Hoofdstuk 1 Grensgebied tussen Mexico en VS

advertisement
Docentenhandleiding Tweede fase havo
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Grensgebied tussen Mexico en VS .......................................................................3
Achtergrondinformatie................................................................................................................ 3
De grenzen van de EU: filmfragment en begrippenlijst .............................................................. 6
Opdracht voor leerlingen ........................................................................................................ 6
Oriëntatie voor de docent ..................................................................................................... 12
De grens oversteken: samen besluiten nemen ......................................................................... 14
Opdracht voor leerlingen ...................................................................................................... 14
Oriëntatie voor de docent ..................................................................................................... 20
Hoofdstuk 2 Globalisering .................................................................................................... 22
Achtergrondinformatie.............................................................................................................. 22
Het groeperen van landen: de expertmethode ........................................................................ 27
Opdracht voor leerlingen ...................................................................................................... 27
Oriëntatie voor de docent ..................................................................................................... 30
Europese import van Chinees textiel ........................................................................................ 33
Opdracht voor leerlingen ...................................................................................................... 33
Orientatie voor de docent ..................................................................................................... 38
Hoofdstuk 3 De Europese landbouw ..................................................................................... 41
Achtergrondinformatie.............................................................................................................. 41
Duurzame landbouw: documentaire en posterpresentatie...................................................... 44
Opdracht voor leerlingen ...................................................................................................... 44
Oriëntatie voor de docent ..................................................................................................... 50
Landbouw in Nederland: een opinielijn maken ........................................................................ 53
Opdracht voor leerlingen ...................................................................................................... 53
Oriëntatie voor de docent ..................................................................................................... 56
Hoofdstuk 4 ......................................................................................................................... 59
Achtergrondinformatie.............................................................................................................. 59
Het Middellandse Zeegebied geanalyseerd: Waar zie je wat? ................................................. 61
Opdracht voor leerlingen ...................................................................................................... 61
Oriëntatie voor de docent ..................................................................................................... 64
Hoofdstuk 5 De aarde als natuurlijk systeem ........................................................................ 66
Achtergrondinformatie.............................................................................................................. 66
Vulkanisme op Java: filmfragment & opdracht ......................................................................... 71
Opdracht voor leerlingen ...................................................................................................... 71
Oriëntatie voor de docent ..................................................................................................... 77
Werkwijze voor de docent .................................................................................................... 78
Hoofdstuk 6 Natuur bedreigt VS ........................................................................................... 79
Achtergrondinformatie.............................................................................................................. 79
Een rampscenario: een mind movie .......................................................................................... 84
Opdracht voor leerlingen ...................................................................................................... 84
Oriëntatie voor de docent ..................................................................................................... 86
Wat een ramp!: filmfragment en informatie verzamelen......................................................... 90
1
Opdracht voor leerlingen ...................................................................................................... 90
Oriëntatie voor de docent ..................................................................................................... 94
2
Hoofdstuk 1 Grensgebied tussen Mexico en VS
Achtergrondinformatie
Verenigde Staten en Mexico
Op de website Amerika Informatie vindt u alles over de VS, van de geschiedenis van het land tot
alle nationale feestdagen. Tevens staan er op deze website mooie foto’s van Amerikaanse
natuurlijke en culturele landschappen die goed te gebruiken zijn in de les. Bijvoorbeeld door
afbeeldingen van New York in de klas te vergelijken met afbeeldingen van de Great Smoky
Mountains die ‘slechts’ 700 kilometer zuidelijker liggen.
Sluit aan op paragraaf 1.1
Een Amerika startpagina met daarop links naar verschillende websites met informatie over de
Verenigde Staten, voor afbeeldingen, kaartjes en foto’s die leerlingen kunnen gebruiken bij het
zoeken naar informatie.
Sluit aan op paragraaf 1.1
Een Mexico startpagina met daarop links naar verschillende websites met informatie over
Mexico, voor afbeeldingen, informatie, kaartjes en foto’s die leerlingen kunnen gebruiken bij het
zoeken naar informatie.
Sluit aan op paragraaf 1.1
Vluchtelingen
Op beeldbank schooltv zijn een aantal korte filmfragmenten te vinden over de opvang van
vluchtelingen. Het bekijken van deze filmpjes neemt weinig tijd in beslag, er kunnen dus
meerdere fragmenten achter elkaar bekeken worden. De volgende filmpjes kunt u vinden over
het thema vluchtelingen en grenzen:
De opvang van vluchtelingen
Illegaal werken, hoe kan dat?
Noord-Afrikaanse vluchtelingen willen graag naar Europa
Vluchteling
Paragraafoverstijgend
Dit internetartikel op Wikipedia gaat over Mexicaanse vluchtelingen die vast zijn komen te
zitten in een tunnel tussen Mexico en de VS. Het is een korte tekst, maar geeft de leerlingen een
beeld van de illegale reis naar de VS.
Paragraafoverstijgend
Het persoonlijke verhaal over de illegale reis van een Guatemalteekse man naar de VS op de site
van stichting Antenna geeft de leerlingen een beeld van de familiedrama’s die zich voordoen bij
illegale vluchtelingen. Dit verhaal is in twee delen te downloaden op de site.
Sluit aan op paragraaf 1.3
Grensgebieden
3
Het korte schooltv beeldbank filmpje ‘Cueta hoort bij Spanje, maar ligt in Marokko’ gaat over de
enclave Cueta en de vluchtelingenproblematiek in dit staatje. Het filmpje kan gebruikt worden
om een vergelijking te maken tussen de situatie in de EU en de VS.
Sluit aan op paragraaf 1.3
Dit krantenartikel uit NRC Next gaat over de muur tussen Mexico en de VS. Over deze barrière
zijn veel (actuele) nieuwsberichten te vinden op het internet.
Paragraafoverstijgend
De aflevering ‘Open en gesloten grenzen’ van de serie EU-geografie uitgezonden op 28-09-2006.
Deze aflevering kunt u vinden bij de omroep Teleac/NOT. Dit educatieve programma gaat over
vluchtelingen en het vluchtelingenbeleid in de EU en vormt een brug tussen de situatie van
vluchtelingen in de EU en de VS.
Paragraafoverstijgend
‘Een verslag vanuit de woestijn aan de Amerikaanse kant van de grens’ is een fragment van de
NOS over een illegale migrant uit Mexico. In het filmpje komen bewoners van het NoordAmerikaanse grensgebied aan het woord die de vluchtelingen helpen en opvangen en
burgerleden van de grenspatrouille.
Sluit aan op paragraaf 1.3
Beleid
Op de website van nu.nl is het mogelijk om per onderwerp naar nieuwsberichten te zoeken in
het archief. Bij veel berichten hoort een kort filmpje dat op de pc bekeken kan worden. Op deze
manier vindt u makkelijk actuele berichten per thema. Enkele berichten en filmfragmenten die
betrekking hebben op het beleid dat gevoerd wordt omtrent illegale arbeiders in de VS:
Amerikaanse immigranten massaal in actie
Bush tekent voor muur met Mexico
Akkoord over illegale immigranten in VS
Paragraafoverstijgend
Deze Wikipedia website over de NAFTA legt kort uit wat de functie is van deze overeenkomst.
Sluit aan bij paragraaf 1.2
Gastarbeid
De aflevering Nederland migratieland van 18-01-2007 is te vinden bij de omroep TELEAC/NOT.
Dit schooltv-programma gaat over immigranten in Nederland, hun geschiedenis en hoe het is
om Nederland binnen te komen zonder iets over het land te weten. De aflevering duurt veertien
minuten.
Paragraafoverstijgend
Het schooltv-beeldbank fragment ‘Immigratie vroeger en nu’ gaat over de Turkse en Spaanse
immigranten in Nederland in de jaren zestig. Zij kwamen hier in eerste instantie om een paar
seizoenen te werken, inmiddels hebben veel van hen hier kinderen die volledig geïntegreerd
zijn.
Paragraafoverstijgend
4
Volgens de website Las Americas zijn de VS voor vele Latijns-Amerikanen nog steeds
het beloofde land. Dagelijks trekken er zo'n 1 miljoen Latijns-Amerikanen, het merendeel
Mexicanen, de circa 3.230 kilometer lange grens tussen de VS en Mexico over. Sommigen legaal,
maar een aanzienlijk deel ook illegaal.
Paragraafoverstijgend
5
De grenzen van de EU: filmfragment en begrippenlijst
Extra opdracht bij 1.1 en 1.3
Opdracht voor leerlingen
Inleiding:
In paragraaf 1.1 en 1.3 heb je gelezen over de verschillen tussen Mexico en de VS en de
migratiestromen tussen deze twee landen. In deze opdracht ga je een vergelijking maken tussen
de situatie in Noord-Amerika en in de EU.
Ook buiten de EU wonen mensen die hier illegaal binnen proberen te komen. Hierover gaat de
aflevering van ‘EU-geografie’ (Teleac/NOT), waarin de vraag behandeld wordt: is Europa een
fort?
Voorbereiding:
- lees paragraaf 1.1 en 1.3 zorgvuldig door
Uitvoering:
Tweetallen
- Voordat je de film gaat bekijken, word je in tweetallen verdeeld. In je groepje maak je
afspraken over wie waarop let tijdens het bekijken van de film. Maak eventueel korte
aantekeningen tijdens de film om de belangrijkste onderwerpen en informatie te
kunnen onthouden.
Belangrijke punten hierbij zijn:
 vluchtelingenproblematiek in Ceuta
 de vluchtelingen
 en het beleid van de EU met betrekking op de vluchtelingen
-
Zoek met je groepsgenoot alvast Ceuta op in de Grote Bosatlas, zodat je weet waar het
ligt en met welke gebieden het relaties heeft,voor de film begint.
Werkblad
- Nadat de film is afgelopen, ga je samen met je groepsgenoot de opdrachten maken die
op het werkblad staan, tot en met opdracht 4. Deze opdrachten gaan over de film en de
paragrafen die je in Terra gelezen hebt.
- Werk bij het maken van de opdrachten goed samen, dus overleg en beargumenteer je
mening!
Afronding
- Na het maken van het werkblad wissel je opdracht 4 uit met het groepje dat naast jullie
zit. Jullie maken nu elkaars opdracht. Na het afronden bespreek je dit samen met de
andere groep. Heeft het andere tweetal het gedaan zoals jullie in gedachte hadden bij
het maken van de opdracht? En wat hebben ze anders gedaan?
- Bespreek opdracht 5 samen met het groepje naast je. Beargumenteer je mening
hierover.
6
-
Denk tot slot eens na over de vraag ‘Zou Europa een fort met gesloten grenzen moeten
zijn?’, waarover ook in de documentaire gepraat wordt.
7
Werkblad
Opdracht 1
Bekijk samen met je groepsgenoot de onderstaande opsommingen van drie nummers die
verwijzen naar de begrippenlijst (zie bijlage).
Welk nummer hoort niet in de opsomming thuis? Omcirkel dit nummer en schrijf erachter
waarom je denkt dat dit zo is. Denk hierbij volgens uitsluiting (welk begrip past hier het minst
bij?) en aansluiting (welke begrippen passen het best bij elkaar?). Er zijn meerdere antwoorden
mogelijk, als je je keuze maar goed onderbouwd.
ARGUMENTATIE
REGEL 1
5 – 13 – 24 ……………………………………………………………………………………….
REGEL 2
20 – 12 – 9 ……………………………………………………………………………………….
REGEL 3
18 – 1 – 14 ……………………………………………………………………………………….
REGEL 4
11 – 24 –16 ………………………………………………………………………………………
REGEL 5
20 – 19 – 3 ………………………………………………………………………………………
REGEL 6
8 – 10 – 15 ………………………………………………………………………………………
REGEL 7
16 – 17 – 1 ………………………………………………………………………………………
REGEL 8
12 – 25 –13 ………………………………………………………………………………………
Opdracht 2
Voeg nu een begrip uit de begrippenlijst in de bijlage toe aan de twee begrippen die je hebt
laten staan in iedere regel. Beargumenteer je keuze.
NIEUW BEGRIP
ARGUMENTATIE
REGEL 1
………………………………………………………………………………………………………….
REGEL 2
…………………………………………………………………………………………………………
REGEL 3
…………………………………………………………………………………………………………
REGEL 4
………………………………………………………………………………………………………..
REGEL 5
………………………………………………………………………………………………………..
REGEL 6
………………………………………………………………………………………………………..
REGEL 7
………………………………………………………………………………………………………..
REGEL 8
………………………………………………………………………………………………………...
8
Opdracht 3
Verdeel hieronder de 25 begrippen uit de lijst over groepen van bij elkaar horende begrippen.
Maak minimaal drie groepen en maximaal zes. Verzin voor iedere groep een bijpassende titel.
TITEL:………………………….
TITEL:………………………….
TITEL:………………………….
BEGRIPPEN:
BEGRIPPEN:
BEGRIPPEN:
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
…………………………………..
…………………………………..
…………………………………..
TITEL:………………………….
TITEL:………………………….
TITEL:………………………….
BEGRIPPEN:
BEGRIPPEN:
BEGRIPPEN:
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
……………………………………
…………………………………..
…………………………………..
…………………………………..
Opdracht 4
Maak nu zelf een lijst met vier regels van drie begrippen, waarbij telkens één begrip niet thuis
hoort. Je hoeft hiervoor niet de begrippenlijst te gebruiken. Maar gebruik hierbij de twee
paragrafen die je hebt gelezen (1.1 en 1.3) en de Grote Bosatlas en zoek nieuwe begrippen. Het
is de bedoeling dat een ander groepje jullie begrippenparen bekijkt en nagaat welk begrip er
niet in de rijtjes thuishoort.
Geef vervolgens de lijst aan het tweetal dat naast je zit en maak elkaars opdracht.
9
Terra Tweede Fase havo Hoofdstuk 1 Grensgebied tussen Mexico en VS
Opdracht 5
Bespreek samen met het groepjes naast wat jullie vinden van het vluchtelingenbeleid in de EU.
Zou het beleid voor vluchtelingen (denk aan de mogelijkheid tot het krijgen van een visum),
bijvoorbeeld zoals dat in Ceuta gaat, anders moeten zijn? Zo ja, hoe zou het moeten zijn?
Wat zien jullie voor overeenkomsten en verschillen tussen de situaties in Mexico en de VS en in
Europa (Ceuta) en Afrika?
10
Terra Tweede Fase havo Hoofdstuk 1 Grensgebied tussen Mexico en VS
Begrippenlijst:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
Europese Unie
enclave
visum
risico
tweelingsteden
BNP
onzekere toekomst
vluchtelingen
shared poverty
Ivoorkust
borderlanders
hoog geboortecijfer
ongelijke bevolkingsspreiding
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
sociale voorzieningen
Ceuta
mobiliteit
je ‘Europeaan’ voelen
uiteenlopende wetten
werkvergunning
illegale migrant
zoeken naar werk
transmigranten
grensarbeiders
Tijuana
overschrijding ecologische
draagkracht
11
Terra Tweede Fase havo Hoofdstuk 1 Grensgebied tussen Mexico en VS
Oriëntatie voor de docent
Kernwoorden:
vluchtelingen, EU, open grenzen, gesloten grenzen, migratie
Inleiding:
Paragraaf 1.1 en 1.3 gaan over de verschillen tussen Mexico en de VS en de migratiestromen
tussen deze twee landen. In deze opdracht zullen de leerlingen een vergelijking maken tussen
de situatie in Noord-Amerika en in de EU.
Ook buiten de EU wonen mensen die hier illegaal binnen proberen te komen. Hierover gaat de
aflevering van ‘EU-geografie’ van de Teleac/NOT waarin de vraag behandeld wordt: is Europa
een fort?
Naar aanleiding van deze korte informatieve aflevering gaan de leerlingen begrippen bij elkaar
voegen aan de hand van relaties, definities en verzamelingen van begrippen.
Naar: Vankan, L. en J. van der Schee (2004), Leren denken met aardrijkskunde. Stichting
Omgeving en Educatie, Nijmegen, 3e druk.
Doelen:
- Leerlingen kunnen aan de hand van de betekenis van begrippen deze begrippen
classificeren en relaties leggen tussen begrippen.
- Leerlingen kunnen verschillende classificaties verklaren.
- Leerlingen gebruiken de Grote Bosatlas effectief.
Groep/Individueel:
- Deze opdracht wordt in groepjes van twee gemaakt
Benodigde hulpmiddelen:
- De aflevering ‘Open en gesloten grenzen’ van de serie EU-geografie op
28-09-2006 van de Teleac/NOT. Deze aflevering is te vinden op www.uitzendinggemist.nl,
wanneer u zoekt bij de omroep Teleac/NOT.
- Per tweetal een exemplaar van de Grote Bosatlas
Benodigde tijd:
1 lesuur
Voorbereiding:
De leerlingen hebben paragraaf 1.1 en 1.3 gelezen.
Tijdens de les bekijken de leerlingen de film ‘Open en gesloten grenzen’ over vluchtelingen in de
EU.
Uitvoering:
Voordat de leerlingen in de les de film gaan bekijken, worden ze in tweetallen verdeeld. In de
groepjes maken de leerlingen afspraken over wie waarop let tijdens het bekijken van de film.
Terra Tweede Fase havo Hoofdstuk 1 Grensgebied tussen Mexico en VS
Vertel de leerlingen waar de documentaire over gaat, zodat ze weten over welke onderdelen ze
afspraken kunnen maken. De volgende onderdelen waar de leerlingen op moeten letten, komen
in de documentaire terug:
 vluchtelingenproblematiek in Ceuta
 de vluchtelingen
 en het beleid van de EU met betrekking op de vluchtelingen
Na het bekijken van de documentaire krijgen de leerlingen per tweetal een werkblad en een
begrippenlijst. De opdrachten op het werkblad zijn gebaseerd op het ordenen en definiëren van
begrippen die te maken hebben met de film en de paragrafen 1.1 en 1.3.
Daarnaast gaan de leerlingen het verband leggen tussen de situatie in Mexico en de VS
waarover ze hebben gelezen en de situatie in Ceuta die ze in de film hebben gezien.
De opdrachten op het werkblad wijzen zich vanzelf. Het is van belang te benadrukken dat de
leerlingen binnen het tweetal goed moeten overleggen.
Na het maken van opdracht 4 op het werkblad, wisselen de groepjes hun gemaakte opdrachten
uit en maken ze elkaars opdracht.
Evaluatie/Afronding:
Nadat alle opdrachten op het werkblad zijn afgerond, kunnen de antwoorden besproken
worden. De laatste twee opdrachten van het werkblad zijn al tussen twee groepjes besproken.
Vraag de verschillende groepjes kort toe te lichten waarom ze voor deze samenstellingen van
begrippen gekozen hebben. Waarom zagen ze in opdracht 1 juist tussen die begrippen
aansluitings- of uitsluitingmogelijkheden?
Voornamelijk opdracht 5 van het werkblad vraagt om een klassikale bespreking. Hierbij hebben
de groepjes gezocht naar verschillen en overeenkomsten tussen de situatie in het grensgebied
tussen Mexico en de VS en het grensgebied tussen de EU en Afrika. Aan de hand van de film kan
ook besproken worden: ‘zou Europa een fort met gesloten grenzen moeten zijn?’.
Stimuleer dat leerlingen uitvoerig antwoorden en argumenteren en confronteer leerlingen met
elkaars mening die uiteenlopend kan zijn.
Variatiemogelijkheden:
Bij opdracht 5 op het werkblad kan de docent aangeven met welke onderwerpen de begrippen
die de leerlingen gaan zoeken, te maken moeten hebben.
Is dit met het thema van deze les? Zijn de leerlingen vrij een ander thema te kiezen?
14
De grens oversteken: samen besluiten nemen
Havo: Paragraaf 1.3
Opdracht voor leerlingen
Inleiding:
In paragraaf 1.3 heb je gelezen over de risico’s en kansen die verbonden zijn aan het vluchten naar de
VS. In deze opdracht gaan jullie in groepjes besluiten nemen die een Mexicaanse migrant, Francisco
Cabrera, ook moet nemen voor hij vertrekt uit zijn vaderland. Door het maken van de opdracht zul je
ervaren welke moeilijke beslissingen een migrant neemt, voordat hij werkelijk zijn oude leven
achterlaat.
Voorbereiding:
- lees paragraaf 1.3 zorgvuldig door. Lees ook het tekstkader op bladzijde 15
- lees de bronnen die je van de docent hebt gekregen
Uitvoering:
Francisco Cabrera
- Stel je voor dat je Francisco Cabrera (BRON 1) bent, een arme, 30-jarige Mexicaan uit Agua
Prieta. Je hebt besloten om naar de VS te vluchten om daar geld te verdienen. Je bent nog nooit
de grens overgestoken en je weet dus niet goed wat je te wachten staat! Onlangs heb je met
andere Mexicanen gesproken die de reis naar de VS gemaakt hebben. Zij vertelden je over vier
verschillende banen (BRON 3).
