgen een soldaat voor in de
bus. Op deze manier kun je twee keer per dag naar Abu Simbel.
Door de problemen van afgelopen maanden zijn er uitzonderlijk weinig toeristen. Ons konvooi bestaat
uit slechts vier auto’s en onze nog niet halfgevulde bus.
Al snel na het vertrek rijden we de Sahara binnen. Onderweg valt er verder niets te zien. Een lange
rechte weg met voor, achter, links en rechts van ons zand en nog eens zand. Een kat zou er jaloers
op worden.
Onderweg zijn geen wegrestaurants, dus hebben we vanmorgen een lunchpakket meegekregen.
Voordat we Abu Simbel binnen rijden, zien we een deel van een 600 km lang kanaal, dat een groot
deel van de woestijn van water moet voorzien, zodat er gewassen verbouwd kunnen worden.
Een van de grote projecten die onder Mubarak opgestart zijn, de gemiddelde Egyptenaar heeft het
hem echter niet in dank afgenomen.
Om 14.00u arriveren we op het volkomen lege parkeerterrein van het tempelcomplex. Er zijn
nauwelijks bezoekers. Zelfs de souvenirverkopers zijn helemaal van slag. Normaal word je zowat
onder de voet gelopen, maar zelfs zij zien het hopeloze van de huidige situatie in. Er zijn veel meer
verkopers dan klanten, Ze doen nauwelijks moeite om hun handelswaar aan de man te brengen.
Evenals de tempel die we vanmorgen bezocht hebben, is ook deze tempel verplaatst ter bescherming
tegen het stijgende water van het Nasser-meer.
In 1960 begon men onder leiding van de Unesco, een grootscheepse actie, om de belangrijkste
Nubische bouwwerken voor de ondergang te behoeden. Vele landen en instellingen gaven geld en op
een visum voor Egypte werd bij mijn laatste bezoek zelfs een extra zegel van 2 dollar geplakt voor
‘Unesco campaign to save Nubian monuments’.
Binnen een korte tijd en moeilijke omstandigheden hebben de archeologen een kolossaal werk verzet.
De tempel van Abu Simbel te verplaatsen was extra complex, omdat de gehele tempel in de rotsen
uitgehouwen was.
De tempel stond hoog op de oevers van de Nijl, in een
onbewoond gebied, om eventuele indringers bang te maken.
De Grote en Kleine Tempel werden in opdracht van Ramses
ll, die van 1290 tot 1223 voor Chr. regeerde, in 1250 voor
Chr. in de rotsen uitgehakt ter ere van de zonnegod ReHorachte.
De Grote Rotstempel is aan de voorzijde 33 meter hoog en
38 meter breed en voorzien van vier beelden, die Ramses ll
voorstellen.
Een van de beelden, heeft kort na de bouw als gevolg van een aardbeving, zijn hoofd verloren.
Bij de verplaatsing van de tempel, heeft men er voor gekozen het hoofd opnieuw aan de voet van het
beeld te plaatsen. Volgens deskundigen was het onmogelijk het beeld blijvend te repareren, anders
zouden de oude Egyptenaren het zelf wel gedaan hebben. Technisch moeten ze er ongetwijfeld toe in
staat zijn geweest.
Tussen 1964 en 1968 werden de tempels in een ware race tegen de klok verplaatst. De tempels
werden in 1040 blokken gezaagd, met een gewicht tot 30 ton per blok.
De blokken werden over een afstand van enkele honderden meters 61 meter omhoog gebracht en
opnieuw opgebouwd.
Zo’n 3500 mensen hebben continu aan het project gewerkt. We bezichtigen de 63 meter diepe Grote
Tempel.
Bij het binnenkomen, betreden we de grote zuilenzaal. Er staan twee rijen vierkante zuilen, in de vorm
van beelden, die 10 meter hoog zijn.
