Docentenhandleiding Tweede fase havo Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Grensgebied tussen Mexico en VS .......................................................................3 Achtergrondinformatie................................................................................................................ 3 De grenzen van de EU: filmfragment en begrippenlijst .............................................................. 6 Opdracht voor leerlingen ........................................................................................................ 6 Oriëntatie voor de docent ..................................................................................................... 12 De grens oversteken: samen besluiten nemen ......................................................................... 14 Opdracht voor leerlingen ...................................................................................................... 14 Oriëntatie voor de docent ..................................................................................................... 20 Hoofdstuk 2 Globalisering .................................................................................................... 22 Achtergrondinformatie.............................................................................................................. 22 Het groeperen van landen: de expertmethode ........................................................................ 27 Opdracht voor leerlingen ...................................................................................................... 27 Oriëntatie voor de docent ..................................................................................................... 30 Europese import van Chinees textiel ........................................................................................ 33 Opdracht voor leerlingen ...................................................................................................... 33 Orientatie voor de docent ..................................................................................................... 38 Hoofdstuk 3 De Europese landbouw ..................................................................................... 41 Achtergrondinformatie.............................................................................................................. 41 Duurzame landbouw: documentaire en posterpresentatie...................................................... 44 Opdracht voor leerlingen ...................................................................................................... 44 Oriëntatie voor de docent ..................................................................................................... 50 Landbouw in Nederland: een opinielijn maken ........................................................................ 53 Opdracht voor leerlingen ...................................................................................................... 53 Oriëntatie voor de docent ..................................................................................................... 56 Hoofdstuk 4 ......................................................................................................................... 59 Achtergrondinformatie.............................................................................................................. 59 Het Middellandse Zeegebied geanalyseerd: Waar zie je wat? ................................................. 61 Opdracht voor leerlingen ...................................................................................................... 61 Oriëntatie voor de docent ..................................................................................................... 64 Hoofdstuk 5 De aarde als natuurlijk systeem ........................................................................ 66 Achtergrondinformatie.............................................................................................................. 66 Vulkanisme op Java: filmfragment & opdracht ......................................................................... 71 Opdracht voor leerlingen ...................................................................................................... 71 Oriëntatie voor de docent ..................................................................................................... 77 Werkwijze voor de docent .................................................................................................... 78 Hoofdstuk 6 Natuur bedreigt VS ........................................................................................... 79 Achtergrondinformatie.............................................................................................................. 79 Een rampscenario: een mind movie .......................................................................................... 84 Opdracht voor leerlingen ...................................................................................................... 84 Oriëntatie voor de docent ..................................................................................................... 86 Wat een ramp!: filmfragment en informatie verzamelen......................................................... 90 1 Opdracht voor leerlingen ...................................................................................................... 90 Oriëntatie voor de docent ..................................................................................................... 94 2 Hoofdstuk 1 Grensgebied tussen Mexico en VS Achtergrondinformatie Verenigde Staten en Mexico Op de website Amerika Informatie vindt u alles over de VS, van de geschiedenis van het land tot alle nationale feestdagen. Tevens staan er op deze website mooie foto’s van Amerikaanse natuurlijke en culturele landschappen die goed te gebruiken zijn in de les. Bijvoorbeeld door afbeeldingen van New York in de klas te vergelijken met afbeeldingen van de Great Smoky Mountains die ‘slechts’ 700 kilometer zuidelijker liggen. Sluit aan op paragraaf 1.1 Een Amerika startpagina met daarop links naar verschillende websites met informatie over de Verenigde Staten, voor afbeeldingen, kaartjes en foto’s die leerlingen kunnen gebruiken bij het zoeken naar informatie. Sluit aan op paragraaf 1.1 Een Mexico startpagina met daarop links naar verschillende websites met informatie over Mexico, voor afbeeldingen, informatie, kaartjes en foto’s die leerlingen kunnen gebruiken bij het zoeken naar informatie. Sluit aan op paragraaf 1.1 Vluchtelingen Op beeldbank schooltv zijn een aantal korte filmfragmenten te vinden over de opvang van vluchtelingen. Het bekijken van deze filmpjes neemt weinig tijd in beslag, er kunnen dus meerdere fragmenten achter elkaar bekeken worden. De volgende filmpjes kunt u vinden over het thema vluchtelingen en grenzen: De opvang van vluchtelingen Illegaal werken, hoe kan dat? Noord-Afrikaanse vluchtelingen willen graag naar Europa Vluchteling Paragraafoverstijgend Dit internetartikel op Wikipedia gaat over Mexicaanse vluchtelingen die vast zijn komen te zitten in een tunnel tussen Mexico en de VS. Het is een korte tekst, maar geeft de leerlingen een beeld van de illegale reis naar de VS. Paragraafoverstijgend Het persoonlijke verhaal over de illegale reis van een Guatemalteekse man naar de VS op de site van stichting Antenna geeft de leerlingen een beeld van de familiedrama’s die zich voordoen bij illegale vluchtelingen. Dit verhaal is in twee delen te downloaden op de site. Sluit aan op paragraaf 1.3 Grensgebieden 3 Het korte schooltv beeldbank filmpje ‘Cueta hoort bij Spanje, maar ligt in Marokko’ gaat over de enclave Cueta en de vluchtelingenproblematiek in dit staatje. Het filmpje kan gebruikt worden om een vergelijking te maken tussen de situatie in de EU en de VS. Sluit aan op paragraaf 1.3 Dit krantenartikel uit NRC Next gaat over de muur tussen Mexico en de VS. Over deze barrière zijn veel (actuele) nieuwsberichten te vinden op het internet. Paragraafoverstijgend De aflevering ‘Open en gesloten grenzen’ van de serie EU-geografie uitgezonden op 28-09-2006. Deze aflevering kunt u vinden bij de omroep Teleac/NOT. Dit educatieve programma gaat over vluchtelingen en het vluchtelingenbeleid in de EU en vormt een brug tussen de situatie van vluchtelingen in de EU en de VS. Paragraafoverstijgend ‘Een verslag vanuit de woestijn aan de Amerikaanse kant van de grens’ is een fragment van de NOS over een illegale migrant uit Mexico. In het filmpje komen bewoners van het NoordAmerikaanse grensgebied aan het woord die de vluchtelingen helpen en opvangen en burgerleden van de grenspatrouille. Sluit aan op paragraaf 1.3 Beleid Op de website van nu.nl is het mogelijk om per onderwerp naar nieuwsberichten te zoeken in het archief. Bij veel berichten hoort een kort filmpje dat op de pc bekeken kan worden. Op deze manier vindt u makkelijk actuele berichten per thema. Enkele berichten en filmfragmenten die betrekking hebben op het beleid dat gevoerd wordt omtrent illegale arbeiders in de VS: Amerikaanse immigranten massaal in actie Bush tekent voor muur met Mexico Akkoord over illegale immigranten in VS Paragraafoverstijgend Deze Wikipedia website over de NAFTA legt kort uit wat de functie is van deze overeenkomst. Sluit aan bij paragraaf 1.2 Gastarbeid De aflevering Nederland migratieland van 18-01-2007 is te vinden bij de omroep TELEAC/NOT. Dit schooltv-programma gaat over immigranten in Nederland, hun geschiedenis en hoe het is om Nederland binnen te komen zonder iets over het land te weten. De aflevering duurt veertien minuten. Paragraafoverstijgend Het schooltv-beeldbank fragment ‘Immigratie vroeger en nu’ gaat over de Turkse en Spaanse immigranten in Nederland in de jaren zestig. Zij kwamen hier in eerste instantie om een paar seizoenen te werken, inmiddels hebben veel van hen hier kinderen die volledig geïntegreerd zijn. Paragraafoverstijgend 4 Volgens de website Las Americas zijn de VS voor vele Latijns-Amerikanen nog steeds het beloofde land. Dagelijks trekken er zo'n 1 miljoen Latijns-Amerikanen, het merendeel Mexicanen, de circa 3.230 kilometer lange grens tussen de VS en Mexico over. Sommigen legaal, maar een aanzienlijk deel ook illegaal. Paragraafoverstijgend 5 De grenzen van de EU: filmfragment en begrippenlijst Extra opdracht bij 1.1 en 1.3 Opdracht voor leerlingen Inleiding: In paragraaf 1.1 en 1.3 heb je gelezen over de verschillen tussen Mexico en de VS en de migratiestromen tussen deze twee landen. In deze opdracht ga je een vergelijking maken tussen de situatie in Noord-Amerika en in de EU. Ook buiten de EU wonen mensen die hier illegaal binnen proberen te komen. Hierover gaat de aflevering van ‘EU-geografie’ (Teleac/NOT), waarin de vraag behandeld wordt: is Europa een fort? Voorbereiding: - lees paragraaf 1.1 en 1.3 zorgvuldig door Uitvoering: Tweetallen - Voordat je de film gaat bekijken, word je in tweetallen verdeeld. In je groepje maak je afspraken over wie waarop let tijdens het bekijken van de film. Maak eventueel korte aantekeningen tijdens de film om de belangrijkste onderwerpen en informatie te kunnen onthouden. Belangrijke punten hierbij zijn: vluchtelingenproblematiek in Ceuta de vluchtelingen en het beleid van de EU met betrekking op de vluchtelingen - Zoek met je groepsgenoot alvast Ceuta op in de Grote Bosatlas, zodat je weet waar het ligt en met welke gebieden het relaties heeft,voor de film begint. Werkblad - Nadat de film is afgelopen, ga je samen met je groepsgenoot de opdrachten maken die op het werkblad staan, tot en met opdracht 4. Deze opdrachten gaan over de film en de paragrafen die je in Terra gelezen hebt. - Werk bij het maken van de opdrachten goed samen, dus overleg en beargumenteer je mening! Afronding - Na het maken van het werkblad wissel je opdracht 4 uit met het groepje dat naast jullie zit. Jullie maken nu elkaars opdracht. Na het afronden bespreek je dit samen met de andere groep. Heeft het andere tweetal het gedaan zoals jullie in gedachte hadden bij het maken van de opdracht? En wat hebben ze anders gedaan? - Bespreek opdracht 5 samen met het groepje naast je. Beargumenteer je mening hierover. 6 - Denk tot slot eens na over de vraag ‘Zou Europa een fort met gesloten grenzen moeten zijn?’, waarover ook in de documentaire gepraat wordt. 7 Werkblad Opdracht 1 Bekijk samen met je groepsgenoot de onderstaande opsommingen van drie nummers die verwijzen naar de begrippenlijst (zie bijlage). Welk nummer hoort niet in de opsomming thuis? Omcirkel dit nummer en schrijf erachter waarom je denkt dat dit zo is. Denk hierbij volgens uitsluiting (welk begrip past hier het minst bij?) en aansluiting (welke begrippen passen het best bij elkaar?). Er zijn meerdere antwoorden mogelijk, als je je keuze maar goed onderbouwd. ARGUMENTATIE REGEL 1 5 – 13 – 24 ………………………………………………………………………………………. REGEL 2 20 – 12 – 9 ………………………………………………………………………………………. REGEL 3 18 – 1 – 14 ………………………………………………………………………………………. REGEL 4 11 – 24 –16 ……………………………………………………………………………………… REGEL 5 20 – 19 – 3 ……………………………………………………………………………………… REGEL 6 8 – 10 – 15 ……………………………………………………………………………………… REGEL 7 16 – 17 – 1 ……………………………………………………………………………………… REGEL 8 12 – 25 –13 ……………………………………………………………………………………… Opdracht 2 Voeg nu een begrip uit de begrippenlijst in de bijlage toe aan de twee begrippen die je hebt laten staan in iedere regel. Beargumenteer je keuze. NIEUW BEGRIP ARGUMENTATIE REGEL 1 …………………………………………………………………………………………………………. REGEL 2 ………………………………………………………………………………………………………… REGEL 3 ………………………………………………………………………………………………………… REGEL 4 ……………………………………………………………………………………………………….. REGEL 5 ……………………………………………………………………………………………………….. REGEL 6 ……………………………………………………………………………………………………….. REGEL 7 ……………………………………………………………………………………………………….. REGEL 8 ………………………………………………………………………………………………………... 8 Opdracht 3 Verdeel hieronder de 25 begrippen uit de lijst over groepen van bij elkaar horende begrippen. Maak minimaal drie groepen en maximaal zes. Verzin voor iedere groep een bijpassende titel. TITEL:…………………………. TITEL:…………………………. TITEL:…………………………. BEGRIPPEN: BEGRIPPEN: BEGRIPPEN: …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… ………………………………….. ………………………………….. ………………………………….. TITEL:…………………………. TITEL:…………………………. TITEL:…………………………. BEGRIPPEN: BEGRIPPEN: BEGRIPPEN: …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… ………………………………….. ………………………………….. ………………………………….. Opdracht 4 Maak nu zelf een lijst met vier regels van drie begrippen, waarbij telkens één begrip niet thuis hoort. Je hoeft hiervoor niet de begrippenlijst te gebruiken. Maar gebruik hierbij de twee paragrafen die je hebt gelezen (1.1 en 1.3) en de Grote Bosatlas en zoek nieuwe begrippen. Het is de bedoeling dat een ander groepje jullie begrippenparen bekijkt en nagaat welk begrip er niet in de rijtjes thuishoort. Geef vervolgens de lijst aan het tweetal dat naast je zit en maak elkaars opdracht. 9 Terra Tweede Fase havo Hoofdstuk 1 Grensgebied tussen Mexico en VS Opdracht 5 Bespreek samen met het groepjes naast wat jullie vinden van het vluchtelingenbeleid in de EU. Zou het beleid voor vluchtelingen (denk aan de mogelijkheid tot het krijgen van een visum), bijvoorbeeld zoals dat in Ceuta gaat, anders moeten zijn? Zo ja, hoe zou het moeten zijn? Wat zien jullie voor overeenkomsten en verschillen tussen de situaties in Mexico en de VS en in Europa (Ceuta) en Afrika? 10 Terra Tweede Fase havo Hoofdstuk 1 Grensgebied tussen Mexico en VS Begrippenlijst: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. Europese Unie enclave visum risico tweelingsteden BNP onzekere toekomst vluchtelingen shared poverty Ivoorkust borderlanders hoog geboortecijfer ongelijke bevolkingsspreiding 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. sociale voorzieningen Ceuta mobiliteit je ‘Europeaan’ voelen uiteenlopende wetten werkvergunning illegale migrant zoeken naar werk transmigranten grensarbeiders Tijuana overschrijding ecologische draagkracht 11 Terra Tweede Fase havo Hoofdstuk 1 Grensgebied tussen Mexico en VS Oriëntatie voor de docent Kernwoorden: vluchtelingen, EU, open grenzen, gesloten grenzen, migratie Inleiding: Paragraaf 1.1 en 1.3 gaan over de verschillen tussen Mexico en de VS en de migratiestromen tussen deze twee landen. In deze opdracht zullen de leerlingen een vergelijking maken tussen de situatie in Noord-Amerika en in de EU. Ook buiten de EU wonen mensen die hier illegaal binnen proberen te komen. Hierover gaat de aflevering van ‘EU-geografie’ van de Teleac/NOT waarin de vraag behandeld wordt: is Europa een fort? Naar aanleiding van deze korte informatieve aflevering gaan de leerlingen begrippen bij elkaar voegen aan de hand van relaties, definities en verzamelingen van begrippen. Naar: Vankan, L. en J. van der Schee (2004), Leren denken met aardrijkskunde. Stichting Omgeving en Educatie, Nijmegen, 3e druk. Doelen: - Leerlingen kunnen aan de hand van de betekenis van begrippen deze begrippen classificeren en relaties leggen tussen begrippen. - Leerlingen kunnen verschillende classificaties verklaren. - Leerlingen gebruiken de Grote Bosatlas effectief. Groep/Individueel: - Deze opdracht wordt in groepjes van twee gemaakt Benodigde hulpmiddelen: - De aflevering ‘Open en gesloten grenzen’ van de serie EU-geografie op 28-09-2006 van de Teleac/NOT. Deze aflevering is te vinden op www.uitzendinggemist.nl, wanneer u zoekt bij de omroep Teleac/NOT. - Per tweetal een exemplaar van de Grote Bosatlas Benodigde tijd: 1 lesuur Voorbereiding: De leerlingen hebben paragraaf 1.1 en 1.3 gelezen. Tijdens de les bekijken de leerlingen de film ‘Open en gesloten grenzen’ over vluchtelingen in de EU. Uitvoering: Voordat de leerlingen in de les de film gaan bekijken, worden ze in tweetallen verdeeld. In de groepjes maken de leerlingen afspraken over wie waarop let tijdens het bekijken van de film. Terra Tweede Fase havo Hoofdstuk 1 Grensgebied tussen Mexico en VS Vertel de leerlingen waar de documentaire over gaat, zodat ze weten over welke onderdelen ze afspraken kunnen maken. De volgende onderdelen waar de leerlingen op moeten letten, komen in de documentaire terug: vluchtelingenproblematiek in Ceuta de vluchtelingen en het beleid van de EU met betrekking op de vluchtelingen Na het bekijken van de documentaire krijgen de leerlingen per tweetal een werkblad en een begrippenlijst. De opdrachten op het werkblad zijn gebaseerd op het ordenen en definiëren van begrippen die te maken hebben met de film en de paragrafen 1.1 en 1.3. Daarnaast gaan de leerlingen het verband leggen tussen de situatie in Mexico en de VS waarover ze hebben gelezen en de situatie in Ceuta die ze in de film hebben gezien. De opdrachten op het werkblad wijzen zich vanzelf. Het is van belang te benadrukken dat de leerlingen binnen het tweetal goed moeten overleggen. Na het maken van opdracht 4 op het werkblad, wisselen de groepjes hun gemaakte opdrachten uit en maken ze elkaars opdracht. Evaluatie/Afronding: Nadat alle opdrachten op het werkblad zijn afgerond, kunnen de antwoorden besproken worden. De laatste twee opdrachten van het werkblad zijn al tussen twee groepjes besproken. Vraag de verschillende groepjes kort toe te lichten waarom ze voor deze samenstellingen van begrippen gekozen hebben. Waarom zagen ze in opdracht 1 juist tussen die begrippen aansluitings- of uitsluitingmogelijkheden? Voornamelijk opdracht 5 van het werkblad vraagt om een klassikale bespreking. Hierbij hebben de groepjes gezocht naar verschillen en overeenkomsten tussen de situatie in het grensgebied tussen Mexico en de VS en het grensgebied tussen de EU en Afrika. Aan de hand van de film kan ook besproken worden: ‘zou Europa een fort met gesloten grenzen moeten zijn?’