- Je hele bezit bij vertrek is 40 dollar. Bij aankomst in de VS heb je niets en moet je alles nog
kopen (BRON 4). Dit valt nogal tegen, want boodschappen doen in Mexico kost de helft van de
prijs die je in de VS betaalt. Francisco weet nog niet precies hoe hij de grens over zal gaan
steken, er verschillende manieren met verschillende succes- en risicofactoren (BRON 2).
Bronnen
- Lees de bronnen die je gekregen hebt goed door. Hierna ga de geplande reis van Francisco
bespreken binnen je groepje. Overleg met elkaar over ieder punt en zorg dat je het met elkaar
eens wordt. Je krijgt twintig minuten om over de volgende onderdelen van de reis te
overleggen:
-
Via welke route zal Francisco naar de VS reizen vanuit Agua Prieta? Naar welke plek in de VS
vlucht hij en waarom kiest hij deze route?
Welke baan kiest Francisco als hij in de VS is aangekomen en waarom?
Wat neemt Francisco mee op zijn reis vanuit Mexico aan bagage en waarom?
Wat koopt Francisco in de VS voor de 40 dollar die hij heeft en waarom?
15
Gebruik de Grote Bosatlas, om plaatsen, een mogelijke route of extra gegevens op te zoeken.
Afronding
- Vul het antwoordblad in aan de hand van de onderwerpen die je hiervoor hebt besproken met
de andere groepsleden. Zorg dat jullie, als de antwoorden straks klassikaal besproken worden,
deze duidelijk kunnen beargumenteren en uitleggen.
- Bespreek ook binnen je groepje op welke wijze dezelfde situaties tussen de EU en vluchtelingen
uit landen buiten de EU voor zouden kunnen komen? Kun je met behulp van de Grote Bosatlas
ook andere gebieden aanwijzen waar deze situaties voorkomen? Denk daarbij bijvoorbeeld aan
grensgebieden van de EU, landen die vlakbij de EU liggen of motieven voor vluchtelingen van
buiten de EU.
16
ANTWOORDBLAD
Namen leerlingen:
De vluchtroute van Francisco van Agua Prieta
naar ……………….. in de VS via:
Omdat:
Francisco kiest voor de volgende baan:
Omdat:
Francisco neemt mee:
1.
Omdat:
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Andere grensgebieden waar de situatie van
Francisco zich afspeelt:
1.
2.
3.
4.
Omdat:
17
BRON 1
Het verhaal van Francisco Cabrera
Migranten uit Mexico die in de VS aankwamen, waren afhankelijk van vrienden of familie die vaak al op
een kluitje woonden. Niemand werd eten of een slaapkamer geweigerd, maar na een paar dagen moest
iedereen zichzelf redden. Ze kwamen in grote getale uit de steden ten zuiden van de grens op zoek naar
werk in de VS met niet veel meer bij zich dan hun kleren en een bundeltje op hun schouders.
Ze wilden wat bereiken in het ‘beloofde land’, waar het geld aan de bomen groeit, zo werd hen ten
minste verteld, en waar een slimme vent rijk kan worden en zijn Cadillac heeft en een blondje aan zijn
arm.
Wat hen echter niet verteld werd, was dat tegenover elk succes vijftig anderen terugkeerden naar huis
en nóg eens vijftig in de goot terecht kwamen. Ze hadden geen idee van de ontberingen ver van huis,
hoe ze door sommige werkgevers zouden worden misbruikt, hoe moeilijk het was hun gezin te
herenigen en hoe pijnlijk het zou zijn om afscheid te nemen van hun vrienden en geliefden. Maar ook als
ze het wel geweten hadden, hadden ze de tocht naar het noorden van de grens gewaagd!
Andere vluchtelingen die Francisco Cabrera kent noemden zichzelf de ‘grensglippers’ en vonden het leuk
om te vertellen hoe vaak ze de grens al waren overgestoken, soms de Rio Grande overzwemmend en
soms dwars door de prikkeldraad-versperringen.
De Mexicaanse vluchtelingen die Francisco kent, hebben nog het idee dat ze hun gebied in de VS en
Amerika aan het heroveren waren. Voor hen was de grens overglippen geen misdaad, maar een
avontuur.
BRON 2
De grens over
Hoe kom je van Mexico de VS binnen? Je kunt de Rio Grande overzwemmen of je kunt het prikkeldraad
doorknippen. Als je de Rio Grande overzwemt, is er een kans van 1 op 10 dat je gepakt wordt. Wanneer
je onder het prikkeldraad probeert door te kruipen is deze kans 1 op 3. Als je gepakt wordt door de
immigratiedienst kun je soms een vrije doortocht krijgen als je 50 dollar betaalt, maar meestal word je
gevangen genomen of teruggestuurd.
18
BRON 3
Vier verschillende banen
Een baan op een veeteeltbedrijf:





Je werkt als knecht in de Sacramento Mountains, niet ver van El Paso.
De zomers zijn er heet, droog en stoffig; ’s zomers is het er gemiddeld 28 graden en valt er geen
regen.
Je verdient 10 dollar per dag.
Het werk is zwaar en je moet elke dag lang werken.
Je baas wil dat je een werkvergunning hebt; die kun je kopen voor 200 dollar als je eenmaal aan
het werk bent.
Een baan op een fruit- en katoenbedrijf:





Je moet fruit en katoen plukken op een boerderij langs de Colorado River.
In de zomer is het er gemiddeld 30 graden, maar er is wel wat neerlag.
Je verdient 10 dollar per dag.
Het werk is er zwaar en je moet elke dag lang werken.
Je baas zal je zonder werkvergunning laten werken.
Een baan in een fabriek:




Je werkt als arbeider in de Ford fabriek in San Diego, vlakbij de grens met Mexico.
Je verdient 30 dollar per dag.
De arbeidsomstandigheden zijn er goed.
Je kunt er niet werken zonder officiële werkvergunning.
Een baan in een bar:




Je werkt als ober in Caesars Place Tacos Bar in San Antonio.
Je verdient 5 dollar per dag en mag de fooien houden.
Het werk is vermoeiend en je moet elke dag lang werken.
Je baas zal je zonder werkvergunning laten werken.
19
BRON 4
Boodschappenlijst in de VS (in dollars)
Verblijfkosten
Slaapplaats (6 personen per kamer)
Slaapplaats (2 personen per kamer)
Slaapplaats (1 persoon per kamer)
1.00
2.00
4.00
Maaltijden
Ontbijt
Lunch
Avondeten
0.75
1.00
2.00
Kleren en gereedschap
Werkhandschoenen
Veiligheidslaarzen
Cowboylaarzen
Mes
Waterfles
Sokken
Kaartspel
Ondergoed
Een mooi shirt
Een stevig shirt
Een mooie broek
Een stevige broek
Boek
Sombrero
Toiletartikelen (zeep, tandenborstel)
Kookspullen (pannen, messen, borden)
Slaapzak
Trui
Bijbel
Lucifers
Sigaretten
Landkaart
Gitaar
Foto van je familie
2.00
4.50
5.50
1.00
1.00
0.50
1.00
1.25
2.00
1.00
3.50
2.00
2.00
3.00
3.00
5.00
5.00
2.00
2.00
0.50
1.00
1.50
7.50
2.00
20
Oriëntatie voor de docent
Kernwoorden:
grensgebied, Mexico, armoede, VS, economische vluchtelingen, migratie
Inleiding:
In paragraaf 1.3 hebben de leerlingen kunnen lezen over de risico’s en kansen die verbonden zijn aan
het vluchten naar de VS vanuit Mexico. In deze opdracht gaan de leerlingen in groepjes besluiten nemen
die een Mexicaanse migrant ook moet nemen voor hij of zij vertrekt uit het vaderland. Op deze manier
ervaart de leerling hoeveel beslissingen een migrant neemt, voordat hij werkelijk zijn oude leven
achterlaat.
Door over de situatie die zich afspeelt tussen de VS en Mexico na te denken met de leerlingen, kunnen
zij deze situatie ook plaatsen binnen andere ruimtelijke contexten (bijvoorbeeld de EU of
vluchtelingenkampen in Sudan).
Naar: Vankan, L. en J. van der Schee (2004), Leren denken met aardrijkskunde. Stichting Omgeving en
Educatie, Nijmegen, 3e druk.
Doelen:
- Leerlingen denken na over migratiemotieven, verschillen tussen gebieden op het gebied van
arbeidsmogelijkheden en de risico’s die verbonden zijn aan migratie
- Leerlingen maken en beargumenteren keuzes en afwegingen over vestigingsplaatsen, banen en
vluchtroutes.
Groep/Individueel:
- De opdracht wordt uitgevoerd in groepjes van drie leerlingen
Benodigde hulpmiddelen:
- PC met internetaansluiting om het NOS-filmpje ‘Een verslag vanuit de woestijn aan de Amerikaanse
kant van de grens’ te laten zien op:
http://www.nos.nl/nosjournaal/artikelen/2005/6/5/050605marcb.html
- Voor ieder groepje leerlingen een Grote Bosatlas
- Voor de nabespreking een grote wandkaart van Noord-Amerika
Benodigde tijd:
1 lesuur
Voorbereiding:
De leerlingen hebben paragraaf 1.3 en het tekstkader op bladzijde 15 gelezen.
Uitvoering:
Tijdens de les worden de leerlingen in groepjes van drie gedeeld. In deze groepjes gaan zij aan de
opdracht werken en overleggen. Ieder groepje krijgt een Grote Bosatlas om te gebruiken bij het nemen
van de besluiten.
21
Ter voorbereiding op het maken van de opdrachten, krijgen de leerlingen het korte NOS-filmpje ‘Een
verslag vanuit de woestijn aan de Amerikaanse kant van de grens’ te zien.
Hierna krijgt iedere leerling een bronnenset en opdrachtenblad. Per groepje wordt één antwoordblad
uitgedeeld.
Vertel de leerlingen dat ze de opdrachten gaan maken vanuit het perspectief van Francisco Cabrera, de
persoon die beschreven wordt in het tekstkader op bladzijde 15 van Terra.
Leg uit aan de leerlingen dat Francisco Cabrera in Agua Prieta in het noorden van Mexico woont.
Francisco is 30 jaar, arm en heeft besloten om naar de VS te gaan om daar geld te gaan verdienen. Hij
wil proberen om illegaal de grens over te steken, maar de vraag is: welke route kan hij het beste kiezen?
Wat kan hij het beste meebrengen en wat voor baan gaat Francisco in de VS zoeken?
De antwoorden op deze vragen hangen met elkaar samen. Welke spullen hij meeneemt is afhankelijk
van welke route hij kiest. Ook wat voor baan Francisco zoekt is van invloed op de plaats die hij kiest om
heen te vluchten.
Zorg ervoor dat de leerlingen rekening houden met deze samenhang. Daarnaast moeten ze zich voor
deze opdracht goed inleven in de situatie van een economische vluchteling.
Vervolgens gaan de leerlingen de opdracht en de bronnen lezen. Als iedereen de bronnen gelezen heeft,
kan er binnen de groepjes overlegd gaan worden over de vragen. Iedere keuze die gemaakt wordt aan
de hand van de opdrachten, dient in de nabespreking goed beargumenteerd te worden. De leerlingen
moeten binnen de groepjes samen tot een antwoord op de vragen komen, hiervoor hebben ze ongeveer
twintig minuten de tijd.
Het beantwoorden van een aantal vragen zal binnen de groepjes tot een discussie leiden. Hierbij kan de
Grote Bosatlas gebruikt worden.
Evaluatie/Afronding:
Nadat ieder groepje de opdrachten gemaakt heeft, kunnen deze klassikaal besproken worden. Waarom
hebben de leerlingen voor deze route gekozen? Waarom kiezen ze deze baan voor Francisco? Waarom
neem je juist deze bagage mee?
De wandkaart van Noord-Amerika kan van pas komen bij de uitleg en argumentatie voor de gekozen
vluchtroute.
Op alle vragen zijn meerdere antwoorden goed, mits deze maar goed onderbouwd worden.
Variatiemogelijkheden:
De nabespreking kan uitgebreid worden door ook andere voorbeelden aan te halen van grensgebieden
of enclaves waar veel illegale vluchtelingen proberen over te steken.
Bespreek met de leerlingen of er in de EU ook sprake is van vluchtelingen in grensgebieden. Laat de
leerlingen in de Grote Bosatlas eens kijken naar de straat van Gibraltar. Laat de leerlingen bedenken op
welke wijze zich hier hetzelfde af kan spelen, als in het grensgebied tussen de VS en Mexico.
De antwoordvellen kunnen ingeleverd worden, voor nadere beoordeling.
22
Hoofdstuk 2 Globalisering
Achtergrondinformatie
Paragraaf 2.1
Rijke en Arme landen
www.oecd.org/home/
De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling OESO biedt veel mogelijkheden om
aan relevante gegevens te komen. Zowel per land als thema kan informatie opgezocht worden.
(Engelstalig)
www.undp.org
De VN-organisatie die zich bezighoudt met Human Development is de UNDP. Hier is meer informatie te
vinden over de Human Development Index. Jaarlijks geven zij ook een rapport uit over de stand van
zaken wereldwijd. (Engelstalig)
www.nationmaster.com/index.php
De Nation Master geeft economische en politieke (statistische) informatie per land, in statistische en
encyclopedische vorm alsmede kaartmateriaal. Ook vergelijkingen tussen landen. Met heel veel
doorlink-mogelijkheden.
www.minfin.nl/
De website van het Ministerie van Financiën is informatie beschikbaar over de financiële aspecten van
het Nederlandse beleid nu en in het verleden. Ook op internationaal niveau is er aandacht voor
Europese financiën en links naar overige internationale financiële instellingen.
www.cpb.nl
Een website die binnen de Nederlandse context met name op de (financiële) toekomst gericht is, is het
Centraal Planbureau. Op de website zijn tal van publicaties te vinden met daarin prognoses en scenario’s
op nationale en Europese schaal. Enkele zeer relevante publicaties zijn:
“4 Vergezichten op Nederland” (uit 2004)
www.cpb.nl/nl/pub/cpbreeksen/bijzonder/55/bijz55.pdf
‘‘Four futures on Europe” (uit 2003)
www.cpb.nl/nl/pub/cpbreeksen/bijzonder/49/
www.wri.org
Het World Resources Institute heeft veel statistische informatie over levensomstandigheden,
urbanisatie etc.
23
www.oxfam.org.uk
De wereldwijde organisatie OXFAM houdt zich bezig met veel sociale en economische aspecten in de
Derde Wereld.
Volle en lege gebieden
www.rivm.nl/vtv/object_document/o4236n21143.html
Specifieke bevolkingskenmerken met betrekking tot gezondheid zijn te vinden op de webste van het
RIVM. Op deze website is vooral veel demografische informatie in kaartvorm beschikbaar. Op de kaart
kunnen alle Nederlandse gemeenten worden aangeklikt voor de exacte data.
http://statline.cbs.nl/StatWeb/start.asp?lp=Search/Search
De meeste demografische informatie van Nederland is nog altijd beschikbaar via de website van het
CBS. Statline geeft via een boomstructuur en verschillende zoekfuncties de mogelijkheid per
tijdseenheid en geografische regio gegevens te analyseren.
www.nidi.knaw.nl/nl/demos/
Actuele trends in de demografische ontwikkeling zijn te vinden in het tijdschrift van dé Nederlandse
onderzoeksinstelling op het gebied van demografie: het NIDI.
www.un.org/popin/
Veel informatie is verkrijgbaar via het bevolkingsnetwerk van de VN. Dit is een gids met allerlei
informatie over bevolking zoals die te vinden is op verschillende sites van de VN. Er kan informatie over
allerlei organisaties binnen de VN opgevraagd worden. (Engelstalig)
www.census.gov/ipc/www.idbnew.html
De International Data Base van het US Census bureau heeft demografische en socio-economische
statistische gegevens over maar liefst 228 landen en gebieden. De IDB geeft snel toegang tot
gespecialiseerde informatie, met nadruk op demografische gegevens. Denk hierbij aan
bevolkingssamenstelling, geboorte- en sterftecijfers, levensverwachting enz. Er zijn gegevens
beschikbaar vanaf 1950, en prognoses tot 2050. Er zijn ook afbeeldingen als bevolkingspiramides.
Informatie is afkomstig vanuit de verschillende landen zelf en gegevens van de VN. (Engelstalig)
www.prb.org/DataFind/datafinder7.htm
Een andere uitstekende zeer actuele site is het Population Reference Bureau. Op deze site is veel te
vinden over allerlei onderwerpen romdom bevolking en gezondheid. (Engelstalig)
http://opr.princton.edu/
De universiteit van Princeton doet veel bevolkingsonderzoek. Op de site van het Office of Population
Research kan worden gezocht naar allerlei bevolkingsonderzoeken. Zeer interessant. (Engelstalig)
www.vwo-campus.net
De Universiteit Wageningen heeft op de website specifieke dossiers met veel links naar extra materiaal.
Binnen het thema demografie:
24
‘We zijn nog nooit met zoveel geweest’
www.vwo-campus.net/dossier/114
‘Vergrijzing in Nederland’
www.vwo-campus.net/dossier/59
www.un.org/Pubs/CyberSchoolBus/habitat/index.asp.
Informatie over verstedelijking en gegevens over grote steden is te vinden via het project Cities of today,
cities of tomorrow van de Cyberschoolbus van de VN. Hier vind je verschillende projecten over de
problematiek van steden. (Engelstalig)
Cultuurgebieden
www.kit.nl
Het Koninklijk Instituut voor de Tropen biedt een schat aan bronnen over culturele en interculturele
onderwerpen. Maar ook een bezoek aan het Tropenmuseum zelf (Amsterdam) is zeer de moeite waard.
www.interculturelecommunicatie.com/
De afdeling Culturele Antropologie van de Universiteit van Tilburg heeft een website in de lucht met veel
informatie over intercultureel contact. Verschillende boeken en andere publicaties zijn online in PDF
formaat beschikbaar. De focus ligt met name op de islam in de Westerse wereld.
www.schooltv.nl/eigenwijzer/projecten/?project=1046126
Teleac/NOT heeft een aparte website waar veel materiaal van SchoolTV online beschikbaar is. Eén van
de projectpagina’s gaat specifiek in op Nederland Migratieland met een vierdelige videoserie, een
begrippenlijst rondom het thema migratie en enkele aanvullende opdrachten.
www.nidi.knaw.nl/web/html/pushpull/
Het NIDI heeft samen met Eurostat, het statistische bureau van de EU, een uitgebreid onderzoek gedaan
naar internationale migratie en de achtergronden daarvan. Het Push & Pull Team heeft hiervan
uitgebreid verslag gedaan op een eigen website.
Paragraaf 2.2
Handel
http://www.ilo.org/public/english/employment/multi/index.htm]
De Internationale Arbeidsorganisatie ILO heeft een special programma voor multinationals MULTI.
Daarin hebben zij richtlijnen afgesproken voor multinationale ondernemingen en hun sociale politiek.
www.wto.org/index.htm
De Wereldhandelsorganisatie WTO is actief betrokken bij het maken van handelsafspraken tussen
verschillende landen. Op de website is veel informatie te vinden over de projecten van de WTO en de
werkwijze.
Via de website zijn ook speciale rapporten te downloaden van:
25
“The Uruguay Round” www.wto.org/english/thewto_e/whatis_e/tif_e/fact5_e.htm
“The Doha Round”
www.wto.org/english/tratop_e/dda_e/dda_e.htm
www.gats.nl
Een voorbeeld van een multilaterale handelsovereenkomst via het WTO is het GATS, het General
Agreement on Trade in Services. De website beschrijft het doel van de instelling en de achterliggende
gedachte.
Handelsregels (EU als Handelsblok)
http://europa.eu/index_nl.htm
Eén van de meest belangrijke handelsblokken in de moderne tijd is ongetwijfeld de EU. De Europese
Unie heeft een uitgebreide website met veel informatie over de werking van de organisatie en de
actuele ontwikkelingen.
http://euobserver.com/
De EU-Observer is een heel informatieve website, met veel actueel nieuws over de EU
www.euractiv.com/en/HomePage
EurActiv is de Europese organisatie die de politieke ontwikkelingen van de EU bijhoudt en
documenteert. Zeer actueel.
http://eu.startpagina.nl/
Ook de EU heeft een eigen Startpagina. Wederom zijn niet alle (particuliere) sites volledig betrouwbaar.
www.schooltv.nl/eigenwijzer/projecten/index.jsp?project=917076
Teleac/NOT heeft een aparte website waar veel materiaal van SchoolTV online beschikbaar is. Eén van
de projectpagina’s gaat specifiek in op Nederland en de EU met een vierdelige videoserie, een
begrippenlijst rondom de EU en de werking van de belangrijkste organen (parlement, de lidstaten, het
dagelijks bestuur, …)
Globalisering
www.onzewereld.nl/
Het tijdschift Onze Wereld is hét lijfblad voor de Nederlandse wereldburger. De makers van het blad
houden naast de algemene tijdschrift website ook nog een speciale site bij over het thema Globalisering.
