Open Monumentendag 13 september 2009 Thema: Zorg doorheen de tijd Beste bezoeker, Met dit boekje willen wij u een kort overzicht geven van de geschiedenis van de locaties en de organisaties die meewerken aan onze Open Monumentendag. Het is niet alleen het gebouw, maar ook wat er zoal gebeurt binnen deze locaties aan 'ZORG' dat belangrijk was in het verleden en ook in de toekomst. U kan ook een bezoek brengen aan: Capenberg-Oxaco-Center, De Vliering, Wereld-Missiehulp, OCMW, Don Bosco, Speelhoeve. Meer informatie kan u vinden in het info-punt Broeders Alexianen, Provinciesteenweg 408, Boechout. Wij danken u voor uw bezoek, namens het Gemeentebestuur, Cultuurraad en Heemkundige Kring “Het Speelhof”. Robert Smans, voorzitter OMD-werkgroep Blz. 1 van 20 Programma Alle locaties zijn doorlopend open van 10 uur tot 18 uur Om 11 uur geeft Politie Minos in de Alexius zaal bij de Broeders Alexianen (Provinciesteenweg 408, Boechout) een voordracht door gespecialiseerde mensen over slachtofferhulp. Om 14, 15 en 16 uur brengt Erik Vlaminck in het Populierenhof (Dr. Theo Tutsstraat 20, Boechout - het OCMW-gebouw) verhalen over kansarmen en thuislozen. Om 15 uur geeft de burgemeester Koen T’Sijen bij De Vliering (Heuvelstraat 170) een voordracht Overpeinzingen omtrent ontmoetingen, met aansluitend mogelijkheid tot debat. Om 16 uur geeft Mil Segers bij De Vliering (Heuvelstraat 170) een voordracht over beterschap. Zowel Broeders Alexianen als De Vliering stellen hun cafetaria open voor de bezoekers. Gemeente Boechout Gemeentelijke Cultuurraad Boechout-Vremde Heemkundige kring “Het Speelhof” Blz. 2 van 20 Broeders Alexianen Psychiatrisch centrum Provinciesteenweg 408, Boechout Jonge vrome mannen, gekend als de Cellebroeders, hielden zich aanvang 14de eeuw in Mechelen bezig met het verzorgen van pestlijders en begraven van overledenen. Hendrik Suderman bezorgde hen in 1345 een thuis in Antwerpen. Deze man hielp eveneens de Zwartzusters, een andere orde die in Boechout actief zou zijn. Tijdens de 15de eeuw namen de Cellebroeders de regels aan van Sint-Augustinus. Ze werden kloosterling en kozen Sint-Alexius als hun patroon. Hun taken breidden ze uit door geesteszieken op te nemen. April 1875 begon de bouw van het klooster in Boechout, het huidige middelste gedeelte gezien van de hoofdingang. De bouwwerken waren nog niet voltooid als op 13 juli 1876 het Gezondheidsgesticht in gebruik werd genomen. Het gesticht, zoals de instelling tot ver in de 20ste eeuw in het dorp was gekend, was erkend voor 90 zieken van het mannelijk geslacht. Stelselmatig werd de capaciteit van 90 bedden aangevuld. Rond het gebouw werd een tuin aangelegd met allerhande planten en struiken, er kwam een moestuin en een aanplant van fruitbomen. Op het domein bevond zich een boerderij waar ook de zieken terecht konden, wat als een soort therapie kon beschouwd worden. Einde 19de eeuw werd het gebouw uitgebreid met een vleugel aan de rechterkant. Een vleugel aan linkerkant kwam er bij tijdens de eerste jaren van de 20ste eeuw. Vrije afdelingen of open diensten werden wettelijk toegestaan in 1930. Voordien mochten de broeders enkel gecolloceerden gedwongen opnames- aanvaarden. De belangrijkheid van de vestiging vergrootte in 1936 doordat het klooster het noviciaat -opleidingscentrumwerd voor de hele congregatie. Blz. 3 van 20 17 november 1944 was een zwarte dag voor de gemeenschap. Een V2 viel in het park dicht bij de ingang. De overste overleed ter plaatse en er was belangrijke schade aan gebouwen en omgeving. Het duurde een hele tijd alvorens het gesticht hersteld was. Vanaf 1958 vond een grote reorganisatie plaats, zowel op gebied van verblijf als medisch. Voortaan werd een beroep gedaan op lekenpersoneel, een