Uzunçaburç, eeuwenoude cultusplaats Heel veel tijd gehad om energetisch in te voelen tijdens deze reis. Was op stap met een vriendin die ook geïnteresseerd is in archeologie en intuitief voelen, zonder man en kinderen, in de pure luxe van alleen met mezelf rekening te moeten houden, maar ook geconfronteerd met de eenzaamheid die daar automatisch aan gekoppeld is. Hierbij een uitgebreid verslag van onze bevindingen, energetisch dan, aangevuld met documentatie die ik inmiddels gevonden heb in een prachtig boek, gekocht in Uzunçaburc. De titel “Silifke and environs (Seleucia on Calycadnus)”. – Turkse schrijver Celâl Taᶊkiran, geboren in Silifke, afgestudeerd in de franse filologie aan de univ. van Ankara, hoogleraar, geïnteresseerd in archeologie, verbleef 8 jaar in Frankrijk en werd uiteindelijk Directeur van het staatstoerisme bureau in Silifke. Ik ben zo blij met dat boek! Een aantal van de plannetjes heb ik gescand en gebruikt ter verduidelijking van mijn tekst. Af en toe ook een foto die ik zelf trok. Maar ik heb er natuurlijk nog veel meer. Een groot gedeelte ervan kan je zien in mijn facebook-albums. Uzunçaburç – vroegere Diocaesarea Mijn favoriete site waar ik ongelooflijk naar getrokken wordt, meer dan 1000 meter hoog in het Taurusgebergte op 30 km van Silifke aan de zee. Maakte origineel deel uit van een tweedelige site met Olba, vier km verder en was eigenlijk het cult-centrum voor Olba met een meer dan driehonderd jaar durende priester-koning dynastie. De Zeus-olbios tempel die er staat, werd waarschijnlijk gebouwd in 295 v. Chr. zoals een incriptie weergeeft door Seleukos I. Nikator. Seleucus I (358 - september 281 v.Chr.), bijgenaamd Nicator (d.i. "overwinnaar", OudGrieks: Σέλευκος Νικατωρ), de stichter van het naar hem genoemde Seleucidenrijk, was aanvankelijk veldheer onder Alexander de Grote en één van zijn diadochen (generaals), onder wie hij doorgaat als de meest humane en bekwame. Voor wie geïnteresseerd is in zijn levensverhaal, het brengt mij in elk geval in contact met het oude Babylonië en de streek tussen Tigris en Eufraat, plaatsen waar ik heel veel voeling mee heb. Dit voelt als een zeer oude cultusplaats is, veel ouder dan de Zeus-cultus, en de Romeinse waarvan je nu nog sporen ziet. Oorspronkelijk gebruikt voor de goden van de Hittieten en nog ouder, de goden van de Hatti, de oorspronkelijke bewoners van Turkije. Hun godendom is even uitgebreid en bevat trouwens evenveel mythes als de Griekse en Romeinse, dezelfde thema’s die eigenlijk heel sterk verbonden zijn met de Babylonische goden en het Gilgamesjepos. Babylonië trekt me trouwens meer aan dan Egypte. Deze plaats fascineert me, zo hoog in de bergen en met een klein lokaal dorpje. Het contrast tussen de weelde en rijkdom en kennis die er moet geweest zijn en het leven van de arme plaatselijke bevolking nu is enorm. Hoe kan dat vraag ik me telkens af, hoe kan zo’n enorme beschaving zo verdwijnen en blijven alleen enkele ruines hiervan over. Hoe kan de tijd zo verwoestend werken? De Zeus-Olbios cultus, eeuwen offeren aan Zeus, zijn zegen gevraagd door een dynastie van hogepriesters die hun leer doorgaven aan enkele uitverkoren jongens die les volgden binnen de veilige beschutting van het hart van het heiligdom. In meditatie binnen de tempel kom ik steeds uit op die leraar met een paar discipelen, verzameld rondom hem in een hoek van de binnen-tempel, Ik zie heel veel kleitabletten die er zorgzaam bewaard werden, heel zorgvuldig beschermd, meegebracht van verre reizen uit de oosterse wereld. Het was er rustig, vredig, afgeschermd van het dagelijkse gekrakeel en gewoel buiten, van de krijgsschool verderop waarvan de metaalklanken van de tegen elkaar kletsende zwaarden af en toe echoën tussen de dikke muren. Aangenaam flaneren en delen van causerieën, in de buitengalerij, waar de bergwind toch verkoelend blies tussen de massieve zuilen. Bewaren van geheimen, geschenken, meegebracht door vermoeide reizigers die aangetrokken werden door de cultusplaats. Gone with the wind. Alleen de kippen scharrelen rond tussen de oude ruines, en enkele oude bomen verwelkomen diegenen die, zoals ik, na lange tijd hun weg terug gevonden hebben. De Tyche-tempel Is van een latere periode (Grieks) en dateert van 1st eeuw N Chr. Tyche, vrouwe Fortuna in Rome was de godin van weerkerend geluk en ongeluk in het leven van mensen. Om haar bescherming aan te roepen werd in elke belangrijke oude stad een tempel aan haar gewijd. Meestal werd ze voorgesteld met een gouden kroon en een hoorn des overvloed in één hand en in de andere hand een helm of een wiel wat duidde op onzekere toekomst, die zowel goed als slecht kon zijn. Deze vrouwelijke ereplaats voelt veel lichter, opener dan de Zeus tempel. De energie is voor mij minder aards, ook verbonden met speelsheid. De verbinding tussen beide tempels is voor mezelf wel heel sterk. Ook contact met oude volk via oude bomen die zich op de site bevinden. Met een oude ent gepraat, ik kon zijn gezicht zo zien in de boom. Heb een roestte nagel uit zijn stam getrokken, het heeft me een paar minuten gekost maar het is gelukt! Prachtige energie van de plaatselijke bevolking ingevoeld, vooral tussen mannen is dat daar totaal anders dan in België. Zoveel warmte, zoveel hartsverbinding, zoveel zorg voor mekaar, nog moeilijk te voelen bij ons. Ook plaatselijke kruiden gekocht (acanthuskoffie – komijn – oregano) en gekeken hoe een vrouwtje in een grote ketel de plaatselijke hoestsiroop brouwde.