Het halfdonker, de serene rust, de grote kleurrijke reliëfs op de muren, alles in een prachtige complete
staat. In een woord adembenemend. De Kleine Tempel is aan de koegodin Hathor gewijd. De tempel
werd gebouwd ter ere van de lievelingsvrouw van Ramses ll, koningin Nefertari.
Om 16.00u gaan we weer terug naar Aswan. Onze bus is het enigste voertuig in het konvooi, dus
krijgen we deze keer twee bewapende militairen mee.
De reis verloopt voorspoedig en om 20.00u worden we bij ons schip afgezet.
6
Terug op de boot hoor ik rumoer buiten. Ik ga naar het balkonnetje om te kijken wat er aan de hand is.
Jongens in een bootje op de Nijl roepen me toe ‘hey macho, buy dress for lady only 1 euro’. Ze
proberen kledingstukken, die ze in een plastic tas verpakt hebben, op mijn balkon te gooien.
Geen interesse. Er zijn meer mensen naar buiten gekomen, dus potentiële slachtoffers genoeg. Ze nu
en dan grote hilariteit als er een tas met inhoud in het water valt.
Dag 5 Aswan
Om 8.00u varen we met een bootje naar het tegenover gelegen Kitchener-eiland, waar we de
botanische tuinen bezichtigen.
Er zijn veel subtropische planten en bloemen. Ook nestelen er honderden zilverreigers, die grote
delen van het eiland van een stinkende, witte laag voorzien.
Daarna varen we met het bootje tussen kleine groene
eilandjes door, het is een waar vogelparadijs. We worden
afgezet op een van de grotere eilanden, waar we een
Nubisch dorp bezoeken.
Oorspronkelijk woonden de donkerkleurige Nibiërs in het
gebied van Zuid-Egypte en Noord-Soedan.
Door de aanleg van de Aswan-dam en het Nasser-meer,
werden de Nubiërs gedwongen huis en haard te verlaten. Ze
werden overgebracht naar nieuwe dorpen, die door de
overheid voor hen gebouwd werden.
Op het eiland dat we bezoeken, wonen ongeveer 3000 mensen. Ze verdienen de kost hoofdzakelijk
met het toerisme en met het kweken van bloemen en planten. Er zijn geen auto’s op het eiland.
Voor het vervoer zijn de bewoners aangewezen op ezels en feloekas.
De authentieke huizen zijn opgetrokken uit stenen van leem. De nieuwe stenen huizen zijn gebouwd
ter compensatie, voor de gedwongen verhuizing van de bevolking.
In een huis woont altijd een complete familie: grootouders, ouders en kinderen. De blauwe hand, die
steevast op de voordeur geschilderd is, dient ter bescherming tegen het kwaad.
We wandelen door de nauwe straatjes en bezoeken het plaatselijke schooltje.
Daarna gaan we naar het huis van een Nubische familie.
Het huis is groter dan verwacht. De kleur binnen is de traditionele blauwe
kleur en in de hoek van de woonkamer staat een glazen bak met daarin
een kleine krokodil. Het beest dient te bescherming tegen allerlei kwade
invloeden.
Het huisdier is een schildpad. Het beest scharrelt wat rond in de kamer. Ik
heb het niet in de gaten en ga er bijna bovenop staan, wie verwacht er ook
zo iets.
We drinken de aangeboden zoete muntthee, heerlijk op deze snikhete
dag.
Met een feloeka, worden we al zeilend naar onze boot teruggebracht.
Bij terugkomst op de boot horen we van Mohammed, dat we in verband
met stakingen bij de spoorwegen, niet met de trein naar Caïro kunnen.
Naar een alternatief wordt gezocht.
’s Middags zitten we op het bovendek, onze voeten in het zwembas. Zo houden we het hier nog wel
een tijdje uit.
Om 17.00u gaan we naar de markt in Aswan. Je wordt
door de handelaren van links naar rechts getrokken.
Gillende en roepende verkopers, iedereen aast op dat ene
lotje uit de loterij.