Op deze Nederlandstalige portaal zijn nieuws en achtergronden te vinden met betrekking tot
globalisering en de gevolgen daarvan voor samenlevingen ver weg en dichtbij.
www.globalisering.com/
www.oneworld.nl/
26
Het internationale OneWorld-netwerk is hét onafhankelijke en toonaangevende internet nieuws- en
informatiepunt van de 'global civil society'. OneWorld Nederland is onderdeel hier van. Uitgangspunten
zijn hun betrokkenheid op mensenrechten, duurzame ontwikkeling en sociale rechtvaardigheid, evenals
hun overtuiging dat het hele netwerk van de partners meer is dan de som der delen.
www.vpro.nl/programma/tegenlicht/dossiers/14337257/
Heel interessant zijn de programma’s die de VPRO de afgelopen jaren maakte over globalisering. Op hun
site zijn de documentaires, lezingen, discussies e.d. samengevoegd tot een dossier globalisering.
http://globalisering.startpagina.nl/
Globalisering kent voor- en tegenstanders. Er is zelfs een aparte Startpagina over globalisering. Niet alle
(vaak particuliere) sites zijn volledig betrouwbaar.
Eenheid of Verbrokkeling
www.unric.org/
Het Regionale Informatiecentrum van de VN heeft een aparte website met daarop veel informatie over
de verschillende doelstellingen van de VN, de verdragen en de organisatie. Onder de kop ‘NEWS’ zijn
actuele ontwikkelingen te vinden die op de BENELUX van toepassing zijn.
Via deze website is ook “het ABC, handboek voor de VN” te downloaden via:
www.unric.org/html/nederlands/un/abc.html
www.maketradefair.nl/
Over eerlijke en duurzame wereldhandel geeft ook de NOVIB de nodige informatie.
www.citizen.org/trade/
Global Trade Watch is een non-profit organisatie die zich kritisch bezighoudt met de globalisering en de
gevolgen daarvan. Zij geven veel informatie over voedsel, gezondheid, veiligheid, milieu, economische
en democratische rechtvaardigheid.
www.worldwatch.org/
Ook het Worldwatch Instituut is een non-profitorganisatie die zich bezighoudt met duurzame handel en
een sociaal rechtvaardige wereld. Zij houdt zich bezig met de vele relaties die er zijn tussen economie,
milieu, energie en bevolking.
http://sociaalforum.nl/index.php?sectie=faq&fcid=5
Het Nederlands Sociaal Forum, onderdeel van het Wereld Sociaal Forum, wil zich inzetten voor een
andere globalisering waarbij mens en milieu boven winst gaan. Zij zijn voor de globalisering van
solidariteit, sociale rechtvaardigheid, gelijke rechten en vrede en komen op voor ‘werkelijke
democratisering’.
www.globalternatives.nl/
Een Nederlandse organisatie die zich actief bezig houdt met alternatieven voor het huidige
neoliberalisme is de organisatie Voor de Verandering. Op de website is onder andere de petitie te
vinden die zij indienden bij de leden van de Tweede Kamer.
27
Het groeperen van landen: de expertmethode
Extra opdracht bij paragraaf 2.1, 2.3
Opdracht voor leerlingen
Inleiding:
In de eerste paragraaf van hoofdstuk 1 worden landen en regio’s in de wereld steeds op een andere
manier gerangschikt. De paragraaf stelt 5 wereldbeelden centraal, aan de hand waarvan landen in
categorieën kunnen worden ingedeeld. Er wordt onderscheid gemaakt tussen het demografische,
economische, culturele, sociale en politieke wereldbeeld.
Voorbereiding:
- lees paragraaf 1.1 zorgvuldig door
- kijk extra goed naar de vergelijking van het Verenigd Koninkrijk met India en Tanzania
De opdracht:
De verkenning van een wereldbeeld
- Maak nu met de klas 5 groepjes van ongeveer gelijke grootte.
- Verdeel de 5 wereldbeelden uit het tekstboek over de 5 groepjes. Ieder groepje heeft dus een
eigen wereldbeeld: ‘demografisch, economisch, cultureel, sociaal of politiek’.
- Je docent geeft jullie 5 landen en een lijstje met kenmerken dat hoort bij jullie wereldbeeld.
Zoek aan de hand van deze kenmerken voor de 5 landen uit hoe zij passen binnen het
wereldbeeld van jouw groepje. Maak hierbij gebruik van de Grote Bosatlas (en eventueel het
internet zoals De Grote Bosatlas Online of het CIA Worldfactbook.).
- Zorg ervoor dat je jullie conclusie visualiseert: maak bijvoorbeeld een aantal grafieken waarin je
laat zien hoe de 6 landen scoren op de kenmerken die jullie hebben geformuleerd. Zorg ervoor
dat ieder groepslid een kopie van jullie conclusie heeft.
- Laat ieder groepslid één van de landen kiezen.
28
De verkenning van een land
- Vorm nu nieuwe groepjes, waarbij je per land bij elkaar zit. Als het goed is zijn er nu 6 groepjes:
niet per wereldbeeld, maar per land.
- Vergelijk het land van je groepje per wereldbeeld en beantwoord de volgende vragen:
-
Wat zijn de redenen dat jullie land op die manier in een bepaald wereldbeeld past?
Welke verschillen/overeenkomsten zie je voor jullie land tussen de verschillende
wereldbeelden?
Hebben de wereldbeelden afzonderlijk voor jullie land invloed op elkaar? Hoe?
Geef antwoord met behulp van de volgende deelvragen:
1. Zorgt de positie binnen het politieke wereldbeeld bijvoorbeeld voor een bepaalde positie
binnen het economisch wereldbeeld of omgekeerd?
2. Leidt de positie binnen het sociale wereldbeeld tot een specifieke positie binnen het
demografische wereldbeeld?
3. Bestaat er een relatie tussen het sociale en politieke wereldbeeld?
4. Heeft de positie binnen het politieke wereldbeeld invloed op de positie binnen het
demografische wereldbeeld?
5. Op welke andere wereldbeelden heeft de positie binnen het culturele wereldbeeld invloed?
6. Wat zijn de gevolgen van de positie binnen het economische wereldbeeld voor de positie
binnen het sociale en demografische wereldbeeld?
De presentatie
- Bereid een korte presentatie voor waarin je je groepsland presenteert en ook ingaat op de
conclusies aan de hand van de laatste 6 deelvragen.
- Luister ook goed naar de presentaties van de andere landen. Komen zij tot dezelfde conclusies?
29
Bijlage 1
Kenmerken van wereldbeelden
Economisch wereldbeeld (rijke en arme landen):
- Bruto Nationaal Product
- Percentage onder de Armoedegrens
- Corruptiecijfers
- Politieke stabiliteit
- Staat van de infrastructuur
- Opleidingsniveau bevolking
- Verhouding primaire/secundaire/tertiaire sector (van BNP)
- Verhouding primaire/secundaire/tertiaire sector (in aantal werknemers)
- Geschatte aandeel van de informele sector (in procenten)
Demografisch wereldbeeld (volle en lege gebieden):
- Bevolkingsdichtheid
- Urbanisatiegraad
- Urbanisatietempo
- Geboortecijfer
- Sterftecijfer
- Vergrijzingcijfer
- Migratiesaldo
- Percentage allochtonen
- Percentage vluchtelingen
Culturele wereldbeeld (cultuurgebieden):
- Godsdienst
- Arbeidsverdeling
- Taal en schrift
- Eetgewoonten
- Koloniale geschiedenis
- Multi-culturaliteit
- Kleding
30
Oriëntatie voor de docent
Kernwoorden: wereldbeelden, expertmethode, landenvergelijking
Inleiding:
In de eerste paragraaf van hoofdstuk 2 wordt op verschillende manieren naar landen en regio’s van de
wereld gekeken. Leerlingen leren te denken in rijke en arme landen, volle en lege gebieden en
verschillende cultuurgebieden.
In deze opdracht gaan leerlingen met drie typen indelingen van de wereld aan de slag. Ze leren
verschillende landen met elkaar te vergelijken en deze te plaatsen in een economisch, cultureel of
demografisch wereldbeeld. In de tweede fase van de opdracht wordt van leerlingen verwacht dat zij
eerdere resultaten presenteren aan hun medeleerlingen met behulp van de expertmethode. De
opdracht eindigt met een klassikale landpresentatie (in groepjes) waarin alle aspecten uit de
verschillende wereldbeelden aan bod moeten komen.
Doelen:
- leerlingen kennis laten maken met verschillende landen en de kenmerken van deze landen.
- leerlingen leren samenwerken en de resultaten van de samenwerking vervolgens te
communiceren naar derden.
- leerlingen inzicht geven in de complexe samenhang van de verschillende wereldbeelden
Groep/Individueel:
- de opdracht vindt in groepjes plaats van wisselende samenstelling
- de omvang van de groepjes in afhankelijk van de grootte van de klas, maar in principe wordt
uitgegaan van 6 groepjes in totaal (uitgaande van een klas van 30 leerlingen).
Benodigde hulpmiddelen:
- Tenminste 6 Grote Bosatlassen (voor ieder groepje 1)
Benodigde tijd:
Voor deze opdracht hoeven leerlingen thuis in principe geen specifieke voorbereidingen te doen.
Behandeling van de opdracht (exclusief behandeling van paragraaf 2.1, noodzakelijk voor de opdracht)
neemt ongeveer een heel lesuur in beslag.
31
HAVO: Paragraaf 2.1, 2.3
Werkwijze
Voorbereiding:
De docent kiest 6 landen die hij/zij relevant acht dan wel leuk vindt om centraal te stellen in deze
opdracht. In feite is ieder land geschikt. In het tekstboek wordt in paragraaf 3 al extra aandacht besteed
aan Het Verenigd Koninkrijk en India; daardoor zijn deze landen minder geschikt: het gaat erom nu eens
andere landen onder de loep te nemen. Bij selectie van verschillende landen moet geprobeerd worden
zoveel mogelijk uiteenlopende landen te kiezen. Daarom kan het beste uit elk van onderstaande
groepen landen, één land gekozen worden:
Groep 1
Noorwegen
Zweden
Finland
Zwitserland
Luxemburg
Groep 2
Saoedi-Arabië
Koeweit
Venezuela
Iran
Libië
Groep 3
Thailand
Vietnam
Maleisië
Zuid-Korea
Taiwan
Groep 4
China
Rusland
Wit-Rusland
Noord-Korea
Cuba
Groep 5
Zimbabwe
Ethiopië
Somalië
Bolivia
Nicaragua
Groep 6
Polen
Slowakije
Servië
Roemenië
Bulgarije
Uitvoering:
Tijdens de les moeten er 6 groepen leerlingen van ongeveer gelijke grootte worden gevormd. Ieder
groepje krijgt één van de 3 ‘wereldbeelden’ als thema: economisch, cultureel of demografisch.
Vervolgens gaat ieder groepje de 6 door de docent geselecteerde landen rangschikken naar dit
wereldbeeld. Dit doen zij aan de hand van kenmerken die bij een bepaald type wereldbeeld horen. De
kenmerken per wereldbeeld zijn te vinden in bijlage 1.
Zodra de leerlingen per groepje overeenstemming hebben over de positie van de verschillende landen in
het wereldbeeld, kiest ieder groepslid één van de behandelde landen. De leerlingen gaan nu op basis
van land bij elkaar zitten. Zo ontstaan er 6 nieuwe groepjes waarin ieder groepslid expert is van een
ander wereldbeeld. Nu moeten de leerlingen de discussie per land aan, waarbij de positie van het
desbetreffende land voor de verschillende wereldbeelden vergeleken moet worden. Aan de hand van de
discussie moeten zij een antwoord vinden op de vragen: Wat zijn de overeenkomsten in positionering?
Wat zijn de verschillen? En vooral: is er een relatie tussen de verschillende wereldbeelden? Hoe is die
relatie te verklaren?
Evaluatie/Afronding:
Na de discussies per land, volgt nog een klassikale terugkoppeling waarin resultaten per land aan de rest
van de klas kunnen worden gepresenteerd. Tijdens de presentatie kan bewust gevraagd worden naar
mogelijke verbanden tussen bijvoorbeeld het economische wereldbeeld en het politieke. Komen de
conclusies van de verschillende landengroepjes overeen?
Variatiemogelijkheden:
Allereerst kan er al gevarieerd worden door de landenselectie. De docent kan er ook voor kiezen de
leerlingen zelf 6 landen te laten selecteren uit het schema. Voor een extra uitdaging kan van leerlingen
32
eerst gevraagd worden zelf kenmerken per wereldbeeld op te sommen, deze klassikaal te behandelen
en daarna pas toe te laten passen op de verschillende landen.
33
Europese import van Chinees textiel
Extra opdracht HAVO: Paragraaf 2.2
Opdracht voor leerlingen
Inleiding:
Economische blokken zijn in een tijd van globalisering een belangrijke rol gaan spelen voor de welvaart
van landen. De EU is een voorbeeld van zo’n economisch blok. Welke invloed de EU als handelsblok nu
precies heeft op een schoenenindustrie, ga je in deze opdracht onderzoeken. Ook leer je hoe
onderhandeling werkt tussen verschillende bedrijven als de productie van een Westers bedrijf wordt
verplaats naar lagere lonenlanden.
Voorbereiding:
- lees paragraaf 2.2 zorgvuldig door
- Maak de opdrachten uit bijlage 1.
De opdracht:
Introductie
De Italiaanse schoenenfabrikant Stromboli uit Florence wil de productie van schoenen uitbesteden. In
verschillende landen verspreid over de wereld zijn hier mogelijkheden voor. Uiteindelijk maakt de
schoenenfabrikant een selectie van vier bedrijven uit vier verschillende landen. Wie sluit de deal en gaat
de productie overnemen?
-
Vorm groepjes van ongeveer 5 personen.
Lees de rolkaart van je groepje.
Zoek extra informatie die je kunt gebruiken tijdens de onderhandelingen. Maak hiervoor gebruik
van de Grote Bosatlas. Vul in het schema in:
- hoe de infrastructuur georganiseerd is in het land van jullie bedrijf
- wat de absolute afstand is van jullie bedrijf tot het bedrijf in Florence
- welke typen vervoermiddelen geschikt/nodig zijn om van de bedrijfslocatie
naar Florence te reizen
- Bespreek vervolgens hoe je je bedrijf wil presenteren tijdens het aanstaande overleg. Wat is de
beste strategie?
- Bepaal wie van jullie groep ‘hoofd onderhandelingen’ wordt.
De eerste onderhandeling
- Het ‘hoofd onderhandelingen’ van Stromboli zit de onderhandeling voor.
- Eén voor één presenteren de 4 buitenlandse bedrijven een hun offerte. Wat hebben zij
Stromboli te bieden?
- De ronde eindigt met enkele vragen (door Stromboli te stellen).
34
Terugkoppeling
- Bespreek in je groepje na:
1. Hoe verliep de onderhandeling?
2. Wat kan er beter?
3. Op welke argumenten moet nu worden ingezet?
- Bespreek de mening van jullie groepje kort met de docent
- Pas aan de hand van zijn/haar tips de strategie aan en bereid je voor op ronde 2
De tweede onderhandeling
- Het ‘hoofd onderhandelingen’ van Stromboli zit opnieuw de onderhandeling voor. Dit keer zal
ook jullie docent een rol spelen: hij zal afwisselend de rol van EU en WTO op zich nemen en het
proces beïnvloeden: opgepast dus!
- Tijdens deze ronde moet Stromboli het bedrijf selecteren waar ze mee in zee willen gaan. Denk
daarbij goed om argumenten.
Eindevaluatie
-
Zodra Stromboli de keus bekend heeft gemaakt ga je voor de laatste keer in groepjes uiteen.
Schrijf gezamenlijk een kort persbericht (250 woorden), waarin je ingaat op:
1. Het proces van de onderhandelingen (vanuit de ogen van jullie bedrijf gezien).
2. Wat heeft in jullie ogen de doorslag gegeven voor de keuze van Stromboli? 3. Wat was er
sterk en zwak aan jullie eigen optreden tijdens de onderhandelingen?
35
Bijlage 1
Opdracht Europa Educatief
De EU is in 2005 en 2006 druk aan het onderhandelen met China over de import van
Chinese producten. De maatregelen veranderden voortdurend en veranderen nog steeds.
Opdracht 1 – Textiel en handelsbeperkingen
1.
Waar staat de afkorting ‘WTO’ voor en wat doet deze organisatie?
2.
Eén van de mogelijkheden om de import vanuit China te beperken is via het instellen van
een quotabeleid. Leg uit wat zo’n beleid inhoudt. Waarin verschillen importquota van
invoerrechten?
3.
Is het voor Portugese producenten van textiel voordeliger dat de EU met quota werkt of met
invoerrechten? Licht je antwoord toe.
Opdracht 2 – Schoenen en concurrentie
Rem EU invoer schoenen
Oorspronkelijk afkomstig uit ‘NRC’, 27-07-2006 (Bert Lanting)
BRUSSEL – De Europese Unie wil met het instellen van permanente strafheffingen een nieuwe poging
ondernemen om de toevloed op de Europese markt van goedkope schoenen uit China en Vietnam te
beperken. Het dagelijks bestuur van de Unie, de Europese Commissie, heeft strafheffingen van 10
procent voor schoenen uit Vietnam en van 16,5 procent voor schoenen uit China in voorbereiding. Deze
heffingen liggen lager dan de huidige, tijdelijke boetes, die bijna 20 procent voor China en 17 procent
voor Vietnam bedragen. De lidstaten van de Europese Unie zijn zelf sterk verdeeld over de noodzaak van
heffingen. De roep om beschermende maatregelen komt van landen als Italië en Spanje die veel
schoenen produceren. Maar de landen die traditioneel optimale vrijhandel voorstaan, zoals een aantal
Scandinavische lidstaten en Nederland, zijn juist tegen heffingen die tot doel hebben de eigen markt te
behoeden voor importen van buiten. De Europese Commissie besloot eerder dit jaar na lange discussies
tot een tijdelijke maatregel die begin april inging en die in oktober afloopt. Het argument voor de heffing
was dat China en Vietnam schoenen op de Europese markt dumpen. Het afgelopen jaar exporteerden
China en Vietnam in totaal 1,5 miljard paar schoenen naar de Europese Unie. Een jaar geleden woedde
er een soortgelijke strijd tussen de Europese Unie en China over de invoer van goedkope
textielproducten. Daarvoor is toen uiteindelijk een quotaregeling uit de bus gekomen die van kracht
blijft tot 2008.
Noem een reden waarom de Chinezen zich op een voordelige en efficiënte manier kunnen specialiseren
in meer dan alleen textiel. Geef twee voorbeelden van industrietakken waarin China een comparatief
voordeel heeft. (Met andere woorden, waarin China een betere concurrentiepositie heeft).
http://www.europaeducatief.nl/documenten/TweedeFaseVwoAK51w.pdf
36
Bijlage 2
Rollenstrookjes
Bedrijf A
Stad, Land
Aantal werknemers
Loonkosten per uur per arbeider
Betrouwbaarheid leveranties
Voldoet aan arbeidsregels
Voldoet aan milieuregels
Infrastructuur in het land
Absolute Afstand tot de afzetmarkt
Typen vervoermiddelen
Stromboli
Milaan, Italië
100
50 euro
Goed
Ja
Ja
Bedrijf B
Land
Aantal werknemers
Loonkosten per uur per arbeider
Betrouwbaarheid leveranties
Voldoet aan arbeidsregels
Voldoet aan milieuregels
Infrastructuur in het land
Absolute Afstand tot de afzetmarkt
Typen vervoermiddelen
Wislabuta
Katowice, Polen
500
5 euro
Goed
Meestal
Nee
Bedrijf C
Land
Aantal werknemers
Loonkosten per uur per arbeider
Betrouwbaarheid leveranties
Voldoet aan arbeidsregels
Voldoet aan milieuregels
Infrastructuur in het land
Absolute Afstand tot de afzetmarkt
Typen vervoermiddelen
Piedrovic
Timisoara, Roemenië
800
4 euro
Redelijk
Meestal
Nee
37
Bedrijf D
Land
Aantal werknemers
Loonkosten per uur per arbeider
Betrouwbaarheid leveranties
Voldoet aan arbeidsregels
Voldoet aan milieuregels
Infrastructuur in het land
Absolute Afstand tot de afzetmarkt
Typen vervoermiddelen
Wong Shu
Shanghai, China
5000
50 eurocent
Matig
Nee
Nee
Bedrijf E
Land
Aantal werknemers
Loonkosten per uur per arbeider
Betrouwbaarheid leveranties
Voldoet aan arbeidsregels
Voldoet aan milieuregels
Infrastructuur in het land
Absolute Afstand tot de afzetmarkt
Typen vervoermiddelen
Bintang Bandung
Bandung, Indonesië
3000
30 eurocent
Matig
Nee
Nee
38
Orientatie voor de docent
Kernwoorden: WTO, Handelsbelemmeringen, Europese markt, China, Outsourcing, Globalisering
Inleiding:
Paragraaf 2.2 opent met een alinea over handel. Hierin wordt ook verwezen naar de rol van de WTO.