. Stimuleer dat leerlingen uitvoerig antwoorden en argumenteren en confronteer leerlingen met elkaars mening die uiteenlopend kan zijn. Variatiemogelijkheden: Bij opdracht 5 op het werkblad kan de docent aangeven met welke onderwerpen de begrippen die de leerlingen gaan zoeken, te maken moeten hebben. Is dit met het thema van deze les? Zijn de leerlingen vrij een ander thema te kiezen? 14 De grens oversteken: samen besluiten nemen Havo: Paragraaf 1.3 Opdracht voor leerlingen Inleiding: In paragraaf 1.3 heb je gelezen over de risico’s en kansen die verbonden zijn aan het vluchten naar de VS. In deze opdracht gaan jullie in groepjes besluiten nemen die een Mexicaanse migrant, Francisco Cabrera, ook moet nemen voor hij vertrekt uit zijn vaderland. Door het maken van de opdracht zul je ervaren welke moeilijke beslissingen een migrant neemt, voordat hij werkelijk zijn oude leven achterlaat. Voorbereiding: - lees paragraaf 1.3 zorgvuldig door. Lees ook het tekstkader op bladzijde 15 - lees de bronnen die je van de docent hebt gekregen Uitvoering: Francisco Cabrera - Stel je voor dat je Francisco Cabrera (BRON 1) bent, een arme, 30-jarige Mexicaan uit Agua Prieta. Je hebt besloten om naar de VS te vluchten om daar geld te verdienen. Je bent nog nooit de grens overgestoken en je weet dus niet goed wat je te wachten staat! Onlangs heb je met andere Mexicanen gesproken die de reis naar de VS gemaakt hebben. Zij vertelden je over vier verschillende banen (BRON 3). - Je hele bezit bij vertrek is 40 dollar. Bij aankomst in de VS heb je niets en moet je alles nog kopen (BRON 4). Dit valt nogal tegen, want boodschappen doen in Mexico kost de helft van de prijs die je in de VS betaalt. Francisco weet nog niet precies hoe hij de grens over zal gaan steken, er verschillende manieren met verschillende succes- en risicofactoren (BRON 2). Bronnen - Lees de bronnen die je gekregen hebt goed door. Hierna ga de geplande reis van Francisco bespreken binnen je groepje. Overleg met elkaar over ieder punt en zorg dat je het met elkaar eens wordt. Je krijgt twintig minuten om over de volgende onderdelen van de reis te overleggen: - Via welke route zal Francisco naar de VS reizen vanuit Agua Prieta? Naar welke plek in de VS vlucht hij en waarom kiest hij deze route? Welke baan kiest Francisco als hij in de VS is aangekomen en waarom? Wat neemt Francisco mee op zijn reis vanuit Mexico aan bagage en waarom? Wat koopt Francisco in de VS voor de 40 dollar die hij heeft en waarom? 15 Gebruik de Grote Bosatlas, om plaatsen, een mogelijke route of extra gegevens op te zoeken. Afronding - Vul het antwoordblad in aan de hand van de onderwerpen die je hiervoor hebt besproken met de andere groepsleden. Zorg dat jullie, als de antwoorden straks klassikaal besproken worden, deze duidelijk kunnen beargumenteren en uitleggen. - Bespreek ook binnen je groepje op welke wijze dezelfde situaties tussen de EU en vluchtelingen uit landen buiten de EU voor zouden kunnen komen? Kun je met behulp van de Grote Bosatlas ook andere gebieden aanwijzen waar deze situaties voorkomen? Denk daarbij bijvoorbeeld aan grensgebieden van de EU, landen die vlakbij de EU liggen of motieven voor vluchtelingen van buiten de EU. 16 ANTWOORDBLAD Namen leerlingen: De vluchtroute van Francisco van Agua Prieta naar ……………….. in de VS via: Omdat: Francisco kiest voor de volgende baan: Omdat: Francisco neemt mee: 1. Omdat: 2. 3. 4. 5. 6. 7. Andere grensgebieden waar de situatie van Francisco zich afspeelt: 1. 2. 3. 4. Omdat: 17 BRON 1 Het verhaal van Francisco Cabrera Migranten uit Mexico die in de VS aankwamen, waren afhankelijk van vrienden of familie die vaak al op een kluitje woonden. Niemand werd eten of een slaapkamer geweigerd, maar na een paar dagen moest iedereen zichzelf redden. Ze kwamen in grote getale uit de steden ten zuiden van de grens op zoek naar werk in de VS met niet veel meer bij zich dan hun kleren en een bundeltje op hun schouders. Ze wilden wat bereiken in het ‘beloofde land’, waar het geld aan de bomen groeit, zo werd hen ten minste verteld, en waar een slimme vent rijk kan worden en zijn Cadillac heeft en een blondje aan zijn arm. Wat hen echter niet verteld werd, was dat tegenover elk succes vijftig anderen terugkeerden naar huis en nóg eens vijftig in de goot terecht kwamen. Ze hadden geen idee van de ontberingen ver van huis, hoe ze door sommige werkgevers zouden worden misbruikt, hoe moeilijk het was hun gezin te herenigen en hoe pijnlijk het zou zijn om afscheid te nemen van hun vrienden en geliefden. Maar ook als ze het wel geweten hadden, hadden ze de tocht naar het noorden van de grens gewaagd! Andere vluchtelingen die Francisco Cabrera kent noemden zichzelf de ‘grensglippers’ en vonden het leuk om te vertellen hoe vaak ze de grens al waren overgestoken, soms de Rio Grande overzwemmend en soms dwars door de prikkeldraad-versperringen. De Mexicaanse vluchtelingen die Francisco kent, hebben nog het idee dat ze hun gebied in de VS en Amerika aan het heroveren waren. Voor hen was de grens overglippen geen misdaad, maar een avontuur. BRON 2 De grens over Hoe kom je van Mexico de VS binnen? Je kunt de Rio Grande overzwemmen of je kunt het prikkeldraad doorknippen. Als je de Rio Grande overzwemt, is er een kans van 1 op 10 dat je gepakt wordt. Wanneer je onder het prikkeldraad probeert door te kruipen is deze kans 1 op 3. Als je gepakt wordt door de immigratiedienst kun je soms een vrije doortocht krijgen als je 50 dollar betaalt, maar meestal word je gevangen genomen of teruggestuurd. 18 BRON 3 Vier verschillende banen Een baan op een veeteeltbedrijf: Je werkt als knecht in de Sacramento Mountains, niet ver van El Paso. De zomers zijn er heet, droog en stoffig; ’s zomers is het er gemiddeld 28 graden en valt er geen regen. Je verdient 10 dollar per dag. Het werk is zwaar en je moet elke dag lang werken. Je baas wil dat je een werkvergunning hebt; die kun je kopen voor 200 dollar als je eenmaal aan het werk bent. Een baan op een fruit- en katoenbedrijf: Je moet fruit en katoen plukken op een boerderij langs de Colorado River. In de zomer is het er gemiddeld 30 graden, maar er is wel wat neerlag. Je verdient 10 dollar per dag. Het werk is er zwaar en je moet elke dag lang werken. Je baas zal je zonder werkvergunning laten werken. Een baan in een fabriek: Je werkt als arbeider in de Ford fabriek in San Diego, vlakbij de grens met Mexico. Je verdient 30 dollar per dag. De arbeidsomstandigheden zijn er goed. Je kunt er niet werken zonder officiële werkvergunning. Een baan in een bar: Je werkt als ober in Caesars Place Tacos Bar in San Antonio. Je verdient 5 dollar per dag en mag de fooien houden. Het werk is vermoeiend en je moet elke dag lang werken. Je baas zal je zonder werkvergunning laten werken. 19 BRON 4 Boodschappenlijst in de VS (in dollars) Verblijfkosten Slaapplaats (6 personen per kamer) Slaapplaats (2 personen per kamer) Slaapplaats (1 persoon per kamer) 1.00 2.00 4.00 Maaltijden Ontbijt Lunch Avondeten 0.75 1.00 2.00 Kleren en gereedschap Werkhandschoenen Veiligheidslaarzen Cowboylaarzen Mes Waterfles Sokken Kaartspel Ondergoed Een mooi shirt Een stevig shirt Een mooie broek Een stevige broek Boek Sombrero Toiletartikelen (zeep, tandenborstel) Kookspullen (pannen, messen, borden) Slaapzak Trui Bijbel Lucifers Sigaretten Landkaart Gitaar Foto van je familie 2.00 4.50 5.50 1.00 1.00 0.50 1.00 1.25 2.00 1.00 3.50 2.00 2.00 3.00 3.00 5.00 5.00 2.00 2.00 0.50 1.00 1.50 7.50 2.00 20 Oriëntatie voor de docent Kernwoorden: grensgebied, Mexico, armoede, VS, economische vluchtelingen, migratie Inleiding: In paragraaf 1.3 hebben de leerlingen kunnen lezen over de risico’s en kansen die verbonden zijn aan het vluchten naar de VS vanuit Mexico. In deze opdracht gaan de leerlingen in groepjes besluiten nemen die een Mexicaanse migrant ook moet nemen voor hij of zij vertrekt uit het vaderland. Op deze manier ervaart de leerling hoeveel beslissingen een migrant neemt, voordat hij werkelijk zijn oude leven achterlaat. Door over de situatie die zich afspeelt tussen de VS en Mexico na te denken met de leerlingen, kunnen zij deze situatie ook plaatsen binnen andere ruimtelijke contexten (bijvoorbeeld de EU of vluchtelingenkampen in Sudan). Naar: Vankan, L. en J. van der Schee (2004), Leren denken met aardrijkskunde. Stichting Omgeving en Educatie, Nijmegen, 3e druk. Doelen: - Leerlingen denken na over migratiemotieven, verschillen tussen gebieden op het gebied van arbeidsmogelijkheden en de risico’s die verbonden zijn aan migratie - Leerlingen maken en beargumenteren keuzes en afwegingen over vestigingsplaatsen, banen en vluchtroutes. Groep/Individueel: - De opdracht wordt uitgevoerd in groepjes van drie leerlingen Benodigde hulpmiddelen: - PC met internetaansluiting om het NOS-filmpje ‘Een verslag vanuit de woestijn aan de Amerikaanse kant van de grens’ te laten zien op: http://www.nos.nl/nosjournaal/artikelen/2005/6/5/050605marcb.html - Voor ieder groepje leerlingen een Grote Bosatlas - Voor de nabespreking een grote wandkaart van Noord-Amerika Benodigde tijd: 1 lesuur Voorbereiding: De leerlingen hebben paragraaf 1.3 en het tekstkader op bladzijde 15 gelezen. Uitvoering: Tijdens de les worden de leerlingen in groepjes van drie gedeeld. In deze groepjes gaan zij aan de opdracht werken en overleggen. Ieder groepje krijgt een Grote Bosatlas om te gebruiken bij het nemen van de besluiten. 21 Ter voorbereiding op het maken van de opdrachten, krijgen de leerlingen het korte NOS-filmpje ‘Een verslag vanuit de woestijn aan de Amerikaanse kant van de grens’ te zien. Hierna krijgt iedere leerling een bronnenset en opdrachtenblad. Per groepje wordt één antwoordblad uitgedeeld. Vertel de leerlingen dat ze de opdrachten gaan maken vanuit het perspectief van Francisco Cabrera, de persoon die beschreven wordt in het tekstkader op bladzijde 15 van Terra. Leg uit aan de leerlingen dat Francisco Cabrera in Agua Prieta in het noorden van Mexico woont. Francisco is 30 jaar, arm en heeft besloten om naar de VS te gaan om daar geld te gaan verdienen. Hij wil proberen om illegaal de grens over te steken, maar de vraag is: welke route kan hij het beste kiezen? Wat kan hij het beste meebrengen en wat voor baan gaat Francisco in de VS zoeken? De antwoorden op deze vragen hangen met elkaar samen. Welke spullen hij meeneemt is afhankelijk van welke route hij kiest. Ook wat voor baan Francisco zoekt is van invloed op de plaats die hij kiest om heen te vluchten. Zorg ervoor dat de leerlingen rekening houden met deze samenhang. Daarnaast moeten ze zich voor deze opdracht goed inleven in de situatie van een economische vluchteling. Vervolgens gaan de leerlingen de opdracht en de bronnen lezen. Als iedereen de bronnen gelezen heeft, kan er binnen de groepjes overlegd gaan worden over de vragen. Iedere keuze die gemaakt wordt aan de hand van de opdrachten, dient in de nabespreking goed beargumenteerd te worden. De leerlingen moeten binnen de groepjes samen tot een antwoord op de vragen komen, hiervoor hebben ze ongeveer twintig minuten de tijd. Het beantwoorden van een aantal vragen zal binnen de groepjes tot een discussie leiden. Hierbij kan de Grote Bosatlas gebruikt worden. Evaluatie/Afronding: Nadat ieder groepje de opdrachten gemaakt heeft, kunnen deze klassikaal besproken worden. Waarom hebben de leerlingen voor deze route gekozen? Waarom kiezen ze deze baan voor Francisco? Waarom neem je juist deze bagage mee? De wandkaart van Noord-Amerika kan van pas komen bij de uitleg en argumentatie voor de gekozen vluchtroute. Op alle vragen zijn meerdere antwoorden goed, mits deze maar goed onderbouwd worden. Variatiemogelijkheden: De nabespreking kan uitgebreid worden door ook andere voorbeelden aan te halen van grensgebieden of enclaves waar veel illegale vluchtelingen proberen over te steken. Bespreek met de leerlingen of er in de EU ook sprake is van vluchtelingen in grensgebieden. Laat de leerlingen in de Grote Bosatlas eens kijken naar de straat van Gibraltar. Laat de leerlingen bedenken op welke wijze zich hier hetzelfde af kan spelen, als in het grensgebied tussen de VS en Mexico. De antwoordvellen kunnen ingeleverd worden, voor nadere beoordeling. 22 Hoofdstuk 2 Globalisering Achtergrondinformatie Paragraaf 2.1 Rijke en Arme landen www.oecd.org/home/ De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling OESO biedt veel mogelijkheden om aan relevante gegevens te komen. Zowel per land als thema kan informatie opgezocht worden. (Engelstalig) www.undp.org De VN-organisatie die zich bezighoudt met Human Development is de UNDP. Hier is meer informatie te vinden over de Human Development Index. Jaarlijks geven zij ook een rapport uit over de stand van zaken wereldwijd. (Engelstalig) www.nationmaster.com/index.php De Nation Master geeft economische en politieke (statistische) informatie per land, in statistische en encyclopedische vorm alsmede kaartmateriaal. Ook vergelijkingen tussen landen. Met heel veel doorlink-mogelijkheden. www.minfin.nl/ De website van het Ministerie van Financiën is informatie beschikbaar over de financiële aspecten van het Nederlandse beleid nu en in het verleden. Ook op internationaal niveau is er aandacht voor Europese financiën en links naar overige internationale financiële instellingen. www.cpb.nl Een website die binnen de Nederlandse context met name op de (financiële) toekomst gericht is, is het Centraal Planbureau. Op de website zijn tal van publicaties te vinden met daarin prognoses en scenario’s op nationale en Europese schaal. Enkele zeer relevante publicaties zijn: “4 Vergezichten op Nederland” (uit 2004) www.cpb.nl/nl/pub/cpbreeksen/bijzonder/55/bijz55.pdf ‘‘Four futures on Europe” (uit 2003) www.cpb.nl/nl/pub/cpbreeksen/bijzonder/49/ www.wri.org Het World Resources Institute heeft veel statistische informatie over levensomstandigheden, urbanisatie etc. 23 www.oxfam.org.uk De wereldwijde organisatie OXFAM houdt zich bezig met veel sociale en economische aspecten in de Derde Wereld. Volle en lege gebieden www.rivm.nl/vtv/object_document/o4236n21143.html Specifieke bevolkingskenmerken met betrekking tot gezondheid zijn te vinden op de webste van het RIVM. Op deze website is vooral veel demografische informatie in kaartvorm beschikbaar. Op de kaart kunnen alle Nederlandse gemeenten worden aangeklikt voor de exacte data. http://statline.cbs.nl/StatWeb/start.asp?lp=Search/Search De meeste demografische informatie van Nederland is nog altijd beschikbaar via de website van het CBS. Statline geeft via een boomstructuur en verschillende zoekfuncties de mogelijkheid per tijdseenheid en geografische regio gegevens te analyseren. www.nidi.knaw.nl/nl/demos/ Actuele trends in de demografische ontwikkeling zijn te vinden in het tijdschrift van dé Nederlandse onderzoeksinstelling op het gebied van demografie: het NIDI. www.un.org/popin/ Veel informatie is verkrijgbaar via het bevolkingsnetwerk van de VN. Dit is een gids met allerlei informatie over bevolking zoals die te vinden is op verschillende sites van de VN. Er kan informatie over allerlei organisaties binnen de VN opgevraagd worden. (Engelstalig) www.census.gov/ipc/www.idbnew.html De International Data Base van het US Census bureau heeft demografische en socio-economische statistische gegevens over maar liefst 228 landen en gebieden. De IDB geeft snel toegang tot gespecialiseerde informatie, met nadruk op demografische gegevens. Denk hierbij aan bevolkingssamenstelling, geboorte- en sterftecijfers, levensverwachting enz. Er zijn gegevens beschikbaar vanaf 1950, en prognoses tot 2050. Er zijn ook afbeeldingen als bevolkingspiramides. Informatie is afkomstig vanuit de verschillende landen zelf en gegevens van de VN. (Engelstalig) www.prb.org/DataFind/datafinder7.htm Een andere uitstekende zeer actuele site is het Population Reference Bureau. Op deze site is veel te vinden over allerlei onderwerpen romdom bevolking en gezondheid. (Engelstalig) http://opr.princton.edu/ De universiteit van Princeton doet veel bevolkingsonderzoek. Op de site van het Office of Population Research kan worden gezocht naar allerlei bevolkingsonderzoeken. Zeer interessant. (Engelstalig) www.vwo-campus.net De Universiteit Wageningen heeft op de website specifieke dossiers met veel links naar extra materiaal. Binnen het thema demografie: 24 ‘We zijn nog nooit met zoveel geweest’ www.vwo-campus.net/dossier/114 ‘Vergrijzing in Nederland’ www.vwo-campus.net/dossier/59 www.un.org/Pubs/CyberSchoolBus/habitat/index.asp. Informatie over verstedelijking en gegevens over grote steden is te vinden via het project Cities of today, cities of tomorrow van de Cyberschoolbus van de VN. Hier vind je verschillende projecten over de problematiek van steden. (Engelstalig) Cultuurgebieden www.kit.nl Het Koninklijk Instituut voor de Tropen biedt een schat aan bronnen over culturele en interculturele onderwerpen. Maar ook een bezoek aan het Tropenmuseum zelf (Amsterdam) is zeer de moeite waard. www.interculturelecommunicatie.com/ De afdeling Culturele Antropologie van de Universiteit van Tilburg heeft een website in de lucht met veel informatie over intercultureel contact. Verschillende boeken en andere publicaties zijn online in PDF formaat beschikbaar. De focus ligt met name op de islam in de Westerse wereld. www.schooltv.nl/eigenwijzer/projecten/?project=1046126 Teleac/NOT heeft een aparte website waar veel materiaal van SchoolTV online beschikbaar is. Eén van de projectpagina’s gaat specifiek in op Nederland Migratieland met een vierdelige videoserie, een begrippenlijst rondom het thema migratie en enkele aanvullende opdrachten. www.nidi.knaw.nl/web/html/pushpull/ Het NIDI heeft samen met Eurostat, het statistische bureau van de EU, een uitgebreid onderzoek gedaan naar internationale migratie en de achtergronden daarvan. Het Push & Pull Team heeft hiervan uitgebreid verslag gedaan op