ONTWERP-ACTUALISATIEPLAN OMGEVINGSVISIE (JUNI 2017) provincie Gelderland Status IDN Plantype Plandatum ontwerp NL.IMRO.9925.SVOVa4-ontw structuurvisie 14-02-2017 INHOUDSOPGAVE Ontwerp-actualisatieplan Omgevingsvisie (juni 2017) 2 (Toelichting op en) Wijzigingen in Visie en Kaarten 3 Toelichting op de wijzigingen 4 Toelichting op de wijzigingen Regionaal Programma Bedrijventerreinen 4 Toelichting op de wijzigingen Verbod op ontgassen binnenvaart 5 Wijzigingen in Visie 7 Wijzigingen in Visie Regionaal Programma Bedrijventerreinen 7 Wijzigingen in Visie Verbod op ontgassen binnenvaart 9 Wijzigingen in Kaarten 10 Verbod op ontgassen binnenvaart (NIEUW) 10 Wijzigingen in Bijlagen bij Visie 11 Wijzigingen in Verdieping 12 Wijzigingen in Verdieping Regionaal Programma Bedrijventerreinen 13 Wijzigingen in Bijlagen bij Verdieping 15 1 Ontwerp-actualisatieplan Omgevingsvisie (juni 2017) Dit actualisatieplan bevat wijzigingen op de laatste geconsolideerde versie van de omgevingsvisie: Omgevingsvisie Gelderland (december 2016), NL.IMRO.9925.SVOmgvisieGC-gc04. Het Ontwerp-actualisatieplan is door Gedeputeerde Staten op 14 februari 2107 vastgesteld, en vrijgegeven voor inzage. De inzagetermijn loopt van 20 februari t/m 2 april 2017. 2 (TOELICHTING OP EN) WIJZIGINGEN IN VISIE EN KAARTEN 3 Toelichting op de wijzigingen Sinds 18 oktober 2014 zijn de Gelderse Omgevingsvisie en -verordening van kracht. De Omgevingsvisie vervangt vijf strategische provinciale plannen op het gebied van ruimte, water, natuur, milieu en mobiliteit. De Omgevingsverordening vervangt 27 provinciale verordeningen. Het Omgevingsbeleid van de provincie is daarmee eenvoudiger geworden en kent meer samenhang. De Omgevingsvisie en –verordening zijn ook dynamische instrumenten. Ze worden bijgesteld als ontwikkelingen daarom vragen. Twee onderwerpen behoeven aanpassing in juni 2017: • Verduidelijking van de rol van de provincie bij de regionale afspraken bedrijventerreinen en werklocaties • Verbod op ontgassen binnenvaart Leeswijzer Voor het wijzigingsvoorstel van de Omgevingsvisie is in dit actualisatieplan aangegeven: 1. De aanleiding voor wijziging. Het betreft hier een korte beschrijving van de reden achter de wijziging. 2. De wijziging in het kort. Het gaat hier om een korte samenvatting van de onderdelen van de Omgevingsvisie waar het aanpassingsvoorstel betrekking heeft. In dit geval gaat het om: ◦ de Hoofdtekst van de Omgevingsvisie; ◦ de Verdieping bij de Omgevingsvisie; 3. De concrete tekst voorstellen. ◦ hier gaat het om de concrete tekstwijzigingen die worden geduid met behulp van doorhaling in geval van vervallen tekst en arcering in geval van nieuwe tekst. Toelichting op de wijzigingen Regionaal Programma Bedrijventerreinen Aanleiding voor wijziging: verduidelijken rol van de provincie De bestemming tot bedrijventerrein is in Gelderland slechts toegestaan indien dit past in de regionale afspraken over de programmering van bedrijventerreinen. Deze afspraken worden opgenomen in een zogenaamd Regionaal Programma Bedrijventerreinen (RPB) dat door ons college wordt vastgesteld. Wanneer afspraken in een regio te lang op zich laten wachten of van onvoldoende kwaliteit zijn, zien wij een rol voor de provincie. Dit kan betekenen dat indien een regio er niet in slaagt om binnen een redelijk termijn een afsprakenkader vast te stellen of wanneer wij constateren dat de afspraken van onvoldoende kwaliteit zijn- wij dit als college zelfstandig doen. Als voorbeeld de herijking van het RPB van de regio Arnhem-Nijmegen. Het is onzeker of de gemeenten erin slagen een afsprakenkader vast te leggen van voldoende kwaliteit. In een brief aan de regio-gemeenten hebben wij aangegeven dat indien de regio er niet in slaagt om op korte termijn een kwalitatief goed afsprakenkader vast te stellen, wij onze verantwoordelijk nemen en knopen zullen doorhakken. Op dit moment blijkt uit artikel 2.3 van de Omgevingsverordening onvoldoende dat ons college ook zelfstandig een Regionaal Programma kunnen vaststellen. Ook is de situatie onduidelijk als niet alle maar wel een meerderheid van de gemeenten instemt. Voorts wordt in de Omgevingsvisie en -verordening uitsluitend verwezen naar het Regionaal Programma Bedrijventerreinen en niet naar het Regionaal Programma Werklocaties (RPW). Dit moet worden geactualiseerd aangezien in een aantal regio’s vanwege de samenhang tussen de programmering van bedrijventerreinen en andere werklocaties zoals kantoren en perifere detailhandel in samenspraak met de provincie is besloten om een RPW op te stellen. 