Samenvatting Natuur Blok 4 groep 8 “Smakelijk eten”. 1. Eten en gegeten worden. Voedselketen: eten en gegeten worden ( paddestoel—muis—uil = voedselkringloop ). Natuurlijk evenwicht: voldoende voedsel voor vleeseters en planteneters. Dit evenwicht wordt regelmatig door mensen verstoord ( zie voedselpiramide blz. 32 ). Het aantal vleeseters en prooidieren moet dus in evenwicht zijn. We kennen 3 groepen dieren als we op hun voedsel letten: vleeseters,planteneters en alleseters. Dieren die vooral van dode dieren leven, heten aaseters. Ieder levend wezen heeft voedsel nodig: bouwstoffen om te groeien en brandstoffen die energie leveren om te bewegen, te spelen, te werken en om het lichaam op temperatuur te houden. De spijsvertering in je maag en darmen zorgt er voor dat het voedsel in kleine stukjes verdeeld wordt, waarna het door de darmwand in het bloed wordt opgenomen. Planten “eten”ook door via hun wortels voedingsstoffen uit de bodem te zuigen. Verder vangen ze met behulp van het bladgroen in hun bladeren zonlicht op en met deze zonneenergie maken ze bepaalde voedingsstoffen: suikers. 2. Over smaak valt niet te twisten ( voedsel en vertering ). Gebit en spijsverteringsorganen ( maag en darmen ) zijn ingesteld op soort voedsel: vleeseters: slank, soepel lichaam en een sterk, puntig gebit. voedsel wordt ongekauwd verteerd. tijdens vertering blijft het dier in een slaperige rusttoestand. planteneters: dikkere buiken, grotere of meer organen voor spijsvertering. grotere maalkiezen. kauwen en herkauwen ! alleseters: gebit met (snij) tanden en knobbelkiezen. cultuurvolgers van mens, zij lusten allerlei soorten voedsel doordat zij zich in de loop van vele jaren aan de omgeving en aan het eten van de mensen hebben aangepast. 3. Voedsel, lekker en gezond . ( wat we eten ). In alle seizoenen hebben we nu aan eten een grote keuze. Dit is mogelijk door: het gebruik van kassen en koelcellen producten uit de hele wereld verse landbouwproducten In niet-welvarende landen : te weinig of te eenzijdige voeding met gevolg ondervoeding. Van alles wat, dan blijf je gezond ! Hierbij kun je de voedingwijzer gebruiken, die ook aangeeft of je voldoende gevarieerd eet. Als je gezond eet, krijg je iedere dag de volgende belangrijke voedingsstoffen binnen: eiwitten ( bouwstoffen in bijv. vlees, melk en peulvruchten ) koolhydraten ( brandstoffen in bijv. brood, aardappels, pasta en rijst ) vetten ( brandstoffen in bijv. boter, olie, vlees of kaas ) vitaminen ( beschermen tegen ziektes ) mineralen ( voor je botten, beschermen ook tegen ziektes ) vezels ( zorgen voor een goede spijsvertering ) Verder moet je zorgen dat je iedere dag voldoende drinkt. Speciale voeding: diëten, uit overtuiging ( vegetariër ) of geloof. Voedsel verandert door verhitten ( denk aan koken of bakken ).