een eigen website. Paragraaf 2.2 Handel http://www.ilo.org/public/english/employment/multi/index.htm] De Internationale Arbeidsorganisatie ILO heeft een special programma voor multinationals MULTI. Daarin hebben zij richtlijnen afgesproken voor multinationale ondernemingen en hun sociale politiek. www.wto.org/index.htm De Wereldhandelsorganisatie WTO is actief betrokken bij het maken van handelsafspraken tussen verschillende landen. Op de website is veel informatie te vinden over de projecten van de WTO en de werkwijze. Via de website zijn ook speciale rapporten te downloaden van: 25 “The Uruguay Round” www.wto.org/english/thewto_e/whatis_e/tif_e/fact5_e.htm “The Doha Round” www.wto.org/english/tratop_e/dda_e/dda_e.htm www.gats.nl Een voorbeeld van een multilaterale handelsovereenkomst via het WTO is het GATS, het General Agreement on Trade in Services. De website beschrijft het doel van de instelling en de achterliggende gedachte. Handelsregels (EU als Handelsblok) http://europa.eu/index_nl.htm Eén van de meest belangrijke handelsblokken in de moderne tijd is ongetwijfeld de EU. De Europese Unie heeft een uitgebreide website met veel informatie over de werking van de organisatie en de actuele ontwikkelingen. http://euobserver.com/ De EU-Observer is een heel informatieve website, met veel actueel nieuws over de EU www.euractiv.com/en/HomePage EurActiv is de Europese organisatie die de politieke ontwikkelingen van de EU bijhoudt en documenteert. Zeer actueel. http://eu.startpagina.nl/ Ook de EU heeft een eigen Startpagina. Wederom zijn niet alle (particuliere) sites volledig betrouwbaar. www.schooltv.nl/eigenwijzer/projecten/index.jsp?project=917076 Teleac/NOT heeft een aparte website waar veel materiaal van SchoolTV online beschikbaar is. Eén van de projectpagina’s gaat specifiek in op Nederland en de EU met een vierdelige videoserie, een begrippenlijst rondom de EU en de werking van de belangrijkste organen (parlement, de lidstaten, het dagelijks bestuur, …) Globalisering www.onzewereld.nl/ Het tijdschift Onze Wereld is hét lijfblad voor de Nederlandse wereldburger. De makers van het blad houden naast de algemene tijdschrift website ook nog een speciale site bij over het thema Globalisering. Op deze Nederlandstalige portaal zijn nieuws en achtergronden te vinden met betrekking tot globalisering en de gevolgen daarvan voor samenlevingen ver weg en dichtbij. www.globalisering.com/ www.oneworld.nl/ 26 Het internationale OneWorld-netwerk is hét onafhankelijke en toonaangevende internet nieuws- en informatiepunt van de 'global civil society'. OneWorld Nederland is onderdeel hier van. Uitgangspunten zijn hun betrokkenheid op mensenrechten, duurzame ontwikkeling en sociale rechtvaardigheid, evenals hun overtuiging dat het hele netwerk van de partners meer is dan de som der delen. www.vpro.nl/programma/tegenlicht/dossiers/14337257/ Heel interessant zijn de programma’s die de VPRO de afgelopen jaren maakte over globalisering. Op hun site zijn de documentaires, lezingen, discussies e.d. samengevoegd tot een dossier globalisering. http://globalisering.startpagina.nl/ Globalisering kent voor- en tegenstanders. Er is zelfs een aparte Startpagina over globalisering. Niet alle (vaak particuliere) sites zijn volledig betrouwbaar. Eenheid of Verbrokkeling www.unric.org/ Het Regionale Informatiecentrum van de VN heeft een aparte website met daarop veel informatie over de verschillende doelstellingen van de VN, de verdragen en de organisatie. Onder de kop ‘NEWS’ zijn actuele ontwikkelingen te vinden die op de BENELUX van toepassing zijn. Via deze website is ook “het ABC, handboek voor de VN” te downloaden via: www.unric.org/html/nederlands/un/abc.html www.maketradefair.nl/ Over eerlijke en duurzame wereldhandel geeft ook de NOVIB de nodige informatie. www.citizen.org/trade/ Global Trade Watch is een non-profit organisatie die zich kritisch bezighoudt met de globalisering en de gevolgen daarvan. Zij geven veel informatie over voedsel, gezondheid, veiligheid, milieu, economische en democratische rechtvaardigheid. www.worldwatch.org/ Ook het Worldwatch Instituut is een non-profitorganisatie die zich bezighoudt met duurzame handel en een sociaal rechtvaardige wereld. Zij houdt zich bezig met de vele relaties die er zijn tussen economie, milieu, energie en bevolking. http://sociaalforum.nl/index.php?sectie=faq&fcid=5 Het Nederlands Sociaal Forum, onderdeel van het Wereld Sociaal Forum, wil zich inzetten voor een andere globalisering waarbij mens en milieu boven winst gaan. Zij zijn voor de globalisering van solidariteit, sociale rechtvaardigheid, gelijke rechten en vrede en komen op voor ‘werkelijke democratisering’. www.globalternatives.nl/ Een Nederlandse organisatie die zich actief bezig houdt met alternatieven voor het huidige neoliberalisme is de organisatie Voor de Verandering. Op de website is onder andere de petitie te vinden die zij indienden bij de leden van de Tweede Kamer. 27 Het groeperen van landen: de expertmethode Extra opdracht bij paragraaf 2.1, 2.3 Opdracht voor leerlingen Inleiding: In de eerste paragraaf van hoofdstuk 1 worden landen en regio’s in de wereld steeds op een andere manier gerangschikt. De paragraaf stelt 5 wereldbeelden centraal, aan de hand waarvan landen in categorieën kunnen worden ingedeeld. Er wordt onderscheid gemaakt tussen het demografische, economische, culturele, sociale en politieke wereldbeeld. Voorbereiding: - lees paragraaf 1.1 zorgvuldig door - kijk extra goed naar de vergelijking van het Verenigd Koninkrijk met India en Tanzania De opdracht: De verkenning van een wereldbeeld - Maak nu met de klas 5 groepjes van ongeveer gelijke grootte. - Verdeel de 5 wereldbeelden uit het tekstboek over de 5 groepjes. Ieder groepje heeft dus een eigen wereldbeeld: ‘demografisch, economisch, cultureel, sociaal of politiek’. - Je docent geeft jullie 5 landen en een lijstje met kenmerken dat hoort bij jullie wereldbeeld. Zoek aan de hand van deze kenmerken voor de 5 landen uit hoe zij passen binnen het wereldbeeld van jouw groepje. Maak hierbij gebruik van de Grote Bosatlas (en eventueel het internet zoals De Grote Bosatlas Online of het CIA Worldfactbook.). - Zorg ervoor dat je jullie conclusie visualiseert: maak bijvoorbeeld een aantal grafieken waarin je laat zien hoe de 6 landen scoren op de kenmerken die jullie hebben geformuleerd. Zorg ervoor dat ieder groepslid een kopie van jullie conclusie heeft. - Laat ieder groepslid één van de landen kiezen. 28 De verkenning van een land - Vorm nu nieuwe groepjes, waarbij je per land bij elkaar zit. Als het goed is zijn er nu 6 groepjes: niet per wereldbeeld, maar per land. - Vergelijk het land van je groepje per wereldbeeld en beantwoord de volgende vragen: - Wat zijn de redenen dat jullie land op die manier in een bepaald wereldbeeld past? Welke verschillen/overeenkomsten zie je voor jullie land tussen de verschillende wereldbeelden? Hebben de wereldbeelden afzonderlijk voor jullie land invloed op elkaar? Hoe? Geef antwoord met behulp van de volgende deelvragen: 1. Zorgt de positie binnen het politieke wereldbeeld bijvoorbeeld voor een bepaalde positie binnen het economisch wereldbeeld of omgekeerd? 2. Leidt de positie binnen het sociale wereldbeeld tot een specifieke positie binnen het demografische wereldbeeld? 3. Bestaat er een relatie tussen het sociale en politieke wereldbeeld? 4. Heeft de positie binnen het politieke wereldbeeld invloed op de positie binnen het demografische wereldbeeld? 5. Op welke andere wereldbeelden heeft de positie binnen het culturele wereldbeeld invloed? 6. Wat zijn de gevolgen van de positie binnen het economische wereldbeeld voor de positie binnen het sociale en demografische wereldbeeld? De presentatie - Bereid een korte presentatie voor waarin je je groepsland presenteert en ook ingaat op de conclusies aan de hand van de laatste 6 deelvragen. - Luister ook goed naar de presentaties van de andere landen. Komen zij tot dezelfde conclusies? 29 Bijlage 1 Kenmerken van wereldbeelden Economisch wereldbeeld (rijke en arme landen): - Bruto Nationaal Product - Percentage onder de Armoedegrens - Corruptiecijfers - Politieke stabiliteit - Staat van de infrastructuur - Opleidingsniveau bevolking - Verhouding primaire/secundaire/tertiaire sector (van BNP) - Verhouding primaire/secundaire/tertiaire sector (in aantal werknemers) - Geschatte aandeel van de informele sector (in procenten) Demografisch wereldbeeld (volle en lege gebieden): - Bevolkingsdichtheid - Urbanisatiegraad - Urbanisatietempo - Geboortecijfer - Sterftecijfer - Vergrijzingcijfer - Migratiesaldo - Percentage allochtonen - Percentage vluchtelingen Culturele wereldbeeld (cultuurgebieden): - Godsdienst - Arbeidsverdeling - Taal en schrift - Eetgewoonten - Koloniale geschiedenis - Multi-culturaliteit - Kleding 30 Oriëntatie voor de docent Kernwoorden: wereldbeelden, expertmethode, landenvergelijking Inleiding: In de eerste paragraaf van hoofdstuk 2 wordt op verschillende manieren naar landen en regio’s van de wereld gekeken. Leerlingen leren te denken in rijke en arme landen, volle en lege gebieden en verschillende cultuurgebieden. In deze opdracht gaan leerlingen met drie typen indelingen van de wereld aan de slag. Ze leren verschillende landen met elkaar te vergelijken en deze te plaatsen in een economisch, cultureel of demografisch wereldbeeld. In de tweede fase van de opdracht wordt van leerlingen verwacht dat zij eerdere resultaten presenteren aan hun medeleerlingen met behulp van de expertmethode. De opdracht eindigt met een klassikale landpresentatie (in groepjes) waarin alle aspecten uit de verschillende wereldbeelden aan bod moeten komen. Doelen: - leerlingen kennis laten maken met verschillende landen en de kenmerken van deze landen. - leerlingen leren samenwerken en de resultaten van de samenwerking vervolgens te communiceren naar derden. - leerlingen inzicht geven in de complexe samenhang van de verschillende wereldbeelden Groep/Individueel: - de opdracht vindt in groepjes plaats van wisselende samenstelling - de omvang van de groepjes in afhankelijk van de grootte van de klas, maar in principe wordt uitgegaan van 6 groepjes in totaal (uitgaande van een klas van 30 leerlingen). Benodigde hulpmiddelen: - Tenminste 6 Grote Bosatlassen (voor ieder groepje 1) Benodigde tijd: Voor deze opdracht hoeven leerlingen thuis in principe geen specifieke voorbereidingen te doen. Behandeling van de opdracht (exclusief behandeling van paragraaf 2.1, noodzakelijk voor de opdracht) neemt ongeveer een heel lesuur in beslag. 31 HAVO: Paragraaf 2.1, 2.3 Werkwijze Voorbereiding: De docent kiest 6 landen die hij/zij relevant acht dan wel leuk vindt om centraal te stellen in deze opdracht. In feite is ieder land geschikt. In het tekstboek wordt in paragraaf 3 al extra aandacht besteed aan Het Verenigd Koninkrijk en India; daardoor zijn deze landen minder geschikt: het gaat erom nu eens andere landen onder de loep te nemen. Bij selectie van verschillende landen moet geprobeerd worden zoveel mogelijk uiteenlopende landen te kiezen. Daarom kan het beste uit elk van onderstaande groepen landen, één land gekozen worden: Groep 1 Noorwegen Zweden Finland Zwitserland Luxemburg Groep 2 Saoedi-Arabië Koeweit Venezuela Iran Libië Groep 3 Thailand Vietnam Maleisië Zuid-Korea Taiwan Groep 4 China Rusland Wit-Rusland Noord-Korea Cuba Groep 5 Zimbabwe Ethiopië Somalië Bolivia Nicaragua Groep 6 Polen Slowakije Servië Roemenië Bulgarije Uitvoering: Tijdens de les moeten er 6 groepen leerlingen van ongeveer gelijke grootte worden gevormd. Ieder groepje krijgt één van de 3 ‘wereldbeelden’ als thema: economisch, cultureel of demografisch. Vervolgens gaat ieder groepje de 6 door de docent geselecteerde landen rangschikken naar dit wereldbeeld. Dit doen zij aan de hand van kenmerken die bij een bepaald type wereldbeeld horen. De kenmerken per wereldbeeld zijn te vinden in bijlage 1. Zodra de leerlingen per groepje overeenstemming hebben over de positie van de verschillende landen in het wereldbeeld, kiest ieder groepslid één van de behandelde landen. De leerlingen gaan nu op basis van land bij elkaar zitten. Zo ontstaan er 6 nieuwe groepjes waarin ieder groepslid expert is van een ander wereldbeeld. Nu moeten de leerlingen de discussie per land aan, waarbij de positie van het desbetreffende land voor de verschillende wereldbeelden vergeleken moet worden. Aan de hand van de discussie moeten zij een antwoord vinden op de vragen: Wat zijn de overeenkomsten in positionering? Wat zijn de verschillen? En vooral: is er een relatie tussen de verschillende wereldbeelden? Hoe is die relatie te verklaren? Evaluatie/Afronding: Na de discussies per land, volgt nog een klassikale terugkoppeling waarin resultaten per land aan de rest van de klas kunnen worden gepresenteerd. Tijdens de presentatie kan bewust gevraagd worden naar mogelijke verbanden tussen bijvoorbeeld het economische wereldbeeld en het politieke. Komen de conclusies van de verschillende landengroepjes overeen? Variatiemogelijkheden: Allereerst kan er al gevarieerd worden door de landenselectie. De docent kan er ook voor kiezen de leerlingen zelf 6 landen te laten selecteren uit het schema. Voor een extra uitdaging kan van leerlingen 32 eerst gevraagd worden zelf kenmerken per wereldbeeld op te sommen, deze klassikaal te behandelen en daarna pas toe te laten passen op de verschillende landen. 33 Europese import van Chinees textiel Extra opdracht HAVO: Paragraaf 2.2 Opdracht voor leerlingen Inleiding: Economische blokken zijn in een tijd van globalisering een belangrijke rol gaan spelen voor de welvaart van landen. De EU is een voorbeeld van zo’n economisch blok. Welke invloed de EU als handelsblok nu precies heeft op een schoenenindustrie, ga je in deze opdracht onderzoeken. Ook leer je hoe onderhandeling werkt tussen verschillende bedrijven als de productie van een Westers bedrijf wordt verplaats naar lagere lonenlanden. Voorbereiding: - lees paragraaf 2.2 zorgvuldig door - Maak de opdrachten uit bijlage 1. De opdracht: Introductie De Italiaanse schoenenfabrikant Stromboli uit Florence wil de productie van schoenen uitbesteden. In verschillende landen verspreid over de wereld zijn hier mogelijkheden voor. Uiteindelijk maakt de schoenenfabrikant een selectie van vier bedrijven uit vier verschillende landen. Wie sluit de deal en gaat de productie overnemen? - Vorm groepjes van ongeveer 5 personen. Lees de rolkaart van je groepje. Zoek extra informatie die je kunt gebruiken tijdens de onderhandelingen. Maak hiervoor gebruik van de Grote Bosatlas. Vul in het schema in: - hoe de infrastructuur georganiseerd is in het land van jullie bedrijf - wat de absolute afstand is van jullie bedrijf tot het bedrijf in Florence - welke typen vervoermiddelen geschikt/nodig zijn om van de bedrijfslocatie naar Florence te reizen - Bespreek vervolgens hoe je je bedrijf wil presenteren tijdens het aanstaande overleg. Wat is de beste strategie? - Bepaal wie van jullie groep ‘hoofd onderhandelingen’ wordt. De eerste onderhandeling - Het ‘hoofd onderhandelingen’ van Stromboli zit de onderhandeling voor. - Eén voor één presenteren de 4 buitenlandse bedrijven een hun offerte. Wat hebben zij Stromboli te bieden? - De ronde eindigt met enkele vragen (door Stromboli te stellen). 34 Terugkoppeling - Bespreek in je groepje na: 1. Hoe verliep de onderhandeling? 2. Wat kan er beter? 3. Op welke argumenten moet nu worden ingezet? - Bespreek de mening van jullie groepje kort met de docent - Pas aan de hand van zijn/haar tips de strategie aan en bereid je voor op ronde 2 De tweede onderhandeling - Het ‘hoofd onderhandelingen’ van Stromboli zit opnieuw de onderhandeling voor. Dit keer zal ook jullie docent een rol spelen: hij zal afwisselend de rol van EU en WTO op zich nemen en het proces beïnvloeden: opgepast dus! - Tijdens deze ronde moet Stromboli het bedrijf selecteren waar ze mee in zee willen gaan. Denk daarbij goed om argumenten. Eindevaluatie - Zodra Stromboli de keus bekend heeft gemaakt ga je voor de laatste keer in groepjes uiteen. Schrijf gezamenlijk een kort persbericht (250 woorden), waarin je ingaat op: 1. Het proces van de onderhandelingen (vanuit de ogen van jullie bedrijf gezien). 2. Wat heeft in jullie ogen de doorslag gegeven voor de keuze van Stromboli? 3. Wat was er sterk en zwak aan jullie eigen optreden tijdens de onderhandelingen? 35 Bijlage 1 Opdracht Europa Educatief De EU is in 2005 en 2006 druk aan het onderhandelen met China over de import van Chinese producten. De maatregelen veranderden voortdurend en veranderen nog steeds. Opdracht 1 – Textiel en handelsbeperkingen 1. Waar staat de afkorting ‘WTO’ voor en wat doet deze organisatie? 2. Eén van de mogelijkheden om de import vanuit China te beperken is via het instellen van een quotabeleid. Leg uit wat zo’n beleid inhoudt. Waarin verschillen importquota van invoerrechten? 