Voor elk van onze kleindochters kopen we een leren
kameeltje, dezelfde als ik 25 jaar geleden voor mijn
dochters gekocht heb.
Als we terugkomen op de boot, horen dat we vanavond
mee terugvaren naar Kom Ombo. Morgenvroeg om 3.00u
7
zullen we gewekt worden. De bus zal ons naar het vliegveld van Aswan brengen.
Om 6.00u zullen we naar Caïro vliegen, Mohammed zal met ons meegaan.
Per persoon hoeven we slechts €35 bij te betalen, vliegen is nu eenmaal een stuk duurder dan de
trein.
Het probleem is naar volle tevredenheid opgelost door Kras en de lokale agent in Egypte.
Dag 6 Aswan – Caïro
We worden om 3.00u gewekt, meteen ben ik klaar wakker. Als we beneden komen heeft de
bemanning al koffie of thee voor ons klaar staan en is er een lunchpakket. Werkelijk klasse, wat een
service.
Als we om 3.45u de boot verlaten, klinkt het eentonige gezang van de imams uit de vele luidsprekers
in de omgeving.
Ahmed, onze vaste chauffeur brengt ons naar het vliegveld. De veiligheidscontroles voor
binnenlandse vluchten stellen niet veel voor en binnen een mum van tijd zitten we in het toestel van
Egyptair..
Het verbaasd ons dat Mohammed nog zes stoelen op deze vlucht heeft weten te bemachtigen, het
toestel is tot op de laatste plaats bezet.
Klokslag 6.00u gaan we de lucht in. De vlucht duurt iets meer dan een uur.
Ook in Caïro hebben we binnen de kortste keren onze bagage. We maken
kennis met onze lokale gids in Caïro. Een oudere man met een bidvlek op
zijn voorhoofd. Hij heet Mohammed en heeft een snor. Hou het allemaal
maar eens uit elkaar.
Voor mij is het een hernieuwde kennismaking met de heksenketel, die
Caïro heet. Het is als vanouds een grote chaos. Toeterende auto’s, rijen
dik, elk gaatje wordt opgevuld.. Hier geldt alleen het recht van de sterkste.
Onze bagage zetten we af bij Hotel Horizon Pyramids, vanwaar we
rechtstreeks naar de piramides gaan.
Als eerste gaan we naar het complex van Djoser, in het dorpje Sakkara (Saqqara), zo’n 25 km van
Caïro.
We beginnen met een bezoek aan de grafkamer van Ka-Gmni, uit 2340 voor Chr. Het is de oudste
versie van de koninklijke graven in Egypte.
Hoogst interessant zijn de gedetailleerde reliëfs, die ons inzicht geven in het dagelijks leven van deze
mensen.
Daarna gaan we naar de nabij gelegen piramide van Teti. Via een lange smalle gang kruipen we op
onze hurken omlaag, om tenslotte in de grafkamer uit te komen. In de grafkamer staat de zwarte
sarcofaag van farao Teti. In de deksel is door grafrovers een gat geslagen.
Vervolgens het hoogtepunt van het complex, de
trappiramide van Djoser. Ooit zijn de piramide, de tempel
en de bijbehorende gebouwen wit van kleur geweest. Door
de eeuwen heen zijn ze bruin verkleurd.
De piramide bestaat uit 6 lagen, welke eik een hoogte
hebben 10 meter. Dit brengt de totale hoogte op 60 meter.
Ongehoord voor die tijd.
De trappiramide van Djoser is het graf van de eerste farao
uit de 3de dynastie. De piramide werd rond 2600 voor Chr.
gebouwd door de beroemde Imhotep. Het is de oudste
piramide in Egypte.
Momenteel wordt de piramide gerestaureerd, wat echter geen belemmering is het complex te
bezoeken.