doorbraak in het leven van de kloosterlingen. Verpleegkundig kwamen er nieuwe lokalen bij voor diagnose en behandeling, voor labo, ergotherapie en expressietherapie. Het gesticht evolueerde naar een psychiatrische kliniek. De organisatie van de kliniek werd losgemaakt van de kloostergemeenschap. Het beheerscomité bestond voor het merendeel uit leken. De broeders kregen in 1965 een afzonderlijk verblijf. Datzelfde jaar werd een nieuw gebouw in dienst genomen voor de observatiedienst, links aan de voorgevel. Toen ook, door het stijgend aantal verpleegden, breidde de ergotherapie uit. In 1968 ontstond een afzonderlijke leefgroep voor alcoholisten met 17 bedden, een uniek project in het land. Villa Madona (Janssenlei 8), in 1967 aangekocht door de congregatie, werd vanaf 1974 verhuurd aan De Ark, een home voor leven in gemeenschap van mentaal gehandicapten en vrijwilligers, volgens de regel van Vanier stichter van de Ark-gemeenschap-. De voormalige boerderij (gesloopt in 1988) werd in 1971 omgevormd tot een gebouw voor revalidatie en hydrotherapie. De Brug, een vereniging voor readaptatie van mentaal gehandicapten, herstellende geesteszieken en epileptici, werd gesticht op 8 juni 1971, door de Broeders van Liefde van Sint-Amedeus Mortsel, de Broeders Alexianen en de Bond tegen Epilepsie. Dankzij de hulp van de Broeders werd het in maart 1972 mogelijk voor de Commissie van Openbare Onderstand -latere OCMW- tweemaal per week een warme maaltijd aan huis te bezorgen bij inwoners. Blz. 4 van 20 De Prijs van de Burgemeester 1975 werd toegekend aan de Broeders Alexianen, als aandenken aan 100 jaar ziekenverpleging in de gemeente. Wanneer op 15 juli 1976 de ingebruikname van een nieuwbouw werd gevierd, was de kliniek gegroeid tot mogelijkheden voor 200 patiënten. Naast 7 broeders telde de instelling nog 98 personeelsleden. Een afzonderlijke verslavingsafdeling startte met 40 bedden. Dat was een noodzaak geworden, vermits eenderde van de patiënten verslaving als hoofdprobleem had. De eerste vrouwelijke patiënten deden hun intrede in 1979. Villa Mastentop (Janssenlei 7), in 1969 aangekocht door de Alexianen, werd in 1981 een daghospitaal. Ondertussen was de kliniek omgevormd tot het Psychiatrisch Centrum Broeders Alexianen. In 1982 startte het Psychiatrisch Centrum Broeders Alexianen met een project beschut wonen onder de naam De Vliering. Wanneer op 8 maart 1985 de eerstesteenlegging plaatshad voor een nieuwe keuken en cafétaria, was dat de eerste stap in hun masterplan. Voordien was het als revalidatiecentrum in gebruik genomen. Van het 160-tal personeelsleden bestond de helft uit paramedici en verpleegkundigen. Met de capaciteit van 200 bedden konden jaarlijks ongeveer 500 mensen worden opgenomen. Einde 1995 was het ziekenhuis met 259 erkende bedden uitgerust om vijftot zeshonderd opnames per jaar te verwerken. 95% van die patiënten verbleef vrijwillig in het psychiatrisch centrum. Daghospitaal Mastentop verhuisde in april 1997 van de Janssenlei naar een nieuwbouw op het domein van de Broeders. De nieuwe aanpak met dagbehandeling voor verslavingsproblemen is uniek in de regio. In 1997 startte een bezoekvrijwilligersproject, samen Caritas Gemeenschapsdienst. Blz. 5 van 20 Het beheer van het Psychiatrisch Centrum Broeders Alexianen werd op 1 mei 1998 overgedragen aan het Provincialaat der Broeders van Liefde. Deze laatste bestuurt onder meer scholen en 15 psychiatrische instellingen. Het centrum vierde op 19 oktober 2001 zijn 125 jaar aanwezigheid in de gemeente. Het ziekenhuis, met een erkenning voor 240 bedden, stelt meer dan 250 personeelsleden tewerk. Vrouwen zijn prominent aanwezig: 2/3 van het personeel en 1/3 van de opnames. Eveneens in 2001 startte Het Trajectiel, een