3. Is het voor Portugese producenten van textiel voordeliger dat de EU met quota werkt of met invoerrechten? Licht je antwoord toe. Opdracht 2 – Schoenen en concurrentie Rem EU invoer schoenen Oorspronkelijk afkomstig uit ‘NRC’, 27-07-2006 (Bert Lanting) BRUSSEL – De Europese Unie wil met het instellen van permanente strafheffingen een nieuwe poging ondernemen om de toevloed op de Europese markt van goedkope schoenen uit China en Vietnam te beperken. Het dagelijks bestuur van de Unie, de Europese Commissie, heeft strafheffingen van 10 procent voor schoenen uit Vietnam en van 16,5 procent voor schoenen uit China in voorbereiding. Deze heffingen liggen lager dan de huidige, tijdelijke boetes, die bijna 20 procent voor China en 17 procent voor Vietnam bedragen. De lidstaten van de Europese Unie zijn zelf sterk verdeeld over de noodzaak van heffingen. De roep om beschermende maatregelen komt van landen als Italië en Spanje die veel schoenen produceren. Maar de landen die traditioneel optimale vrijhandel voorstaan, zoals een aantal Scandinavische lidstaten en Nederland, zijn juist tegen heffingen die tot doel hebben de eigen markt te behoeden voor importen van buiten. De Europese Commissie besloot eerder dit jaar na lange discussies tot een tijdelijke maatregel die begin april inging en die in oktober afloopt. Het argument voor de heffing was dat China en Vietnam schoenen op de Europese markt dumpen. Het afgelopen jaar exporteerden China en Vietnam in totaal 1,5 miljard paar schoenen naar de Europese Unie. Een jaar geleden woedde er een soortgelijke strijd tussen de Europese Unie en China over de invoer van goedkope textielproducten. Daarvoor is toen uiteindelijk een quotaregeling uit de bus gekomen die van kracht blijft tot 2008. Noem een reden waarom de Chinezen zich op een voordelige en efficiënte manier kunnen specialiseren in meer dan alleen textiel. Geef twee voorbeelden van industrietakken waarin China een comparatief voordeel heeft. (Met andere woorden, waarin China een betere concurrentiepositie heeft). http://www.europaeducatief.nl/documenten/TweedeFaseVwoAK51w.pdf 36 Bijlage 2 Rollenstrookjes Bedrijf A Stad, Land Aantal werknemers Loonkosten per uur per arbeider Betrouwbaarheid leveranties Voldoet aan arbeidsregels Voldoet aan milieuregels Infrastructuur in het land Absolute Afstand tot de afzetmarkt Typen vervoermiddelen Stromboli Milaan, Italië 100 50 euro Goed Ja Ja Bedrijf B Land Aantal werknemers Loonkosten per uur per arbeider Betrouwbaarheid leveranties Voldoet aan arbeidsregels Voldoet aan milieuregels Infrastructuur in het land Absolute Afstand tot de afzetmarkt Typen vervoermiddelen Wislabuta Katowice, Polen 500 5 euro Goed Meestal Nee Bedrijf C Land Aantal werknemers Loonkosten per uur per arbeider Betrouwbaarheid leveranties Voldoet aan arbeidsregels Voldoet aan milieuregels Infrastructuur in het land Absolute Afstand tot de afzetmarkt Typen vervoermiddelen Piedrovic Timisoara, Roemenië 800 4 euro Redelijk Meestal Nee 37 Bedrijf D Land Aantal werknemers Loonkosten per uur per arbeider Betrouwbaarheid leveranties Voldoet aan arbeidsregels Voldoet aan milieuregels Infrastructuur in het land Absolute Afstand tot de afzetmarkt Typen vervoermiddelen Wong Shu Shanghai, China 5000 50 eurocent Matig Nee Nee Bedrijf E Land Aantal werknemers Loonkosten per uur per arbeider Betrouwbaarheid leveranties Voldoet aan arbeidsregels Voldoet aan milieuregels Infrastructuur in het land Absolute Afstand tot de afzetmarkt Typen vervoermiddelen Bintang Bandung Bandung, Indonesië 3000 30 eurocent Matig Nee Nee 38 Orientatie voor de docent Kernwoorden: WTO, Handelsbelemmeringen, Europese markt, China, Outsourcing, Globalisering Inleiding: Paragraaf 2.2 opent met een alinea over handel. Hierin wordt ook verwezen naar de rol van de WTO. Later in de paragraaf is aandacht voor zaken als internationalisering, globalisering en outsourcing. Deze opdracht gaat hierop door. Op de website van Europa educatief (bijlage 1) is extra lesmateriaal te vinden over de EU en vrije handel. Deze opdracht functioneert als introductie voor het latere spel. De leerlingen maken kennis met de verschillende begrippen rondom handel en het functioneren van de Europese Unie. Het spel werkt vervolgens met 5 groepen die elk een bedrijf vertegenwoordigen. Eén groep vertegenwoordigt een Italiaans bedrijf dat de productie van haar kleding naar het buitenland wil verplaatsen. De andere 4 bedrijven zijn mogelijke nieuwe kledingproductiebedrijven in verschillende landen. Allereerst moeten de bedrijven een inventarisatie maken van de eigen situatie. Tijdens het spel moeten de 4 bedrijven hun locatie vervolgens zien te ‘verkopen’ aan het Italiaanse bedrijf. De docent legt als WTO en EU af en toe maatregelen op die invloed hebben op mogelijke deals. Naar: Vankan, L. en J. van der Schee (2006), Meer leren denken met aardrijkskunde. Stichting Omgeving en Educatie, Nijmegen, 1e druk. Doelen: - leerlingen de EU als blok laten vergelijken met de republiek China - leerlingen actief kennis laten maken met ‘fort Europa’ - leerlingen kunnen met behulp van een rollenspel verschillende dimensies van globaliseringprocessen analyseren, waarbij de focus ligt op outsourcing - leerlingen zien in dat bij besluitvorming niet alleen de inhoudelijke maar ook de sociale component een belangrijke rol speelt Groep/Individueel: - groepjes van ongeveer 5 leerlingen Benodigde hulpmiddelen: - Een Europa Educatief Opdracht voor elke leerling (bijlage 1) - Strookje met de verschillende rollen. Iedere pagina bevat de 5 verschillende bedrijvenschetsen, dus bij 30 leerlingen 6x (bijlage 2) Benodigde tijd: - Twee lesuren 39 Werkwijze: Voorbereiding: Als voorbereiding op het eerste lesuur moet de docent voldoende exemplaren van de verschillende bijlagen hebben (zie benodigdheden). Voor het tweede lesuur moet de docent de banken in het klaslokaal zo opstellen dat er in het midden een vergadertafel ontstaat voor 6 personen. Daaromheen moet de rest van de leerlingen zich kunnen verdelen. Uitvoering: Het eerste lesuur De leerlingen kunnen in kleine groepjes aan het werk gezet worden met opdrachten van Europa Educatief (bijlage 1). Vervolgens moeten deze opdrachten klassikaal behandeld worden zodat alle leerlingen de in de opdracht gebruikte begrippen ook echt beheersen. Daarna moeten de leerlingen in 5 groepjes verdeeld worden (uitgaande van 30 leerlingen). Ieder groepje moet één van de onderstaande rollen toebedeeld krijgen: - directie Italiaanse schoenenfabriek Stromboli Poolse schoenenfabriek bij Katowice Roemeense schoenenfabriek bij Timisoara Chinese schoenenfabriek bij Shanghai Indonesische schoenenfabriek bij Bandung De leerlingen gaan met behulp van de Bosatlas per groepje informatie zoeken over de ligging van hun bedrijf (relatief/absoluut) en daarmee de bereikbaarheid. Meer specifieke informatie over hun bedrijf vinden ze op hun rollenstrookje (bijlage 2). Bij tijdgebrek kunnen ze deze zoektocht eventueel thuis verder zetten. Het tweede lesuur De leerlingen vervolgen in de eerder gevormde groepjes van 5 de opdracht vanaf het punt ‘de eerste onderhandeling’. Tussentijds verandert de EU haar quota en invoerrechtenbeleid, dit geeft de docent aan tijdens de onderhandelingen (als 6e gesprekspartner), pas vanaf de tweede onderhandelingsronde. Zo kan de docent bijvoorbeeld importbelasting van 20% instellen voor producten van buiten de EU. Het is de bedoeling dat de verschillende groepjes daar vervolgens op reageren. Uiteindelijk moet voor één oplossing gekozen worden. Evaluatie/Afronding: De evaluatie vindt veelal plaats tijdens de opdracht. Na het eerste deel functioneert de nabespreking van de opdracht natuurlijk als evaluatie, waarbij extra aandacht aan de gebruikte begrippen gegeven moet worden. 40 Ook na de eerste onderhandeling vindt een evaluatie plaats (terugkoppeling). Eerst alleen de groepjes zelf, maar later ook in contact met de docent. Tot slot vindt een evaluatie plaats bij het schrijven van het persbericht. Belangrijk is om ook dit goed klassikaal na te bespreken. 41 Hoofdstuk 3 De Europese landbouw Achtergrondinformatie Veranderingen in de landbouw Het nieuwe boeren is een documentaire over het veranderende leven van de boer, mede door vernieuwde landbouwmethodes in Nederland. Deze afleveringen duren 50 minuten en zijn te downloaden op de website van www.uitzendinggemist.nl. U kunt de uitzending vinden onder de omroep HUMAN bij De Donderdag Documentaire van 22-07-2004. Sluit aan op paragraaf 3.1 Op schooltv beeldbank zijn meerdere korte filmfragmenten te vinden over de intensivering en veranderingen in de landbouw. Bijvoorbeeld het filmpje Het ontstaan van de intensieve landbouw in Nederland Sluit aan op paragraaf 3.1 Het Centrum Biologische Landbouw organiseert ieder jaar open dagen. Iedereen is dan welkom om een kijkje te nemen achter de staldeuren van biologische bedrijven in Flevoland. Sluit aan bij paragraaf 3.1 Het ministerie van LNV besteedt op haar website veel aandacht aan verschillende vormen van duurzaam ondernemen. Onder andere biologische landbouw en de Nederlandse agribusiness krijgen uitleg op deze website. Sluit aan op paragraaf 3.1 en 3.2 www.agriholland.nl richt zich op professionals in de agrische business en de organisaties daaromheen, die behoefte hebben aan korte overzichtelijke informatie. Op deze website staan verschillende dossiers met als hoofdthema de agrarische sector in Nederland. Paragraafoverstijgend Landbouw in Nederland Op de website van Wikipedia is uitgebreide informatie over de landbouw in Nederland te vinden. Er zijn veel links naar verwante artikelen in deze website opgenomen. Sluit aan op paragraaf 3.2 Op de site van het ministerie van LNV zijn onderwerpen die gerelateerd zijn aan landbouw naar thema gerangschikt. Op deze manier kunt u makkelijk informatie vinden op de website. Sluit aan op paragraaf 3.2 42 De website van de Universiteit Wageningen bevat dossiers over verschillende onderwerpen. Het dossier over veranderende landbouw (onder andere door klimaatomstandigheden), ook zijn er links naar gerelateerde websites te vinden. Sluit aan op paragraaf 3.1 en 3.2 Een opiniërend artikel over de landbouw en agrisector in Nederland kunt u vinden op de website van de LTO Noord . Het stuk is geschreven door de voorzitters van provinciale LTO’s. Sluit aan op paragraaf 3.2 Op schooltv eigenwijzer vindt de leerling veel informatie over de landbouw en grarische sector in Nederland. Paragraafoverstijgend Het samenwerkingsverband van de Nederlandse agrariërs lto.nl/ informeert op de website over landbouw gerelateerde thema’s en projecten. Sluit aan op paragraaf 3.2 Landbouw in Oostenrijk De educatieve website van Tellus, een initiatief van de Europese Unie, geeft informatie over de fysieke kenmerken van landbouwgebieden en landbouwproductie van Oostenrijk. Via deze website zijn tevens informatieboekjes en werkbladen te downloaden. Sluit aan op paragraaf 3.3 De EVD, agentschap van het ministerie van Economische Zaken, ondersteunt ondernemers en publieke organisaties bij het internationaal ondernemen en samenwerken. Op deze website kunt u uiteenlopende informatie over Oostenrijk en de agrarische sector van Oostenrijk vinden. Tevens kan er worden doorgelinkt naar de websites van andere landen. Sluit aan op paragraaf 3.3 Invloed van de Europese Unie Op schooltv beeldbank http://beeldbank.schooltv.nl is een aantal korte filmfragmenten te vinden over de invloed en interventie van de Europese Unie in de landbouwsector. EU en de handelsconflicten EU en de landbouw EU en de landbouwsubsidie EU en de landbouwoverschotten Europees landbouwbeleid Paragraafoverstijgend De website over de landbouw in de Europese Unie belicht de veranderingen en de vooruitzichten in de landbouwsector door invloed van de EU. De grootste lijnen in de aanpassingen in het landbouwbeleid die de laatste vijftig jaar gedaan zijn, worden op de website uitgelegd. Paragraafoverstijgend 43 Op schooltv eigenwijzer wordt het thema landschappelijk landbouwbeleid van de EU behandeld. Dit thema is gekoppeld aan andere onderwerpen die te maken hebben met algemeen EU beleid. Paragraafoverstijgend De suikerbietenteelt kon lage tijd rekenen op subsidies van de Europese Unie, maar die zijn in 2006 teruggedraaid. De gevolgen zijn moeilijk te overzien. De EU en de landbouw documentaire van 14-092006 op de website van www.uitzendinggemist.nl gaat over de economische invloed van de EU op de agrarische sector. Onder de knop van de omroep TELEAC/NOT is de documentaire EU-Geografie te vinden. Paragraafoverstijgend Doel van www.europadecentraal.nl is de kennis en expertise over Europees recht en de juiste toepassing ervan bij de decentrale overheden te vergroten. Op deze website zijn onder het kopje dossiers links te vinden naar verschillende dossiers over landbouw, subsidies en milieu. Paragraafoverstijgend 44 Duurzame landbouw: documentaire en posterpresentatie Extra opdracht bij 3.1 Opdracht voor leerlingen Inleiding: In paragraaf 3.1 heb je gelezen over de verandering van de agrarische sector de laatste jaren. Niet alleen zijn bedrijven in Nederland groter geworden, ook de werkwijze binnen de agrarische sector heeft zich aangepast aan nieuwe technieken en kennis. Schaalvergroting, intensivering, specialisatie en verduurzaming zijn hier voorbeelden van. Aan de hand van deze opdracht ga je je samen met je groepsgenoten verdiepen in de invloed van de EU op de landbouw. Voorbereiding: - lees paragraaf 3.1 zorgvuldig door - Bekijk (klassikaal) de aflevering over de landbouw van 14-09-2006 van EU-Geografie op www.uitzendinggemist.nl Uitvoering: Documentaire Je docent deelt de klas in groepjes van drie leerlingen. Samen met je groepsgenoten ga je straks een poster maken over een onderdeel van de landbouw en de invloed hierop van de EU. Wat jullie onderwerp wordt, krijg je van je docent te horen. Eerst bekijk je de documentaire EU-Geografie over de veranderingen die hebben plaatsgevonden in de landbouwsector. Let hierbij vooral op de aandachtspunten/vragen die achter jouw onderwerp staan (bijlage). Maak eventueel aantekeningen. Hoofdvraag Vervolgens ga je in je groepje overleggen over het onderwerp dat je van je docent gekregen hebt. Je gaat een poster maken over de veranderingen die hebben plaatsgevonden met betrekking tot jullie onderwerp onder invloed van de EU. Stel hier eerst een duidelijke hoofdvraag over op die jullie zullen beantwoorden op de poster. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de voor- en nadelen voor de boer en de consument, of het veranderende beleid. Laat jullie hoofdvraag goedkeuren door je docent voor je de poster in elkaar gaat zetten. Poster Zoek op de links die je bij je onderwerp gekregen hebt naar nuttige informatie. Maak daarna een poster waarin je jullie hoofdvraag beantwoordt aan de hand van de bijlage ‘Hoe maak ik een duidelijke poster?’. Het is belangrijk dat jullie binnen je groepje goed overleggen en samenwerken bij het maken van de poster. Dit ‘besluitvormingsproces’ gaan jullie bijhouden in de vorm van het evaluatieproces. 45 Evaluatie Om je te helpen met het maken van de evaluatie, is er in de bijlage een tabel opgenomen waarin je jullie eigen groep een beoordeling gaat geven. Vul de beoordeling individueel en serieus in en zorg dat je de gegeven cijfers in de volgende les kunt onderbouwen met argumenten. In de tweede les gaan jullie met je groepje de poster presenteren aan de rest van de klas. Leg kort uit wat jullie willen vertellen met de poster en beantwoordt de vragen van je klasgenoten. 46 Bijlage De onderwerpen en bijbehorende links die verdeeld worden over de groepjes: - biologische landbouw Aandachtspunten: Wat zijn de kansen en bedreigingen voor biologische landbouw door de invloed van de EU? Wordt biologische landbouw makkelijker gemaakt door de EU? http://ec.europa.eu/agriculture/foodqual/index_nl.htm http://europa.eu/pol/agr/index_nl.htm http://ec.europa.eu/agriculture/qual/organic/reg/index_nl.htm http://ec.europa.eu/agriculture/qual/organic/ben/index_nl.htm - landbouwsubsidies Aandachtspunten: Hoe werken landbouwsubsidies? Wat is het doel van de subsidies? Wat zijn de vooren nadelen? http://ec.europa.eu/agriculture/foodqual/index_nl.htm http://europa.eu/pol/agr/index_nl.htm - concurrentiepositie van Nederlandse boeren Aandachtspunten: Wat is de invloed van de EU op de concurrentiepositie van de Nederlandse boeren? Maken subsidies dit makkelijker óf juist moeilijker? http://ec.europa.eu/agriculture/foodqual/index_nl.htm http://europa.eu/pol/agr/index_nl.htm - specialisatie en schaalvergroting Aandachtspunten: Is dit een gevolg van de invloed van de EU? Wat betekent specialisatie en schaalvergroting voor de boeren? http://ec.europa.eu/agriculture/foodqual/index_nl.htm http://europa.eu/pol/agr/index_nl.htm - de consument van landbouwproducten Aandachtspunten: Wat merkt de consument van de invloed van de EU? http://ec.europa.eu/agriculture/foodqual/index_nl.htm 47 http://europa.eu/pol/agr/index_nl.htm http://www.wur.nl/NL/nieuwsagenda/nieuws/Europese_consument_weinig_eensgezind_over_dierenw elzijn_in_veehouderij.htm - de situatie voor de boeren na 2013 Aandachtspunten: Hoe zal de situatie er na 2013 uitzien voor de boeren? Kun je je voorstellen hoe dat geweest zou zijn zonder de invloed van de EU? http://ec.europa.eu/agriculture/foodqual/index_nl.htm http://europa.eu/pol/agr/index_nl.htm - dierenwelzijn in de agrarische sector Aandachtspunten: Wordt er meer of minder rekening gehouden met het dierenwelzijn in de agrarische sector, sinds de toenemende invloed van de EU? Wat zou hieraan gedaan kunnen worden? http://ec.europa.eu/agriculture/foodqual/index_nl.htm http://europa.eu/pol/agr/index_nl.htm http://www.wur.nl/NL/nieuwsagenda/nieuws/Europese_consument_weinig_eensgezind_over_dierenw elzijn_in_veehouderij.htm 48 Hoe maak ik een duidelijke poster? Een poster is een korte, visuele presentatie van een project. Door de poster te bekijken, kunnen belangstellenden snel een goed beeld krijgen van het project. Een goede poster voldoet aan een aantal basis eisen: Formaat en de lay-out van de poster De poster moet de afmetingen van een A2’tje hebben. De poster moet op eenvoudige wijze op te hangen zijn. De poster moet op een afstand van 1 tot 2 meter nog goed leesbaar zijn. Pas de grootte van de figuren en letters aan deze eis aan. Zorg er ook voor dat de tekst op ooghoogte op de poster staat (dus niet helemaal onder aan de poster). Dit is uiteraard ook afhankelijk van de hoogte waarop de poster aan de muur wordt bevestigd. De poster is op een duidelijke en logische manier ingedeeld (van links naar rechts, en van boven naar onderen). De poster kan ingedeeld worden in een aantal denkbeeldige, gelijke delen (bijvoorbeeld vier blokken of drie kolommen). De foto's, tekeningen en schema's zijn overzichtelijk en verhelderend. De poster bevat slechts enkele regels tekst (grote, duidelijke letters).De opmaak van de poster ziet er verzorgd uit. Inhoudelijk Vat de hoofdaspecten van het project samen in enkele regels tekst of maak deze duidelijk met behulp van tekeningen of foto's. Hoofdzaken zijn onder andere: het doel van de opdracht, de werkwijze, de resultaten en eventueel de conclusies. Vermeld boven aan de poster een titel. Neem in ieder geval de namen van de makers van de poster in de poster op. Zorg voor een overzichtelijke opbouw van het verhaal. Het is aan te bevelen om de poster eerst op papier te ontwerpen voordat je een definitieve versie maakt. Bron: http://home.hccnet.nl/e.de.ruiter/poster.html 49 Beoordeling Onderdeel Informatie halen uit- en opletten op de documentaire Overleggen na de documentaire Naar elkaar luisteren Beslissen hoe de poster eruit zou komen te zien De poster maken De verdeling van het werk? (was deze verdeling eerlijk?) Het eindresultaat De samenwerking tijdens het hele proces Beoordeel hoe dit onderdeel binnen jullie groepje verliep (geef de groep een cijfer tussen de 1 en 10) Waarom? Wat zijn de oorzaken van deze beoordeling? 