8
Vanaf de nabij gelegen heuvel hebben we een prachtig uitzicht op een twintigtal piramides, die in de
omgeving liggen. Ook krijg je vanaf deze plaats een goede indruk van de grootte van de necropolis
(dodenstad) van Sakkara.
Memphis was gedurende het Oude Rijk de hoofdstad van Egypte. Sakkara was een grafveld dat bij
Memphis behoorde. Ook de piramide van Djoser maakt er deel van uit.
Opvallens zijn ook de graftombes die 30 tot 40 meter onder het maaiveld liggen. De sarcofaag met de
mummie werd in de graftombe geplaatst. Daarna werd de hele schacht opgevuld met puin, om de
mummie en grafgiften tegen grafrovers te beschermen.
Ook werden er allerlei andere beveiligingen ingebouwd zoals vallend zand. Bekend is ook het verhaal
van ‘de vloek van de farao’. Wetenschappelijk is hiervoor een verklaring gevonden.
Om het hout in de graftombes tegen insecten te beschermen, werden er stoffen opgesmeerd die
cyanide bevatten. Hieruit ontstond door chemische reacties blauwzuurgas. Bij het betreden van de
tombes, was dit gas indien de concentratie hoog genoeg was dodelijk. Desondanks zijn alle graven
leeg geroofd.
Vlak in de buurt van het complex liggen de ruïnes van Ptah.
We bekijken de albasten sfinx, die in 1912 werd uitgegraven.
De sfinx, die 80 ton weegt, is 8 meter lang en 4 meter hoog.
Het beeldhouwwerk dateert waarschijnlijk uit 1600 voor Chr.
Op hetzelfde terrein staat het Ramses ll – museum. Vanaf
de bovengalerij kijk je neer op het glimlachende beeld van
Ramses ll. Het beeld ligt op zijn rug en is uitzonderlijk gaaf.
Het koningsbeeld werd in 1888 gevonden en weegt 70 ton.
Oorspronkelijk was het beeld 30 meter lang. Nu niet meer
omdat er stukken van de benen afgebroken zijn.
We rijden terug naar Caïro. De omgeving is niet de mooiste. De kanalen zien er uit als open riolen, de
oevers doen dienst als vuilnisbelt.
Lunchen doen we in Caïro. We eten gegrilde kip, een aanrader. De kosten zoals altijd €10 per
persoon.
Daarna een volgend hoogtepunt, waar we de hele middag voor uittrekken, de piramides van Gizeh
en de sfinx.
Hier staan de drie beroemdste en grootste piramides, namelijk die van de farao’s Cheops, Chephren
en Mykerinos.
Voor zover het nog niet bij eenieder bekend is, waarschuwt Mohammed ons voor de kameeldrijvers.
Deze mensen zijn erg opdringerig en ze proberen toeristen zoveel mogelijk geld te ontfutselen.
Tijdens de revolutie speelden ze tijdens de opstand een erg bedenkelijke rol, door tijdens de
protesten, de betogers op een stevig pak slaag te trakteren.
De piramide van Cheops is 4700 jaar geleden gebouwd voor
Cheops, de koning van de 4de dynastie.
Aan dit 146 meter hoge bouwwerk hebben 120.000 mensen
20 jaar lang gebouwd.
De 134 meter hoge piramide van Chephren ligt naast de
piramide van Cheops. Ze is herkenbaar aan de
oorspronkelijke stenenbekleding, die nog aan de spits
zichtbaar is.
De piramide van Chephren werd rond 2500 voor Chr. gebouwd, als graf voor farao Chephren De sfinx
is een liggende leeuw met het hoofd van koning Chephren en doet dienst als wachter bij het graf.
Eens had de sfinx een baard, die zich sinds 1818 in een depot van het British museum bevindt.
De sfinx werd gehouwen uit een natuurlijke rotslaag. De lengte bedraagt 70 meter, de hoogte 20
meter.