regionaal zorgnetwerk voor psychiatrische patiënten, door de samenwerking van onder meer het Psychiatrisch Centrum SintAmedeus Mortsel, Psychiatrisch Centrum Broeders Alexianen en De Vliering. In juni 2006 werd het Psychiatrisch VerzorgingsTehuis (PVT) Den Heuvel (Heuvelstraat 166) voor 30 bewoners in gebruik genomen, een initiatief van de Broeders Alexianen en Sint-Amedeus Mortsel. De Alexianen waren voorlopers om geesteszieken hun plaats te laten behouden in de gemeenschap. In het zegel van de Broeders Alexianen symboliseert een pelikaan de zelfverterende opoffering van de christelijke naastenliefde, de spaden herinneren aan het begraven van doden tijdens rampen, een van hun vroegere activiteiten, de raaf staat voor het voeden van noodlijdenden. Blz. 6 van 20 Avondvrede Rusthuis Alexander Franckstraat 34, Boechout Lusthof Lust en Rust met zijn opvallende torentjes werd opgericht in 1897 door Oscar Van der Molen, brouwer en gemeenteraadslid van Antwerpen. Enkele jaren later, vanaf 1908, werd het bewoond door Franciscus Heymans, afgevaardigd-beheerder, en zijn vrouw Aimée Deanscutter. Het was toen in het dorp beter gekend als het Hof van Heymans. Na overlijden van mevrouw werd in 1953 door haar bij bijzonder legaat villa, park en aanpalende huizen overgemaakt aan het aartsbisdom Mechelen. De Zwartzusters van Antwerpen richtten er vanaf juli 1953 een rusthuis in voor ouderlingen. De zusters waren eveneens actief in de gemeente met de thuisverzorging van zieken, bejaarden en gehandicapten. Zij verhuisden in september 1973 van de villa naar hun klooster in Berchem. Het aartsbisdom verkocht op 13 november 1973 het eigendom aan het echtpaar Vanhoutte. Villa Lust en Rust (Alexander Franckstraat 20) werd op 1 september 1976 in gebruik genomen als rusthuis Avondvrede. In tegenstelling tot de twee andere rusthuizen in de gemeente is Avondvrede een privé-initiatief, in beheer door Rik en Nicky VanhoutteMichielsen. Zij hadden reeds ervaring opgedaan met een zelfde zaak in Antwerpen. Begin januari 1986 verhuisden de residenten van de villa naar een nieuwbouw (Alexander Franckstraat 34) met uitzicht op een ruim park. Villa Lust en Rust werd privé-woning van de familie Vanhoutte. Sinds enkele jaren is de uitbating in handen van zoon Tim Vanhoutte. Blz. 7 van 20 Kind en Gezin Kansen creëren voor kinderen Gildenhuis Sint-Bavoplein 8, Boechout Het allereerste Kinderheil, raadpleging voor zuigelingen, werd gesticht op 20 januari 1921. Deze afdeling hield op te bestaan wanneer de gemeente geen betalingen meer diende te verrichten als Toelage Moederfonds, een geboortesubsidie. Het Werk Voor Moeder en Kind, opgericht door de Christene Vrouwen-gilde -het latere KAV-, kende zijn openingszitting in het Gildenhuis op donderdag 7 oktober 1937. De werkzaamheden, onder leiding en toezicht van het Nationaal Werk voor Kinderwelzijn, stonden vermeld in de verplichting raadplegingen 1° Er zorg voor dragen dat al de kinderen beneden drie jaar, wier familie by de inrichting is aangesloten, geregeld en kosteloos worden onderzocht door den geneesheer, die het Comiteit aanwyst. De raadpleging moet wekelyks geschieden voor de kinderen minder dan een jaar oud, alle veertien dagen voor de kinderen van 1 tot 2 jaar en maandelyks voor de kinderen van 2 tot 3 jaar. 2° Een geneeskundig en kostelooze raadpleging voor zwangere vrouwen tot stand brengen 3° De verspreiding der hoofdbegrippen betreffende de gezondheid der jonggeborenen en de propaganda voor de moedervoeding regelen. … Alle opdrachten van het comité werden vervuld door een achttal vrijwilligsters, allen zelf moeder en huisvrouw. Wekelijks zetten zij zich in ten voordele van jonge moeders en hun kinderen. Wie kent niet meer het