50 Oriëntatie voor de docent Kernwoorden: agrarische sector, nieuwe methoden, verduurzaming landbouw, invloed EU Inleiding: In paragraaf 3.1 hebben de leerlingen gelezen over de verandering van de agrarische sector de laatste jaren. Niet alleen zijn bedrijven in Nederland groter geworden, ook de werkwijze binnen de agrarische sector heeft zich aangepast aan nieuwe technieken en kennis. Schaalvergroting, intensivering, specialisatie en verduurzaming zijn hier voorbeelden van. Aan de hand van deze opdracht zullen leerlingen zich verdiepen in de invloed van de EU op de landbouw. Naar: Taylor, L. (2004). Re-presenting Geography. Cambridge: Chris Kington Publishing Doelen: - Leerlingen krijgen inzicht in verschillende duurzame landbouwmethoden - Leerlingen selecteren en gebruiken bronnen over landbouw - Leerlingen maken samen een poster Groep/Individueel: - Deze opdracht wordt uitgevoerd in groepjes van drie leerlingen Benodigde hulpmiddelen: - PC’s met internetaansluiting - De ‘EU en de landbouw’-filmpjes op www.uitzendinggemist.nl Bij de omroep TELEAC/NOT is de documentaire EU-Geografie te vinden. De aflevering over de landbouw van 14-09-2006 is nodig in deze les. - Papier op A2 formaat - Materialen om posters mee te maken Benodigde tijd: 2 lesuren + huiswerktijd Voorbereiding: De leerlingen hebben ter voorbereiding op de les paragraaf 3.1 gelezen. Uitvoering: De leerlingen worden tijdens de les in drietallen verdeeld. Alle groepjes krijgen één van de volgende onderwerpen toegewezen, daarbij letten ze tijdens het bekijken van de aflevering specifiek op de vragen bij hun onderwerp: - biologische landbouw (Wat zijn de kansen en bedreigingen voor biologische landbouw door de invloed van de EU? Wordt biologische landbouw makkelijker gemaakt door de EU?) 51 - landbouwsubsidies (Hoe werken landbouwsubsidies? Wat is het doel van de subsidies? Wat zijn de voor- en nadelen?) concurrentiepositie van Nederlandse boeren (Wat is de invloed van de EU op de concurrentiepositie van de Nederlandse boeren? Maken subsidies dit makkelijker óf juist moeilijker?) specialisatie en schaalvergroting (Is dit een gevolg van de invloed van de EU? Wat betekent specialisatie en schaalvergroting voor de boeren?) de consument van landbouwproducten (Wat merkt de consument van de invloed van de EU?) de situatie voor de boeren na 2013 (Hoe zal de situatie er na 2013 uitzien voor de boeren? Kun je je voorstellen hoe dat geweest zou zijn zonder de invloed van de EU?) dierenwelzijn in de agrarische sector (Wordt er meer of minder rekening gehouden met het dierenwelzijn in de agrarische sector, sinds de toenemende invloed van de EU? Wat zou hieraan gedaan kunnen worden?) Na het bekijken van de aflevering van EU-Geografie, gaat ieder groepje een poster maken aan de hand van hun toegewezen onderwerp. Het is de bedoeling dat ze in de poster verwerken wat de invloed van de EU is geweest op hun onderwerp. Om deze vraag te beantwoorden, stelt ieder groepje eerst een hoofdvraag op, die ze willen beantwoorden op de poster. Deze hoofdvraag dient eerst goedgekeurd te worden door de docent, voordat de leerlingen met de postermaterialen aan de slag mogen. De leerlingen krijgen enkele handige links van websites (bijlage) die te maken hebben met hun onderwerp. Aan de hand van de gevonden informatie, gaan ze een poster maken waarin de verandering door de EU duidelijk wordt. Evaluatie/Afronding: Het eerste lesuur wordt besteed aan het kijken van de documentaire, het opstellen van de hoofdvraag en eventueel het zoeken naar relevantie informatie. Hierna kan als huiswerkopdracht de poster afgemaakt worden. Waarna deze in het tweede lesuur gepresenteerd worden aan de klas. De leerlingen vullen individueel een tabel in (bijlage), waarin ze de samenwerking binnen hun eigen groepje beoordelen tijdens het proces. Tijdens de posterpresentaties hangen alle posters in het lokaal en mag ieder groepje kort aan de rest van de klas toelichten wat ze met hun poster willen vertellen. Ook kunnen er vragen gesteld worden en kan eventueel de eigen beoordeling besproken worden. Probeer de leerlingen tijdens de afronding van de les, klassikaal een conclusie te laten trekken uit alle posters die ze gezien hebben. Wat zijn de voor- en nadelen van de toenemende invloed van EU op de landbouw? Wie ziet deze invloed als iets positiefs en wie niet? Variatiemogelijkheden: De posterpresentaties kunnen ook aangepast worden door de leerlingen zelf naar alle posters te laten kijken, en daarna de gelegenheid te geven om vragen aan elkaar te stellen over de posters. Eventueel kan ieder groepje een vraag opstellen bij hun zelfgemaakte poster die door de andere groepjes beantwoord moet worden. Op deze manier zijn de leerlingen ‘intensiever’ met elkaars posters bezig. 52 De beoordelingen die de leerlingen zichzelf hebben gegeven, kunnen worden ingeleverd bij de docent, zodat dit onderdeel mee kan wegen in de beoordeling. 53 Landbouw in Nederland: een opinielijn maken Extra opdracht bij 3.2 Opdracht voor leerlingen Inleiding: In paragraaf 3.2 heb je gelezen over de veranderingen die de laatste jaren hebben plaatsgevonden binnen de landbouwsector. Aan deze veranderingen gaat een periode van besluitvorming en overleg plaats, omdat iedere actor en betrokkene vanuit een andere visie denkt. Iedere betrokkene heeft andere normen en waarden. In deze opdracht ga je aan de slag met het verschil tussen normen en waarden en hoe je deze onderscheidt en nuanceert. Iemand met een mening die lijnrecht tegenover jouw mening lijkt te staan, blijkt het misschien toch meer met jou eens te zijn dan je dacht! Voorbereiding: - lees paragraaf 3.2 zorgvuldig door Uitvoering: Klassikaal Je docent deelt de klas in groepjes van vijf leerlingen. Met dit groepje ga je een waardekwadrant maken. Dit is een schema waarin je verschillende meningen indeelt en ordent op de achterliggende waarden. Hierdoor krijg je meer inzicht in de nuancering van een mening. Omdat dit nogal ingewikkeld klinkt, ga je eerst klassikaal met je docent een waardekwadrant opstellen voor de vraag: Moeten dieren die een risico vormen voor besmetting met MKZ afgemaakt worden of niet, en waarom? De horizontale lijn in een waardekwadrant staat voor twee uiteenlopende normen (in het voorbeeld zijn dat enten versus ruimen) en de nuanceringen die daar tussenin liggen. De verticale lijn staat symbool voor de waarden die ten grondslag liggen aan de normen (in het voorbeeld zijn dat efficiëntie versus leven) en de tussenliggende nuanceringen. Nu je met bovenstaand voorbeeld en de hulp van je docent geoefend hebt, ga je met je groepje aan de slag! Hieronder staat stap voor stap uitgelegd hoe je het waardekwadrant tekent. Kwadrant tekenen Teken op een transparante sheet het figuur zoals je docent dat zojuist op het bord heeft gedaan. Houdt de sheet in de breedte. Trek een horizontale lijn van twintig centimeter met boven en onder tien centimeter vrij. Trek door het midden van deze lijn een verticale lijn van twaalf centimeter. Aan weerszijden van de horizontale lijn schrijf je de volgende uitspraken: Links: WIJKEN (Nederlandse boeren moeten wijken voor natuurontwikkeling en –bescherming) 54 Rechts: UITBREIDEN (Nederlandse boeren moeten de ruimte krijgen om uit te breiden) Aan weerszijde van de verticale lijn schrijf je de volgende uitspraken: Boven: ECOLOGIE (natuur is waardevoller voor Nederland dan een groeiende economie) Onder: ECONOMIE (een groeiende economie is belangrijker voor Nederland dan natuurontwikkeling) Zelf een kwadrant maken Je gaat een waardekwadrant tekenen voor de vraag: Moeten Nederlandse boeren wijken voor natuurontwikkeling en -bescherming of andersom, en waarom? Over bovenstaande vraag moet je goed nadenken, voordat je een mening hierover kunt vormen. Iedereen binnen je groepje doet dit voor zichzelf en schrijft zijn of haar mening en één argument op een apart papiertje. Op deze manier vormt iedereen een eigen mening en wordt niet beïnvloed door meningen en argumenten van anderen. Opinielijn Nu laat iedereen zijn of haar mening op het papiertje zien en gaat iedereen één voor één uitleggen waarom ze deze mening hebben. Overleg vervolgens waar langs de horizontale lijn de initialen geplaatst moeten worden. Als jullie het hierover eens zijn, kun je de initialen duidelijk langs de lijn schrijven. Bespreek met je groepje in hoeverre de meningen ‘voor’ of ‘tegen’ zijn. Initialen hoeven immers niet helemaal naar links of rechts geplaatst te worden, maar kunnen ook richting het kruispunt van de lijnen staan. Waardekwadrant Als alle initialen langs de opinielijn staan, vullen jullie nogmaals op dezelfde manier de initialen van ieder groepslid in langs de verticale lijn. Kruisen Als ook langs deze lijn alle initialen staan, kruis door middel van denkbeeldige lijnen de twee overeenkomende initialen met elkaar. Schrijf met een stift in afwijkende kleur de initialen op het kruispunt (zie bijlage). Evaluatie Je zult zien dat meningen die ver van jouw mening af leken te liggen, in de vlakken van het waardekwadrant toch dichter bij elkaar geplaatst zijn. Door nuancering van een mening, schuif je blijkbaar richting van de mening van een ander! Bij de klassikale nabespreking laat je jullie kwadrant zien aan de rest van de klas. Vergelijk jullie kwadrant met die van andere groepjes. Waarin zitten de verschillen of overeenkomsten? Wie in het groepje leken het met elkaar eens te zijn na het invullen van de opinielijn, maar bleken na het invullen van het waardekwadrant, van mening te verschillen, en andersom? 55 Bijlage Normen en waarden Normen zijn concrete richtlijnen voor het handelen. Ze vormen de verbinding tussen de algemene waarden (zoals vrijheid, rechtvaardigheid) en de concrete gedragingen; het zijn opvattingen over hoe men zich wel of niet moet gedragen in concrete omstandigheden. Normen zijn gedragsregels; ze regelen het dagelijks sociale verkeer. Normen kunnen positief zijn (geboden) of negatief (verboden). Vaak gaat het over ongeschreven regels. Zo bestaat er geen handleiding die zegt hoe je je in de lift moet gedragen, maar de meeste mensen gedragen zich toch hetzelfde. Ze kijken vooruit, raken elkaar niet aan, praten of lachen niet, lezen de nummers van de verdieping. Waarden zijn de achterliggende idealen en motieven voor de normen. Bij waarden moeten we denken aan zaken als gerechtigheid, liefde, vrijheid en gelijkheid. Het zijn de motieven en idealen waarop de concrete normen gebaseerd zijn. Het zijn ook de grootheden die met de normen bereikt willen worden. Er zijn normen en regels om idealen (waarden) te bereiken Bron: www.wikipedia.nl Het waardekwadrant Mening: Dieren zouden ingeënt moeten worden, het is zielig om ze te ruimen en uiteindelijk leveren geënte dieren die overleven meer geld op dan dode, zieke dieren. EFFICIËNTIE initiaal RUIMEN initiaal initiaal LEVEN ENTEN 56 Oriëntatie voor de docent Kernwoorden: landbouw in Nederland, ecologische uitbreiding, waarden, normen, besluitvorming Inleiding: In paragraaf 3.2 hebben de leerlingen gelezen over de veranderingen binnen de landbouwsector. De grote druk door concurrentie, veranderend landgebruik en invloed van EU maakt de landbouwsector tot een dynamische sector. Aan deze veranderingen gaat een periode van besluitvorming en overleg vooraf, omdat iedere actor en betrokkene vanuit een andere visie denkt. Iedere betrokkene heeft andere normen en waarden. In deze opdracht gaan de leerlingen aan de slag met het verschil tussen normen en waarden en hoe deze kunnen worden onderscheiden en genuanceerd. Hierdoor krijgen de leerlingen inzicht in de verschillende waarden die ten grondslag liggen aan het vormen van een mening over natuur versus economie. Naar: Vankan, L. en J. van der Schee (2004), Leren denken met aardrijkskunde. Stichting Omgeving en Educatie, Nijmegen, 3e druk. Doelen: - Leerlingen verdiepen zich in de tegengestelde belangen tussen economische en ecologische groei in de landbouwsector. - Leerlingen maken een opinielijn en waardekwadrant voor de landbouwsector. - Leerlingen krijgen zicht op de samenhang en verschillen tussen waarden en normen. Groep/Individueel: - De opdracht wordt uitgevoerd in groepjes van vijf leerlingen Benodigde hulpmiddelen: - doorzichtige sheets (A4) - watervaste stiften om op de sheets te schrijven - voor ieder groepje een watervaste stift in afwijkende kleur - overheadprojector Benodigde tijd: 1 lesuur Voorbereiding: De leerlingen hebben paragraaf 3.2 gelezen als voorbereiding. Uitvoering: In de landbouwsector is de afweging tussen ecologie en economie (die gemaakt moet worden) een onderwerp dat altijd speelt. Bij deze opdracht gaan de leerlingen klassikaal een opinielijn en 57 waardekwadrant maken over dit onderwerp. Leerlingen leren op deze manier om een beargumenteerde mening te vormen over een onderwerp op basis van waarden en normen. De klas wordt in groepjes van vijf leerlingen gedeeld. In deze groepjes gaan ze na de uitleg van de docent een waardekwadrant maken aan de hand van hun eigen meningen. Leg de leerlingen eerst uit wat het verschil is tussen waarden en normen (zie bijlage). Vertel over de nuancering van een mening en wat een waardekwadrant. Maak de leerlingen duidelijk wat het verband is tussen het waardekwadrant en normen en waarden. Doe dit door een eenvoudig voorbeeldkwadrant op het bord te tekenen en aan de hand van dit figuur te vertellen dat de horizontale lijn in een waardekwadrant staat voor twee uiteenlopende normen (enten versus ruimen) en de nuanceringen die daar tussenin liggen. De verticale lijn staat symbool voor de waarden die ten grondslag liggen aan de normen (efficiëntie versus leven) en de tussenliggende nuanceringen. Dit kan aan de hand van het voorbeeld van de MKZ-crisis in Nederland: Moeten dieren die een risico vormen voor besmetting met MKZ afgemaakt worden of niet, en waarom? Teken een horizontale lijn op het bord met minstens vijfentwintig centimeter ruimte boven en onder de lijn. Aan weerszijde van de lijn staan de volgende uitspraken: Links: RUIMEN (evenhoevige dieren in een gebied met MKZ moeten geruimd worden) Rechts: ENTEN (evenhoevige dieren in een gebied met MKZ moeten geënt worden) Trek nu een verticale lijn door het midden van de (horizontale) opinielijn heen, zo ontstaat het uiteindelijke waardekwadrant. Aan weerszijden van deze lijn staan de volgende uitspraken: Boven: EFFICIËNTIE (een dier is een economisch product) Onder: LEVEN (een dier is een waardevol levend wezen) Laat de leerlingen voor zichzelf hun standpunt in deze kwestie innemen, op basis van één argument die in de lijn liggen van de waarden ‘efficiëntie’ en ‘leven’. Vraag de leerlingen wie er voor ruimen is en wie voor het enten van de dieren. Pik zes leerlingen uit de klas waarvan de meningen verdeeld zijn (bijvoorbeeld drie om drie). Schrijf kort de mening met één argument en de initialen van deze zes leerlingen op het bord. Plaats nu de initialen van deze leerlingen langs de (horizontale) opinielijn, overleg met de leerlingen waar de meningen het best thuishoren op de lijn. Neigen de bijbehorende argumenten meer richting de linker- of rechterkant? Plaats daarna weer, in overleg met de leerlingen, de initialen van de zes betrokken leerlingen langs deze verticale (waarden-) lijn. Door nu twee dezelfde initialen langs de twee lijnen op één punt te projecteren, wordt het duidelijk door welke norm en waarde deze mening gevormd wordt. In de bijlage is hier een vereenvoudigd voorbeeld van te vinden. De leerlingen hebben gezien hoe ze een waardekwadrant moeten tekenen, nu gaan ze dit in hun eigen groepjes doen aan de hand van een nieuwe vraag: Moeten Nederlandse boeren wijken voor natuurontwikkeling en -bescherming of andersom, en waarom? 58 Deel aan ieder groepje een transparante sheet uit, waarop de groepjes een waardekwadrant met bijbehorende normen en waarden tekenen. Hierna schrijft iedere leerling in het groepje zijn of haar mening op een apart papiertje, zodat alleen zij zelf het kunnen lezen. Als ieder groepslid zijn of haar mening heeft opgeschreven, gaat de groep het waardekwadrant invullen aan de hand van de vijf meningen. Dit doen ze op de transparante sheet, Zorg dat ieder groepje de afmetingen van het kwadrant in hun instructie aanhouden, zodat de groepjes naderhand ter vergelijking de sheets over elkaar heen kunnen schuiven. De groepjes vullen het kwadrant in zoals dat net klassikaal is voorgedaan. Hierbij is het belangrijk dat iedere leerling zijn of haar mening goed toelicht en dat er bij het invullen van het kwadrant overlegd wordt. Evaluatie/Afronding: Nadat ieder groepje een complete kwadrant heeft ingevuld, vertellen de groepjes aan de rest van de klas hoe hun kwadrant er uitziet. Vraag de groepjes wat de grootste verschillen zijn binnen het kwadrant. Wie in het groepje leken het met elkaar eens te zijn na het invullen van de opinielijn, maar bleken na het invullen van het waardekwadrant van mening te verschillen, en andersom? Variatiemogelijkheden: Na het afronden van de waardekwadranten binnen de groepjes, kunnen twee groepjes samengevoegd worden. De twee groepjes vergelijken hun waardekwadranten door de doorzichtige sheets over elkaar heen te schuiven. Zijn er meningen die in de twee kwadranten op elkaar komen te liggen? Vergelijk deze meningen die eerder op de papiertjes zijn geschreven door de leerlingen met elkaar. Komen deze meningen echt zoveel overeen? De waardekwadranten kunnen voor verschillende stellingen of thema’s ingevuld worden. Andere thema’s zouden kunnen zijn: - bio-industrie - landbouwsubsidies - handelsbarrières - meer subsidies voor biologische boeren - stop op de visvangst Als aanvulling kunnen leerlingen na het afronden van het waardekwadrant een essay schrijven over de stelling. Hierin moeten de meningen uit het kwadrant verwerkt worden. 59 Hoofdstuk 4 Achtergrondinformatie Paragraafoverstijgend www.evd.nl Engelstalige informatie over MEDU, het EU programma voor onder andere het Middellandse Zeegebied. www.consilium.europa.eu Beleidsdocument van de EU. Waarin de EU de strategie voor het Middellandse Zeegebied in 2000 presenteert. www.nato.int De NAVO over terrorisme in het Middellandse Zeegebied. www.nato.int De NAVO over samenwerking Middellandse Zeegebied – Midden-Oosten. www.geografie.nl Geografie (Juni 2007) Middellandse Zee Special Paragraaf 4.2 Klimaatgebieden http://mediatheek.thinkquest.nl/ Think Quest heeft een interactieve website in de lucht met allerlei informatie over Antarctica. Op de website is aandacht voor het landschap, de geschiedenis, de expedities en de dieren die er leven. Naast tekst is het ook mogelijk panorama’s van het continent te bekijken, een quiz te maken of een woordenlijst in te zien met relevante begrippen rondom Antarctica. www.vwkweb.nl/ De vereniging van Weerkunde en Klimatologie heeft onder het kopje <klimaat> in het hoofdmenu klimaatgegevens van een groot aantal landen. Ook is er een pagina waar uitgebreid aandacht is voor het klimaatsysteem van Köppen. www.digischool.nl Digischool biedt aanvullend lesmateriaal aan (gratis) waardoor leerlingen zelf aan de slag kunnen met het maken van een klimaatgrafiek. Paragraaf 4.3 http://beeldbank.schooltv.nl/ 60 Op de website van Teleac/NOT Schooltv staan korte (vrij eenvoudige) filmpjes over verschillende aspecten die aan de orde komen in de derde paragraaf. De filmpjes gaan onder andere over aardbevingen en vulkanisme. http://earthquake.usgs.gov Naast een website met informatie over platentektoniek in het algemeen en vulkanisme, heeft het USGS, US Geological Survey ook nog een specifieke website over aardbevingen. Op deze website is een lijst te vinden met de actuele aardbevingen, de aardbevingshistorie, kaartmateriaal van de seismologische activiteit en resultaten van (recent) seismologisch onderzoek. Ook voor specifieke regio’s als het Middellandse Zeegebied http://cires.colorado.edu Een overzicht van de aardbevingen van betekenis tussen 1995-2005 is online beschikbaar op de website van CIRES, het Cooperative Institute for Research in Environmental Science. De verschillende aardbevingen zijn te klikken op een kaart. Hierdoor wordt direct een link naar informatie over de desbetreffende aardbeving getoond, zo ook in het Middellandse Zeegebied www.ngdc.noaa.gov Op de website van het National Geophysical Data Centre zijn zeer gedetailleerde reliëfkaarten beschikbaar, ook van het Middellandse Zeegebied http://disc.gsfc.nasa.gov Op de website van de NASA kan de Middellandse Zee regio worden aangeklikt, waarna informatie volgt over de vorming van deze regio. Er wordt onderscheid gemaakt tussen onder andere tektonische, vulkanische, fluviale, eolische en glaciale landschapsvormen. Paragraaf 4.4 http://soilerosion.net/ De Soil Erosion Site is een informatieve site over bodemerosie. Het proces, de effecten en de toekomstperspectieven. (Engelstalig) www.smate.wwu.edu Op de website van het departement Geologie van Washington University kan heel eenvoudig gezocht worden naar allerlei foto en filmmateriaal met betrekking tot verschillende natural hazards, te weten aardbevingen, vulkanisme, erosie en tsunami’s, ook in het Middellandse Zeegebied. www.ngdc.noaa.gov Ook op de website van het National Geophysical Data Centre kan zeer eenvoudig allerlei fotomateriaal worden gezocht bij verschillende natuurrampen. 