De piramide van Mykerinos, is de kleinste en meest gave van de drie. Ze werd in 2450 voor Chr.
gebouwd voor de zoon van Chephren. De piramide bestaat niet uit kalkzandsteen maar uit graniet, dat
van elders is aangevoerd. De hoogte bedraagt 62 meter.
9
Na een kort bezoek aan een zaak waar papyrusschilderijen gemaakt worden, gaan we terug naar ons
hotel.
Ik wandel nog wat door de stad. Het is opvallend hoe vriendelijk de mensen zijn, en hoe vaak er ‘You
are welcome’ tegen je geroepen wordt.
Een lange en vermoeide dag zit erop. Het was de moeite waard, we hebben het enige overgebleven
wereldwonder uit de oudheid bezichtigd.
We eten in ons hotel. De gebakken nijlbaars, die we als hoofdgerecht kiezen smaakt ons voortreffelijk.
Vanaf ons balkon hebben we uitzicht op de piramides, een fantastisch beeld om deze dag mee te
beëindigen.
Dag 7 Caïro – Hurghada
Vannacht hebben we prima geslapen. Vanaf de onafgebroken toeterkakofonie hebben we niet veel
meegekregen.
Onderweg naar het Egyptisch museum zien we een aantal uitgebrande gebouwen. Het zijn de
restanten van de strijd om meer democratie en de roep om het aftreden van Mubarak.
Van zijn partijgebouw rest niets meer dan een zwart geblakerd karkas. Het gebouw staat precies
naast het Egyptisch museum. Er verder niet bij stil staan wat hier allemaal had kunnen gebeuren.
Het Egyptisch museum werd gebouwd in 1902 door de fransman Auguste Mariette, die in de tuin
van het museum begraven ligt. Sinds die tijd zijn een groot aantal faraomummies en de belangrijkste
schatten uit de Egyptische oudheid ondergebracht.
Het is mijn tweede bezoek aan het museum, maar ook nu weer is het een onvergetelijke belevenis.
Persoonlijk vind ik dit het mooiste museum wat ik ooit gezien heb. Ondanks het feit dat het museum
verouderd en smoezelig is en de vitrines veel te vol staan.
De indruk die het op je maakt is eenvoudig niet te beschrijven en ik doe dan ook geen poging. Je moet
het gewoon zelf ervaren.
Het absolute hoogtepunt is natuurlijk de erfenis van Toetanchamon. De inhoud van het bijna complete
graf inclusief de grafgiften is tentoongesteld, een hele verdieping is er mee gevuld. Enkele dagen
geleden stonden we bij de ingang van zijn grafkelder. En dan te bedenken dat het slechts om een
farao ging die weinig te betekenen had.
Wat mij persoonlijk erg raakt zijn de Fayyum-mummies. Het betreft de minst oude mummies, waar op
de mummie het gezicht van de overledene geschilderd is. Het zijn herkenbare mensengezichten, die
je zo op straat tegen zou kunnen komen.
Met de bus rijden we een rondje over het Tahrir-plein.
De plaats waar geschiedenis geschreven werd. De revolutie
van de jeugd.
Er is nieuw gras gelegd en er zijn bloemen geplant. Op
enkele herdenkingsmonumentjes na, herinnert er niets meer
aan het verleden.
Daarna door het hectische verkeer naar het oude deel van
Caïro.
We passeren de oude Al-Azhar universiteit. Hier worden de studenten in de islam geschoold en tot
imam opgeleid.
Bij de Al-Hoessein moskee gaan we de oude bazaar Khan al-Khalili binnen. De inmiddels
vertrouwde beelden staan op ons netvlies gebrand. De verkopers roepen als maar tegen je om hun
handelswaar aan te prijzen. De oosterse sfeer en geur. In een woord fantastisch, het maakt onze reis
compleet.
10
Daarna zet de bus ons af bij de Citadel. Waarna we een
stukje omhoog moeten lopen. De Citadel werd in 1176
gebouwd door Saladin, als een vesting tegen de
kruisvaarders. Binnen de muren van de Citadel werd in
opdracht van Mohammed Ali, de moskee van Mohammed
Ali gebouwd.