Later in de paragraaf is aandacht voor zaken als internationalisering, globalisering en outsourcing. Deze
opdracht gaat hierop door.
Op de website van Europa educatief (bijlage 1) is extra lesmateriaal te vinden over de EU en vrije handel.
Deze opdracht functioneert als introductie voor het latere spel. De leerlingen maken kennis met de
verschillende begrippen rondom handel en het functioneren van de Europese Unie.
Het spel werkt vervolgens met 5 groepen die elk een bedrijf vertegenwoordigen. Eén groep
vertegenwoordigt een Italiaans bedrijf dat de productie van haar kleding naar het buitenland wil
verplaatsen. De andere 4 bedrijven zijn mogelijke nieuwe kledingproductiebedrijven in verschillende
landen. Allereerst moeten de bedrijven een inventarisatie maken van de eigen situatie. Tijdens het spel
moeten de 4 bedrijven hun locatie vervolgens zien te ‘verkopen’ aan het Italiaanse bedrijf. De docent
legt als WTO en EU af en toe maatregelen op die invloed hebben op mogelijke deals.
Naar: Vankan, L. en J. van der Schee (2006), Meer leren denken met aardrijkskunde. Stichting Omgeving
en Educatie, Nijmegen, 1e druk.
Doelen:
- leerlingen de EU als blok laten vergelijken met de republiek China
- leerlingen actief kennis laten maken met ‘fort Europa’
- leerlingen kunnen met behulp van een rollenspel verschillende dimensies van
globaliseringprocessen analyseren, waarbij de focus ligt op outsourcing
- leerlingen zien in dat bij besluitvorming niet alleen de inhoudelijke maar ook de sociale
component een belangrijke rol speelt
Groep/Individueel:
- groepjes van ongeveer 5 leerlingen
Benodigde hulpmiddelen:
- Een Europa Educatief Opdracht voor elke leerling (bijlage 1)
- Strookje met de verschillende rollen. Iedere pagina bevat de 5 verschillende bedrijvenschetsen,
dus bij 30 leerlingen 6x (bijlage 2)
Benodigde tijd:
- Twee lesuren
39
Werkwijze:
Voorbereiding:
Als voorbereiding op het eerste lesuur moet de docent voldoende exemplaren van de verschillende
bijlagen hebben (zie benodigdheden).
Voor het tweede lesuur moet de docent de banken in het klaslokaal zo opstellen dat er in het midden
een vergadertafel ontstaat voor 6 personen. Daaromheen moet de rest van de leerlingen zich kunnen
verdelen.
Uitvoering:
Het eerste lesuur
De leerlingen kunnen in kleine groepjes aan het werk gezet worden met opdrachten van Europa
Educatief (bijlage 1).
Vervolgens moeten deze opdrachten klassikaal behandeld worden zodat alle leerlingen de in de
opdracht gebruikte begrippen ook echt beheersen.
Daarna moeten de leerlingen in 5 groepjes verdeeld worden (uitgaande van 30 leerlingen). Ieder groepje
moet één van de onderstaande rollen toebedeeld krijgen:
-
directie Italiaanse schoenenfabriek Stromboli
Poolse schoenenfabriek bij Katowice
Roemeense schoenenfabriek bij Timisoara
Chinese schoenenfabriek bij Shanghai
Indonesische schoenenfabriek bij Bandung
De leerlingen gaan met behulp van de Bosatlas per groepje informatie zoeken over de ligging van hun
bedrijf (relatief/absoluut) en daarmee de bereikbaarheid. Meer specifieke informatie over hun bedrijf
vinden ze op hun rollenstrookje (bijlage 2). Bij tijdgebrek kunnen ze deze zoektocht eventueel thuis
verder zetten.
Het tweede lesuur
De leerlingen vervolgen in de eerder gevormde groepjes van 5 de opdracht vanaf het punt ‘de eerste
onderhandeling’. Tussentijds verandert de EU haar quota en invoerrechtenbeleid, dit geeft de docent
aan tijdens de onderhandelingen (als 6e gesprekspartner), pas vanaf de tweede onderhandelingsronde.
Zo kan de docent bijvoorbeeld importbelasting van 20% instellen voor producten van buiten de EU. Het
is de bedoeling dat de verschillende groepjes daar vervolgens op reageren. Uiteindelijk moet voor één
oplossing gekozen worden.
Evaluatie/Afronding:
De evaluatie vindt veelal plaats tijdens de opdracht. Na het eerste deel functioneert de nabespreking
van de opdracht natuurlijk als evaluatie, waarbij extra aandacht aan de gebruikte begrippen gegeven
moet worden.
40
Ook na de eerste onderhandeling vindt een evaluatie plaats (terugkoppeling). Eerst alleen de groepjes
zelf, maar later ook in contact met de docent.
Tot slot vindt een evaluatie plaats bij het schrijven van het persbericht. Belangrijk is om ook dit goed
klassikaal na te bespreken.
41
Hoofdstuk 3 De Europese landbouw
Achtergrondinformatie
Veranderingen in de landbouw
Het nieuwe boeren is een documentaire over het veranderende leven van de boer, mede door
vernieuwde landbouwmethodes in Nederland.
Deze afleveringen duren 50 minuten en zijn te downloaden op de website van
www.uitzendinggemist.nl. U kunt de uitzending vinden onder de omroep HUMAN bij De Donderdag
Documentaire van 22-07-2004.
Sluit aan op paragraaf 3.1
Op schooltv beeldbank zijn meerdere korte filmfragmenten te vinden over de intensivering en
veranderingen in de landbouw. Bijvoorbeeld het filmpje
Het ontstaan van de intensieve landbouw in Nederland
Sluit aan op paragraaf 3.1
Het Centrum Biologische Landbouw organiseert ieder jaar open dagen. Iedereen is dan welkom om een
kijkje te nemen achter de staldeuren van biologische bedrijven in Flevoland.
Sluit aan bij paragraaf 3.1
Het ministerie van LNV besteedt op haar website veel aandacht aan verschillende vormen van duurzaam
ondernemen. Onder andere biologische landbouw en de Nederlandse agribusiness krijgen uitleg op deze
website.
Sluit aan op paragraaf 3.1 en 3.2
www.agriholland.nl richt zich op professionals in de agrische business en de organisaties daaromheen,
die behoefte hebben aan korte overzichtelijke informatie. Op deze website staan verschillende dossiers
met als hoofdthema de agrarische sector in Nederland.
Paragraafoverstijgend
Landbouw in Nederland
Op de website van Wikipedia is uitgebreide informatie over de landbouw in Nederland te vinden. Er zijn
veel links naar verwante artikelen in deze website opgenomen.
Sluit aan op paragraaf 3.2
Op de site van het ministerie van LNV zijn onderwerpen die gerelateerd zijn aan landbouw naar thema
gerangschikt. Op deze manier kunt u makkelijk informatie vinden op de website.
Sluit aan op paragraaf 3.2
42
De website van de Universiteit Wageningen bevat dossiers over verschillende onderwerpen. Het dossier
over veranderende landbouw (onder andere door klimaatomstandigheden), ook zijn er links naar
gerelateerde websites te vinden.
Sluit aan op paragraaf 3.1 en 3.2
Een opiniërend artikel over de landbouw en agrisector in Nederland kunt u vinden op de website van de
LTO Noord . Het stuk is geschreven door de voorzitters van provinciale LTO’s.
Sluit aan op paragraaf 3.2
Op schooltv eigenwijzer vindt de leerling veel informatie over de landbouw en grarische sector in
Nederland.
Paragraafoverstijgend
Het samenwerkingsverband van de Nederlandse agrariërs lto.nl/ informeert op de website over
landbouw gerelateerde thema’s en projecten.
Sluit aan op paragraaf 3.2
Landbouw in Oostenrijk
De educatieve website van Tellus, een initiatief van de Europese Unie, geeft informatie over de fysieke
kenmerken van landbouwgebieden en landbouwproductie van Oostenrijk.
Via deze website zijn tevens informatieboekjes en werkbladen te downloaden.
Sluit aan op paragraaf 3.3
De EVD, agentschap van het ministerie van Economische Zaken, ondersteunt ondernemers en publieke
organisaties bij het internationaal ondernemen en samenwerken. Op deze website kunt u
uiteenlopende informatie over Oostenrijk en de agrarische sector van Oostenrijk vinden. Tevens kan er
worden doorgelinkt naar de websites van andere landen.
Sluit aan op paragraaf 3.3
Invloed van de Europese Unie
Op schooltv beeldbank http://beeldbank.schooltv.nl is een aantal korte filmfragmenten te vinden over
de invloed en interventie van de Europese Unie in de landbouwsector.
EU en de handelsconflicten
EU en de landbouw
EU en de landbouwsubsidie
EU en de landbouwoverschotten
Europees landbouwbeleid
Paragraafoverstijgend
De website over de landbouw in de Europese Unie belicht de veranderingen en de vooruitzichten in de
landbouwsector door invloed van de EU. De grootste lijnen in de aanpassingen in het landbouwbeleid
die de laatste vijftig jaar gedaan zijn, worden op de website uitgelegd.
Paragraafoverstijgend
43
Op schooltv eigenwijzer wordt het thema landschappelijk landbouwbeleid van de EU behandeld. Dit
thema is gekoppeld aan andere onderwerpen die te maken hebben met algemeen EU beleid.
Paragraafoverstijgend
De suikerbietenteelt kon lage tijd rekenen op subsidies van de Europese Unie, maar die zijn in 2006
teruggedraaid. De gevolgen zijn moeilijk te overzien. De EU en de landbouw documentaire van 14-092006 op de website van www.uitzendinggemist.nl gaat over de economische invloed van de EU op de
agrarische sector. Onder de knop van de omroep TELEAC/NOT is de documentaire EU-Geografie te
vinden.
Paragraafoverstijgend
Doel van www.europadecentraal.nl is de kennis en expertise over Europees recht en de juiste
toepassing ervan bij de decentrale overheden te vergroten. Op deze website zijn onder het kopje
dossiers links te vinden naar verschillende dossiers over landbouw, subsidies en milieu.
Paragraafoverstijgend
44
Duurzame landbouw: documentaire en posterpresentatie
Extra opdracht bij 3.1
Opdracht voor leerlingen
Inleiding:
In paragraaf 3.1 heb je gelezen over de verandering van de agrarische sector de laatste jaren. Niet alleen
zijn bedrijven in Nederland groter geworden, ook de werkwijze binnen de agrarische sector heeft zich
aangepast aan nieuwe technieken en kennis. Schaalvergroting, intensivering, specialisatie en
verduurzaming zijn hier voorbeelden van.
Aan de hand van deze opdracht ga je je samen met je groepsgenoten verdiepen in de invloed van de EU
op de landbouw.
Voorbereiding:
- lees paragraaf 3.1 zorgvuldig door
- Bekijk (klassikaal) de aflevering over de landbouw van 14-09-2006 van EU-Geografie op
www.uitzendinggemist.nl
Uitvoering:
Documentaire
Je docent deelt de klas in groepjes van drie leerlingen. Samen met je groepsgenoten ga je straks een
poster maken over een onderdeel van de landbouw en de invloed hierop van de EU. Wat jullie
onderwerp wordt, krijg je van je docent te horen.
Eerst bekijk je de documentaire EU-Geografie over de veranderingen die hebben plaatsgevonden in de
landbouwsector. Let hierbij vooral op de aandachtspunten/vragen die achter jouw onderwerp staan
(bijlage). Maak eventueel aantekeningen.
Hoofdvraag
Vervolgens ga je in je groepje overleggen over het onderwerp dat je van je docent gekregen hebt. Je
gaat een poster maken over de veranderingen die hebben plaatsgevonden met betrekking tot jullie
onderwerp onder invloed van de EU.
Stel hier eerst een duidelijke hoofdvraag over op die jullie zullen beantwoorden op de poster. Denk
hierbij bijvoorbeeld aan de voor- en nadelen voor de boer en de consument, of het veranderende
beleid.
Laat jullie hoofdvraag goedkeuren door je docent voor je de poster in elkaar gaat zetten.
Poster
Zoek op de links die je bij je onderwerp gekregen hebt naar nuttige informatie.
Maak daarna een poster waarin je jullie hoofdvraag beantwoordt aan de hand van de bijlage ‘Hoe maak
ik een duidelijke poster?’. Het is belangrijk dat jullie binnen je groepje goed overleggen en samenwerken
bij het maken van de poster. Dit ‘besluitvormingsproces’ gaan jullie bijhouden in de vorm van het
evaluatieproces.
45
Evaluatie
Om je te helpen met het maken van de evaluatie, is er in de bijlage een tabel opgenomen waarin je jullie
eigen groep een beoordeling gaat geven. Vul de beoordeling individueel en serieus in en zorg dat je de
gegeven cijfers in de volgende les kunt onderbouwen met argumenten. In de tweede les gaan jullie met
je groepje de poster presenteren aan de rest van de klas. Leg kort uit wat jullie willen vertellen met de
poster en beantwoordt de vragen van je klasgenoten.
46
Bijlage
De onderwerpen en bijbehorende links die verdeeld worden over de groepjes:
- biologische landbouw
Aandachtspunten: Wat zijn de kansen en bedreigingen voor biologische landbouw door de invloed van
de EU? Wordt biologische landbouw makkelijker gemaakt door de EU?
http://ec.europa.eu/agriculture/foodqual/index_nl.htm
http://europa.eu/pol/agr/index_nl.htm
http://ec.europa.eu/agriculture/qual/organic/reg/index_nl.htm
http://ec.europa.eu/agriculture/qual/organic/ben/index_nl.htm
- landbouwsubsidies
Aandachtspunten: Hoe werken landbouwsubsidies? Wat is het doel van de subsidies? Wat zijn de vooren nadelen?
http://ec.europa.eu/agriculture/foodqual/index_nl.htm
http://europa.eu/pol/agr/index_nl.htm
- concurrentiepositie van Nederlandse boeren
Aandachtspunten: Wat is de invloed van de EU op de concurrentiepositie van de Nederlandse boeren?
Maken subsidies dit makkelijker óf juist moeilijker?
http://ec.europa.eu/agriculture/foodqual/index_nl.htm
http://europa.eu/pol/agr/index_nl.htm
- specialisatie en schaalvergroting
Aandachtspunten: Is dit een gevolg van de invloed van de EU? Wat betekent specialisatie en
schaalvergroting voor de boeren?
http://ec.europa.eu/agriculture/foodqual/index_nl.htm
http://europa.eu/pol/agr/index_nl.htm
- de consument van landbouwproducten
Aandachtspunten: Wat merkt de consument van de invloed van de EU?
http://ec.europa.eu/agriculture/foodqual/index_nl.htm
47
http://europa.eu/pol/agr/index_nl.htm
http://www.wur.nl/NL/nieuwsagenda/nieuws/Europese_consument_weinig_eensgezind_over_dierenw
elzijn_in_veehouderij.htm
- de situatie voor de boeren na 2013
Aandachtspunten: Hoe zal de situatie er na 2013 uitzien voor de boeren? Kun je je voorstellen hoe dat
geweest zou zijn zonder de invloed van de EU?
http://ec.europa.eu/agriculture/foodqual/index_nl.htm
http://europa.eu/pol/agr/index_nl.htm
- dierenwelzijn in de agrarische sector
Aandachtspunten: Wordt er meer of minder rekening gehouden met het dierenwelzijn in de agrarische
sector, sinds de toenemende invloed van de EU? Wat zou hieraan gedaan kunnen worden?
http://ec.europa.eu/agriculture/foodqual/index_nl.htm
http://europa.eu/pol/agr/index_nl.htm
http://www.wur.nl/NL/nieuwsagenda/nieuws/Europese_consument_weinig_eensgezind_over_dierenw
elzijn_in_veehouderij.htm
48
Hoe maak ik een duidelijke poster?
Een poster is een korte, visuele presentatie van een project. Door de poster te bekijken, kunnen
belangstellenden snel een goed beeld krijgen van het project. Een goede poster voldoet aan een aantal
basis eisen:
Formaat en de lay-out van de poster
De poster moet de afmetingen van een A2’tje hebben. De poster moet op eenvoudige wijze op te
hangen zijn. De poster moet op een afstand van 1 tot 2 meter nog goed leesbaar zijn. Pas de grootte van
de figuren en letters aan deze eis aan. Zorg er ook voor dat de tekst op ooghoogte op de poster staat
(dus niet helemaal onder aan de poster). Dit is uiteraard ook afhankelijk van de hoogte waarop de
poster aan de muur wordt bevestigd.
De poster is op een duidelijke en logische manier ingedeeld (van links naar rechts, en van boven naar
onderen). De poster kan ingedeeld worden in een aantal denkbeeldige, gelijke delen (bijvoorbeeld vier
blokken of drie kolommen).
De foto's, tekeningen en schema's zijn overzichtelijk en verhelderend.
De poster bevat slechts enkele regels tekst (grote, duidelijke letters).De opmaak van de poster ziet er
verzorgd uit.
Inhoudelijk
Vat de hoofdaspecten van het project samen in enkele regels tekst of maak deze duidelijk met behulp
van tekeningen of foto's. Hoofdzaken zijn onder andere: het doel van de opdracht, de werkwijze, de
resultaten en eventueel de conclusies.
Vermeld boven aan de poster een titel. Neem in ieder geval de namen van de makers van de poster in
de poster op. Zorg voor een overzichtelijke opbouw van het verhaal.
Het is aan te bevelen om de poster eerst op papier te ontwerpen voordat je een definitieve versie
maakt.
Bron: http://home.hccnet.nl/e.de.ruiter/poster.html
49
Beoordeling
Onderdeel
Informatie halen uit- en
opletten op de documentaire
Overleggen na de
documentaire
Naar elkaar luisteren
Beslissen hoe de poster eruit
zou komen te zien
De poster maken
De verdeling van het werk?
(was deze verdeling eerlijk?)
Het eindresultaat
De samenwerking tijdens het
hele proces
Beoordeel hoe dit
onderdeel binnen
jullie groepje
verliep (geef de
groep een cijfer
tussen de 1 en 10)
Waarom? Wat zijn de oorzaken van
deze beoordeling?
50
Oriëntatie voor de docent
Kernwoorden:
agrarische sector, nieuwe methoden, verduurzaming landbouw, invloed EU
Inleiding:
In paragraaf 3.1 hebben de leerlingen gelezen over de verandering van de agrarische sector de laatste
jaren. Niet alleen zijn bedrijven in Nederland groter geworden, ook de werkwijze binnen de agrarische
sector heeft zich aangepast aan nieuwe technieken en kennis. Schaalvergroting, intensivering,
specialisatie en verduurzaming zijn hier voorbeelden van.
Aan de hand van deze opdracht zullen leerlingen zich verdiepen in de invloed van de EU op de
landbouw.
Naar: Taylor, L. (2004). Re-presenting Geography. Cambridge: Chris Kington Publishing
Doelen:
- Leerlingen krijgen inzicht in verschillende duurzame landbouwmethoden
- Leerlingen selecteren en gebruiken bronnen over landbouw
- Leerlingen maken samen een poster
Groep/Individueel:
- Deze opdracht wordt uitgevoerd in groepjes van drie leerlingen
Benodigde hulpmiddelen:
- PC’s met internetaansluiting
- De ‘EU en de landbouw’-filmpjes op www.uitzendinggemist.nl
Bij de omroep TELEAC/NOT is de documentaire EU-Geografie te vinden. De aflevering over de landbouw
van 14-09-2006 is nodig in deze les.
- Papier op A2 formaat
- Materialen om posters mee te maken
Benodigde tijd:
2 lesuren + huiswerktijd
Voorbereiding:
De leerlingen hebben ter voorbereiding op de les paragraaf 3.1 gelezen.
Uitvoering:
De leerlingen worden tijdens de les in drietallen verdeeld. Alle groepjes krijgen één van de volgende
onderwerpen toegewezen, daarbij letten ze tijdens het bekijken van de aflevering specifiek op de vragen
bij hun onderwerp:
-
biologische landbouw (Wat zijn de kansen en bedreigingen voor biologische landbouw door de
invloed van de EU? Wordt biologische landbouw makkelijker gemaakt door de EU?)