gezondheidsboekje, waarin haast wekelijks de vorderingen van de spruiten zorgvuldig werden in genoteerd? Blz. 8 van 20 Oorspronkelijk was hun voornaamste doelstelling kindersterfte in te dijken, voornamelijk door bevordering van de hygiëne. Met de jaren, en vooral ingevolge de regionalisering wanneer Kinderwelzijn werd omgevormd tot Kind en Gezin, vergrootte het takenpakket aanmerkelijk. Het preventieve bleef belangrijk, maar was niet langer de hoofdbekommernis. Begeleiding van aanstaande moeders, bijzondere leefsituaties, aandacht voor zieken en gehandicapten, probleemkinderen, adoptie en strijd tegen kindermishandeling werden nieuwe focuspunten. Het nut van de vereniging wordt bewezen doordat zij nog steeds bestaat. Ook de vrijwilliger is nog steeds onmisbaar in de organisatie. RVT Sint-Mathildis vzw rust- en verzorgingstehuis, Sportveldlaan 25, Boechout Kasteel Ropstock (Sportveldlaan 21), met hovingen, werd in juli 1946 door de gezusters Bertha en Maria Van Hese op lijfrente overgemaakt aan Zusters Augustinessen, Gasthuiszusters van Lier, op voorwaarde er bejaarden in op te nemen en te verplegen. De ingebruikname van rusthuis SintMathildis dateert van 16 september 1947. De naam verwijst naar Mathilde Cools, weduwe Van Hese, moeder van de twee begunstigsters. De destijdse toegang van het domein gebeurde via een monumentale poort (Heuvelstraat 2), naast de huidige Baron Carolylaan. Deze werd neergehaald in de jaren 1950. Na aanbouw van meerdere kamers werd de capaciteit uitgebreid van oorspronkelijk 25 bedden naar plaats voor 45 zieken en bejaarden. Blz. 9 van 20 De Gasthuiszusters-Augustinessen waren thuis in Boechout. Zij hadden op 22 juli 1935 het Vijverhof (Alexander Franckstraat 75) aangekocht, waarin ze het Gesticht Heilige Familie uitbaatten. Na een tweetal jaren kraaminrichting, werd dat een verpleegtehuis voor zieken op rust en kort nadien rusthuis voor een twintigtal bejaarden. Voor beide instellingen werden de jaren 1960 een kritieke periode. De reglementering voor bejaarden- en verzorgingsinstellingen werd aangescherpt, de vereisten op gebied van brandveiligheid verstrengden, de zusters werden alsmaar ouder en hun aantal slonk. Verzorgen was en is een kerntaak voor de Gasthuiszusters, zodat al die overwegingen ertoe leidden dat de congregatie op 6 november 1973 een aanvraag richtte aan het ministerie van Volksgezondheid om een principieel akkoord te bekomen voor het bouwen van een nieuw tehuis met 90 bedden voor bejaarden plus een aanvraag voor 30 zogenaamde Vbedden. Het gunstig antwoord liet 2 jaar op zich wachten. Wanneer op 24 februari 1974 Maria Van Hese overleed, liet zij het domein aanpalende aan kasteel Ropstock na aan de congregatie om er een nieuw rustoord te laten bouwen. Dat opende nieuwe mogelijkheden en na vier jaar plannen en wachten op toezegging van overheidssubsidies, begonnen in 1978 de bouwwerken. Nog eens vier jaar later, op 10 oktober 1982, resulteerden de inspanningen in een plechtige ingebruikname van het Rust- en VerzorgingsTehuis SintMathildis op het huidige adres. Er werd onderdak geboden aan 114 bejaarden. Dat er nood was aan dergelijk initiatief bleek bijvoorbeeld uit de wachtlijst. Die bevatte meer namen dan het aantal residenten. Blz. 10 van 20 Rustoord H.