Acht jaar na zijn dood in 1849, werd de moskee voltooid.
We bezichtigen de gebedsruimte, natuurlijk schoenen uit.
In de hoek van de moskee bevindt zich het mausoleum
van Mohammed Ali. Dit is hoogst ongebruikelijk binnen de
muren van een moskee.
Na de lunch gaan we naar de Koptische Sergius-en-Bacchus kerk (Abu Sarga). Volgens de
overleveringen zouden Maria, Jozef en het Goddelijk Kind een maand op deze plaats gewoond
hebben, toen ze voor Herodes naar Egypte moesten vluchten.
Op het moment van ons bezoek wordt er een dienst gehouden, omdat het de Goede Week is. De
dienst wordt voorgegaan door een Koptische priester, een man met een lange zwarte baard in een
lang zwart gewaad. Er nemen alleen mannen deel aan de dienst, de priester zingt onafgebroken het
Kyrie eleison.
De kopten hebben het momenteel zwaar te verduren in
Egypte. Afgelopen nieuwjaarsdag heeft er nog een aanslag
plaats gevonden op een Koptische kerk in Alexandrië.
Vanuit de Koptische kerk maken we een korte wandeling naar
de nabij gelegen synagoge van Ben Ezra.
Het is de oudste synagoge van Egypte en dateert uit de 8ste
eeuw. De joodse gemeenschap in Caïro telt slechts enkele
tientallen gelovigen. Hiermee sluiten we ons bezoek aan
Caïro af.
Ons reisschema is in verband met de nog steeds durende treinstaking verder aangepast. We kunnen
niet volgens plan terug naar Luxor. Er is geregeld dat we met een busje naar Hurghada gebracht
worden, om daar op het vliegtuig naar Amsterdam te stappen.
Het is een aardig eind rijden, de afstand bedraagt 500 km. Over een nieuwe snelweg door de woestijn
rijden we eerst maar de Rode Zee, om vervolgens de kust tot Hurghada te volgen.
Enkele keren zitten we met bij elkaar geknepen tenen. Er wordt veel te hard gereden, voertuigen
zonder verlichting en de nationale sport in Egypte heet inhalen, ook als het eigenlijk niet kan.
Mohammed houdt een oogje in het zeil en kijk mee over de schouder van onze chauffeur.
Rond 21.45u arriveren we in Grand Seas Resort Hostmark. Een prachtig resort, hele mooie
appartementen met een zwembad en strand direct aan de Rode Zee.
11
Dag 8 Hurghada – Amsterdam
Onze vlucht terug naar Amsterdam is pas vanavond laat. Dus hebben we vandaag nog alle tijd om de
omgeving te bekijken.
We maken een rondvaart met een panoramaboot, de Red Sea Dolphin. Ook hier weer kommer en
kwel. Op het schip is plaats voor 140 mensen.. Ons groepje bestaat uit 5 personen, verder is er nog
een Russische dame. Negen bemanningsleden maken de club compleet. Ook hier is het toerisme
volledig ingezakt en hoopt iedereen op betere tijden.
De koraalriffen met de vele gekleurde vissen en kwallen zien er sprookjesachtig uit.
’s Middags luieren we op het strand. Om 19.00u worden we door de bus naar het vliegveld gebracht.
We nemen afscheid van onze eerste Mohammed. Hij heeft zich enorm voor ons uitgesloofd en heeft
afgelopen dagen aardig wat moeten improviseren.
Om 22.30u brengt vlucht OR 494 ons terug naar Amsterdam, waar we rond 4.00u in de morgen
arriveren.
Egyptische was een geweldige belevenis. Onze reisgenoten Jolanda, Jos en Jeroen bedankt, jullie
waren een fantastisch gezelschap.
Cor Vervoort
12
Download