51
-
landbouwsubsidies (Hoe werken landbouwsubsidies? Wat is het doel van de subsidies? Wat zijn
de voor- en nadelen?)
concurrentiepositie van Nederlandse boeren (Wat is de invloed van de EU op de
concurrentiepositie van de Nederlandse boeren? Maken subsidies dit makkelijker óf juist
moeilijker?)
specialisatie en schaalvergroting (Is dit een gevolg van de invloed van de EU? Wat betekent
specialisatie en schaalvergroting voor de boeren?)
de consument van landbouwproducten (Wat merkt de consument van de invloed van de EU?)
de situatie voor de boeren na 2013 (Hoe zal de situatie er na 2013 uitzien voor de boeren? Kun
je je voorstellen hoe dat geweest zou zijn zonder de invloed van de EU?)
dierenwelzijn in de agrarische sector (Wordt er meer of minder rekening gehouden met het
dierenwelzijn in de agrarische sector, sinds de toenemende invloed van de EU? Wat zou hieraan
gedaan kunnen worden?)
Na het bekijken van de aflevering van EU-Geografie, gaat ieder groepje een poster maken aan de hand
van hun toegewezen onderwerp.
Het is de bedoeling dat ze in de poster verwerken wat de invloed van de EU is geweest op hun
onderwerp. Om deze vraag te beantwoorden, stelt ieder groepje eerst een hoofdvraag op, die ze willen
beantwoorden op de poster. Deze hoofdvraag dient eerst goedgekeurd te worden door de docent,
voordat de leerlingen met de postermaterialen aan de slag mogen.
De leerlingen krijgen enkele handige links van websites (bijlage) die te maken hebben met hun
onderwerp. Aan de hand van de gevonden informatie, gaan ze een poster maken waarin de verandering
door de EU duidelijk wordt.
Evaluatie/Afronding:
Het eerste lesuur wordt besteed aan het kijken van de documentaire, het opstellen van de hoofdvraag
en eventueel het zoeken naar relevantie informatie. Hierna kan als huiswerkopdracht de poster
afgemaakt worden. Waarna deze in het tweede lesuur gepresenteerd worden aan de klas.
De leerlingen vullen individueel een tabel in (bijlage), waarin ze de samenwerking binnen hun eigen
groepje beoordelen tijdens het proces.
Tijdens de posterpresentaties hangen alle posters in het lokaal en mag ieder groepje kort aan de rest
van de klas toelichten wat ze met hun poster willen vertellen. Ook kunnen er vragen gesteld worden en
kan eventueel de eigen beoordeling besproken worden.
Probeer de leerlingen tijdens de afronding van de les, klassikaal een conclusie te laten trekken uit alle
posters die ze gezien hebben. Wat zijn de voor- en nadelen van de toenemende invloed van EU op de
landbouw? Wie ziet deze invloed als iets positiefs en wie niet?
Variatiemogelijkheden:
De posterpresentaties kunnen ook aangepast worden door de leerlingen zelf naar alle posters te laten
kijken, en daarna de gelegenheid te geven om vragen aan elkaar te stellen over de posters.
Eventueel kan ieder groepje een vraag opstellen bij hun zelfgemaakte poster die door de andere
groepjes beantwoord moet worden. Op deze manier zijn de leerlingen ‘intensiever’ met elkaars posters
bezig.
52
De beoordelingen die de leerlingen zichzelf hebben gegeven, kunnen worden ingeleverd bij de docent,
zodat dit onderdeel mee kan wegen in de beoordeling.
53
Landbouw in Nederland: een opinielijn maken
Extra opdracht bij 3.2
Opdracht voor leerlingen
Inleiding:
In paragraaf 3.2 heb je gelezen over de veranderingen die de laatste jaren hebben plaatsgevonden
binnen de landbouwsector. Aan deze veranderingen gaat een periode van besluitvorming en overleg
plaats, omdat iedere actor en betrokkene vanuit een andere visie denkt. Iedere betrokkene heeft
andere normen en waarden.
In deze opdracht ga je aan de slag met het verschil tussen normen en waarden en hoe je deze
onderscheidt en nuanceert. Iemand met een mening die lijnrecht tegenover jouw mening lijkt te staan,
blijkt het misschien toch meer met jou eens te zijn dan je dacht!
Voorbereiding:
- lees paragraaf 3.2 zorgvuldig door
Uitvoering:
Klassikaal
Je docent deelt de klas in groepjes van vijf leerlingen. Met dit groepje ga je een waardekwadrant maken.
Dit is een schema waarin je verschillende meningen indeelt en ordent op de achterliggende waarden.
Hierdoor krijg je meer inzicht in de nuancering van een mening.
Omdat dit nogal ingewikkeld klinkt, ga je eerst klassikaal met je docent een waardekwadrant opstellen
voor de vraag:
Moeten dieren die een risico vormen voor besmetting met MKZ afgemaakt worden of niet, en waarom?
De horizontale lijn in een waardekwadrant staat voor twee uiteenlopende normen (in het voorbeeld zijn
dat enten versus ruimen) en de nuanceringen die daar tussenin liggen. De verticale lijn staat symbool
voor de waarden die ten grondslag liggen aan de normen (in het voorbeeld zijn dat efficiëntie versus
leven) en de tussenliggende nuanceringen.
Nu je met bovenstaand voorbeeld en de hulp van je docent geoefend hebt, ga je met je groepje aan de
slag!
Hieronder staat stap voor stap uitgelegd hoe je het waardekwadrant tekent.
Kwadrant tekenen
Teken op een transparante sheet het figuur zoals je docent dat zojuist op het bord heeft gedaan. Houdt
de sheet in de breedte.
Trek een horizontale lijn van twintig centimeter met boven en onder tien centimeter vrij. Trek door het
midden van deze lijn een verticale lijn van twaalf centimeter. Aan weerszijden van de horizontale lijn
schrijf je de volgende uitspraken:
Links: WIJKEN (Nederlandse boeren moeten wijken voor natuurontwikkeling en –bescherming)
54
Rechts: UITBREIDEN (Nederlandse boeren moeten de ruimte krijgen om uit te breiden)
Aan weerszijde van de verticale lijn schrijf je de volgende uitspraken:
Boven: ECOLOGIE (natuur is waardevoller voor Nederland dan een groeiende economie)
Onder: ECONOMIE (een groeiende economie is belangrijker voor Nederland dan natuurontwikkeling)
Zelf een kwadrant maken
Je gaat een waardekwadrant tekenen voor de vraag:
Moeten Nederlandse boeren wijken voor natuurontwikkeling en -bescherming of andersom, en waarom?
Over bovenstaande vraag moet je goed nadenken, voordat je een mening hierover kunt vormen.
Iedereen binnen je groepje doet dit voor zichzelf en schrijft zijn of haar mening en één argument op een
apart papiertje. Op deze manier vormt iedereen een eigen mening en wordt niet beïnvloed door
meningen en argumenten van anderen.
Opinielijn
Nu laat iedereen zijn of haar mening op het papiertje zien en gaat iedereen één voor één uitleggen
waarom ze deze mening hebben. Overleg vervolgens waar langs de horizontale lijn de initialen geplaatst
moeten worden. Als jullie het hierover eens zijn, kun je de initialen duidelijk langs de lijn schrijven.
Bespreek met je groepje in hoeverre de meningen ‘voor’ of ‘tegen’ zijn. Initialen hoeven immers niet
helemaal naar links of rechts geplaatst te worden, maar kunnen ook richting het kruispunt van de lijnen
staan.
Waardekwadrant
Als alle initialen langs de opinielijn staan, vullen jullie nogmaals op dezelfde manier de initialen van ieder
groepslid in langs de verticale lijn.
Kruisen
Als ook langs deze lijn alle initialen staan, kruis door middel van denkbeeldige lijnen de twee
overeenkomende initialen met elkaar. Schrijf met een stift in afwijkende kleur de initialen op het
kruispunt (zie bijlage).
Evaluatie
Je zult zien dat meningen die ver van jouw mening af leken te liggen, in de vlakken van het
waardekwadrant toch dichter bij elkaar geplaatst zijn. Door nuancering van een mening, schuif je
blijkbaar richting van de mening van een ander!
Bij de klassikale nabespreking laat je jullie kwadrant zien aan de rest van de klas. Vergelijk jullie
kwadrant met die van andere groepjes. Waarin zitten de verschillen of overeenkomsten? Wie in het
groepje leken het met elkaar eens te zijn na het invullen van de opinielijn, maar bleken na het invullen
van het waardekwadrant, van mening te verschillen, en andersom?
55
Bijlage
Normen en waarden
Normen zijn concrete richtlijnen voor het handelen. Ze vormen de verbinding tussen de algemene
waarden (zoals vrijheid, rechtvaardigheid) en de concrete gedragingen; het zijn opvattingen over hoe
men zich wel of niet moet gedragen in concrete omstandigheden.
Normen zijn gedragsregels; ze regelen het dagelijks sociale verkeer. Normen kunnen positief zijn
(geboden) of negatief (verboden).
Vaak gaat het over ongeschreven regels. Zo bestaat er geen handleiding die zegt hoe je je in de lift moet
gedragen, maar de meeste mensen gedragen zich toch hetzelfde. Ze kijken vooruit, raken elkaar niet
aan, praten of lachen niet, lezen de nummers van de verdieping.
Waarden zijn de achterliggende idealen en motieven voor de normen. Bij waarden moeten we denken
aan zaken als gerechtigheid, liefde, vrijheid en gelijkheid. Het zijn de motieven en idealen waarop de
concrete normen gebaseerd zijn. Het zijn ook de grootheden die met de normen bereikt willen worden.
Er zijn normen en regels om idealen (waarden) te bereiken
Bron: www.wikipedia.nl
Het waardekwadrant
Mening: Dieren zouden ingeënt moeten worden, het is zielig om ze te ruimen en uiteindelijk leveren
geënte dieren die overleven meer geld op dan dode, zieke dieren.
EFFICIËNTIE
initiaal
RUIMEN
initiaal
initiaal
LEVEN
ENTEN
56
Oriëntatie voor de docent
Kernwoorden:
landbouw in Nederland, ecologische uitbreiding, waarden, normen, besluitvorming
Inleiding:
In paragraaf 3.2 hebben de leerlingen gelezen over de veranderingen binnen de landbouwsector. De
grote druk door concurrentie, veranderend landgebruik en invloed van EU maakt de landbouwsector tot
een dynamische sector. Aan deze veranderingen gaat een periode van besluitvorming en overleg vooraf,
omdat iedere actor en betrokkene vanuit een andere visie denkt. Iedere betrokkene heeft andere
normen en waarden. In deze opdracht gaan de leerlingen aan de slag met het verschil tussen normen en
waarden en hoe deze kunnen worden onderscheiden en genuanceerd.
Hierdoor krijgen de leerlingen inzicht in de verschillende waarden die ten grondslag liggen aan het
vormen van een mening over natuur versus economie.
Naar: Vankan, L. en J. van der Schee (2004), Leren denken met aardrijkskunde. Stichting Omgeving en
Educatie, Nijmegen, 3e druk.
Doelen:
- Leerlingen verdiepen zich in de tegengestelde belangen tussen economische en ecologische
groei in de landbouwsector.
- Leerlingen maken een opinielijn en waardekwadrant voor de landbouwsector.
- Leerlingen krijgen zicht op de samenhang en verschillen tussen waarden en normen.
Groep/Individueel:
- De opdracht wordt uitgevoerd in groepjes van vijf leerlingen
Benodigde hulpmiddelen:
- doorzichtige sheets (A4)
- watervaste stiften om op de sheets te schrijven
- voor ieder groepje een watervaste stift in afwijkende kleur
- overheadprojector
Benodigde tijd:
1 lesuur
Voorbereiding:
De leerlingen hebben paragraaf 3.2 gelezen als voorbereiding.
Uitvoering:
In de landbouwsector is de afweging tussen ecologie en economie (die gemaakt moet worden) een
onderwerp dat altijd speelt. Bij deze opdracht gaan de leerlingen klassikaal een opinielijn en
57
waardekwadrant maken over dit onderwerp. Leerlingen leren op deze manier om een beargumenteerde
mening te vormen over een onderwerp op basis van waarden en normen.
De klas wordt in groepjes van vijf leerlingen gedeeld. In deze groepjes gaan ze na de uitleg van de
docent een waardekwadrant maken aan de hand van hun eigen meningen.
Leg de leerlingen eerst uit wat het verschil is tussen waarden en normen (zie bijlage). Vertel over de
nuancering van een mening en wat een waardekwadrant.
Maak de leerlingen duidelijk wat het verband is tussen het waardekwadrant en normen en waarden.
Doe dit door een eenvoudig voorbeeldkwadrant op het bord te tekenen en aan de hand van dit figuur te
vertellen dat de horizontale lijn in een waardekwadrant staat voor twee uiteenlopende normen (enten
versus ruimen) en de nuanceringen die daar tussenin liggen. De verticale lijn staat symbool voor de
waarden die ten grondslag liggen aan de normen (efficiëntie versus leven) en de tussenliggende
nuanceringen.
Dit kan aan de hand van het voorbeeld van de MKZ-crisis in Nederland:
Moeten dieren die een risico vormen voor besmetting met MKZ afgemaakt worden of niet, en waarom?
Teken een horizontale lijn op het bord met minstens vijfentwintig centimeter ruimte boven en onder de
lijn. Aan weerszijde van de lijn staan de volgende uitspraken:
Links: RUIMEN (evenhoevige dieren in een gebied met MKZ moeten geruimd worden)
Rechts: ENTEN (evenhoevige dieren in een gebied met MKZ moeten geënt worden)
Trek nu een verticale lijn door het midden van de (horizontale) opinielijn heen, zo ontstaat het
uiteindelijke waardekwadrant. Aan weerszijden van deze lijn staan de volgende uitspraken:
Boven: EFFICIËNTIE (een dier is een economisch product)
Onder: LEVEN (een dier is een waardevol levend wezen)
Laat de leerlingen voor zichzelf hun standpunt in deze kwestie innemen, op basis van één argument die
in de lijn liggen van de waarden ‘efficiëntie’ en ‘leven’.
Vraag de leerlingen wie er voor ruimen is en wie voor het enten van de dieren. Pik zes leerlingen uit de
klas waarvan de meningen verdeeld zijn (bijvoorbeeld drie om drie). Schrijf kort de mening met één
argument en de initialen van deze zes leerlingen op het bord.
Plaats nu de initialen van deze leerlingen langs de (horizontale) opinielijn, overleg met de leerlingen
waar de meningen het best thuishoren op de lijn. Neigen de bijbehorende argumenten meer richting de
linker- of rechterkant?
Plaats daarna weer, in overleg met de leerlingen, de initialen van de zes betrokken leerlingen langs deze
verticale (waarden-) lijn. Door nu twee dezelfde initialen langs de twee lijnen op één punt te
projecteren, wordt het duidelijk door welke norm en waarde deze mening gevormd wordt. In de bijlage
is hier een vereenvoudigd voorbeeld van te vinden.
De leerlingen hebben gezien hoe ze een waardekwadrant moeten tekenen, nu gaan ze dit in hun eigen
groepjes doen aan de hand van een nieuwe vraag:
Moeten Nederlandse boeren wijken voor natuurontwikkeling en -bescherming of andersom, en waarom?
58
Deel aan ieder groepje een transparante sheet uit, waarop de groepjes een waardekwadrant met
bijbehorende normen en waarden tekenen. Hierna schrijft iedere leerling in het groepje zijn of haar
mening op een apart papiertje, zodat alleen zij zelf het kunnen lezen. Als ieder groepslid zijn of haar
mening heeft opgeschreven, gaat de groep het waardekwadrant invullen aan de hand van de vijf
meningen. Dit doen ze op de transparante sheet, Zorg dat ieder groepje de afmetingen van het
kwadrant in hun instructie aanhouden, zodat de groepjes naderhand ter vergelijking de sheets over
elkaar heen kunnen schuiven.
De groepjes vullen het kwadrant in zoals dat net klassikaal is voorgedaan. Hierbij is het belangrijk dat
iedere leerling zijn of haar mening goed toelicht en dat er bij het invullen van het kwadrant overlegd
wordt.
Evaluatie/Afronding:
Nadat ieder groepje een complete kwadrant heeft ingevuld, vertellen de groepjes aan de rest van de
klas hoe hun kwadrant er uitziet. Vraag de groepjes wat de grootste verschillen zijn binnen het
kwadrant. Wie in het groepje leken het met elkaar eens te zijn na het invullen van de opinielijn, maar
bleken na het invullen van het waardekwadrant van mening te verschillen, en andersom?
Variatiemogelijkheden:
Na het afronden van de waardekwadranten binnen de groepjes, kunnen twee groepjes samengevoegd
worden.
De twee groepjes vergelijken hun waardekwadranten door de doorzichtige sheets over elkaar heen te
schuiven.
Zijn er meningen die in de twee kwadranten op elkaar komen te liggen? Vergelijk deze meningen die
eerder op de papiertjes zijn geschreven door de leerlingen met elkaar. Komen deze meningen echt
zoveel overeen?
De waardekwadranten kunnen voor verschillende stellingen of thema’s ingevuld worden. Andere
thema’s zouden kunnen zijn:
- bio-industrie
- landbouwsubsidies
- handelsbarrières
- meer subsidies voor biologische boeren
- stop op de visvangst
Als aanvulling kunnen leerlingen na het afronden van het waardekwadrant een essay schrijven over de
stelling. Hierin moeten de meningen uit het kwadrant verwerkt worden.
59
Hoofdstuk 4
Achtergrondinformatie
Paragraafoverstijgend
www.evd.nl
Engelstalige informatie over MEDU, het EU programma voor onder andere het Middellandse Zeegebied.
www.consilium.europa.eu
Beleidsdocument van de EU. Waarin de EU de strategie voor het Middellandse Zeegebied in 2000
presenteert.
www.nato.int
De NAVO over terrorisme in het Middellandse Zeegebied.
www.nato.int
De NAVO over samenwerking Middellandse Zeegebied – Midden-Oosten.
www.geografie.nl
Geografie (Juni 2007) Middellandse Zee Special
Paragraaf 4.2
Klimaatgebieden
http://mediatheek.thinkquest.nl/
Think Quest heeft een interactieve website in de lucht met allerlei informatie over Antarctica. Op de
website is aandacht voor het landschap, de geschiedenis, de expedities en de dieren die er leven. Naast
tekst is het ook mogelijk panorama’s van het continent te bekijken, een quiz te maken of een
woordenlijst in te zien met relevante begrippen rondom Antarctica.
www.vwkweb.nl/
De vereniging van Weerkunde en Klimatologie heeft onder het kopje <klimaat> in het hoofdmenu
klimaatgegevens van een groot aantal landen. Ook is er een pagina waar uitgebreid aandacht is voor het
klimaatsysteem van Köppen.
www.digischool.nl
Digischool biedt aanvullend lesmateriaal aan (gratis) waardoor leerlingen zelf aan de slag kunnen met
het maken van een klimaatgrafiek.
Paragraaf 4.3
http://beeldbank.schooltv.nl/
60
Op de website van Teleac/NOT Schooltv staan korte (vrij eenvoudige) filmpjes over verschillende
aspecten die aan de orde komen in de derde paragraaf. De filmpjes gaan onder andere over
aardbevingen en vulkanisme.
http://earthquake.usgs.gov
Naast een website met informatie over platentektoniek in het algemeen en vulkanisme, heeft het USGS,
US Geological Survey ook nog een specifieke website over aardbevingen. Op deze website is een lijst te
vinden met de actuele aardbevingen, de aardbevingshistorie, kaartmateriaal van de seismologische
activiteit en resultaten van (recent) seismologisch onderzoek. Ook voor specifieke regio’s als het
Middellandse Zeegebied
http://cires.colorado.edu
Een overzicht van de aardbevingen van betekenis tussen 1995-2005 is online beschikbaar op de website
van CIRES, het Cooperative Institute for Research in Environmental Science. De verschillende
aardbevingen zijn te klikken op een kaart. Hierdoor wordt direct een link naar informatie over de
desbetreffende aardbeving getoond, zo ook in het Middellandse Zeegebied
www.ngdc.noaa.gov
Op de website van het National Geophysical Data Centre zijn zeer gedetailleerde reliëfkaarten
beschikbaar, ook van het Middellandse Zeegebied
http://disc.gsfc.nasa.gov
Op de website van de NASA kan de Middellandse Zee regio worden aangeklikt, waarna informatie volgt
over de vorming van deze regio. Er wordt onderscheid gemaakt tussen onder andere tektonische,
vulkanische, fluviale, eolische en glaciale landschapsvormen.