-Familie werd gerenoveerd tot een gemeenschapsverblijf voor de Gasthuiszusters. Ook Ropstock bleef in dienst als woonst voor een aantal oudere zusters. In september 1985 kregen die in hun kasteeltje gezelschap. Een 15-tal mensen van dagcentrum ’t Ateljee vonden er een werkplaats voor hun handgemaakte producten. Een nieuwbouw langs de Appelkantstraat leverde Sint-Mathildis nieuwe kamers op. De opnamecapaciteit bleef gelijk, maar 34 hulpbehoevenden kon een comfortabeler verblijf worden geboden. De vrijgekomen ruimten werden heringericht om specifieke bijkomende zorgen en attenties te verlenen. Een uitgebreid personeelsbestand staat in voor zorg en verblijf. Toch blijven talrijke vrijwilligershanden nodig om alledaagse noden te helpen verlichten. Sint-Vincentius Het Genootschap van Sint-Vincentius à Paulo werd in Sint-Bavo gesticht in 1849. Deze van oorsprong Franse organisatie verenigt parochieleden die zich in een christelijke geest persoonlijk inzetten voor hulp aan de armsten. Tijdens die 160 jaren veranderde de samenleving grondig. Minderbedeelden konden gaandeweg beroep doen op allerlei instanties die gestructureerd werken. Voornaamste voorbeelden daarvan zijn OCMW, vakverenigingen, mutualiteiten, diverse instellingen voor sociale voorzorg en uiteenlopende initiatieven op gebied van liefdadigheid. Ondanks alle welvaart blijven mensen nood hebben aan hulp. SintVincentius groeide mee. Vrijwilligers uit de parochie bieden minderbedeelden, zonder onderscheid van herkomst of godsdienst, morele en concrete hulp. Door bezoek aan minderbegoeden, zieken, alleenstaanden en ouderen, leren zij de specifieke behoefte kennen om via financiële of materiële dienstverlening bij te dragen in een menselijker bestaan. Blz. 11 van 20 Welzijnszorg / Kinderzorg Werken aan uw welzijn Heuvelstraat 18, Boechout Het opvanghuis voor vrouwen is momenteel een deelwerking van Centrum Algemeen Welzijn De Terp. Dit huis kent een lange geschiedenis. Christelijke Vereniging Kinderzorg groeide uit de evangelische gemeenschap in onze gemeente. Vanaf 1954 zette zij zich in voor opvang van minderjarigen. In een oud kasteeltje kregen een dertigtal kinderen een onderkomen, voornamelijk na plaatsing door de jeugdrechter. Wetswijzigingen inzake beheer van jongeren bracht met zich dat Kinderzorg zijn werking drastisch moest wijzigen en in 1982 oordeelde de instelling om de activiteiten te stoppen. Met de opgedane ervaringen werd een nieuw initiatief opgezet en november 1983 opende opvolger Christelijke Vereniging Welzijnszorg haar opvanghuis. Later werd het een deelwerking van het Centrum Algemeen Welzijn De Terp, maar het doel blijft hetzelfde, want noodopvang en psycho-sociale ondersteuning blijft een probleem in de samenleving. Een beperkt aantal vrouwen in crisissituatie, eventueel met hun kinderen, kan er terecht. Zij worden er met hun kinderen begeleid en ondersteund, tot een stabielere gezinssituatie is gecreëerd. Blz. 12 van 20 Ziekenzorg Sint-Bavo (Boechout) & Vremde Hovesesteenweg 72, Boechout Dahlialaan 5, Vremde Ziekenzorg Sint-Bavo Boechout werd gesticht in 1981, kreeg voor haar werking in 1999 de Prijs van de gemeente. De stichtingsdatum voor Ziekenzorg-Vremde is 1985. Beide verenigingen waren al langer actief met huisbezoeken aan zieken, alleenstaanden en ouderen. Naast die persoonlijke contacten organiseren de vrijwilligers geregeld bijeenkomsten om die mensen niet aan hun eenzame lot over te laten. Rode Kruis Paraat, altijd en overal Dr. Theo Tutsstraat 20B, Boechout Rode Kruisafdeling Boechout-Vremde altijd en overal paraat! Steeds klaar voor actie = Hulp bij evenementen en rampen. Ziekenvervoer 105. Alarmkern. Internationale hulp bij rampen op korte- en lange termijn. Opsporing van vermiste personen Sociale werking = Oog voor kwetsbaren in de samenleving Hulp voor ouderen en zieken Uitlenen van hulpmiddelen Vakantie op maat voor mensen met een handicap en kinderen in armoede Ziekenhuisbibliotheek Rode kruis op jongerenformaat = Jeugd Rode Kruis. Eerstehulp-opleidingen en preventie: eerste hulp kun je leren! Bloedvoorziening: bloed redt levens. Blz. 13 van 20 De Vliering vzw Heuvelstraat 170, Boechout Omwille van erkenning als initiatief voor beschut wonen