Kerken-werk aan de wereld Ontmoetings

advertisement
Kerken-werk aan de wereld
Ontmoetings- en inspiratiedag
Kerken krijgen nieuwe voeding
26 november 2011
Ontmoetingskerk Dieren
Mogelijke vragen voor bij de lunch
Vooraf: Deze vragen zijn slechts bedoeld als handvat, inspiratie. Om gesprek op gang te brengen en een zekere
diepgang te geven. Ze hoeven niet allemaal aan bod te komen. Volg de flow van het gesprek. Probeer eventueel
wel om verschillende type vragen aan bod te laten komen (verkennend, reflecterend, verbeeldend).
Mensen kunnen hun antwoorden met viltstift noteren op papieren tafelkleden.
Verkennende vragen
1. Wat betekent eten eigenlijk voor u? Welke woorden of beelden komen er bij u op?
(woordassociaties: op tafelkleed/vel te noteren/tekenen door de deelnemers / mensen aan tafel)
Toelichting alleen voor de ‘gesprekleider’:
Die woorden of beelden vertegenwoordigen waarden of het tegendeel ervan.
Vermoedelijk komen er woorden op als: voedsel, energie, rust, creativiteit, ontmoeting, delen, respect,
verwondering, aandacht, dankbaarheid, genieten, maar ook stress, haast, opgave, sleur, spanning,
organiseren. Eventueel een paar noemen om op gang te komen.
Wat maakt eten ‘goed’ , wat maakt iets een goede maaltijd?
2. Voedsel is een verbinding met de natuur. Welke verbindingen rondom eten ziet u nog meer?
Toelichting voor de ‘gespreksleider’:
Hier kunnen zaken genoemd worden als (eventueel eerst een enkele noemen om het op gang te
brengen):
 Met bedrijven, boeren, de economie (ook via alle apparatuur in de keuken, de kookboeken en
websites en kookprogramma’s …) (wat is er nodig voor dat het eten op tafel staat)
 Met andere landen en dus mensen ver weg (handel)
 Met conflict (over grondstoffen, landbouwgrond, water)
 Met honger (hoe?)
 Met elkaar, religie (we koken vaak ook voor en eten met anderen, avondmaal, symboliek,
delen, andere – culturele - tradities)
 Met klimaatverandering (vlees vergt veel landbouwgrond, water, energie en levert CO2uitstoot; transport van voedsel idem; voor soja werd en wordt tropisch bos gekapt, …)
 Met andere onduurzaamheid, zoals verspilling
 Met armoede (kleine boeren worden van hun land verdreven t.b.v. grote exportboerderijen)
 Met de cultuur (we eten bepaalde dingen wel, andere niet; we gebruiken bepaalde rituelen
Het gaat hier trouwens niet altijd om verbindingen, maar soms juist om scheiding, tegenstelling,
ongelijkheid, concurrentie …
3. Zijn we via ons voedsel nog op meer manieren met de natuur verbonden? Zo ja, hoe? Is dat anders als je
zelf je voedsel klaarmaakt en verbouwt?
Toelichting voor de ‘gespreksleider’:
We zijn uiteraard ook via ons afval met de natuur verbonden.
En we zijn – vaak – ook psychisch/emotioneel met de natuur verbonden:
 angst (voor bederf, schimmels, bacteriën)
 verwondering, bewondering, ontzag
 Genieten, vieren
 afkeer, boosheid, klagen – over de oogst bijvoorbeeld, of de kwaliteit
 herkenning of juist verschil zien: dieren zijn net als wij, maar dan anders: mag je ze eten?
Die verbinding kan dan zelfs religieus of spiritueel worden: voedsel als deel van de natuur een gift van
God. Via ons voedsel verbonden met God?
Verbeeldingsvragen (eventueel nieuw vel papier)
4. Wat zijn voor u de belangrijkste kenmerken van ‘goed eten’ of een ‘goede maaltijd’?
(woordassociaties laten noteren in een ‘roos’/’ster’)
5. Of: Als u daarvan een plaatje moet maken, hoe zou dat er uit zien?
Toelichting voor de ‘gespreksleider’: denk bijvoorbeeld aan hoe de tafel gedekt wordt, waar die staat,
welke producten er op tafel staan, wie er aan tafel zitten
6. (doorvragen) Heeft dat beeld ook betekenis voor de gemeente? Kunt u er in uw gemeente iets mee?
Toelichting voor de ‘gesprekleider’: het zou kunnen gaan om:
 Samen eten in de kerk / na de dienst: een agapè maaltijd (ieder brengt mee wat hij/zij kan en
wil en deelt dat)
 Een kerken(voedsel)markt (met producten van gemeenteleden, uit eigen tuin e.d.; om te delen
of als een voedselbank)
 Een kerktuin (met eetbare planten; denk ook aan de eetbare stad: op zoek naar eetbare
planten, fruit e.d. in openbaar groen
 Een alliantie bouwen tussen (duurzame, biologische) boeren in de omgeving, een winkel in de
buurt en kerkleden als afnemers (regionalisering)
 Een ‘open tafel’ voor de wijk organiseren.
Reflecterende vragen (eventueel nieuw vel papier)
7. Waarom zou voedsel zo’n grote rol spelen in religies?
8. Wij hoeven niet dagelijks te zwoegen voor ons eten. Is eten vanzelfsprekend geworden?
9. Wij leggen voorraden aan, noodrantsoenen, zetten technologie in e.d. Zegt dat iets over onze verhouding
tot of ons beeld van de natuur? En over de verhouding tot elkaar, tot de samenleving, tot God?
Toelichting voor de ‘gespreksleider’: hier kan het gaan om woorden als: schaarste, wantrouwen,
onzekerheid, dreiging, conflict, concurrentie, egoïsme, ‘ieder voor zich’; maar ook zorg,
verantwoordelijkheid, …
Tot slot:
Wat is je droom op gebied van voedsel? Voor jezelf, je kerkelijke gemeente of zelfs wereldwijd
Wat kan je eigen rol zijn om die droom te bereiken?
Download