61 Het Middellandse Zeegebied geanalyseerd: Waar zie je wat? Opdracht voor leerlingen Inleiding: Rondom de Middellandse Zee liggen ruim 20 verschillende landen. Verschillend, maar tegelijkertijd ook vergelijkbaar. Hoofdstuk 4 gaat over het Middellandse Zeegebied, ook wel mediterrane regio. In deze opdracht ga je verder kijken naar het mediterrane landschap. Hoe kun je een mediterraan landschap omschrijven en herkennen? En vooral: wat vind je waar in het Middellandse Zeegebied? Hiermee ga je oefenen met behulp van foto’s en een topografische kaart uit de regio. Voorbereiding: - lees paragraaf 4.1 zorgvuldig door De opdracht: Wat zie je? Middellandse Zee, maar waarom? - In bijlage 1 staan een aantal foto’s uit het Middellandse Zeegebied. Probeer samen met je buurman/buurvrouw aan te geven waarom een foto uit het Middellandse Zeegebied komt. Schrijf jullie redenering op. Kies één land buiten het Middellandse Zeegebied en geef per foto één argument waarom de foto daar wel gemaakt zou kunnen zijn en één argument waarom de foto daar niet gemaakt zou kunnen zijn. Middellandse Zee, waar en waarom daar? - Bijlage 2 bevat een topografische kaart van een regio in het Middellandse Zeegebied. Geef voor elk van de foto’s uit bijlage 1 op de kaart aan waar deze gemaakt zou kunnen zijn. Let goed op hoogteverschillen, bodemgebruik, etc. Schrijf je redenering op. Wat zegt de rest? - Bespreek met een ander tweetal het land dat zij kozen in het eerste deel van de opdracht. 1. Ben je het eens met het argument voor en het argument tegen? 2. Zouden de argumenten ook tellen voor het land dat jullie zelf gekozen hebben? - Kijk vervolgens met de totale klas naar de locaties die jullie op de kaart hebben gekozen (bijlage 2). Luister naar de redenering van je klasgenoten. Praat met elkaar over de juistheid of onjuistheid van de redeneringen. 62 Bijlage 1 Foto’s A B C D E F 63 64 Oriëntatie voor de docent Kernwoorden: Middellandse Zeegebied, fotoanalyse, kaartgebruik Inleiding: Paragraaf 4.1 stelt het Mediterrane landschap centraal. Er wordt ingegaan op de ruimtelijke samenhang van het gebied en de verschillen binnen de regio. In deze opdracht gaan leerlingen werken met foto en kaartmateriaal van het Middellandse Zeegebied. In het eerste deel moeten leerlingen beredeneren waarom de foto uit het Middellandse Zeegebied afkomstig is. Het is daarbij niet zozeer van belang welke keuze de leerlingen maken, maar vooral waarom leerlingen ergens voor kiezen. In een extra uitdaging aan het einde van dit gedeelte wordt leerlingen gevraagd de foto’s in de context van een ander land te plaatsen, buiten het Middellandse Zeegebied. Op verschillende manieren leert de leerling zo het Middellandse Zeegebied af te bakenen. Het tweede deel van de opdracht laat leerlingen de verschillende foto’s uit de Mediterrane regio plaatsen op de kaart. Ook hier gaat het weer om het geografisch redeneren van de leerlingen en dus niet zozeer om die ene waarheid. Naar: Vankan, L. en J. van der Schee (2006), Meer leren denken met aardrijkskunde. Stichting Omgeving en Educatie, Nijmegen, 1e druk. Doelen: - Leerlingen leren landschapsbeelden te analyseren - Leerlingen leren landschapsbeelden te koppelen aan kaartmateriaal - Leerlingen leren een regionale typering te koppelen aan landschapsbeelden Groep/Individueel: - De opdracht wordt bij voorkeur in tweetallen uitgevoerd, maar is ook geschikt als individuele opdracht - Bespreking van de opdracht gebeurt klassikaal Benodigde hulpmiddelen: - Voor elk tweetal een exemplaar van de bijlage - Atlassen - Evt. Topografische kaart van Middellandse Zeegebied aan de wand (ter verduidelijking) Benodigde tijd: - Een half lesuur 65 HAVO: Hoofdstuk 4 Werkwijze Voorbereiding: De opdracht vereist weinig voorbereiding. Er moeten voldoende exemplaren van de bijlagen beschikbaar zijn. Daarnaast moet een korte instructie gegeven worden over het gebruik van topografische kaarten (gericht op het tweede deel van de opdracht). Hang een topografische wandkaart op in het klaslokaal en bespreek de verschillende aspecten die uit deze kaart op te maken zijn: De hoogteverschillen op de kaart, de stedelijke bebouwing, het bodemgebruik en de invloed van water (rivier/kanaal/zee). Uitvoering: Een goede start van de opdracht zelf is om de eerste foto klassikaal behandelen. Leerlingen zullen erachter komen dat het niet eenvoudig is ieder beeld op de topografische kaart te plaatsen. Door een klassikale behandeling van de eerste foto kunnen leerlingen gewezen worden op de zaken waar ze extra op moeten letten. Zet nu de leerlingen in tweetallen aan het werk met de opdracht. Evaluatie/Afronding: Bij het eerste deel van de opdracht kijken de tweetallen in kleine groepjes naar de overeenkomsten in de argumenten voor en tegen een land buiten de Middellandse Zeeregio. Eventueel kunnen de vergelijkingen in de kleine groepjes klassikaal worden afgerond. Het tweede deel van de opdracht moet zeker klassikaal worden behandeld. Belangrijk daarbij is een nabespreking waarin veel aandacht is voor de achterliggende redenering van de leerlingen. Waarom hebben ze voor een bepaalde locatie gekozen? En is die vergelijkbaar met andere locaties op de kaart waar andere tweetallen wellicht voor gekozen hebben? Welke foto was het moeilijkst te plaatsen en waarom? Welke kenmerken gaven per foto de doorslag voor de locatiebepaling? De nadruk moet in deze nabespreking liggen op het proces en niet zozeer op de uitkomst. Hoe zijn de leerlingen tot de verschillende conclusies gekomen? Variatiemogelijkheden: Een extra vraag bij de topografische kaart zou kunnen zijn. Stel er moet een nieuwe stad/nieuw industriegebied/vliegveld ontwikkeld worden. Wat zou daar een goede locatie voor zijn en waarom daar? 66 Hoofdstuk 5 De aarde als natuurlijk systeem Achtergrondinformatie Paragraafoverstijgend www.geoclopedie.nl/ Een korte overzichtelijke website Geoclopedie met geologische begrippen via het vakgebied <geologie> in het hoofdmenu, aansluitend op de paragrafen 5.1 en 5.2. Via het vakgebied <meteorologie> volgt een begripsomschrijving interessant voor paragraaf 5.3. www.aarde.nu/ De website van de Samenwerkende Universiteiten rondom het thema aarde geeft suggesties voor goede profielwerkstukken per vak. http://webs.cmich.edu/ De RESGI, Resources for Earth Sciences and Geography Instruction, is een grote databank bestaande uit links in verschillende aardwetenschappelijke disciplines. Naast links naar zeer informatieve websites op vrijwel alle deelvlakken van de aardwetenschappen, staat op de website ook een aparte link naar <Earth Science Animations>. Via deze link volgt een nieuwe databank met daarin tal van links naar Animaties van geologische en fysisch geografische verschijnselen. Paragraaf 5.1 http://beeldbank.schooltv.nl Op de website van Teleac/NOT Schooltv staan korte (vrij eenvoudige) filmpjes over verschillende aspecten die aan de orde komen in de eerste paragraaf. De filmpjes gaan achtereenvolgens over: - De opbouw van de aarde - Het ontstaan van vulkanen en eilanden - Vulkanen - Aardbevingen - Plooiingsgebergten Platentektoniek Het Don Bosco College in België heeft een mooie website in de lucht met informatie over de structuur van de aarde, de structuur van de aardkorst, bewegingen van de lithosfeer en links naar animaties van vroegere en toekomstige bewegingen. Bij ieder onderdeel is ook een oefening beschikbaar voor leerlingen. Deze moeten ze al dan niet met behulp van internet beantwoorden. De oefeningen gaan meestal nog iets verder dan de opgaven uit het werkboek en laten leerlingen ook daadwerkelijk fysisch geografische data analyseren. http://pubs.usgs.gov/ Het USGS, US Geological Survey, heeft ‘This Dynamic Earth’ met veel geologische informatie online. De website gaat zowel in op de puur geologische aspecten (het ontstaan en de ontwikkeling van de aarde) als op de relatie tussen geologie en de mens. Op een aparte pagina wordt aandacht besteed aan de relatie mens-platentektoniek. (Engelstalig) Vulkanisme 67 Op de website van het Global Vulcanism Program is te zien welke vulkanen actief zijn (geweest) per maand en per regio. Ook is letterlijk per vulkaan informatie beschikbaar over de activiteit, de vorm en soms ook fotomateriaal. (Engelstalig) http://kids.discovery.com/ Op de website van Discovery Channel is een speciaal gedeelte ingericht voor jongeren. Hier kunnen leerlingen oefenen met verschillende vulkaantypen en een eigen vulkaan ‘bouwen’. (Engelstalig) www.vulkanen.nl/ De website Vulkanen.nl is het Nederlandstalige alternatief voor de website van het Global Vulcanism Program. Hier is niet voor iedere vulkaan informatie beschikbaar, maar wel voor de meest interessante. Verder heeft de website als homepage ook een kaart met de huidige vulkaanactiviteit. In het archief zijn verschillende grotere vulkaanuitbarstingen terug te vinden tot in 2000. http://library.thinkquest.org Een website met een zeer uitgebreide begripsomschrijving rondom het thema vulkanisme is de website van Think Quest. http://volcanoes.usgs.gov/ Naast een website met informatie over platentektoniek in het algemeen, heeft het USGS, US Geological Survey ook een specifieke website over vulkanisme. Op deze website is een lijst te vinden met de actuele vulkaanuitbarstingen, de vulkanische historie en kaartmateriaal van de vulkanische activiteit. Aardbevingen http://earthquake.usgs.gov Naast een website met informatie over platentektoniek in het algemeen en vulkanisme, heeft het USGS, US Geological Survey ook nog een specifieke website over aardbevingen. Op deze website is een lijst te vinden met de actuele aardbevingen, de aardbevingshistorie, kaartmateriaal van de seismologische activiteit en resultaten van (recent) seismologisch onderzoek. http://cires.colorado.edu/ Een overzicht van de aardbevingen van betekenis tussen 1995-2005 is online beschikbaar op de website van CIRES, het Cooperative Institute for Research in Environmental Science. De verschillende aardbevingen zijn te klikken op een kaart. Hierdoor wordt direct een link naar informatie over de desbetreffende aardbeving getoond. www.knmi.nl Ook van Nederland wordt door seismologen nauwkeurig de bodem in de gaten gehouden. Op de website van het KNMI zijn een aantal gegevens samengebracht. Onder andere de laatste bevingen, de actuele bodembeweging in Zuid-Limburg en tips voor het maken van een werkstuk zijn hier beschikbaar. www.geofoon.nl/ Er bestaat ook een Landelijk informatiepunt voor vragen over bodemdaling en aardbevingen in Nederland. Op deze website wordt de werking van een seismisch station uitgewerkt en is aandacht voor de oorzaken en gevolgen van bodemdaling voor Nederland. www.natuurinformatie.nl 68 Op de website Natuurinformatie, een samenwerkingsproject tussen onder andere Naturalis, Diergaarde Blijdorp, Duinbehoud, NWO en Nemo, is een aparte pagina met informatie over het ontstaan van Tsunami’s en de uitwerking ervan. www.geobronnen.com Op de website Geobronnen, <dossiers> in het hoofdmenu, zijn speciale opdrachten te downloaden waarbij leerlingen vragen moeten beantwoorden aan de hand van bronmateriaal dat ook via de website beschikbaar is. Er is een apart dossier aardbevingen en een dossier tsunami. Gebergtevorming www.ngdc.noaa.gov Op de website van het National Geophysical Data Centre zijn zeer gedetailleerde reliëfkaarten beschikbaar. Paragraaf 5.2 Erosie & Verwering www.natuurinformatie.nl Op de website Natuurinformatie, een samenwerkingsproject tussen onder andere Naturalis, Diergaarde Blijdorp, Duinbehoud, NWO en Nemo, worden aparte pagina’s besteed aan onderzoek aan de kust en zee. Via deze portal is informatie beschikbaar over de Zeeuwse Delta (hoe verdedigt het leven ons tegen de zee?), de Hollandse Kustlinie (hoe beweegt zand langs onze kust?) en de Waddenzee (hoe zitten ecologische relaties in elkaar?). Paragraaf 5.3 De zon als motor http://mediatheek.thinkquest.nl Think Quest heeft een aparte pagina met veel informatie binnen het domein meteorologie. Informatie over temperatuur, luchtdruk, wolken, neerslag, klimaatverandering en weersvoorspellingen. Klimaatgebieden http://mediatheek.thinkquest.nl Think Quest heeft een interactieve website in de lucht met allerlei informatie over Antarctica. Op de website is aandacht voor het landschap, de geschiedenis, de expedities en de dieren die er leven. Naast tekst is het ook mogelijk panorama’s van het continent te bekijken, een quiz te maken of een woordenlijst in te zien met relevante begrippen rondom Antarctica. www.vwkweb.nl/ 69 De vereniging van Weerkunde en Klimatologie heeft onder het kopje <klimaat> in het hoofdmenu klimaatgegevens van een groot aantal landen. Ook is er een pagina waar uitgebreid aandacht is voor het klimaatsysteem van Köppen. www.digischool.nl Digischool biedt aanvullend lesmateriaal aan (gratis) waardoor leerlingen zelf aan de slag kunnen met het maken van een klimaatgrafiek. Paragraaf 5.4 Systeem aarde MUSEA www.naturalis.nl/ Het museum Naturalis te Leiden heeft een aparte tentoonstelling over het Systeem Aarde. In totaal worden acht ecosystemen onderzocht, die een onderdeel uitmaken van het Systeem Aarde. De resultaten van het onderzoek van elk van de onderzochte ecosystemen worden door de leerlingen kort samengevat in een aantal algemene factoren zoals klimaat, zeestromingen en begroeiing. www.nhmmaastricht.nl Iets minder relevant voor aardrijkskunde als enige vak, maar zeker goed te combineren met biologie is een bezoek aan het Natuurhistorisch Museum te Maastricht. De tentoonstelling gaat specifiek in op de effecten van de geologische tijdschaal voor Zuid-Limburg. Zo is er aandacht voor de krijtzee en het ontstaan van steenkool in de regio. www.artis.nl In het Planetarium te Artis Amsterdam is ook een deel gewijd aan de geschiedenis van de aarde. www.museon.nl Het Museon in Den Haag heeft een aparte afdeling ingericht voor de geologische collectie. De tentoonstelling probeert de bezoeker inzicht te geven in het ontstaan van de aarde en het leven op aarde in de verschillende geologische tijdschalen. In het museon is het mogelijk speciale lessen te boeken over deelthema’s binnen aardwetenschappen. Enkele voorbeelden van deze lessen zijn: - ‘de aardkorst in beweging’ (themazaal: vulkanen & aardbevingen) - ‘herkennen van gesteenten’ (thema: actieve aarde) - ‘kwartairgeologie van Nederland’ (themazaal: hoogland/laagland) www.geologischmuseum.nl Het Gelders Geologisch Museum te Velp heeft een vaste collectie fossielen, mineralen en zwerfstenen die gerangschikt zijn naar model van Zandstra. De rol van kringlopen www.lenntech.com Op de website van lenntech waterbehandeling en luchtbehandeling worden de exacte aspecten van verschillende kringlopen behandeld. Achtereenvolgens komen de hydrologische, stikstof, fosfor, zwavel en koolstof cyclus aan bod. Paragraaf 5.5 70 Vorming van landschappen http://disc.gsfc.nasa.gov Op de website van de NASA kunnen per werelddeel bepaalde regio’s worden aangeklikt, waarna informatie volgt over de vorming van deze regio. Er wordt onderscheid gemaakt tussen onder andere tektonische, vulkanische, fluviale, eolische en glaciale landschapsvormen. http://geoimages.berkeley.edu Berkeley University heeft een website met fotomateriaal van vrijwel alle landschapsvormen gerangschikt op vormingstype. Kenmerken van landschapszones http://www.natuurinformatie.nl Op de website Natuurinformatie, een samenwerkingsproject tussen onder andere Naturalis, Diergaarde Blijdorp, Duinbehoud, NWO en Nemo, worden aparte pagina’s besteed aan leven in extreme omstandigheden. Hoe gaan verschillende organismen hiermee om? De website gaat onder andere in op extreme kou, hitte en droogte. Paragraaf 5.6 Milieuramp www.ssec.wisc.edu Actuele dikte ozonlaag http://soilerosion.net/ De Soil Erosion Site is een informatieve site over bodemerosie. Het proces, de effecten en de toekomstperspectieven. (Engelstalig) www.smate.wwu.edu/A> Op de website van het departement Geologie van Washington University kan heel eenvoudig gezocht worden naar allerlei foto en filmmateriaal met betrekking tot verschillende natural hazards, te weten aardbevingen, vulkanisme, erosie en tsunami’s. www.ngdc.noaa.gov Ook op de website van het National Geophysical Data Centre kan zeer eenvoudig allerlei fotomateriaal worden gezocht bij verschillende natuurrampen. http://mediatheek.thinkquest.nl Ook Think Quest besteedt aandacht aan natuurlijke gevaren. Er zijn verschillende modules met uitgebreide informatie over vulkanen, aardbevingen, tornado’s en overstromingen. 71 Vulkanisme op Java: filmfragment & opdracht Extra opdracht bij paragraaf 5.1 Opdracht voor leerlingen Inleiding: Paragraaf 5.1 gaat over processen die de aarde van binnenuit veranderen. Aardbevingen en vulkanisme hangen hiermee samen. In deze opdracht ga je kijken naar de ontwikkeling van vulkanen op het eiland Java. Met behulp van de Grote Bosatlas zul je een klein onderzoekje doen naar de invloed van die vulkanen op de vorming van het eiland Java. Voorbereiding: - lees paragraaf 5.1 zorgvuldig door De opdracht: Filmfragment - Bekijk het filmfragment http://beeldbank.schooltv.nl/oneclip.jsp?id=26151# Vragen - Beantwoord nu in tweetallen de volgende vragen met behulp van de Grote Bosatlas en de bijlage: 1. Figuur 1 geeft een overzicht van de vulkanen in Indonesië. De vulkanen liggen in één lijn aan de zuidkant van beide eilanden. Waarom juist hier? 2. Om welk type vulkaan gaat het dus hier? 3. Op figuur 1 in de bijlage is heel duidelijk de rij vulkanen zichtbaar op Sumatra en Java. Op de overzichtskaart van Indonesië in de Grote Bosatlas zijn deze vulkanen ook herkenbaar, hoewel ze niet direct zo genoemd worden. Hoe kun je de vulkanen daar herkennen? 