door de overheid richtte het Psychiatrisch Centrum Broeders Alexianen een vzw op onder de naam De Vliering. Deze zorgvoorziening staat heden in voor beschut wonen (54 plaatsen) en thuiszorg voor personen met ernstige langdurige psychiatrische problemen. De Vliering heeft tevens een arbeidscentrum, ’t Karwei gelegen in de George Van Raemdoncklaan 5, Boechout, dat voor deze dag ook bezocht kan worden. Deze dag staat in het teken van “ontmoeting”, met het oog op het bekend maken van het ontmoetingscentrum De Vlonder (Heuvelstraat 170) bij de lokale leefgemeenschap, naar aanleiding van de nieuwe start in februari ll. De Te Gek-bus geeft info over GGZ (Geestelijke GezondheidsZorg). Je kan je kennis hierover ook komen testen. Om 15u geeft burgemeester Koen T’Sijen een voordracht over Overpeinzngen omtrent ontmoetingen, met aansluitend mogelijkheid tot debat. Om 16u brengt Mil Segers iets over beterschap. Wereld-Missiehulp vzw Hulpgoederen behandelen Provinciesteenweg 400, Boechout De nieuwe vestiging van WereldMissiehulp, gesticht op 2 mei 1986, opende officieel op 19 oktober 1990. Het terrein waarop zij bouwden, was hen ter beschikking gesteld door de Broeders Alexianen. De plechtige inwijding volgde op 26 december 1990. Blz. 14 van 20 Horizon-Projects, voor technische bijstand aan niet-gouvernementele organisaties, is op 12 september 1995 opgericht samen met Caritas, Bouworde, Broederlijk Delen en andere hulporganisaties. De Sint-Stefanuskapel werd ingehuldigd op 27 oktober 1996. In 1997 begon de missionaire christelijke gemeenschap Signum en zijn de eerste rode kledingscontainers geplaatst. De Afrikazaal, met permanente tentoonstelling van een honderdtal hedendaagse Afrikaanse beeldjes, opende in september 1998. De Wereldkathedralen, grote kathedralen en basilieken uit alle werelddelen, een beeldhouwwerk in houten panelen voor Expo ’58, zijn er permanent te bezichtigen. Sinds 2007 prijkt er ook de omvangrijke liturgisch-astronomische jaarklok van Boechoutenaar Albert Bellens. Van 1935 tot bij overlijden heeft Albert Bellens (26.3.1909-29.2.2004), destijds wonende in de Appelkantstraat, gewerkt aan zijn liturgischastronomische klok. Idee, ontwerp, plannen, onderdelen uittekenen en maken, ijzerwerk, houtwerk, monteren, carrousels, versieren, onderhoud, alles werd zelfstandig uitgevoerd in zijn woonkamer. Meer dan 4 meter breed en meer dan 3 meter hoog werd zijn levenswerk. Naast uurwerk met kalender, zonnetijd, maanverloop, sterrenhemel en waterstanden, toont ze het verloop van het kerkelijk jaar met zijn vele liturgische feesten en hoogdagen. In 2004 is het kunststuk overgebracht naar Wereld-Missiehulp waar het blijvend kan bewonderd worden. Blz. 15 van 20 OCMW Armenbestuur - Bureel van Weldadigheid Dr. Theo Tutsstraat 20, Boechout Deze dag staan de deuren van het OCMW-gebouw, een beschermd dorpsgezicht gelegen in de Dokter Theo Tutsstraat 20, van 10 u tot 18 u open voor het grote publiek. Iedereen is van harte welkom en kan er kennis maken met de werking van het OCMW en de verschillende diensten die het OCMW aanbiedt. In de polyvalente zaal kunnen de bezoekers bij een hapje en een drankje doorlopend een korte videofilm uit 1999 bekijken over de verbouwing van het oud-gemeentehuis tot OCMWgebouw. De video gaat ook kort in op de voorgeschiedenis van het Populierenhof. In de raadzaal brengt auteur Erik Vlaminck om 14, 15 en 16 uur een selectie van verhalen waarmee hij op treffende en vaak hilarische wijze de problematiek van kansarmen en thuislozen schetst. Een absolute aanrader! Blz. 16 van 20 Witte Paters Capenberg-Oxaco-Center vzw & Huize Stracke Borsbeeksesteenweg 45, Boechout Het seminarie voor de Missionarissen van Afrika, de Witte Paters, werd opgericht in 1911. Op het terrein van 5 ha, hen geschonken door baron Jean Gilles de Pélichy, werden een boomgaard, een moestuin, hagen en dreven aangelegd. 