Paragraaf 4.4
http://soilerosion.net/
De Soil Erosion Site is een informatieve site over bodemerosie. Het proces, de effecten en de
toekomstperspectieven. (Engelstalig)
www.smate.wwu.edu
Op de website van het departement Geologie van Washington University kan heel eenvoudig gezocht
worden naar allerlei foto en filmmateriaal met betrekking tot verschillende natural hazards, te weten
aardbevingen, vulkanisme, erosie en tsunami’s, ook in het Middellandse Zeegebied.
www.ngdc.noaa.gov
Ook op de website van het National Geophysical Data Centre kan zeer eenvoudig allerlei fotomateriaal
worden gezocht bij verschillende natuurrampen.
61
Het Middellandse Zeegebied geanalyseerd: Waar zie je wat?
Opdracht voor leerlingen
Inleiding:
Rondom de Middellandse Zee liggen ruim 20 verschillende landen. Verschillend, maar tegelijkertijd ook
vergelijkbaar. Hoofdstuk 4 gaat over het Middellandse Zeegebied, ook wel mediterrane regio. In deze
opdracht ga je verder kijken naar het mediterrane landschap. Hoe kun je een mediterraan landschap
omschrijven en herkennen? En vooral: wat vind je waar in het Middellandse Zeegebied? Hiermee ga je
oefenen met behulp van foto’s en een topografische kaart uit de regio.
Voorbereiding:
- lees paragraaf 4.1 zorgvuldig door
De opdracht:
Wat zie je? Middellandse Zee, maar waarom?
-
In bijlage 1 staan een aantal foto’s uit het Middellandse Zeegebied.
Probeer samen met je buurman/buurvrouw aan te geven waarom een foto uit het Middellandse
Zeegebied komt. Schrijf jullie redenering op.
Kies één land buiten het Middellandse Zeegebied en geef per foto één argument waarom de
foto daar wel gemaakt zou kunnen zijn en één argument waarom de foto daar niet gemaakt zou
kunnen zijn.
Middellandse Zee, waar en waarom daar?
- Bijlage 2 bevat een topografische kaart van een regio in het Middellandse Zeegebied. Geef voor
elk van de foto’s uit bijlage 1 op de kaart aan waar deze gemaakt zou kunnen zijn. Let goed op
hoogteverschillen, bodemgebruik, etc. Schrijf je redenering op.
Wat zegt de rest?
- Bespreek met een ander tweetal het land dat zij kozen in het eerste deel van de opdracht.
1. Ben je het eens met het argument voor en het argument tegen?
2. Zouden de argumenten ook tellen voor het land dat jullie zelf gekozen hebben?
-
Kijk vervolgens met de totale klas naar de locaties die jullie op de kaart hebben gekozen (bijlage
2).
Luister naar de redenering van je klasgenoten. Praat met elkaar over de juistheid of onjuistheid
van de redeneringen.
62
Bijlage 1
Foto’s
A
B
C
D
E
F
63
64
Oriëntatie voor de docent
Kernwoorden: Middellandse Zeegebied, fotoanalyse, kaartgebruik
Inleiding:
Paragraaf 4.1 stelt het Mediterrane landschap centraal. Er wordt ingegaan op de ruimtelijke samenhang
van het gebied en de verschillen binnen de regio.
In deze opdracht gaan leerlingen werken met foto en kaartmateriaal van het Middellandse Zeegebied. In
het eerste deel moeten leerlingen beredeneren waarom de foto uit het Middellandse Zeegebied
afkomstig is. Het is daarbij niet zozeer van belang welke keuze de leerlingen maken, maar vooral
waarom leerlingen ergens voor kiezen. In een extra uitdaging aan het einde van dit gedeelte wordt
leerlingen gevraagd de foto’s in de context van een ander land te plaatsen, buiten het Middellandse
Zeegebied. Op verschillende manieren leert de leerling zo het Middellandse Zeegebied af te bakenen.
Het tweede deel van de opdracht laat leerlingen de verschillende foto’s uit de Mediterrane regio
plaatsen op de kaart. Ook hier gaat het weer om het geografisch redeneren van de leerlingen en dus
niet zozeer om die ene waarheid.
Naar: Vankan, L. en J. van der Schee (2006), Meer leren denken met aardrijkskunde. Stichting Omgeving
en Educatie, Nijmegen, 1e druk.
Doelen:
- Leerlingen leren landschapsbeelden te analyseren
- Leerlingen leren landschapsbeelden te koppelen aan kaartmateriaal
- Leerlingen leren een regionale typering te koppelen aan landschapsbeelden
Groep/Individueel:
- De opdracht wordt bij voorkeur in tweetallen uitgevoerd, maar is ook geschikt als individuele
opdracht
- Bespreking van de opdracht gebeurt klassikaal
Benodigde hulpmiddelen:
- Voor elk tweetal een exemplaar van de bijlage
- Atlassen
- Evt. Topografische kaart van Middellandse Zeegebied aan de wand
(ter verduidelijking)
Benodigde tijd:
- Een half lesuur
65
HAVO: Hoofdstuk 4
Werkwijze
Voorbereiding:
De opdracht vereist weinig voorbereiding. Er moeten voldoende exemplaren van de bijlagen
beschikbaar zijn. Daarnaast moet een korte instructie gegeven worden over het gebruik van
topografische kaarten (gericht op het tweede deel van de opdracht). Hang een topografische wandkaart
op in het klaslokaal en bespreek de verschillende aspecten die uit deze kaart op te maken zijn: De
hoogteverschillen op de kaart, de stedelijke bebouwing, het bodemgebruik en de invloed van water
(rivier/kanaal/zee).
Uitvoering:
Een goede start van de opdracht zelf is om de eerste foto klassikaal behandelen. Leerlingen zullen
erachter komen dat het niet eenvoudig is ieder beeld op de topografische kaart te plaatsen. Door een
klassikale behandeling van de eerste foto kunnen leerlingen gewezen worden op de zaken waar ze extra
op moeten letten.
Zet nu de leerlingen in tweetallen aan het werk met de opdracht.
Evaluatie/Afronding:
Bij het eerste deel van de opdracht kijken de tweetallen in kleine groepjes naar de overeenkomsten in
de argumenten voor en tegen een land buiten de Middellandse Zeeregio. Eventueel kunnen de
vergelijkingen in de kleine groepjes klassikaal worden afgerond.
Het tweede deel van de opdracht moet zeker klassikaal worden behandeld. Belangrijk daarbij is een
nabespreking waarin veel aandacht is voor de achterliggende redenering van de leerlingen. Waarom
hebben ze voor een bepaalde locatie gekozen? En is die vergelijkbaar met andere locaties op de kaart
waar andere tweetallen wellicht voor gekozen hebben? Welke foto was het moeilijkst te plaatsen en
waarom? Welke kenmerken gaven per foto de doorslag voor de locatiebepaling? De nadruk moet in
deze nabespreking liggen op het proces en niet zozeer op de uitkomst. Hoe zijn de leerlingen tot de
verschillende conclusies gekomen?
Variatiemogelijkheden:
Een extra vraag bij de topografische kaart zou kunnen zijn. Stel er moet een nieuwe stad/nieuw
industriegebied/vliegveld ontwikkeld worden. Wat zou daar een goede locatie voor zijn en waarom
daar?
66
Hoofdstuk 5 De aarde als natuurlijk systeem
Achtergrondinformatie
Paragraafoverstijgend
www.geoclopedie.nl/
Een korte overzichtelijke website Geoclopedie met geologische begrippen via het vakgebied <geologie>
in het hoofdmenu, aansluitend op de paragrafen 5.1 en 5.2. Via het vakgebied <meteorologie> volgt een
begripsomschrijving interessant voor paragraaf 5.3.
www.aarde.nu/
De website van de Samenwerkende Universiteiten rondom het thema aarde geeft suggesties voor goede
profielwerkstukken per vak.
http://webs.cmich.edu/
De RESGI, Resources for Earth Sciences and Geography Instruction, is een grote databank bestaande uit
links in verschillende aardwetenschappelijke disciplines. Naast links naar zeer informatieve websites op
vrijwel alle deelvlakken van de aardwetenschappen, staat op de website ook een aparte link naar <Earth
Science Animations>. Via deze link volgt een nieuwe databank met daarin tal van links naar Animaties
van geologische en fysisch geografische verschijnselen.
Paragraaf 5.1
http://beeldbank.schooltv.nl
Op de website van Teleac/NOT Schooltv staan korte (vrij eenvoudige) filmpjes over verschillende
aspecten die aan de orde komen in de eerste paragraaf. De filmpjes gaan achtereenvolgens over:
- De opbouw van de aarde
- Het ontstaan van vulkanen en eilanden
- Vulkanen
- Aardbevingen
- Plooiingsgebergten
Platentektoniek
Het Don Bosco College in België heeft een mooie website in de lucht met informatie over de structuur
van de aarde, de structuur van de aardkorst, bewegingen van de lithosfeer en links naar animaties van
vroegere en toekomstige bewegingen. Bij ieder onderdeel is ook een oefening beschikbaar voor
leerlingen. Deze moeten ze al dan niet met behulp van internet beantwoorden. De oefeningen gaan
meestal nog iets verder dan de opgaven uit het werkboek en laten leerlingen ook daadwerkelijk fysisch
geografische data analyseren.
http://pubs.usgs.gov/
Het USGS, US Geological Survey, heeft ‘This Dynamic Earth’ met veel geologische informatie online. De
website gaat zowel in op de puur geologische aspecten (het ontstaan en de ontwikkeling van de aarde)
als op de relatie tussen geologie en de mens. Op een aparte pagina wordt aandacht besteed aan de
relatie mens-platentektoniek. (Engelstalig)
Vulkanisme
67
Op de website van het Global Vulcanism Program is te zien welke vulkanen actief zijn (geweest) per
maand en per regio. Ook is letterlijk per vulkaan informatie beschikbaar over de activiteit, de vorm en
soms ook fotomateriaal. (Engelstalig)
http://kids.discovery.com/
Op de website van Discovery Channel is een speciaal gedeelte ingericht voor jongeren. Hier kunnen
leerlingen oefenen met verschillende vulkaantypen en een eigen vulkaan ‘bouwen’. (Engelstalig)
www.vulkanen.nl/
De website Vulkanen.nl is het Nederlandstalige alternatief voor de website van het Global Vulcanism
Program. Hier is niet voor iedere vulkaan informatie beschikbaar, maar wel voor de meest interessante.
Verder heeft de website als homepage ook een kaart met de huidige vulkaanactiviteit. In het archief zijn
verschillende grotere vulkaanuitbarstingen terug te vinden tot in 2000.
http://library.thinkquest.org
Een website met een zeer uitgebreide begripsomschrijving rondom het thema vulkanisme is de website
van Think Quest.
http://volcanoes.usgs.gov/
Naast een website met informatie over platentektoniek in het algemeen, heeft het USGS, US Geological
Survey ook een specifieke website over vulkanisme. Op deze website is een lijst te vinden met de actuele
vulkaanuitbarstingen, de vulkanische historie en kaartmateriaal van de vulkanische activiteit.
Aardbevingen
http://earthquake.usgs.gov
Naast een website met informatie over platentektoniek in het algemeen en vulkanisme, heeft het USGS,
US Geological Survey ook nog een specifieke website over aardbevingen. Op deze website is een lijst te
vinden met de actuele aardbevingen, de aardbevingshistorie, kaartmateriaal van de seismologische
activiteit en resultaten van (recent) seismologisch onderzoek.
http://cires.colorado.edu/
Een overzicht van de aardbevingen van betekenis tussen 1995-2005 is online beschikbaar op de website
van CIRES, het Cooperative Institute for Research in Environmental Science. De verschillende
aardbevingen zijn te klikken op een kaart. Hierdoor wordt direct een link naar informatie over de
desbetreffende aardbeving getoond.
www.knmi.nl
Ook van Nederland wordt door seismologen nauwkeurig de bodem in de gaten gehouden. Op de
website van het KNMI zijn een aantal gegevens samengebracht. Onder andere de laatste bevingen, de
actuele bodembeweging in Zuid-Limburg en tips voor het maken van een werkstuk zijn hier beschikbaar.
www.geofoon.nl/
Er bestaat ook een Landelijk informatiepunt voor vragen over bodemdaling en aardbevingen in
Nederland. Op deze website wordt de werking van een seismisch station uitgewerkt en is aandacht voor
de oorzaken en gevolgen van bodemdaling voor Nederland.
www.natuurinformatie.nl
68
Op de website Natuurinformatie, een samenwerkingsproject tussen onder andere Naturalis, Diergaarde
Blijdorp, Duinbehoud, NWO en Nemo, is een aparte pagina met informatie over het ontstaan van
Tsunami’s en de uitwerking ervan.
www.geobronnen.com
Op de website Geobronnen, <dossiers> in het hoofdmenu, zijn speciale opdrachten te downloaden
waarbij leerlingen vragen moeten beantwoorden aan de hand van bronmateriaal dat ook via de website
beschikbaar is. Er is een apart dossier aardbevingen en een dossier tsunami.
Gebergtevorming
www.ngdc.noaa.gov
Op de website van het National Geophysical Data Centre zijn zeer gedetailleerde reliëfkaarten
beschikbaar.
Paragraaf 5.2
Erosie & Verwering
www.natuurinformatie.nl
Op de website Natuurinformatie, een samenwerkingsproject tussen onder andere Naturalis, Diergaarde
Blijdorp, Duinbehoud, NWO en Nemo, worden aparte pagina’s besteed aan onderzoek aan de kust en
zee. Via deze portal is informatie beschikbaar over de Zeeuwse Delta (hoe verdedigt het leven ons tegen
de zee?), de Hollandse Kustlinie (hoe beweegt zand langs onze kust?) en de Waddenzee (hoe zitten
ecologische relaties in elkaar?).
Paragraaf 5.3
De zon als motor
http://mediatheek.thinkquest.nl
Think Quest heeft een aparte pagina met veel informatie binnen het domein meteorologie. Informatie
over temperatuur, luchtdruk, wolken, neerslag, klimaatverandering en weersvoorspellingen.
Klimaatgebieden
http://mediatheek.thinkquest.nl
Think Quest heeft een interactieve website in de lucht met allerlei informatie over Antarctica. Op de
website is aandacht voor het landschap, de geschiedenis, de expedities en de dieren die er leven. Naast
tekst is het ook mogelijk panorama’s van het continent te bekijken, een quiz te maken of een
woordenlijst in te zien met relevante begrippen rondom Antarctica.
www.vwkweb.nl/
69
De vereniging van Weerkunde en Klimatologie heeft onder het kopje <klimaat> in het hoofdmenu
klimaatgegevens van een groot aantal landen. Ook is er een pagina waar uitgebreid aandacht is voor het
klimaatsysteem van Köppen.
www.digischool.nl
Digischool biedt aanvullend lesmateriaal aan (gratis) waardoor leerlingen zelf aan de slag kunnen met
het maken van een klimaatgrafiek.
Paragraaf 5.4
Systeem aarde MUSEA
www.naturalis.nl/
Het museum Naturalis te Leiden heeft een aparte tentoonstelling over het Systeem Aarde. In totaal
worden acht ecosystemen onderzocht, die een onderdeel uitmaken van het Systeem Aarde. De
resultaten van het onderzoek van elk van de onderzochte ecosystemen worden door de leerlingen kort
samengevat in een aantal algemene factoren zoals klimaat, zeestromingen en begroeiing.
www.nhmmaastricht.nl
Iets minder relevant voor aardrijkskunde als enige vak, maar zeker goed te combineren met biologie is
een bezoek aan het Natuurhistorisch Museum te Maastricht. De tentoonstelling gaat specifiek in op de
effecten van de geologische tijdschaal voor Zuid-Limburg. Zo is er aandacht voor de krijtzee en het
ontstaan van steenkool in de regio.
www.artis.nl
In het Planetarium te Artis Amsterdam is ook een deel gewijd aan de geschiedenis van de aarde.
www.museon.nl
Het Museon in Den Haag heeft een aparte afdeling ingericht voor de geologische collectie. De
tentoonstelling probeert de bezoeker inzicht te geven in het ontstaan van de aarde en het leven op
aarde in de verschillende geologische tijdschalen. In het museon is het mogelijk speciale lessen te
boeken over deelthema’s binnen aardwetenschappen. Enkele voorbeelden van deze lessen zijn:
- ‘de aardkorst in beweging’ (themazaal: vulkanen & aardbevingen)
- ‘herkennen van gesteenten’ (thema: actieve aarde)
- ‘kwartairgeologie van Nederland’ (themazaal: hoogland/laagland)
www.geologischmuseum.nl
Het Gelders Geologisch Museum te Velp heeft een vaste collectie fossielen, mineralen en zwerfstenen
die gerangschikt zijn naar model van Zandstra.
De rol van kringlopen
www.lenntech.com
Op de website van lenntech waterbehandeling en luchtbehandeling worden de exacte aspecten van
verschillende kringlopen behandeld. Achtereenvolgens komen de hydrologische, stikstof, fosfor, zwavel
en koolstof cyclus aan bod.
Paragraaf 5.5
70
Vorming van landschappen
http://disc.gsfc.nasa.gov
Op de website van de NASA kunnen per werelddeel bepaalde regio’s worden aangeklikt, waarna
informatie volgt over de vorming van deze regio. Er wordt onderscheid gemaakt tussen onder andere
tektonische, vulkanische, fluviale, eolische en glaciale landschapsvormen.
http://geoimages.berkeley.edu
Berkeley University heeft een website met fotomateriaal van vrijwel alle landschapsvormen gerangschikt
op vormingstype.
Kenmerken van landschapszones
http://www.natuurinformatie.nl
Op de website Natuurinformatie, een samenwerkingsproject tussen onder andere Naturalis, Diergaarde
Blijdorp, Duinbehoud, NWO en Nemo, worden aparte pagina’s besteed aan leven in extreme
omstandigheden. Hoe gaan verschillende organismen hiermee om? De website gaat onder andere in op
extreme kou, hitte en droogte.
Paragraaf 5.6
Milieuramp
www.ssec.wisc.edu
Actuele dikte ozonlaag
http://soilerosion.net/
De Soil Erosion Site is een informatieve site over bodemerosie. Het proces, de effecten en de
toekomstperspectieven. (Engelstalig)
www.smate.wwu.edu/A>
Op de website van het departement Geologie van Washington University kan heel eenvoudig gezocht
worden naar allerlei foto en filmmateriaal met betrekking tot verschillende natural hazards, te weten
aardbevingen, vulkanisme, erosie en tsunami’s.
www.ngdc.noaa.gov
Ook op de website van het National Geophysical Data Centre kan zeer eenvoudig allerlei fotomateriaal
worden gezocht bij verschillende natuurrampen.
http://mediatheek.thinkquest.nl
Ook Think Quest besteedt aandacht aan natuurlijke gevaren. Er zijn verschillende modules met
uitgebreide informatie over vulkanen, aardbevingen, tornado’s en overstromingen.
71
Vulkanisme op Java: filmfragment & opdracht
Extra opdracht bij paragraaf 5.1
Opdracht voor leerlingen
Inleiding:
Paragraaf 5.1 gaat over processen die de aarde van binnenuit veranderen. Aardbevingen en vulkanisme
hangen hiermee samen. In deze opdracht ga je kijken naar de ontwikkeling van vulkanen op het eiland
Java. Met behulp van de Grote Bosatlas zul je een klein onderzoekje doen naar de invloed van die
vulkanen op de vorming van het eiland Java.
Voorbereiding:
- lees paragraaf 5.1 zorgvuldig door
De opdracht:
Filmfragment
- Bekijk het filmfragment http://beeldbank.schooltv.nl/oneclip.jsp?id=26151#
Vragen
- Beantwoord nu in tweetallen de volgende vragen met behulp van de Grote Bosatlas en de
bijlage:
1. Figuur 1 geeft een overzicht van de vulkanen in Indonesië. De vulkanen liggen in één lijn aan
de zuidkant van beide eilanden. Waarom juist hier?
2. Om welk type vulkaan gaat het dus hier?
3. Op figuur 1 in de bijlage is heel duidelijk de rij vulkanen zichtbaar op Sumatra en Java. Op de
overzichtskaart van Indonesië in de Grote Bosatlas zijn deze vulkanen ook herkenbaar,
hoewel ze niet direct zo genoemd worden. Hoe kun je de vulkanen daar herkennen?
4. Als gevolg van de vulkanische activiteit op Java zijn hier caldera’s ontstaan. Wat is een
caldera?
5. De caldera’s zijn vaak duidelijk herkenbaar in het landschap. Ook op kaarten zijn ze soms
waar te nemen. Zo ook op de kaart van figuur 2. Probeer tenminste één caldera te
ontdekken.
6. Teken op de kaart (figuur 2) de volgende steden in:
- Jakarta
- Surabaya
- Bandung
- Surakarta
72
- Malang
7. Waarom is de ligging van de laatste 3 steden opmerkelijk?
8. Welke gevaren dreigen hierdoor voor deze steden?
9. Bandung, Surakarta, Malang en hun directe omgeving hebben echter ook voordeel aan deze
ligging. Wat zijn belangrijke voordelen van deze ligging?