4. Als gevolg van de vulkanische activiteit op Java zijn hier caldera’s ontstaan. Wat is een caldera? 5. De caldera’s zijn vaak duidelijk herkenbaar in het landschap. Ook op kaarten zijn ze soms waar te nemen. Zo ook op de kaart van figuur 2. Probeer tenminste één caldera te ontdekken. 6. Teken op de kaart (figuur 2) de volgende steden in: - Jakarta - Surabaya - Bandung - Surakarta 72 - Malang 7. Waarom is de ligging van de laatste 3 steden opmerkelijk? 8. Welke gevaren dreigen hierdoor voor deze steden? 9. Bandung, Surakarta, Malang en hun directe omgeving hebben echter ook voordeel aan deze ligging. Wat zijn belangrijke voordelen van deze ligging? 73 Bijlage 1 Figuur 1 74 Bijlage 1 Figuur 2 75 Bijlage 2 Antwoordmodel 1. Dit is te verklaren met behulp van de platentektoniek. Sumatra en Java liggen precies op de grens van een continentale plaat (de Euaziatische plaat) en een half-continentale/half-oceanische plaat (Indisch-Australische plaat). Bij Java is er sprake van subductie, de Indisch-Australische plaat duikt onder de Euraziatische plaat. Daarbij wordt in dit geval een hele rij vulkanen gevormd. 2. Stratovulkaan 3. Het zijn de hoger gelegen delen van het eiland. Hier zijn ook alle bergtoppen te vinden. 4. Een caldera ontstaat wanneer een dode (strato)vulkaan plotseling onder hoge druk tot uitbarsting komt en daarbij de vulkaantop wordt weggeblazen. Er ontstaat een enorme krater van tien tot soms wel vijftig kilometer doorsnede. 5. Zie volgende pagina *(rood). 6. Zie volgende pagian *(geel)=> van west naar oost: - Jakarta - Bandung - Surakarta - Malang - Surabaya 7. De steden liggen allen aan de voet van een vulkaan of zelfs meerdere vulkanen. 8. - lavastromen - vrijkomende gassen - rondslingerend peroklastisch materiaal (asregen/vulkanische bommen) 9. - Vulkanische grond is vruchtbaar: goed voor landbouw - Vulkanen zijn interessante natuurverschijnselen: goed voor toerisme - De hoge ligging van de steden maakt dat deze minder kans lopen op verstrekkende gevolgen van een vloedgolf/tsunami. 76 Bijlage 2: Antwoordmodel Figuur 2 77 Oriëntatie voor de docent Kernwoorden: Vulkanisme, Tektoniek, Caldera, Java, Sumatra, Indonesië Inleiding: Paragraaf 5.1 gaat in op tektoniek en vulkanisme. Als aanvulling op deze paragraaf start deze tip met een vereenvoudigd filmfragment over het ontstaan van vulkanen en eilanden (nieuw land). Aan het eind van het filmpje wordt iets gezegd over de ontwikkeling van vulkanen op het eiland Java. De opdracht gaat hiermee verder en gaat tevens in op de gevolgen voor de mens. Daarmee sluit de opdracht ook aan op het gedeelte over natuurrampen in het Middellandse Zeegebied in hoofdstuk 4, maar nu in de context van Indonesië/Java. Met behulp van de Grote Bosatlas moeten leerlingen vragen beantwoorden over vulkanisme en de oorzaken en gevolgen voor Indonesië/Java. Daarbij oefenen zij vooral met het gebruik van kaarten en het herkennen van patronen. Doelen: - leerlingen kunnen het proces van (strato)vulkaanvorming beschrijven - leerlingen kunnen de structuur van het landschap koppelen aan het principe van vulkaanvorming - leerlingen kunnen verklaren waarom steden op Java zich ontwikkelen bij vulkanen Groep/Individueel: Het eerste deel is klassikaal (d.w.z. het introductiefilmpje), vervolgens zijn de opdrachten geschikt voor tweetallen. Benodigde hulpmiddelen: - Tenminste voor ieder tweetal 1 Grote Bosatlas - Uitdraai van de opdracht 78 Werkwijze voor de docent Voorbereiding: Downloaden van het filmfragment: http://beeldbank.schooltv.nl/oneclip.jsp?id=26151# Uitvoering: Het onderdeel begint met het afspelen van het filmfragment. Daarna wordt de klas opgedeeld in tweetallen. Met behulp van de Grote Bosatlas en het kaartmateriaal in de bijlage gaan leerlingen in tweetallen vragen beantwoorden over vulkanisme op Java. De leerlingen krijgen hiervoor een opdrachtenvel met daarin een bijlage bestaande uit 2 kaarten. De opdrachten op het werkblad wijzen zich vanzelf. Het is van belang te benadrukken dat de leerlingen binnen het tweetal goed moeten overleggen. Evaluatie/Afronding: Zodra de tweetallen de opdracht hebben afgerond, kunnen met behulp van een grote uitdraai van figuur 2 uit de bijlage de antwoorden van de verschillende groepjes worden gecombineerd. Laat ieder groepje (voor zover mogelijk) een gevonden Caldera op deze grotere kaart intekenen. Laat ook twee tweetallen zich bezig houden met het plaatsen van de 5 steden op de kaart. Zodra de leerlingen hiermee klaar zijn kan met behulp van het antwoordmodel (bijlage 2) de rest van de opdracht klassikaal behandeld worden. 79 Hoofdstuk 6 Natuur bedreigt VS Achtergrondinformatie Paragraafoverstijgend www.geoclopedie.nl/ Een korte overzichtelijke website Geoclopedie met geologische begrippen via het vakgebied <geologie> in het hoofdmenu, aansluitend op de paragrafen 5.1 en 5.2. Via het vakgebied <meteorologie> volgt een begripsomschrijving interessant voor paragraaf 5.3. www.aarde.nu/ De website van de Samenwerkende Universiteiten rondom het thema aarde geeft suggesties voor goede profielwerkstukken per vak. http://webs.cmich.edu/ De RESGI, Resources for Earth Sciences and Geography Instruction, is een grote databank bestaande uit links in verschillende aardwetenschappelijke disciplines. Naast links naar zeer informatieve websites op vrijwel alle deelvlakken van de aardwetenschappen, staat op de website ook een aparte link naar <Earth Science Animations>. Via deze link volgt een nieuwe databank met daarin tal van links naar Animaties van geologische en fysisch geografische verschijnselen. Paragraaf 5.1 http://beeldbank.schooltv.nl Op de website van Teleac/NOT Schooltv staan korte (vrij eenvoudige) filmpjes over verschillende aspecten die aan de orde komen in de eerste paragraaf. De filmpjes gaan achtereenvolgens over: - De opbouw van de aarde - Het ontstaan van vulkanen en eilanden - Vulkanen - Aardbevingen - Plooiingsgebergten Platentektoniek Het Don Bosco College in België heeft een mooie website in de lucht met informatie over de structuur van de aarde, de structuur van de aardkorst, bewegingen van de lithosfeer en links naar animaties van vroegere en toekomstige bewegingen. Bij ieder onderdeel is ook een oefening beschikbaar voor leerlingen. Deze moeten ze al dan niet met behulp van internet beantwoorden. De oefeningen gaan meestal nog iets verder dan de opgaven uit het werkboek en laten leerlingen ook daadwerkelijk fysisch geografische data analyseren. http://pubs.usgs.gov/ Het USGS, US Geological Survey, heeft ‘This Dynamic Earth’ met veel geologische informatie online. De website gaat zowel in op de puur geologische aspecten (het ontstaan en de ontwikkeling van de aarde) als op de relatie tussen geologie en de mens. Op een aparte pagina wordt aandacht besteed aan de relatie mens-platentektoniek. (Engelstalig) Vulkanisme 80 Op de website van het Global Vulcanism Program is te zien welke vulkanen actief zijn (geweest) per maand en per regio. Ook is letterlijk per vulkaan informatie beschikbaar over de activiteit, de vorm en soms ook fotomateriaal. (Engelstalig) http://kids.discovery.com/ Op de website van Discovery Channel is een speciaal gedeelte ingericht voor jongeren. Hier kunnen leerlingen oefenen met verschillende vulkaantypen en een eigen vulkaan ‘bouwen’. (Engelstalig) www.vulkanen.nl/ De website Vulkanen.nl is het Nederlandstalige alternatief voor de website van het Global Vulcanism Program. Hier is niet voor iedere vulkaan informatie beschikbaar, maar wel voor de meest interessante. Verder heeft de website als homepage ook een kaart met de huidige vulkaanactiviteit. In het archief zijn verschillende grotere vulkaanuitbarstingen terug te vinden tot in 2000. http://library.thinkquest.org Een website met een zeer uitgebreide begripsomschrijving rondom het thema vulkanisme is de website van Think Quest. http://volcanoes.usgs.gov/ Naast een website met informatie over platentektoniek in het algemeen, heeft het USGS, US Geological Survey ook een specifieke website over vulkanisme. Op deze website is een lijst te vinden met de actuele vulkaanuitbarstingen, de vulkanische historie en kaartmateriaal van de vulkanische activiteit. Aardbevingen http://earthquake.usgs.gov Naast een website met informatie over platentektoniek in het algemeen en vulkanisme, heeft het USGS, US Geological Survey ook nog een specifieke website over aardbevingen. Op deze website is een lijst te vinden met de actuele aardbevingen, de aardbevingshistorie, kaartmateriaal van de seismologische activiteit en resultaten van (recent) seismologisch onderzoek. http://cires.colorado.edu/ Een overzicht van de aardbevingen van betekenis tussen 1995-2005 is online beschikbaar op de website van CIRES, het Cooperative Institute for Research in Environmental Science. De verschillende aardbevingen zijn te klikken op een kaart. Hierdoor wordt direct een link naar informatie over de desbetreffende aardbeving getoond. www.knmi.nl Ook van Nederland wordt door seismologen nauwkeurig de bodem in de gaten gehouden. Op de website van het KNMI zijn een aantal gegevens samengebracht. Onder andere de laatste bevingen, de actuele bodembeweging in Zuid-Limburg en tips voor het maken van een werkstuk zijn hier beschikbaar. www.geofoon.nl/ Er bestaat ook een Landelijk informatiepunt voor vragen over bodemdaling en aardbevingen in Nederland. Op deze website wordt de werking van een seismisch station uitgewerkt en is aandacht voor de oorzaken en gevolgen van bodemdaling voor Nederland. www.natuurinformatie.nl 81 Op de website Natuurinformatie, een samenwerkingsproject tussen onder andere Naturalis, Diergaarde Blijdorp, Duinbehoud, NWO en Nemo, is een aparte pagina met informatie over het ontstaan van Tsunami’s en de uitwerking ervan. www.geobronnen.com Op de website Geobronnen, <dossiers> in het hoofdmenu, zijn speciale opdrachten te downloaden waarbij leerlingen vragen moeten beantwoorden aan de hand van bronmateriaal dat ook via de website beschikbaar is. Er is een apart dossier aardbevingen en een dossier tsunami. Gebergtevorming www.ngdc.noaa.gov Op de website van het National Geophysical Data Centre zijn zeer gedetailleerde reliëfkaarten beschikbaar. Paragraaf 5.2 Erosie & Verwering www.natuurinformatie.nl Op de website Natuurinformatie, een samenwerkingsproject tussen onder andere Naturalis, Diergaarde Blijdorp, Duinbehoud, NWO en Nemo, worden aparte pagina’s besteed aan onderzoek aan de kust en zee. Via deze portal is informatie beschikbaar over de Zeeuwse Delta (hoe verdedigt het leven ons tegen de zee?), de Hollandse Kustlinie (hoe beweegt zand langs onze kust?) en de Waddenzee (hoe zitten ecologische relaties in elkaar?). Paragraaf 5.3 De zon als motor http://mediatheek.thinkquest.nl Think Quest heeft een aparte pagina met veel informatie binnen het domein meteorologie. Informatie over temperatuur, luchtdruk, wolken, neerslag, klimaatverandering en weersvoorspellingen. Klimaatgebieden http://mediatheek.thinkquest.nl Think Quest heeft een interactieve website in de lucht met allerlei informatie over Antarctica. Op de website is aandacht voor het landschap, de geschiedenis, de expedities en de dieren die er leven. Naast tekst is het ook mogelijk panorama’s van het continent te bekijken, een quiz te maken of een woordenlijst in te zien met relevante begrippen rondom Antarctica. www.vwkweb.nl/ 82 De vereniging van Weerkunde en Klimatologie heeft onder het kopje <klimaat> in het hoofdmenu klimaatgegevens van een groot aantal landen. Ook is er een pagina waar uitgebreid aandacht is voor het klimaatsysteem van Köppen. www.digischool.nl Digischool biedt aanvullend lesmateriaal aan (gratis) waardoor leerlingen zelf aan de slag kunnen met het maken van een klimaatgrafiek. Paragraaf 5.4 Systeem aarde MUSEA www.naturalis.nl/ Het museum Naturalis te Leiden heeft een aparte tentoonstelling over het Systeem Aarde. In totaal worden acht ecosystemen onderzocht, die een onderdeel uitmaken van het Systeem Aarde. De resultaten van het onderzoek van elk van de onderzochte ecosystemen worden door de leerlingen kort samengevat in een aantal algemene factoren zoals klimaat, zeestromingen en begroeiing. www.nhmmaastricht.nl Iets minder relevant voor aardrijkskunde als enige vak, maar zeker goed te combineren met biologie is een bezoek aan het Natuurhistorisch Museum te Maastricht. De tentoonstelling gaat specifiek in op de effecten van de geologische tijdschaal voor Zuid-Limburg. Zo is er aandacht voor de krijtzee en het ontstaan van steenkool in de regio. www.artis.nl In het Planetarium te Artis Amsterdam is ook een deel gewijd aan de geschiedenis van de aarde. www.museon.nl Het Museon in Den Haag heeft een aparte afdeling ingericht voor de geologische collectie. De tentoonstelling probeert de bezoeker inzicht te geven in het ontstaan van de aarde en het leven op aarde in de verschillende geologische tijdschalen. In het museon is het mogelijk speciale lessen te boeken over deelthema’s binnen aardwetenschappen. Enkele voorbeelden van deze lessen zijn: - ‘de aardkorst in beweging’ (themazaal: vulkanen & aardbevingen) - ‘herkennen van gesteenten’ (thema: actieve aarde) - ‘kwartairgeologie van Nederland’ (themazaal: hoogland/laagland) www.geologischmuseum.nl Het Gelders Geologisch Museum te Velp heeft een vaste collectie fossielen, mineralen en zwerfstenen die gerangschikt zijn naar model van Zandstra. De rol van kringlopen www.lenntech.com Op de website van lenntech waterbehandeling en luchtbehandeling worden de exacte aspecten van verschillende kringlopen behandeld. Achtereenvolgens komen de hydrologische, stikstof, fosfor, zwavel en koolstof cyclus aan bod. Paragraaf 5.5 83 Vorming van landschappen http://disc.gsfc.nasa.gov Op de website van de NASA kunnen per werelddeel bepaalde regio’s worden aangeklikt, waarna informatie volgt over de vorming van deze regio. Er wordt onderscheid gemaakt tussen onder andere tektonische, vulkanische, fluviale, eolische en glaciale landschapsvormen. http://geoimages.berkeley.edu Berkeley University heeft een website met fotomateriaal van vrijwel alle landschapsvormen gerangschikt op vormingstype. Kenmerken van landschapszones http://www.natuurinformatie.nl Op de website Natuurinformatie, een samenwerkingsproject tussen onder andere Naturalis, Diergaarde Blijdorp, Duinbehoud, NWO en Nemo, worden aparte pagina’s besteed aan leven in extreme omstandigheden. Hoe gaan verschillende organismen hiermee om? De website gaat onder andere in op extreme kou, hitte en droogte. Paragraaf 5.6 Milieuramp www.ssec.wisc.edu Actuele dikte ozonlaag http://soilerosion.net/ De Soil Erosion Site is een informatieve site over bodemerosie. Het proces, de effecten en de toekomstperspectieven. (Engelstalig) www.smate.wwu.edu/A> Op de website van het departement Geologie van Washington University kan heel eenvoudig gezocht worden naar allerlei foto en filmmateriaal met betrekking tot verschillende natural hazards, te weten aardbevingen, vulkanisme, erosie en tsunami’s. www.ngdc.noaa.gov Ook op de website van het National Geophysical Data Centre kan zeer eenvoudig allerlei fotomateriaal worden gezocht bij verschillende natuurrampen. http://mediatheek.thinkquest.nl Ook Think Quest besteedt aandacht aan natuurlijke gevaren. Er zijn verschillende modules met uitgebreide informatie over vulkanen, aardbevingen, tornado’s en overstromingen. 84 Een rampscenario: een mind movie Extra opdracht bij 6.1 en 6.2 Opdracht voor leerlingen Inleiding: In paragraaf 6.1 en 6.2 heb je gelezen over het ontstaan van natuurrampen in de VS. De gevolgen van natuurrampen zijn vanuit verschillende perspectieven beschreven; de natuurlijke, politieke en culturele. In deze opdracht ga je zelf nadenken over de mogelijke gevolgen van een natuurramp. Door je in te leven in een verhaal en na te denken over de gevolgen van een natuurramp, ga je de afloop van een natuurramp beschrijven en vergelijken met andere ideeën van klasgenoten. Voorbereiding: - lees de paragrafen 6.1 en 6.2 zorgvuldig door Uitvoering: Voorbereiding Je docent deelt de klas in tweetallen, waarin je straks gaat overleggen. Eerst pak je pen en papier dat je voor je neerlegt. Probeer je nu goed te concentreren op het verhaal dat je docent voorleest. Sluit je ogen en leef je zo goed mogelijk in (in het verhaal), alleen dan is het mogelijk om een goed vervolg te schrijven. Afloop Wanneer je docent opeens stopt met het voorlezen van het verhaal, beleef jij in je hoofd de afloop van dit verhaal. Denk hier een paar minuten over na en schrijf dan tot in detail op wat je voor je zag. Hoe liep dit rampscenario in jouw gedachten af? Uitwisselen Wissel vervolgens jouw afloop uit met je groepsgenoot en lees elkaars verhaal. Overleg over de verschillen tussen jullie verhalen en licht toe wat je precies voor je zag. Vragen Overleg nu met je groepsgenoot over vier vragen die je zou kunnen stellen naar aanleiding van dit verhaal. Enkele kernwoorden die je zouden kunnen helpen bij het opstellen van die vragen zijn: - geografische kennis - mobiliteit - beleid - medische voorzieningen - mens versus natuur 85 Werk deze vragen uit aan de hand van deze punten: - Wat willen jullie weten naar aanleiding van het verhaal? - Hoe denken jullie die vragen te kunnen beantwoorden? Wat hebben jullie daarvoor nodig? - Welke stappen zouden jullie nemen bij het zoeken naar het antwoord op de vragen? Huiswerk Vervolgens gaan jullie dit (kleine) ‘onderzoeksplan’ als huiswerk uitvoeren. De volgende les worden de gevonden antwoorden en wat jullie geleerd hebben van deze opdracht besproken. Evaluatie In de volgende les worden de ideeën voor de afloop van het verhaal geïnventariseerd. Kostte het je veel moeite om je in de situatie in te leven? Vertel over de vragen die jullie zouden stellen naar aanleiding van het verhaal. Hebben jullie de antwoorden hierop kunnen vinden, hoe hebben jullie dat gedaan? Denk hierbij aan de stapjes die je hebt genomen voor het beantwoorden van de vragen. 