10 april 1913 namen 24 seminaristen het gebouw, toegewijd aan Sint-Jan-Evangelist, in gebruik voor hun studies wijsbegeerte en theologie. De eerste oorlogsmaanden waren de seminaristen op de vlucht. Het domein werd een legerplaats voor soldaten en een verblijf voor passerende vluchtelingen. Tijdens de laatste oorlogsmaanden logeerden er 1.200 Duitse soldaten. In 1927 werd de bijhorende boerderij in bedrijf genomen. Vanaf 1928 verhuisden de studies theologie naar Heverlee, zodat hier nog enkel wijsbegeerte werd onderwezen. De linkervleugel, met kapel en studielokalen, werd aangebouwd in 1932. In de kapel is voornaam werk terug te vinden van de beeldhouwers Jan en zoon Albert Poels. Aansluitend werd in de bestaande westelijke vleugel een refter en recreatiezaal ingericht. September 1933 vertrokken de Franstalige studenten zodat Boechout het Filosoficum, filosofisch studiehuis, was voor de Vlaamse seminaristen. De tweede wereldoorlog was opnieuw aanleiding dat de bewoners in mei 1940 vluchtten, al of niet voor korte tijd. In 1942 namen de Zusters van de Christelijke Naastenliefde hun intrek om in te staan voor de keuken. Zij waren geen onbekenden in de gemeente, vermits zij in huis Madona (Janssenlei 8) sinds 1917 een tehuis leidden voor oorlogswezen. Na de bevrijding van Boechout, op 4 september 1944, werden enkele klassen van Sint-Gabriël ondergebracht in het seminarie. De oorlogsellende was nog Blz. 17 van 20 niet voorbij, vermits op 26 januari 1945 een 2 V1-bommen voor grote schade zorgden. De dorpelingen zetten zich massaal in bij de herstellingswerken waardoor de opleidingen konden hervatten in september 1945. De twee studiejaren kenden na de oorlog een aangroei tot 65 kandidaten. Twintig jaar later was met 25 een dieptepunt bereikt. Hervormingen drongen zich op en de instelling werd in 1965 heringericht als retraitehuis. Een jaar later volgden de seminaristen hun vorming in Leuven zodat het seminarie nog enkel een residentie was voor de Witte Paters. Uiteindelijk verlieten de paters het complex in 1970. Het dorp heeft jarenlang baat gehad bij hun aanwezigheid. Meerdere inwoners traden er in en vertrokken naar Afrika op missie. Veel Witte Paters zijn aalmoezenier geweest bij scouts, gidsen en KSA. Begin 1970 had het gemeentebestuur een optie tot aankoop op de eigendommen van de Witte Paters met de bedoeling er sport- en speelterreinen aan te leggen. De optie werd niet gelicht zodat andere kandidaten zich meldden. De Xaveriusgemeenschap van Borgerhout kocht op 28 december 1970 het geheel aan. Aanvankelijk had de stichting Capenberg-Oxaco-Center, eigenaar en beheerder voor het domein, andere plannen, maar als instelling voor motorisch gehandicapte kinderen voldeed het gebouw niet. De eerste en tweede verdieping werden verbouwd tot rusthuis met een 70-tal bedden. Einde dat jaar trokken de eerste residenten in in Huize Stracke, genoemd naar de literatuurhistoricus, leraar en Vlaamse jezuïet pater Stracke. Kort nadien volgde de aanbouw van sportfaciliteiten. Oxaco, met zijn grote variëteit aan sportverenigingen, verhuisde in 1972 naar Boechout. Don Bosco Jeugdzorg Broechemsesteenweg 100, Vremde Het Werk van Don Bosco nam in augustus 1949 zijn intrek in Les Acacias (destijds Broechemsesteenweg 57). Deze oude meesterwoning werd opgekalefaterd om onderdak te bieden aan enkele paters Salesianen en 15 jongeren, voornamelijk wezen of verlaten kinderen. Al gauw waren dat er 40 zodat de toenmalige gemeenteschool van Vremde meteen een forse Blz. 18 van 20 groei kende. Plannen in 1956 om de jongeren onderwijs te geven in het