73
Bijlage 1
Figuur 1
74
Bijlage 1
Figuur 2
75
Bijlage 2
Antwoordmodel
1. Dit is te verklaren met behulp van de platentektoniek. Sumatra en Java liggen
precies op de grens van een continentale plaat (de Euaziatische plaat) en een
half-continentale/half-oceanische plaat (Indisch-Australische plaat). Bij Java is er
sprake van subductie, de Indisch-Australische plaat duikt onder de Euraziatische
plaat. Daarbij wordt in dit geval een hele rij vulkanen gevormd.
2. Stratovulkaan
3. Het zijn de hoger gelegen delen van het eiland. Hier zijn ook alle bergtoppen te
vinden.
4. Een caldera ontstaat wanneer een dode (strato)vulkaan plotseling onder hoge
druk tot uitbarsting komt en daarbij de vulkaantop wordt weggeblazen. Er
ontstaat een enorme krater van tien tot soms wel vijftig kilometer doorsnede.
5. Zie volgende pagina *(rood).
6. Zie volgende pagian *(geel)=> van west naar oost:
- Jakarta
- Bandung
- Surakarta
- Malang
- Surabaya
7. De steden liggen allen aan de voet van een vulkaan of zelfs meerdere vulkanen.
8. - lavastromen
- vrijkomende gassen
- rondslingerend peroklastisch materiaal (asregen/vulkanische bommen)
9. - Vulkanische grond is vruchtbaar: goed voor landbouw
- Vulkanen zijn interessante natuurverschijnselen: goed voor toerisme
- De hoge ligging van de steden maakt dat deze minder kans lopen op
verstrekkende gevolgen van een vloedgolf/tsunami.
76
Bijlage 2:
Antwoordmodel
Figuur 2
77
Oriëntatie voor de docent
Kernwoorden: Vulkanisme, Tektoniek, Caldera, Java, Sumatra, Indonesië
Inleiding:
Paragraaf 5.1 gaat in op tektoniek en vulkanisme. Als aanvulling op deze paragraaf start deze tip met
een vereenvoudigd filmfragment over het ontstaan van vulkanen en eilanden (nieuw land). Aan het eind
van het filmpje wordt iets gezegd over de ontwikkeling van vulkanen op het eiland Java.
De opdracht gaat hiermee verder en gaat tevens in op de gevolgen voor de mens. Daarmee sluit de
opdracht ook aan op het gedeelte over natuurrampen in het Middellandse Zeegebied in hoofdstuk 4,
maar nu in de context van Indonesië/Java.
Met behulp van de Grote Bosatlas moeten leerlingen vragen beantwoorden over vulkanisme en de
oorzaken en gevolgen voor Indonesië/Java. Daarbij oefenen zij vooral met het gebruik van kaarten en
het herkennen van patronen.
Doelen:
- leerlingen kunnen het proces van (strato)vulkaanvorming beschrijven
- leerlingen kunnen de structuur van het landschap koppelen aan het principe van
vulkaanvorming
- leerlingen kunnen verklaren waarom steden op Java zich ontwikkelen bij vulkanen
Groep/Individueel:
Het eerste deel is klassikaal (d.w.z. het introductiefilmpje), vervolgens zijn de opdrachten geschikt voor
tweetallen.
Benodigde hulpmiddelen:
- Tenminste voor ieder tweetal 1 Grote Bosatlas
- Uitdraai van de opdracht
78
Werkwijze voor de docent
Voorbereiding:
Downloaden van het filmfragment: http://beeldbank.schooltv.nl/oneclip.jsp?id=26151#
Uitvoering:
Het onderdeel begint met het afspelen van het filmfragment. Daarna wordt de klas opgedeeld in
tweetallen. Met behulp van de Grote Bosatlas en het kaartmateriaal in de bijlage gaan leerlingen in
tweetallen vragen beantwoorden over vulkanisme op Java. De leerlingen krijgen hiervoor een
opdrachtenvel met daarin een bijlage bestaande uit 2 kaarten.
De opdrachten op het werkblad wijzen zich vanzelf. Het is van belang te benadrukken dat de leerlingen
binnen het tweetal goed moeten overleggen.
Evaluatie/Afronding:
Zodra de tweetallen de opdracht hebben afgerond, kunnen met behulp van een grote uitdraai van figuur
2 uit de bijlage de antwoorden van de verschillende groepjes worden gecombineerd. Laat ieder groepje
(voor zover mogelijk) een gevonden Caldera op deze grotere kaart intekenen. Laat ook twee tweetallen
zich bezig houden met het plaatsen van de 5 steden op de kaart. Zodra de leerlingen hiermee klaar zijn
kan met behulp van het antwoordmodel (bijlage 2) de rest van de opdracht klassikaal behandeld
worden.
79
Hoofdstuk 6 Natuur bedreigt VS
Achtergrondinformatie
Paragraafoverstijgend
www.geoclopedie.nl/
Een korte overzichtelijke website Geoclopedie met geologische begrippen via het vakgebied <geologie>
in het hoofdmenu, aansluitend op de paragrafen 5.1 en 5.2. Via het vakgebied <meteorologie> volgt een
begripsomschrijving interessant voor paragraaf 5.3.
www.aarde.nu/
De website van de Samenwerkende Universiteiten rondom het thema aarde geeft suggesties voor goede
profielwerkstukken per vak.
http://webs.cmich.edu/
De RESGI, Resources for Earth Sciences and Geography Instruction, is een grote databank bestaande uit
links in verschillende aardwetenschappelijke disciplines. Naast links naar zeer informatieve websites op
vrijwel alle deelvlakken van de aardwetenschappen, staat op de website ook een aparte link naar <Earth
Science Animations>. Via deze link volgt een nieuwe databank met daarin tal van links naar Animaties
van geologische en fysisch geografische verschijnselen.
Paragraaf 5.1
http://beeldbank.schooltv.nl
Op de website van Teleac/NOT Schooltv staan korte (vrij eenvoudige) filmpjes over verschillende
aspecten die aan de orde komen in de eerste paragraaf. De filmpjes gaan achtereenvolgens over:
- De opbouw van de aarde
- Het ontstaan van vulkanen en eilanden
- Vulkanen
- Aardbevingen
- Plooiingsgebergten
Platentektoniek
Het Don Bosco College in België heeft een mooie website in de lucht met informatie over de structuur
van de aarde, de structuur van de aardkorst, bewegingen van de lithosfeer en links naar animaties van
vroegere en toekomstige bewegingen. Bij ieder onderdeel is ook een oefening beschikbaar voor
leerlingen. Deze moeten ze al dan niet met behulp van internet beantwoorden. De oefeningen gaan
meestal nog iets verder dan de opgaven uit het werkboek en laten leerlingen ook daadwerkelijk fysisch
geografische data analyseren.
http://pubs.usgs.gov/
Het USGS, US Geological Survey, heeft ‘This Dynamic Earth’ met veel geologische informatie online. De
website gaat zowel in op de puur geologische aspecten (het ontstaan en de ontwikkeling van de aarde)
als op de relatie tussen geologie en de mens. Op een aparte pagina wordt aandacht besteed aan de
relatie mens-platentektoniek. (Engelstalig)
Vulkanisme
80
Op de website van het Global Vulcanism Program is te zien welke vulkanen actief zijn (geweest) per
maand en per regio. Ook is letterlijk per vulkaan informatie beschikbaar over de activiteit, de vorm en
soms ook fotomateriaal. (Engelstalig)
http://kids.discovery.com/
Op de website van Discovery Channel is een speciaal gedeelte ingericht voor jongeren. Hier kunnen
leerlingen oefenen met verschillende vulkaantypen en een eigen vulkaan ‘bouwen’. (Engelstalig)
www.vulkanen.nl/
De website Vulkanen.nl is het Nederlandstalige alternatief voor de website van het Global Vulcanism
Program. Hier is niet voor iedere vulkaan informatie beschikbaar, maar wel voor de meest interessante.
Verder heeft de website als homepage ook een kaart met de huidige vulkaanactiviteit. In het archief zijn
verschillende grotere vulkaanuitbarstingen terug te vinden tot in 2000.
http://library.thinkquest.org
Een website met een zeer uitgebreide begripsomschrijving rondom het thema vulkanisme is de website
van Think Quest.
http://volcanoes.usgs.gov/
Naast een website met informatie over platentektoniek in het algemeen, heeft het USGS, US Geological
Survey ook een specifieke website over vulkanisme. Op deze website is een lijst te vinden met de actuele
vulkaanuitbarstingen, de vulkanische historie en kaartmateriaal van de vulkanische activiteit.
Aardbevingen
http://earthquake.usgs.gov
Naast een website met informatie over platentektoniek in het algemeen en vulkanisme, heeft het USGS,
US Geological Survey ook nog een specifieke website over aardbevingen. Op deze website is een lijst te
vinden met de actuele aardbevingen, de aardbevingshistorie, kaartmateriaal van de seismologische
activiteit en resultaten van (recent) seismologisch onderzoek.
http://cires.colorado.edu/
Een overzicht van de aardbevingen van betekenis tussen 1995-2005 is online beschikbaar op de website
van CIRES, het Cooperative Institute for Research in Environmental Science. De verschillende
aardbevingen zijn te klikken op een kaart. Hierdoor wordt direct een link naar informatie over de
desbetreffende aardbeving getoond.
www.knmi.nl
Ook van Nederland wordt door seismologen nauwkeurig de bodem in de gaten gehouden. Op de
website van het KNMI zijn een aantal gegevens samengebracht. Onder andere de laatste bevingen, de
actuele bodembeweging in Zuid-Limburg en tips voor het maken van een werkstuk zijn hier beschikbaar.
www.geofoon.nl/
Er bestaat ook een Landelijk informatiepunt voor vragen over bodemdaling en aardbevingen in
Nederland. Op deze website wordt de werking van een seismisch station uitgewerkt en is aandacht voor
de oorzaken en gevolgen van bodemdaling voor Nederland.
www.natuurinformatie.nl
81
Op de website Natuurinformatie, een samenwerkingsproject tussen onder andere Naturalis, Diergaarde
Blijdorp, Duinbehoud, NWO en Nemo, is een aparte pagina met informatie over het ontstaan van
Tsunami’s en de uitwerking ervan.
www.geobronnen.com
Op de website Geobronnen, <dossiers> in het hoofdmenu, zijn speciale opdrachten te downloaden
waarbij leerlingen vragen moeten beantwoorden aan de hand van bronmateriaal dat ook via de website
beschikbaar is. Er is een apart dossier aardbevingen en een dossier tsunami.
Gebergtevorming
www.ngdc.noaa.gov
Op de website van het National Geophysical Data Centre zijn zeer gedetailleerde reliëfkaarten
beschikbaar.
Paragraaf 5.2
Erosie & Verwering
www.natuurinformatie.nl
Op de website Natuurinformatie, een samenwerkingsproject tussen onder andere Naturalis, Diergaarde
Blijdorp, Duinbehoud, NWO en Nemo, worden aparte pagina’s besteed aan onderzoek aan de kust en
zee. Via deze portal is informatie beschikbaar over de Zeeuwse Delta (hoe verdedigt het leven ons tegen
de zee?), de Hollandse Kustlinie (hoe beweegt zand langs onze kust?) en de Waddenzee (hoe zitten
ecologische relaties in elkaar?).
Paragraaf 5.3
De zon als motor
http://mediatheek.thinkquest.nl
Think Quest heeft een aparte pagina met veel informatie binnen het domein meteorologie. Informatie
over temperatuur, luchtdruk, wolken, neerslag, klimaatverandering en weersvoorspellingen.
Klimaatgebieden
http://mediatheek.thinkquest.nl
Think Quest heeft een interactieve website in de lucht met allerlei informatie over Antarctica. Op de
website is aandacht voor het landschap, de geschiedenis, de expedities en de dieren die er leven. Naast
tekst is het ook mogelijk panorama’s van het continent te bekijken, een quiz te maken of een
woordenlijst in te zien met relevante begrippen rondom Antarctica.
www.vwkweb.nl/
82
De vereniging van Weerkunde en Klimatologie heeft onder het kopje <klimaat> in het hoofdmenu
klimaatgegevens van een groot aantal landen. Ook is er een pagina waar uitgebreid aandacht is voor het
klimaatsysteem van Köppen.
www.digischool.nl
Digischool biedt aanvullend lesmateriaal aan (gratis) waardoor leerlingen zelf aan de slag kunnen met
het maken van een klimaatgrafiek.
Paragraaf 5.4
Systeem aarde MUSEA
www.naturalis.nl/
Het museum Naturalis te Leiden heeft een aparte tentoonstelling over het Systeem Aarde. In totaal
worden acht ecosystemen onderzocht, die een onderdeel uitmaken van het Systeem Aarde. De
resultaten van het onderzoek van elk van de onderzochte ecosystemen worden door de leerlingen kort
samengevat in een aantal algemene factoren zoals klimaat, zeestromingen en begroeiing.
www.nhmmaastricht.nl
Iets minder relevant voor aardrijkskunde als enige vak, maar zeker goed te combineren met biologie is
een bezoek aan het Natuurhistorisch Museum te Maastricht. De tentoonstelling gaat specifiek in op de
effecten van de geologische tijdschaal voor Zuid-Limburg. Zo is er aandacht voor de krijtzee en het
ontstaan van steenkool in de regio.
www.artis.nl
In het Planetarium te Artis Amsterdam is ook een deel gewijd aan de geschiedenis van de aarde.
www.museon.nl
Het Museon in Den Haag heeft een aparte afdeling ingericht voor de geologische collectie. De
tentoonstelling probeert de bezoeker inzicht te geven in het ontstaan van de aarde en het leven op
aarde in de verschillende geologische tijdschalen. In het museon is het mogelijk speciale lessen te
boeken over deelthema’s binnen aardwetenschappen. Enkele voorbeelden van deze lessen zijn:
- ‘de aardkorst in beweging’ (themazaal: vulkanen & aardbevingen)
- ‘herkennen van gesteenten’ (thema: actieve aarde)
- ‘kwartairgeologie van Nederland’ (themazaal: hoogland/laagland)
www.geologischmuseum.nl
Het Gelders Geologisch Museum te Velp heeft een vaste collectie fossielen, mineralen en zwerfstenen
die gerangschikt zijn naar model van Zandstra.
De rol van kringlopen
www.lenntech.com
Op de website van lenntech waterbehandeling en luchtbehandeling worden de exacte aspecten van
verschillende kringlopen behandeld. Achtereenvolgens komen de hydrologische, stikstof, fosfor, zwavel
en koolstof cyclus aan bod.
Paragraaf 5.5
83
Vorming van landschappen
http://disc.gsfc.nasa.gov
Op de website van de NASA kunnen per werelddeel bepaalde regio’s worden aangeklikt, waarna
informatie volgt over de vorming van deze regio. Er wordt onderscheid gemaakt tussen onder andere
tektonische, vulkanische, fluviale, eolische en glaciale landschapsvormen.
http://geoimages.berkeley.edu
Berkeley University heeft een website met fotomateriaal van vrijwel alle landschapsvormen gerangschikt
op vormingstype.
Kenmerken van landschapszones
http://www.natuurinformatie.nl
Op de website Natuurinformatie, een samenwerkingsproject tussen onder andere Naturalis, Diergaarde
Blijdorp, Duinbehoud, NWO en Nemo, worden aparte pagina’s besteed aan leven in extreme
omstandigheden. Hoe gaan verschillende organismen hiermee om? De website gaat onder andere in op
extreme kou, hitte en droogte.
Paragraaf 5.6
Milieuramp
www.ssec.wisc.edu
Actuele dikte ozonlaag
http://soilerosion.net/
De Soil Erosion Site is een informatieve site over bodemerosie. Het proces, de effecten en de
toekomstperspectieven. (Engelstalig)
www.smate.wwu.edu/A>
Op de website van het departement Geologie van Washington University kan heel eenvoudig gezocht
worden naar allerlei foto en filmmateriaal met betrekking tot verschillende natural hazards, te weten
aardbevingen, vulkanisme, erosie en tsunami’s.
www.ngdc.noaa.gov
Ook op de website van het National Geophysical Data Centre kan zeer eenvoudig allerlei fotomateriaal
worden gezocht bij verschillende natuurrampen.
http://mediatheek.thinkquest.nl
Ook Think Quest besteedt aandacht aan natuurlijke gevaren. Er zijn verschillende modules met
uitgebreide informatie over vulkanen, aardbevingen, tornado’s en overstromingen.
84
Een rampscenario: een mind movie
Extra opdracht bij 6.1 en 6.2
Opdracht voor leerlingen
Inleiding:
In paragraaf 6.1 en 6.2 heb je gelezen over het ontstaan van natuurrampen in de VS. De gevolgen van
natuurrampen zijn vanuit verschillende perspectieven beschreven; de natuurlijke, politieke en culturele.
In deze opdracht ga je zelf nadenken over de mogelijke gevolgen van een natuurramp.
Door je in te leven in een verhaal en na te denken over de gevolgen van een natuurramp, ga je de afloop
van een natuurramp beschrijven en vergelijken met andere ideeën van klasgenoten.
Voorbereiding:
- lees de paragrafen 6.1 en 6.2 zorgvuldig door
Uitvoering:
Voorbereiding
Je docent deelt de klas in tweetallen, waarin je straks gaat overleggen.
Eerst pak je pen en papier dat je voor je neerlegt. Probeer je nu goed te concentreren op het verhaal dat
je docent voorleest.
Sluit je ogen en leef je zo goed mogelijk in (in het verhaal), alleen dan is het mogelijk om een goed
vervolg te schrijven.
Afloop
Wanneer je docent opeens stopt met het voorlezen van het verhaal, beleef jij in je hoofd de afloop van
dit verhaal. Denk hier een paar minuten over na en schrijf dan tot in detail op wat je voor je zag. Hoe liep
dit rampscenario in jouw gedachten af?
Uitwisselen
Wissel vervolgens jouw afloop uit met je groepsgenoot en lees elkaars verhaal. Overleg over de
verschillen tussen jullie verhalen en licht toe wat je precies voor je zag.
Vragen
Overleg nu met je groepsgenoot over vier vragen die je zou kunnen stellen naar aanleiding van dit
verhaal. Enkele kernwoorden die je zouden kunnen helpen bij het opstellen van die vragen zijn:
- geografische kennis
- mobiliteit
- beleid
- medische voorzieningen
- mens versus natuur
85
Werk deze vragen uit aan de hand van deze punten:
- Wat willen jullie weten naar aanleiding van het verhaal?
- Hoe denken jullie die vragen te kunnen beantwoorden? Wat hebben jullie daarvoor nodig?
- Welke stappen zouden jullie nemen bij het zoeken naar het antwoord op de vragen?
Huiswerk
Vervolgens gaan jullie dit (kleine) ‘onderzoeksplan’ als huiswerk uitvoeren.
De volgende les worden de gevonden antwoorden en wat jullie geleerd hebben van deze opdracht
besproken.
Evaluatie
In de volgende les worden de ideeën voor de afloop van het verhaal geïnventariseerd. Kostte het je veel
moeite om je in de situatie in te leven? Vertel over de vragen die jullie zouden stellen naar aanleiding
van het verhaal. Hebben jullie de antwoorden hierop kunnen vinden, hoe hebben jullie dat gedaan?
Denk hierbij aan de stapjes die je hebt genomen voor het beantwoorden van de vragen.
86
Oriëntatie voor de docent
Kernwoorden:
veiligheid, risico, natuurramp, gevolgen, hazard management
Inleiding:
In paragraaf 6.1 en 6.2 hebben de leerlingen gelezen over het ontstaan van natuurrampen in de VS. De
gevolgen van natuurrampen zijn vanuit verschillende perspectieven beschreven; de natuurlijke, politieke
en culturele. In deze opdracht gaat de leerling zelf nadenken over de mogelijke gevolgen van een
natuurramp.
Door zich in te leven in een verhaal en na te denken over de gevolgen van een natuurramp, gaat de
leerling de afloop van een natuurramp beschrijven (een mind movie) en vergelijken met andere ideeën
van klasgenoten.
Doelen:
- Leerlingen gebruiken hun kennis over de ligging van gebieden en natuurrampen om zich een
voorstelling van een fictieve ramp te maken en de gevolgen daarvan te beschrijven
- Leerlingen overleggen over- en beargumenteren hun gemaakte keuzen t.a.v. de gevolgen van
een fictieve ramp
- Naar aanleiding van een tekst over een natuurramp stellen leerlingen vragen en zoeken hier zelf
een antwoord op.
Naar: Vankan, L. en J. van der Schee (2006), Meer leren denken met aardrijkskunde. Stichting Omgeving
en Educatie, Nijmegen, 1e druk.
Groep/Individueel:
- Deze opdracht wordt in tweetallen uitgevoerd.