86 Oriëntatie voor de docent Kernwoorden: veiligheid, risico, natuurramp, gevolgen, hazard management Inleiding: In paragraaf 6.1 en 6.2 hebben de leerlingen gelezen over het ontstaan van natuurrampen in de VS. De gevolgen van natuurrampen zijn vanuit verschillende perspectieven beschreven; de natuurlijke, politieke en culturele. In deze opdracht gaat de leerling zelf nadenken over de mogelijke gevolgen van een natuurramp. Door zich in te leven in een verhaal en na te denken over de gevolgen van een natuurramp, gaat de leerling de afloop van een natuurramp beschrijven (een mind movie) en vergelijken met andere ideeën van klasgenoten. Doelen: - Leerlingen gebruiken hun kennis over de ligging van gebieden en natuurrampen om zich een voorstelling van een fictieve ramp te maken en de gevolgen daarvan te beschrijven - Leerlingen overleggen over- en beargumenteren hun gemaakte keuzen t.a.v. de gevolgen van een fictieve ramp - Naar aanleiding van een tekst over een natuurramp stellen leerlingen vragen en zoeken hier zelf een antwoord op. Naar: Vankan, L. en J. van der Schee (2006), Meer leren denken met aardrijkskunde. Stichting Omgeving en Educatie, Nijmegen, 1e druk. Groep/Individueel: - Deze opdracht wordt in tweetallen uitgevoerd. Benodigde hulpmiddelen: Benodigde tijd: 1 lesuur en huiswerktijd Voorbereiding: Eén van de teksten uit de bijlage een paar keer goed doorlezen, zodat u het in de les met spanning kan voorlezen. Uitvoering: In de les verdeelt u de klas in groepjes van twee leerlingen en vertelt u de leerlingen dat u ze een verhaal voor gaat lezen. U kunt een verhaal kiezen uit de bijlage, deze verhalen hebben allemaal betrekking op een natuurramp en sluiten aan op de gelezen paragrafen. 87 Iedere leerling (individueel) heeft alleen een pen en papier nodig. Vertel de leerlingen dat ze zich goed moeten concentreren voor deze oefening. Vraag de leerlingen vervolgens om allemaal hun ogen dicht te doen, terwijl u een kort verhaal voor gaat lezen. Vertel de leerlingen dat ze zich zo goed mogelijk in moeten leven in het verhaal. Ze moeten zich het verhaal helder proberen voor te stellen, omdat zij moeten bedenken hoe dit af gaat lopen. Lees één van de verhalen uit de bijlagen voor en laat de leerlingen vervolgens drie minuten (met hun ogen dicht) nadenken over de afloop van het verhaal. Na drie minuten schrijven de leerlingen individueel op wat ze voor zich zagen. Laat ze een zo gedetailleerd mogelijke beschrijving maken. Laat de leerlingen vervolgens in het tweetal de opgeschreven gedachten uitwisselen. Hadden de leerlingen een heel verschillend beeld van de afloop van het verhaal? Vraag hierna ieder tweetal in tien minuten op te schrijven: - Wat willen ze weten naar aanleiding van het verhaal? - Hoe denken ze die vragen te kunnen beantwoorden? Wat hebben ze daarvoor nodig? - Welke stapjes zouden ze nemen bij het zoeken naar het antwoord op de vragen? Vervolgens gaan leerlingen het kleine ‘onderzoeksplan’ als huiswerk uitvoeren. De volgende les worden de gevonden antwoorden en wat de leerlingen geleerd hebben van deze opdracht besproken. Evaluatie/Afronding: In de volgende les worden de ideeën voor de afloop van het verhaal geïnventariseerd. Hierbij wordt klassikaal aandacht besteed aan de vraag of de leerlingen de opdracht moeilijk vonden. Kostte het ze veel moeite om zich in de situatie in te kunnen leven? De leerlingen vertellen over de vragen die zij hadden opgeschreven na het verhaal. Deze vragen kan de docent aanvullen met bijvoorbeeld: - Hoe belangrijk is geografische kennis (locatie, relatieve ligging, verbindingen, etc.) bij het afmaken van een verhaal als dit? - Welke rampen kun je in Nederland verwachten? - Zijn er kaarten beschikbaar van de risico’s die we lopen? - Zijn we goed voorbereid op rampen? Wat is het overheidsbeleid? (terugkoppeling naar hazard management in Terra) - Kan de mens het winnen van de natuur? Variatiemogelijkheden: Omdat de verhalen die gebruikt worden kort zijn, kunnen er ook meerdere ‘mind movies’ gemaakt worden in een les. Op die manier gaat de leerling zich steeds beter inleven. Dit vergt wel concentratie van de leerlingen. Er kunnen meer of andere verhalen uit bijvoorbeeld de krant of Quest gehaald worden. 88 Bijlage voor de docent Overstroming Stel je voor: je leeft in het jaar 2020. Je bent op je kamer en pakt je tas in om naar school te gaan. Je radio staat op 538 en je zingt hard mee. Plotseling wordt het muziekprogramma onderbroken voor een nieuwsbericht. Hmm… daar zit je niet op te wachten. Een indringende stem van de nieuwslezer klinkt in je kamer: “Dit programma wordt onderbroken voor een belangrijk nieuwsbericht. De hevige storm die vannacht plaats heeft gevonden, heeft ernstige duinafslag als gevolg gehad. Vanochtend om half acht heeft langs de gehele Nederlandse kust een duindoorbraak plaatsgevonden. Door de enorme zeespiegelstijging van het laatste decennium, als gevolg van de temperatuurstijging, is de druk op het Nederlandse kustgebied sterk toegenomen. Deze morgen gebeurde, waar we al jaren bang voor zijn, het land loopt onder water. Het ministerie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieu heeft in samenwerking met de Nederlandse Marechaussee besloten dat er een grootschalige evacuatie plaats moet vinden. Iedereen die zich binnen een straal van vijf kilometer van de Nederlandse kust bevindt, wordt verplicht per direct te vertrekken. Voor mensen zonder eigen vervoer worden bussen ingezet. Deze zullen direct na dit bericht door het gebied gaan rijden en zijn te herkennen aan een bord met EVACUATIE erop. Politie en leger- en marechaussee-eenheden zullen over een half uur beginnen met het ontruimen van alle huizen en gebouwen in dit gebied. Sta klaar om te vertrekken! Iedereen die met een bus meegaat, kan één tas met bagage meenemen, absoluut niet meer. Ik herhaal: het naderende zeewater, als gevolg van de storm van vannacht, betekent dat iedereen binnen 5 kilometer van de kust zijn of haar huis dient te verlaten. Bussen komen u ophalen. Dit is het einde van dit nieuwsbericht, radio en televisieprogramma’s zullen onderbroken worden als er nieuwe mededelingen zijn.” Aardbeving Stel je voor: je bent met vijf vrienden of vriendinnen op vakantie aan de Turkse westkust bij Izmir. Je bent de hele week al aan het feesten en genieten! Na weer een leuke dag vol zon, zee en lekker eten en drinken lig je op bed te slapen. Plotseling valt er iets op je hoofd en je schrikt wakker. Je ziet dat er een stuk uit het plafond naar beneden is gekomen. Het stuk kalk dat naast je bed ligt, wekt je verbazing. Het volgende ogenblik begint je hotelkamer te schudden, is dit een nachtmerrie? Dan hoor je je vrienden vanuit de kamer naast je roepen. Het is geen droom. Allemaal spullen om je heen vallen om. Er klinkt een oorverdovend geluid. Een zwaar geluid, erger dan onweer. Daar doorheen hoor je het geluid van brekend glas. Muren en deuren bewegen om je heen. Niets lijkt meer op zijn plaats te willen blijven. Je realiseert je dat er nog meer verdiepingen boven je zijn. Het licht gaat uit en alles wordt aardedonker… 89 New Orleans vlucht voor Katrina Stel je voor: je woont met je ouders, twee broers, drie zusjes en oma in een klein, houten huisje in een drukke achterstandswijk in New Orleans. Burgemeester Ray Nagin heeft alle inwoners van New Orleans opdracht gegeven de stad te verlaten. De krachtige orkaan Katrina komt volgens de voorspellingen recht op de stad van bijna 500.000 inwoners af. "Dames en heren, ik wou dat ik beter nieuws voor jullie had", begon Nagin een persconferentie, "maar we hebben te maken met een storm waar we allen bang voor waren. Ik wil geen paniek zaaien, maar ik wil wel dat de burgers begrijpen dat dit een serieuze zaak is. Het heeft de hoogste prioriteit vandaar deze onvermijdelijke beslissing", aldus de burgemeester.” Katrina is zondagochtend in kracht toegenomen en is nu een orkaan van de zwaarste categorie. Katrina raast met windsnelheden van 250 kilometer per uur boven de Golf van Mexico, op zo'n 400 kilometer van de kust van Mississippi. De laatste keer dat een orkaan van de zwaarste categorie de VS trof, was in 1969. Toen kwamen 250 mensen om. Naar verwachting zal Katrina maandag of dinsdag New Orleans bereiken. Duizenden inwoners hebben de stad de afgelopen dagen al verlaten. Als Katrina New Orleans aandoet, kan dat enorm veel schade veroorzaken. The Big Easy ligt in een soort kom op twee meter onder de zeespiegel. Daardoor is de stad extra kwetsbaar voor zware regenval en bijbehorend hoog water. Nagin zei tijdens de persconferentie dat "onze ergste vrees bewaarheid kan worden". "God bescherme ons", aldus de eerste burger van de toeristenstad. 90 Wat een ramp!: filmfragment en informatie verzamelen Extra opdracht bij paragraaf 6.2 Opdracht voor leerlingen Inleiding: In paragraaf 6.2 heb je gelezen over de effecten die natuurrampen kunnen hebben en hoe we met natuurrampen omgaan. Iedere natuurramp heeft andere oorzaken en brengt andere gevolgen met zich mee. In deze opdracht ga je van één natuurramp de oorzaken, kenmerken en effecten van deze ramp opzoeken met behulp van verschillende bronnen. Vooraf krijg je enkele korte filmfragmenten over natuurrampen te zien. Voorbereiding: - lees paragraaf 6.2 zorgvuldig door - maak het eerste deel van deze opdracht (het zoeken van informatie en invullen van de tabel) als huiswerk Uitvoering: Huiswerk Je krijgt van je docent één soort natuurramp toegedeeld, waarover je deze opdracht gaat maken. Thuis vul je de tabel (bijlage) in, dit doe je met behulp van de Grote Bosatlas, een internetsite, de informatie uit de filmfragmenten die je gaat bekijken en hoofdstuk 6 uit Terra Filmfragmenten Thuis ga je op de pc de twee korte filmfragmenten bekijken die horen bij ‘jouw’ natuurramp. Deze korte filmfragmenten zijn te vinden via de volgende links: ‘Tsunami’: http://beeldbank.schooltv.nl/hi/index.jsp?povo=vo#u=18926,q=ramp http://www.nu.nl/news/1027921/24/rss/Tsunami_overspoelt_westen_Salomonseilanden.html ‘Aardbeving’: http://beeldbank.schooltv.nl/hi/index.jsp?povo=vo#c=2108,t=18922,u=26165 http://www.nu.nl/news/740849/29/rss/%27Zeker_1325_doden_door_aardbeving_Java%27.html ‘Cycloon: http://beeldbank.schooltv.nl/hi/index.jsp?povo=vo#c=2108,t=18922,u=26234 http://www.nu.nl/news.jsp?n=580340&c=22 91 ‘Vulkanen’: http://beeldbank.schooltv.nl/hi/index.jsp?povo=vo#u=26160,q=ramp http://www.nu.nl/news/732234/84/rss/Activiteit_vulkaan_Merapi_blijft_toenemen.html Informatie zoeken Nadat je de filmpjes hebt bekeken, ga je de tabel in de bijlage invullen. De vragen in de tabel hebben betrekking op ‘jouw’ natuurramp. Maak de antwoorden zo compleet mogelijk en vul ook de bron waar je het antwoord gevonden hebt in. Neem de ingevulde tabel mee naar de volgende aardrijkskundeles. Wanneer je bij het zoeken naar de antwoorden mooie afbeeldingen of figuren tegenkomt, mag je deze afdrukken om ook mee te nemen naar de les. Vertel maar! In de les word je door je docent in een groepje van vier ingedeeld. Iedere groepsgenoot heeft thuis de informatie over een andere natuurramp opgezocht. Omdat je nu veel afweet over slechts één ramp, gaan jullie binnen je groepje elkaar over de rampen vertellen. Dit doe je door een korte uiteenzetting aan de rest van je groepje te geven over jouw natuurramp. Deze uiteenzetting duurt ongeveer drie minuten en moet natuurlijk zoveel mogelijk van de belangrijkste informatie die je gevonden hebt, bevatten. Als je een mooie afbeelding of duidelijk figuur hebt uitgeprint, mag je deze hierbij gebruiken. Overleg Als iedereen zijn of haar uiteenzetting heeft gegeven, gaan jullie de volgende vragen bespreken: Tegen welk soort ramp kan de mens zich het best beschermen? Zouden de regeringen van rijke landen moeten investeren in hazard management in arme landen die hier geen geld voor hebben? Verwerk in je argumenten zo goed mogelijk de informatie die jullie gevonden hebben over de rampen. Probeer uiteindelijk tot een consensus binnen je groepje te komen. Evaluatie Bespreek daarna de laatste vragen klassikaal met je docent. Vertel aan de rest van je klas tegen welke ramp jullie denken dat de mens zich het best kan beschermen, en hoe? En hoe denken jullie over het doen van investeringen door de rijke regeringen in hazard management om arme landen beter te beschermen tegen natuurrampen? Gebruik in jullie argumenten de gevonden informatie. Reageer op andere groepjes wanneer je het niet eens bent met hun antwoorden op de vragen. 92 Bijlage Onderwerpen met bijbehorende internetsite: De tsunami: http://nl.wikipedia.org/wiki/Tsunami De aardbeving: http://nl.wikipedia.org/wiki/Aardbeving De orkaan: http://nl.wikipedia.org/wiki/Orkaan De vulkaan: http://nl.wikipedia.org/wiki/Vulkaan Soort natuurramp: Vraag Wat is de oorzaak van de natuurramp? Waar komt deze natuurramp veel voor? (je mag meerdere gebieden noemen) Beschrijf aan de hand van je Grote Bosatlas hoe één van deze gebieden er uitziet (bevolkingsdichtheid/ bevolkingssamenstelling/ soort landschap/ economische situatie). Geef ook aan welk gebied je hebt beschreven Wat zijn de gevolgen van de natuurramp? Gevonden antwoord Bron? 93 Hoe is deze natuurramp te voorspellen of meten? Hoe kunnen inwoners van een gebied waar deze natuurramp wel eens voorkomt, zich beschermen? Waar en wanneer vond het meest recente geval van dit soort (deze) natuurramp plaats? Kan deze natuurramp ook in Nederland voorkomen? Waarom wel of waarom niet? 94 Oriëntatie voor de docent Kernwoorden: natuurrampen, effecten van een ramp, voorspellingen, hazard management Inleiding: In paragraaf 6.2 hebben de leerlingen gelezen over de effecten die natuurrampen kunnen hebben en hoe we met natuurrampen omgaan. Iedere natuurramp heeft andere oorzaken en brengt andere effecten met zich mee. In deze opdracht gaan leerlingen van verschillende natuurrampen de oorzaken, kenmerken en effecten opzoeken met behulp van verschillende bronnen. Vooraf krijgen ze korte filmfragmenten over natuurrampen te zien. Hierdoor krijgen ze een beeld van de situatie wanneer zich een ramp afspeelt. Doelen: - Leerlingen verdiepen zich in verschillende soorten natuurrampen - Leerlingen vergelijken de oorzaken en effecten van verschillende soorten natuurrampen met elkaar - Leerlingen discussiëren, aan de hand van de gevonden informatie over de mogelijkheid tot het beschermen tegen rampen Groep/Individueel: - Deze opdracht wordt deels individueel (thuis) en in groepjes van vier uitgevoerd Benodigde hulpmiddelen: - per leerling een Grote Bosatlas - De filmfragmenten ‘Tsunami’, ‘Aardbevingen’, ‘Een cycloon’ en ‘Vulkanen’ op Schooltvbeeldbank en beeldfragmenten op NU.nl. Deze korte filmfragmenten zijn te vinden via de volgende links: ‘Tsunami’: http://beeldbank.schooltv.nl/hi/index.jsp?povo=vo#u=18926,q=ramp http://www.nu.nl/news/1027921/24/rss/Tsunami_overspoelt_westen_Salomonseilanden.html ‘Aardbeving’: http://beeldbank.schooltv.nl/hi/index.jsp?povo=vo#c=2108,t=18922,u=26165 http://www.nu.nl/news/740849/29/rss/%27Zeker_1325_doden_door_aardbeving_Java%27.html ‘Cycloon: http://beeldbank.schooltv.nl/hi/index.jsp?povo=vo#c=2108,t=18922,u=26234 http://www.nu.nl/news.jsp?n=580340&c=22 ‘Vulkanen’: 95 http://beeldbank.schooltv.nl/hi/index.jsp?povo=vo#u=26160,q=ramp http://www.nu.nl/news/732234/84/rss/Activiteit_vulkaan_Merapi_blijft_toenemen.html 96 Benodigde tijd: 1 lesuur en huiswerktijd Voorbereiding: De leerlingen hebben paragraaf 6.2 gelezen en het individuele gedeelte van de opdracht thuis gemaakt Uitvoering: Deel deze opdracht uit als huiswerkopdracht. Iedere leerling krijgt een ‘soort’ natuurramp, waarover zij de opdracht thuis gaan maken. De te verdelen onderwerpen zijn: de tsunami, de aardbeving, de orkaan en de vulkaan. Zorg ervoor dat alle vier de soorten rampen eerlijk verdeeld zijn over de klas. Het is de bedoeling dat de leerlingen thuis de twee beeldbank- en NU.nl fragmenten die bij hun onderwerp horen op de pc bekijken. De leerling bekijkt dus alleen de fragmenten die bij zijn of haar eigen onderwerp horen. De leerling is natuurlijk vrij om ook de andere fragmenten bekijken. Na het bekijken van de filmpjes gaan de leerlingen thuis (individueel) de vragen in de tabel (bijlage) invullen. Dit doen ze aan de hand van de gegeven website, de Grote Bosatlas, informatie uit de filmfragmenten en hoofdstuk 6 van Terra. De ingevulde tabellen nemen de leerlingen de volgende les weer mee. Het is belangrijk dat de leerlingen de vragen uitgebreid beantwoorden, zodat ze in de volgende les aan hun groepsgenoten kunnen vertellen over ‘hun’ natuurramp. In de les verdeelt u de leerlingen in groepjes van vier personen. De groepjes gaan bij elkaar zitten, zodat er gelegenheid is om in het groepje de antwoorden te bespreken. Zorg ervoor dat in iedere groep alle vier de verschillende natuurrampen vertegenwoordigd zijn. Omdat iedere leerling alleen de gegevens heeft opgezocht over zijn of haar natuurramp, gaan de leerlingen elkaar informeren over de verschillende rampen. Iedere leerling gaat, binnen het groepje, een korte uiteenzetting houden van ongeveer drie minuten over zijn of haar ramp. Hierbij kan de leerling de gemaakte vragen als leidraad gebruiken bij het vertellen over de natuurramp. Wanneer de leerling een mooie afbeelding of duidelijk figuur gevonden heeft, mag hij deze natuurlijk gebruiken. Nadat iedere leerling over zijn of haar ramp verteld heeft, bespreken de leerlingen binnen de groepjes de volgende vragen: Tegen welk soort ramp kan de mens zich het best beschermen? Zouden de regeringen van rijke landen moeten investeren in hazard management in arme landen die hier geen geld voor hebben? Evaluatie/Afronding: Bespreek daarna de laatste vraag klassikaal. Laat de groepjes vertellen welke ramp zij denken dat de mens zich het best tegen kan beschermen. Laat leerlingen in hun argumenten de gevonden informatie gebruiken. Laat de groepjes ook op elkaar reageren wanneer ze het niet met elkaar eens zijn. 97 Vraag de groepjes of er bij het bespreken van deze vraag makkelijk tot een antwoord werd gekomen binnen het groepje. Was er snel sprake van consensus, of was iedereen het al met elkaar eens? Variatiemogelijkheden: Als er tijd over is, kunnen er binnen de groepjes aanvullende vragen besproken worden over natuurrampen. Bijvoorbeeld: Welke ramp richt volgens de leerlingen de meeste schade aan? In welke werelddelen komen de meeste natuurrampen voor? De ingevulde antwoordbladen kunnen ingeleverd en beoordeeld worden. De opdracht kan aangepast worden, door iedere leerling meerdere verschillende soorten rampen te laten bestuderen. Op deze manier kunnen de leerlingen individueel al een vergelijking maken, voordat ze de gevonden informatie in de groepjes gaan bestuderen. Enkele aanvullende soorten rampen en bijbehorende bronnen om te gebruiken in de opdracht: ‘Overstroming’: http://beeldbank.schooltv.nl/hi/index.jsp?povo=vo#u=23822,q=water,p=25 http://nl.wikipedia.org/wiki/Overstroming ‘Bosbrand’: http://www.nu.nl/news/779116/22/rss/Grote_bosbrand_Californi%EB_breidt_zich_verder_uit.html http://nl.wikipedia.org/wiki/Bosbrand ‘Droogte’: http://beeldbank.schooltv.nl/hi/index.jsp?povo=vo#u=23856,q=droog http://nl.wikipedia.org/wiki/Droogte