jongenstehuis waren van korte duur, omdat de organisatie niet erkend werd van overheidswege. Dat was niet het enige problemen, want Don Bosco werkte zonder officiële betoelaging. Een schenking in april 1957 van 5,5 ha gronden aan de Broechemsesteenweg was de aanzet voor een definitieve vestiging in Vremde. September 1961 verhuisde Don Bosco naar de huidige gebouwen. De nieuwbouw en kapel werden ingezegend op 24 juni 1962. Met het schooljaar 1961-1962 startte het lager onderwijs in het tehuis zelf. Twaalfjarigen en ouder volgden les aan de Technische School van Don Bosco in Hoboken. Het aantal geplaatste jongeren steeg naar meer dan honderd, zodat in 1964 werd overgegaan tot uitbreiding met 4 klassen voor het buitengewoon lager onderwijs. Een home voor studerende en werkende jongens werd aangebouwd in 1969. Lekenmedewerkers deden hun intrede in 1973. Zo’n 140 jongens hadden er hun thuis nadat ze er geplaatst waren door een jeugdrechter of de Commissie van Openbare Onderstand, voorloper van het OCMW. Zes onderwijzers gaven in 1974 les aan 54 leerlingen in het lager onderwijs. Grote wijzigingen in het beheer van het instituut dienden zich aan vanaf 1980. Hervormingen in het beleid over de jeugdbescherming hadden een drastische vermindering van het aantal plaatsingen tot gevolg. Don Bosco kreeg op termijn een maximumgrens opgelegd voor 38 jongeren. Die tijd woonden er een 140-tal jongens tussen 6 en 21 jaar verdeeld in 10 leefgroepen. Met opvoedsters, opvoeders en medewerkers vormden zij een gemeenschap van meer dan 200 mensen. Door het dalend aantal opnames zag Don Bosco zich verplicht op 1 oktober 1984 de schooldeuren te sluiten. De leerplichtige kinderen gingen verspreid naar school in de omliggende gemeenten. 2009 is een feestjaar voor de gemeenschap, de congregatie van de Salesianen bestaat 150 jaar, de Vlaamse Salesiaanse provincie 50 jaar, 60 jaar t(e)huis in Vremde. Al die tijd stonden zij in voor de opvang van knapen die het niet getroffen hadden, afkomstig uit diverse milieus. De jongens, hen toegewezen door de jeugdrechtbank of het Comité Bijzondere Blz. 19 van 20 Jeugdzorg, worden actief begeleid tijdens en buiten de schooluren, geleerd om samen te leven, gevormd om zelfstandig hun weg te vinden, in een hartelijke en familiale sfeer. De Speelhoeve vzw Heilpedagogisch Kinderdagverblijf Broechemsesteenweg 23, Vremde De Speelhoeve kent een lange geschiedenis. In de 17de eeuw is ze gekend als de Hoeve aan het Speelhof, 27 bunder 180 roeden groot, en eigendom van Hendrik Schotti, Raadsheer van de Grote Raad in Mechelen, en van zijn echtgenote Eleonora van de Cruyce. Deze laatste is een dochter van François, die op 28 juni 1559 onder meer het kasteel (Hof van Boechout 5) kocht. Het goed kende zijn einde als hoeve in 1980 toen Josephus en Irena Pellegroms-Peeters de woning verlieten. Zomer 1984 wordt de Speelhoeve opgericht, nu als heilpedagogisch dagverblijf voor kinderen met ontwikkelingsstoornissen. Aanvankelijk functioneerde het initiatief voor 9 kindjes tussen 3 en 12 jaar. Hun project richt zich op jonge kinderen met een meervoudige handicap. Die kunnen niet terecht in het klassieke onderwijs omdat ze nood hebben aan bijzondere zorgen op meerdere vlakken. De werking wordt gesubsidieerd, maar voor bijkomende voorzieningen is het beheer aangewezen op hulp van buitenstaanders. Gemeente en OCMW hebben een bijzondere inspanning geleverd door grond in erfpacht ter beschikking te stellen waarop de Speelhoeve een nieuw onderkomen mag oprichten. In 2002 is hen toelating verleend om het aantal opgenomen kinderen te verhogen tot 20. Op 4 oktober 2008 was het feest bij de eerstesteenlegging van de nieuwbouw die de jongeren een sociale meerwaarde zal bieden. Blz. 20 van 20