Voedselzekerheid: 10 vragen en antwoorden 1. Wat is voedselzekerheid? Dat alle mensen op aarde altijd fysiek, sociaal en economisch toegang hebben tot voldoende en gevarieerd voedsel van goede kwaliteit zodat ze een actief en gezond leven kunnen leiden. 2. Kent onze planeet nog geen voedselzekerheid dan? Er is voldoende voedsel voor alle 7 miljard mensen. Maar toch hebben ruim 800 miljoen mensen structureel te weinig te eten. En 2 miljard mensen heeft een gebrek aan essentiële voedingsstoffen als jodium, ijzer en vitamine A. 3. Waarom staat dit onderwerp juist nu op de agenda? In 2000 besloot de wereldgemeenschap dat het percentage mensen met honger in 2015 fors verminderd zou moeten worden ten opzichte van 1990. Toen had bijna 30% van de wereldbevolking (5 miljard mensen) honger. Het doel is maximaal 12% tegen het einde van 2015. Dit is één van de zogenaamde “Millennium doelen”. 4. Gaan we dit doel halen? Nee. De VN geeft aan dat we in het huidige tempo één procent te kort gaan komen. De laatste cijfers laten zien dat 842 miljoen mensen, één op de acht, iedere dag met honger naar bed gaan. 5. Waarom wordt het doel niet gehaald? Wel, er zijn vele redenen. Maar de belangrijkste is dat de wereldbevolking jaarlijks met ongeveer 80 miljoen mensen groeit. In 1990 waren er 5 miljard mensen, op dit moment 7 miljard en in 2030 8 miljard. In 2050 groeit de wereldbevolking naar 9 miljard. Die mensen moeten allemaal eten. Bovendien neemt (gelukkig!) de welvaart in de wereld toe. En mensen willen dan wel eens wat anders eten dan alleen maïspap of rijst. Maar mensen gaan ook steeds meer in steden wonen. Op het platteland had bijna iedereen wel een eigen akker voor eigen onderhoud. In steden is dat lastiger. Je bent daar dus afhankelijk van aanvoer van voedsel van het platteland. In sommige gebieden ontbreekt het aan politieke stabiliteit. Voorbeelden: Syrië, Somalië en de Centraal Afrikaanse Republiek. En dan nog wat: de groei van de productiviteit van de landbouw neemt af. De internationale organisaties OESO en FAO voorspellen dat de jaarlijkse productiviteitsgroei tot en met 2021 afneemt naar 1,7% tegen 2,6% in het vorige decennium. Kennelijk lopen we tegen grenzen aan! 6. Okay, duidelijk. Er moet wat gebeuren. Wat gaan we doen? De Verenigde Naties werken aan nieuwe ‘Millenniumdoelen’. Tegen 2030 willen ze alle armoede uitbannen. Dat betekent dus ook: mondiale voedselzekerheid voor 8 miljard mensen. Voedsel wordt geproduceerd door boeren en vooral door boerinnen. Werk aan de winkel dus voor hen! 7. Wat moeten boeren dan doen? Meer produceren en beter voedsel produceren. Maar daar moeten ze wel voor beloond worden. Je kan wel velden met voedzame groenten telen, maar als je die nergens kan verkopen, houdt het snel op. De na-oogstverliezen in ontwikkelingslanden zijn enorm omdat er vaak geen transport is, of geen mogelijkheden zijn voor opslag van de oogst. Dus boeren en boerinnen moeten onderling beter samenwerken, en ook samenwerken met handel, industrie en winkels. De Coalitie voor Voedselzekerheid helpt boeren en boerinnen hier bij. 8. Het klinkt allemaal zo makkelijk. Maar is dat zo? Nou nee. Dit kost vele, vele jaren. Bovendien: niet alle landbouwgrond is even vruchtbaar. Veel grond is niet geschikt voor landbouw, want die is te droog, nat, stenig of te zout. Veel vruchtbare landbouwgrond gaat ieder jaar verloren omdat steden uitbreiden. Het is dus niet alleen een kwestie van samenwerken en markten zoeken, maar ook betere productietechnieken. Opbrengsten moeten omhoog zodat boeren en boerinnen een inkomen kunnen verdienen. Maar dit moet wel met respect voor milieu, klimaat, omgeving en dierenwelzijn. 9. Wat kan het kleine Nederland hier nou aan doen? Nederland is klein, maar is leidend in de wereld als het gaat om land- en tuinbouw. Onze boeren en tuinders zijn innovatief en ondernemend, en gewend om samen te werken in coöperaties. Hun productiviteit is de hoogste ter wereld. Zij kunnen het voorbeeld zijn voor boeren elders in de wereld. We exporteren niet alleen voedsel en bloemen, maar ook kennis. 10. Dat klinkt allemaal wel erg altruïstisch. Ben je dan niet bezig je eigen concurrentie te organiseren? Nee. Ten eerste is tot 2050 70-100% méér voedsel nodig om de wereld te voeden. We moeten dus alle zeilen bijzetten. Bovendien gaat het niet alleen om ‘meer voedsel’, maar vooral om ‘beter voedsel’. Wij hebben er niets aan dat we in Nederland onze kwaliteitseisen steeds verder opschroeven, terwijl boeren elders in de wereld tegen hongerinkomens werken zonder zich te kunnen bekommeringen om de kwaliteit van de producten. Klaas Johan Osinga