Denk globaal, eet lokaal GLOBAAL DENKEN Globaal denken is de dingen in hun geheel bekijken: de hele aarde en de hele wereldbevolking. vanuit verschillende standpunten: ecologisch, economisch, sociaal, cultureel. Ecologisch We eten niet vers en seizoensgebonden. Verwerking, bewerking met bewaarmiddelen, verpakking, bevoorrading met de auto, koelkast en diepvries, koken en braden brengen milieuvervuiling met zich mee. Ons voedsel komt van heinde en verre. De aanvoer van onze voedingswaren gaat dikwijls gepaard met de retourvrachten van bijvoorbeeld diepgevroren kippen, poedermelk of tomatenconserven. Wegen, bruggen, havens en vervoermiddelen putten grondstoffen uit en gebruiken energie, die meestal niet schoon is. De gevolgen daarvan zijn veel voedselkilometers en uitstoot van broeikasgassen. Er zijn meer monden te voeden en de stijgende welvaart leidt tot andere voedingsgewoonten. We leggen beslag op meer grond voor landbouw én veeteelt. We telen intensiever. Dat leidt tot terugdringen van wouden, bossen en andere biotopen en tot uitputting en erosie van de bodem. Daardoor gaat agro- en biodiversiteit verloren en neemt onze ecologische (voedsel) voetafdruk toe. Met voedsel zeulen, betekent problemen creëren voor het milieu Economisch Voedsel als koopwaar Volgens de spelregels van de vrijhandel mogen de ontwikkelingslanden hun landbouw minder beschermen, terwijl de ontwikkelde landen dat zelf wel hebben gedaan en nog doen. Bovendien kunnen die laatsten hun “overschotten” goedkoper - soms tegen dumpingprijzen - op de wereldmarkt afzetten. Zo verdringen bijvoorbeeld tomatenblikjes en diepgevroren kippenvleugels de plaatselijke tomaten en kippenbouten. Het gevolg is dat de kloof tussen rijke en arme landen groter wordt. Plantages lijken de norm De uitvoer van landbouwproducten uit het Zuiden is grotendeels een zaak van plantages. De zaakvoerders, vaak de eigenaars, zijn vaak multinationale ondernemingen. Die streven ernaar de hele keten in handen te nemen: van zaad, mest- en sproeistoffen over transport en verwerking tot grootwarenhuizen. Boeren krijgen een bijrol In de landen waar de productie van de uitgevoerde landbouwproducten toch in boerenhanden is, nemen tussenpersonen of nationale instellingen de inzameling en het vervoer, dus de meerwaarde, meteen uit die handen. Bovendien staan de traditionele gewassen voortdurend onder druk door ingevoerde zaden, inclusief dito mest- en sproeistoffen, en brengen die gewassen vaak weinig inkomen op voor de boeren en boerinnen wegens concurrentie van goedkope ingevoerde voedingsmiddelen zoals rijst, tarwemeel, uien. Nationale en internationale tussenpersonen zijn de winnaars. De lokale boeren de verliezers. Sociaal Armoede en honger in het Zuiden Zo’n economie creëert landlozen en verpauperde boeren,klantenloze ambachtslui en winkeliers die zo lang krediet verlenen tot hun winkels zelf op de fles gaan. De belastingen die landarbeiders en boeren of de plantage-uitbaters en tussenpersonen opbrengen, dienen niet voor collectieve diensten zoals gezondheidszorg en onderwijs, zeker niet in afgelegen gebieden. Gevolg is dat aan de rand van de grootschalige soja-, katoen- of ananasplantages voormalige boerengezinnen honger lijden. Diegenen onder hen die naar de steden verhuizen, vinden daar noch werk noch inkomen. Ze proberen te overleven in krottenwijken. Traditionele solidariteit op het platteland en in de steden heeft niet meer te verdelen dan miserie. Armoede en verloedering in het Noorden Uit die wanhoop ontstaat de trek naar de tafels van het rijk gewaande Noorden. Diegenen die de overtocht overleven – en dat is dikwijls heel letterlijk te nemen – voegen zich in Europa of Amerika bij de plaatselijke generatiearmen die voor hun voeding aangewezen zijn op het goedkope suikeren vetrijke voedsel uit winkels, markten en warenhuizen die zich doorgaans minder zorgen maken om gezond en eerlijk voedsel. Landvlucht verhoogt de miserie. Cultureel Culturele afbraak Samen met de traditionele landbouw, de hoofdactiviteit in lokale landelijke gemeenschappen, gaat de plattelandscultuur verloren. Ook de eetcultuur. Door de plantagelandbouw enerzijds en de invoer anderzijds moeten bijvoorbeeld de lokale gierst, maïs of rijst het onderspit delven tegenover de ingevoerde rijst, maïs of tarwe. Met de lokale gewassen verdwijnen de maaltijden, de sociale relaties en de zingeving. Ook in de steden komt er geen nieuwe volkseigen cultuur, maar meteen een vervlakkend consumentisme. Eetcultuur verzakt in consumeren van wat de geglobaliseerde markt in de uniforme winkelrekken aanbiedt. Ook in het Noorden Dat geldt niet alleen in het Zuiden, maar ook bij ons. De zogenaamde ruime keuze, ook van exotische producten, versluiert alleen de uniformiteit. Achter de verscheidenheid van benamingen, verpakkingen en merken zitten dezelfde ingrediënten uit dezelfde lange voedselketen. De lokale eetcultuur gaat teloor De overheersende logica is tegenwoordig een “globalistische” logica: de wereld is één economie en die economie zweert bij de markt en de welvaart. Als we “globaal” proberen te denken, richten we ons op de behoeften en op het welzijn. En dan komen we bij de vraag: kunnen we niet beter lokaal eten? Deze uitgave (2009) kadert in de campagne ‘Denk Globaal, Eet Lokaal’ van Wervel vzw. Werkgroep voor een Rechtvaardige en Verantwoorde Landbouw Boodschappenlijstje Allemaal goed en wel. Maar wat eten we nu en wat kopen we? Eigen tuin: allerkortste voedselketen! Seizoensgebonden producten Producten uit de buurt: hoeveverkoop voor vlees en zuivel: het best met stree keigen, sojavrij voeder ✓ Voedsel verspreid door voedselte ams ✓ Voedselkilometerarme producten maar wel rekenen met gewogen voed selkilometers: wat niet veel weegt, kan gerust van iets verd er komen. In dierlijke producten kunnen voedselkilometers van veevoeder verborgen zitten. Ook letten op wie de telers, verw erkers, verkopers zijn. ✓ Producten van fair-tradepartners in het Zuiden. Er zijn verschillende systemen. Die zoud en niet nodig zijn als er in het uitvoerende land een rechtvaar dige prijs-, belastingsen herverdelingsysteem bestond en er op wereldschaal eerlijke handel mogelijk was. In afwachting besta an er allerlei vormen van fair-trade en dus verschillende label s. De kleine lettertjes lezen is de boodschap! En u kan ook bij uw winkelier of supermarkt wat aandringen. ✓ Bio-producten ✓ ✓ ✓ Vraag naar ander ondersteunend materiaal zoals folders, posters, borden, soepkommen, dessertborden, hennepserviettes. [email protected] www.wervel.be Per provincie maakte Wervel een folder met concrete adressen waar u terecht kan. Vraag naar ‘Koning auto en keizer hesp’ voor uw regio. Het Wervelboek ‘Dageraad over de akkers’ verhaalt over de creativiteit van boeren en consumenten.