Benodigde hulpmiddelen:
Benodigde tijd:
1 lesuur en huiswerktijd
Voorbereiding:
Eén van de teksten uit de bijlage een paar keer goed doorlezen, zodat u het in de les met spanning kan
voorlezen.
Uitvoering:
In de les verdeelt u de klas in groepjes van twee leerlingen en vertelt u de leerlingen dat u ze een
verhaal voor gaat lezen. U kunt een verhaal kiezen uit de bijlage, deze verhalen hebben allemaal
betrekking op een natuurramp en sluiten aan op de gelezen paragrafen.
87
Iedere leerling (individueel) heeft alleen een pen en papier nodig. Vertel de leerlingen dat ze zich goed
moeten concentreren voor deze oefening. Vraag de leerlingen vervolgens om allemaal hun ogen dicht te
doen, terwijl u een kort verhaal voor gaat lezen. Vertel de leerlingen dat ze zich zo goed mogelijk in
moeten leven in het verhaal. Ze moeten zich het verhaal helder proberen voor te stellen, omdat zij
moeten bedenken hoe dit af gaat lopen.
Lees één van de verhalen uit de bijlagen voor en laat de leerlingen vervolgens drie minuten (met hun
ogen dicht) nadenken over de afloop van het verhaal.
Na drie minuten schrijven de leerlingen individueel op wat ze voor zich zagen. Laat ze een zo
gedetailleerd mogelijke beschrijving maken.
Laat de leerlingen vervolgens in het tweetal de opgeschreven gedachten uitwisselen.
Hadden de leerlingen een heel verschillend beeld van de afloop van het verhaal?
Vraag hierna ieder tweetal in tien minuten op te schrijven:
- Wat willen ze weten naar aanleiding van het verhaal?
- Hoe denken ze die vragen te kunnen beantwoorden? Wat hebben ze daarvoor nodig?
- Welke stapjes zouden ze nemen bij het zoeken naar het antwoord op de vragen?
Vervolgens gaan leerlingen het kleine ‘onderzoeksplan’ als huiswerk uitvoeren.
De volgende les worden de gevonden antwoorden en wat de leerlingen geleerd hebben van deze
opdracht besproken.
Evaluatie/Afronding:
In de volgende les worden de ideeën voor de afloop van het verhaal geïnventariseerd. Hierbij wordt
klassikaal aandacht besteed aan de vraag of de leerlingen de opdracht moeilijk vonden. Kostte het ze
veel moeite om zich in de situatie in te kunnen leven?
De leerlingen vertellen over de vragen die zij hadden opgeschreven na het verhaal. Deze vragen kan de
docent aanvullen met bijvoorbeeld:
- Hoe belangrijk is geografische kennis (locatie, relatieve ligging, verbindingen, etc.) bij het
afmaken van een verhaal als dit?
- Welke rampen kun je in Nederland verwachten?
- Zijn er kaarten beschikbaar van de risico’s die we lopen?
- Zijn we goed voorbereid op rampen? Wat is het overheidsbeleid? (terugkoppeling naar hazard
management in Terra)
- Kan de mens het winnen van de natuur?
Variatiemogelijkheden:
Omdat de verhalen die gebruikt worden kort zijn, kunnen er ook meerdere ‘mind movies’ gemaakt
worden in een les. Op die manier gaat de leerling zich steeds beter inleven. Dit vergt wel concentratie
van de leerlingen.
Er kunnen meer of andere verhalen uit bijvoorbeeld de krant of Quest gehaald worden.
88
Bijlage voor de docent
Overstroming
Stel je voor: je leeft in het jaar 2020. Je bent op je kamer en pakt je tas in om naar school te gaan. Je
radio staat op 538 en je zingt hard mee. Plotseling wordt het muziekprogramma onderbroken voor een
nieuwsbericht. Hmm… daar zit je niet op te wachten.
Een indringende stem van de nieuwslezer klinkt in je kamer:
“Dit programma wordt onderbroken voor een belangrijk nieuwsbericht. De hevige storm die vannacht
plaats heeft gevonden, heeft ernstige duinafslag als gevolg gehad. Vanochtend om half acht heeft langs
de gehele Nederlandse kust een duindoorbraak plaatsgevonden. Door de enorme zeespiegelstijging van
het laatste decennium, als gevolg van de temperatuurstijging, is de druk op het Nederlandse kustgebied
sterk toegenomen. Deze morgen gebeurde, waar we al jaren bang voor zijn, het land loopt onder water.
Het ministerie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieu heeft in samenwerking met de
Nederlandse Marechaussee besloten dat er een grootschalige evacuatie plaats moet vinden.
Iedereen die zich binnen een straal van vijf kilometer van de Nederlandse kust bevindt, wordt verplicht
per direct te vertrekken.
Voor mensen zonder eigen vervoer worden bussen ingezet. Deze zullen direct na dit bericht door het
gebied gaan rijden en zijn te herkennen aan een bord met EVACUATIE erop. Politie en leger- en
marechaussee-eenheden zullen over een half uur beginnen met het ontruimen van alle huizen en
gebouwen in dit gebied.
Sta klaar om te vertrekken! Iedereen die met een bus meegaat, kan één tas met bagage meenemen,
absoluut niet meer.
Ik herhaal: het naderende zeewater, als gevolg van de storm van vannacht, betekent dat iedereen binnen
5 kilometer van de kust zijn of haar huis dient te verlaten. Bussen komen u ophalen.
Dit is het einde van dit nieuwsbericht, radio en televisieprogramma’s zullen onderbroken worden als er
nieuwe mededelingen zijn.”
Aardbeving
Stel je voor: je bent met vijf vrienden of vriendinnen op vakantie aan de Turkse westkust bij Izmir. Je
bent de hele week al aan het feesten en genieten! Na weer een leuke dag vol zon, zee en lekker eten en
drinken lig je op bed te slapen.
Plotseling valt er iets op je hoofd en je schrikt wakker. Je ziet dat er een stuk uit het plafond naar
beneden is gekomen. Het stuk kalk dat naast je bed ligt, wekt je verbazing.
Het volgende ogenblik begint je hotelkamer te schudden, is dit een nachtmerrie? Dan hoor je je
vrienden vanuit de kamer naast je roepen. Het is geen droom. Allemaal spullen om je heen vallen om. Er
klinkt een oorverdovend geluid. Een zwaar geluid, erger dan onweer. Daar doorheen hoor je het geluid
van brekend glas. Muren en deuren bewegen om je heen. Niets lijkt meer op zijn plaats te willen blijven.
Je realiseert je dat er nog meer verdiepingen boven je zijn.
Het licht gaat uit en alles wordt aardedonker…
89
New Orleans vlucht voor Katrina
Stel je voor: je woont met je ouders, twee broers, drie zusjes en oma in een klein, houten huisje in een
drukke achterstandswijk in New Orleans.
Burgemeester Ray Nagin heeft alle inwoners van New Orleans opdracht gegeven de stad te verlaten. De
krachtige orkaan Katrina komt volgens de voorspellingen recht op de stad van bijna 500.000 inwoners
af.
"Dames en heren, ik wou dat ik beter nieuws voor jullie had", begon Nagin een persconferentie, "maar
we hebben te maken met een storm waar we allen bang voor waren. Ik wil geen paniek zaaien, maar ik
wil wel dat de burgers begrijpen dat dit een serieuze zaak is. Het heeft de hoogste prioriteit vandaar deze
onvermijdelijke beslissing", aldus de burgemeester.”
Katrina is zondagochtend in kracht toegenomen en is nu een orkaan van de zwaarste categorie. Katrina
raast met windsnelheden van 250 kilometer per uur boven de Golf van Mexico, op zo'n 400 kilometer
van de kust van Mississippi.
De laatste keer dat een orkaan van de zwaarste categorie de VS trof, was in 1969. Toen kwamen
250 mensen om.
Naar verwachting zal Katrina maandag of dinsdag New Orleans bereiken. Duizenden inwoners hebben
de stad de afgelopen dagen al verlaten.
Als Katrina New Orleans aandoet, kan dat enorm veel schade veroorzaken. The Big Easy ligt in een soort
kom op twee meter onder de zeespiegel. Daardoor is de stad extra kwetsbaar voor zware regenval en
bijbehorend hoog water.
Nagin zei tijdens de persconferentie dat "onze ergste vrees bewaarheid kan worden". "God bescherme
ons", aldus de eerste burger van de toeristenstad.
90
Wat een ramp!: filmfragment en informatie verzamelen
Extra opdracht bij paragraaf 6.2
Opdracht voor leerlingen
Inleiding:
In paragraaf 6.2 heb je gelezen over de effecten die natuurrampen kunnen hebben en hoe we met
natuurrampen omgaan. Iedere natuurramp heeft andere oorzaken en brengt andere gevolgen met zich
mee. In deze opdracht ga je van één natuurramp de oorzaken, kenmerken en effecten van deze ramp
opzoeken met behulp van verschillende bronnen. Vooraf krijg je enkele korte filmfragmenten over
natuurrampen te zien.
Voorbereiding:
- lees paragraaf 6.2 zorgvuldig door
- maak het eerste deel van deze opdracht (het zoeken van informatie en invullen van de tabel) als
huiswerk
Uitvoering:
Huiswerk
Je krijgt van je docent één soort natuurramp toegedeeld, waarover je deze opdracht gaat maken. Thuis
vul je de tabel (bijlage) in, dit doe je met behulp van de Grote Bosatlas, een internetsite, de informatie
uit de filmfragmenten die je gaat bekijken en hoofdstuk 6 uit Terra
Filmfragmenten
Thuis ga je op de pc de twee korte filmfragmenten bekijken die horen bij ‘jouw’ natuurramp.
Deze korte filmfragmenten zijn te vinden via de volgende links:
‘Tsunami’:
http://beeldbank.schooltv.nl/hi/index.jsp?povo=vo#u=18926,q=ramp
http://www.nu.nl/news/1027921/24/rss/Tsunami_overspoelt_westen_Salomonseilanden.html
‘Aardbeving’:
http://beeldbank.schooltv.nl/hi/index.jsp?povo=vo#c=2108,t=18922,u=26165
http://www.nu.nl/news/740849/29/rss/%27Zeker_1325_doden_door_aardbeving_Java%27.html
‘Cycloon:
http://beeldbank.schooltv.nl/hi/index.jsp?povo=vo#c=2108,t=18922,u=26234
http://www.nu.nl/news.jsp?n=580340&c=22
91
‘Vulkanen’:
http://beeldbank.schooltv.nl/hi/index.jsp?povo=vo#u=26160,q=ramp
http://www.nu.nl/news/732234/84/rss/Activiteit_vulkaan_Merapi_blijft_toenemen.html
Informatie zoeken
Nadat je de filmpjes hebt bekeken, ga je de tabel in de bijlage invullen. De vragen in de tabel hebben
betrekking op ‘jouw’ natuurramp. Maak de antwoorden zo compleet mogelijk en vul ook de bron waar
je het antwoord gevonden hebt in. Neem de ingevulde tabel mee naar de volgende aardrijkskundeles.
Wanneer je bij het zoeken naar de antwoorden mooie afbeeldingen of figuren tegenkomt, mag je deze
afdrukken om ook mee te nemen naar de les.
Vertel maar!
In de les word je door je docent in een groepje van vier ingedeeld. Iedere groepsgenoot heeft thuis de
informatie over een andere natuurramp opgezocht.
Omdat je nu veel afweet over slechts één ramp, gaan jullie binnen je groepje elkaar over de rampen
vertellen. Dit doe je door een korte uiteenzetting aan de rest van je groepje te geven over jouw
natuurramp.
Deze uiteenzetting duurt ongeveer drie minuten en moet natuurlijk zoveel mogelijk van de belangrijkste
informatie die je gevonden hebt, bevatten. Als je een mooie afbeelding of duidelijk figuur hebt
uitgeprint, mag je deze hierbij gebruiken.
Overleg
Als iedereen zijn of haar uiteenzetting heeft gegeven, gaan jullie de volgende vragen bespreken:
 Tegen welk soort ramp kan de mens zich het best beschermen?
 Zouden de regeringen van rijke landen moeten investeren in hazard management in arme
landen die hier geen geld voor hebben?
Verwerk in je argumenten zo goed mogelijk de informatie die jullie gevonden hebben over de rampen.
Probeer uiteindelijk tot een consensus binnen je groepje te komen.
Evaluatie
Bespreek daarna de laatste vragen klassikaal met je docent. Vertel aan de rest van je klas tegen welke
ramp jullie denken dat de mens zich het best kan beschermen, en hoe? En hoe denken jullie over het
doen van investeringen door de rijke regeringen in hazard management om arme landen beter te
beschermen tegen natuurrampen?
Gebruik in jullie argumenten de gevonden informatie. Reageer op andere groepjes wanneer je het niet
eens bent met hun antwoorden op de vragen.
92
Bijlage
Onderwerpen met bijbehorende internetsite:
De tsunami: http://nl.wikipedia.org/wiki/Tsunami
De aardbeving: http://nl.wikipedia.org/wiki/Aardbeving
De orkaan: http://nl.wikipedia.org/wiki/Orkaan
De vulkaan: http://nl.wikipedia.org/wiki/Vulkaan
Soort natuurramp:
Vraag
Wat is de oorzaak van de
natuurramp?
Waar komt deze
natuurramp veel voor? (je
mag meerdere gebieden
noemen)
Beschrijf aan de hand van je
Grote Bosatlas hoe één van
deze gebieden er uitziet
(bevolkingsdichtheid/
bevolkingssamenstelling/
soort landschap/
economische situatie).
Geef ook aan welk gebied je
hebt beschreven
Wat zijn de gevolgen van de
natuurramp?
Gevonden antwoord
Bron?
93
Hoe is deze natuurramp te
voorspellen of meten?
Hoe kunnen inwoners van
een gebied waar deze
natuurramp wel eens
voorkomt, zich
beschermen?
Waar en wanneer vond het
meest recente geval van dit
soort (deze) natuurramp
plaats?
Kan deze natuurramp ook in
Nederland voorkomen?
Waarom wel of waarom
niet?
94
Oriëntatie voor de docent
Kernwoorden:
natuurrampen, effecten van een ramp, voorspellingen, hazard management
Inleiding:
In paragraaf 6.2 hebben de leerlingen gelezen over de effecten die natuurrampen kunnen hebben en
hoe we met natuurrampen omgaan. Iedere natuurramp heeft andere oorzaken en brengt andere
effecten met zich mee. In deze opdracht gaan leerlingen van verschillende natuurrampen de oorzaken,
kenmerken en effecten opzoeken met behulp van verschillende bronnen. Vooraf krijgen ze korte
filmfragmenten over natuurrampen te zien. Hierdoor krijgen ze een beeld van de situatie wanneer zich
een ramp afspeelt.
Doelen:
- Leerlingen verdiepen zich in verschillende soorten natuurrampen
- Leerlingen vergelijken de oorzaken en effecten van verschillende soorten natuurrampen met
elkaar
- Leerlingen discussiëren, aan de hand van de gevonden informatie over de mogelijkheid tot het
beschermen tegen rampen
Groep/Individueel:
- Deze opdracht wordt deels individueel (thuis) en in groepjes van vier uitgevoerd
Benodigde hulpmiddelen:
- per leerling een Grote Bosatlas
- De filmfragmenten ‘Tsunami’, ‘Aardbevingen’, ‘Een cycloon’ en ‘Vulkanen’ op Schooltvbeeldbank en beeldfragmenten op NU.nl.
Deze korte filmfragmenten zijn te vinden via de volgende links:
‘Tsunami’:
http://beeldbank.schooltv.nl/hi/index.jsp?povo=vo#u=18926,q=ramp
http://www.nu.nl/news/1027921/24/rss/Tsunami_overspoelt_westen_Salomonseilanden.html
‘Aardbeving’:
http://beeldbank.schooltv.nl/hi/index.jsp?povo=vo#c=2108,t=18922,u=26165
http://www.nu.nl/news/740849/29/rss/%27Zeker_1325_doden_door_aardbeving_Java%27.html
‘Cycloon:
http://beeldbank.schooltv.nl/hi/index.jsp?povo=vo#c=2108,t=18922,u=26234
http://www.nu.nl/news.jsp?n=580340&c=22
‘Vulkanen’:
95
http://beeldbank.schooltv.nl/hi/index.jsp?povo=vo#u=26160,q=ramp
http://www.nu.nl/news/732234/84/rss/Activiteit_vulkaan_Merapi_blijft_toenemen.html
96
Benodigde tijd:
1 lesuur en huiswerktijd
Voorbereiding:
De leerlingen hebben paragraaf 6.2 gelezen en het individuele gedeelte van de opdracht thuis gemaakt
Uitvoering:
Deel deze opdracht uit als huiswerkopdracht. Iedere leerling krijgt een ‘soort’ natuurramp, waarover zij
de opdracht thuis gaan maken. De te verdelen onderwerpen zijn: de tsunami, de aardbeving, de orkaan
en de vulkaan. Zorg ervoor dat alle vier de soorten rampen eerlijk verdeeld zijn over de klas.
Het is de bedoeling dat de leerlingen thuis de twee beeldbank- en NU.nl fragmenten die bij hun
onderwerp horen op de pc bekijken. De leerling bekijkt dus alleen de fragmenten die bij zijn of haar
eigen onderwerp horen. De leerling is natuurlijk vrij om ook de andere fragmenten bekijken.
Na het bekijken van de filmpjes gaan de leerlingen thuis (individueel) de vragen in de tabel (bijlage)
invullen. Dit doen ze aan de hand van de gegeven website, de Grote Bosatlas, informatie uit de
filmfragmenten en hoofdstuk 6 van Terra. De ingevulde tabellen nemen de leerlingen de volgende les
weer mee.
Het is belangrijk dat de leerlingen de vragen uitgebreid beantwoorden, zodat ze in de volgende les aan
hun groepsgenoten kunnen vertellen over ‘hun’ natuurramp.
In de les verdeelt u de leerlingen in groepjes van vier personen. De groepjes gaan bij elkaar zitten, zodat
er gelegenheid is om in het groepje de antwoorden te bespreken. Zorg ervoor dat in iedere groep alle
vier de verschillende natuurrampen vertegenwoordigd zijn.
Omdat iedere leerling alleen de gegevens heeft opgezocht over zijn of haar natuurramp, gaan de
leerlingen elkaar informeren over de verschillende rampen.
Iedere leerling gaat, binnen het groepje, een korte uiteenzetting houden van ongeveer drie minuten
over zijn of haar ramp. Hierbij kan de leerling de gemaakte vragen als leidraad gebruiken bij het
vertellen over de natuurramp. Wanneer de leerling een mooie afbeelding of duidelijk figuur gevonden
heeft, mag hij deze natuurlijk gebruiken.
Nadat iedere leerling over zijn of haar ramp verteld heeft, bespreken de leerlingen binnen de groepjes
de volgende vragen:
 Tegen welk soort ramp kan de mens zich het best beschermen?
 Zouden de regeringen van rijke landen moeten investeren in hazard management in arme
landen die hier geen geld voor hebben?
Evaluatie/Afronding:
Bespreek daarna de laatste vraag klassikaal. Laat de groepjes vertellen welke ramp zij denken dat de
mens zich het best tegen kan beschermen. Laat leerlingen in hun argumenten de gevonden informatie
gebruiken. Laat de groepjes ook op elkaar reageren wanneer ze het niet met elkaar eens zijn.
97
Vraag de groepjes of er bij het bespreken van deze vraag makkelijk tot een antwoord werd gekomen
binnen het groepje. Was er snel sprake van consensus, of was iedereen het al met elkaar eens?
Variatiemogelijkheden:
Als er tijd over is, kunnen er binnen de groepjes aanvullende vragen besproken worden over
natuurrampen. Bijvoorbeeld:
 Welke ramp richt volgens de leerlingen de meeste schade aan?
 In welke werelddelen komen de meeste natuurrampen voor?
De ingevulde antwoordbladen kunnen ingeleverd en beoordeeld worden.
De opdracht kan aangepast worden, door iedere leerling meerdere verschillende soorten rampen te
laten bestuderen. Op deze manier kunnen de leerlingen individueel al een vergelijking maken, voordat
ze de gevonden informatie in de groepjes gaan bestuderen.
Enkele aanvullende soorten rampen en bijbehorende bronnen om te gebruiken in de opdracht:
‘Overstroming’:
http://beeldbank.schooltv.nl/hi/index.jsp?povo=vo#u=23822,q=water,p=25
http://nl.wikipedia.org/wiki/Overstroming
‘Bosbrand’:
http://www.nu.nl/news/779116/22/rss/Grote_bosbrand_Californi%EB_breidt_zich_verder_uit.html
http://nl.wikipedia.org/wiki/Bosbrand
‘Droogte’:
http://beeldbank.schooltv.nl/hi/index.jsp?povo=vo#u=23856,q=droog
http://nl.wikipedia.org/wiki/Droogte
Download