4 De voorgestelde wijzigingen betreffen een verduidelijking van de tekst van de Omgevingsvisie en -verordening. Ze zijn beleidsmatig van aard en niet MER-plichtig. Ze zijn bovendien beleidsarm van aard, het gaat om een verduidelijking van staand beleid. Wijziging in het kort De voorgestelde wijzigingen van de Omgevingsvisie hebben betrekking op: • Borging van de rol van de provincie bij de regionale programmering van bedrijven-terreinen. De voorgestelde wijzigingen van de Verdieping van de Omgevingsvisie hebben betrekking op: • Mogelijkheid om ook een Regionale Programma Werklocaties op te stellen. Voor de wijzigingen zie • Visie: 3.1.4.6 Bedrijventerreinen, zie Wijzigingen in Visie Regionaal Programma Bedrijventerreinen • Verdieping: 3.5.2 Regionale programmering bedrijventerreinen, zie Wijzigingen in Verdieping Regionaal Programma Bedrijventerreinen Toelichting op de wijzigingen Verbod op ontgassen binnenvaart Aanleiding voor wijziging: anticiperen op externe ontwikkelingen Met een wijziging van de Omgevingsverordening Gelderland wordt een verbod op het ontgassen te water ingesteld. Het gaat om een verbod op het ontgassen van restladingdampen van benzeen en bepaalde benzeenhoudende koolwaterstoffen op een vaarweg, vanuit een ladingtank van een binnenschip. Hiermee wordt aangesloten bij overeenkomstige regelingen van andere provincies. De regeling loopt vooruit op een definitieve regeling voor de milieuhygiënische aspecten van het ontgassen in internationaal verband. Dit deel van de omgevingsverordening is dus tijdelijk van karakter en zal met de totstandkoming van een internationale regeling en hieruit voortvloeiende nationale regelgeving komen te vervallen. Op de wal geldt een verbod voor het ontgassen van genoemde stoffen aan de buitenlucht, op het water is dit nog niet (inter)nationaal geregeld. Omdat (inter)nationale regelgeving nog (te lang) op zich laat wachten, hebben diverse provincies op grond van de Wet milieubeheer bij provinciale verordening een provinciaal verbod ingesteld. Ook in Duitsland en België gelden beperkingen voor het ontgassen. Met het verbod wordt beoogd om gezondheidsrisico’s en geurhinder van het ontgassen voor de omgeving te voorkomen; door de verboden op het ontgassen in een aantal omliggende provincies en Duitsland bestaat de kans op toename van het aantal ontgassingen in Gelderland. Voor het ontgassen beschikt de scheepvaart over alternatieven. Wijziging in het kort De voorgestelde wijzigingen van de Omgevingsvisie hebben betrekking op: • Hoofdstuk 4.3.1,wordt toegevoegd paragraaf 4.3.1.1 Verbod op ontgassen binnenvaart. • er wordt een nieuwe kaartlaag toegevoegd, genaamd 'Verbod op ontgassen binnenvaart, en deze wordt op de themakaart 'Veilige leefomgeving' gepresenteerd. Voor de wijzigingen Visie • zie Wijzigingen in Visie Verbod op ontgassen binnenvaart • zie kaart Verbod op ontgassen binnenvaart (NIEUW) 5 6 Wijzigingen in Visie Wijzigingen in Visie Regionaal Programma Bedrijventerreinen Hoofdstuk 3 Dynamisch Gelderland 3.1.4.6 Bedrijventerreinen De provincie en haar partners streven samen naar voldoende voorraden bedrijventerreinen van de juiste kwaliteiten om gerichte groei te faciliteren. Zij zien de volgende opgaven: • vraag en aanbod van bedrijventerreinen kwantitatief en kwalitatief op elkaar afstemmen; • bereikbaarheid afstemmen op de behoefte van de gebruikers; • duurzaamheidscriteria stellen bij de inrichting en het beheer; • anticiperen op horizontale en verticale ketenintegratie. De bestaande bedrijventerreinen moeten kwalitatief hoogwaardig blijven, waar nodig door tijdige revitalisering of herstructurering. Ambitie en rol van de provincie De provincie en haar partners voeren de in de zes regio's en in de Regionale Programma's voor Bedrijventerreinen (RPB's) de vastgelegde afspraken (2011 en 2012) uitDe provincie en haar partners voeren de in de zes regio's en in de Regionale Programma's voor Bedrijventerreinen en Werklocatie (RPB’s en RPW’s) vastgelegde meest recente afspraken uit. In elke regio zijn minimaal afspraken over de planning van bedrijventerreinen gemaakt. Indien er overlap bestaat tussen de programmering van bedrijventerreinen met andere werklocaties zoals kantoren en perifere detailhandel, dan ligt het voor de hand om één regionaal afsprakenkader te maken: een Regionaal Programma Werklocaties. Bij de aanpak voor het behouden en verbeteren van kwaliteit op bedrijventerreinen kiest de provincie voor een ondernemersgerichte benadering, in aansluiting op de provinciale 1.2 Twee provinciale hoofddoelen. De uitgangspunten voor bedrijventerreinen zijn als volgt. 1. De ondernemer staat centraal. Om aan de slag te gaan met kwaliteitsverbetering moeten er kansen of knelpunten zijn bij het Gelderse midden- en kleinbedrijf, de maakindustrie of andere topsectoren met een aantoonbare economische urgentie. Zowel voor bedrijfsverplaatsing als herstructurering. De provincie werkt vraag gestuurd. 2. Werken in partnerschap. Publieke en private investeringen versterken elkaar. De gemeente heeft primair de verantwoordelijkheid voor de openbare ruimte. Eigenaren en gebruikers hebben de verantwoordelijkheid voor de private ruimte. De provincie verbindt de publieke en private opgave aan elkaar om te komen tot een grotere toegevoegde waarde. De provincie begeleidt het proces en ondersteunt ondernemers via een 'rode loper'benadering. Beheer en zorg voor de juiste kwaliteit op terreinen moeten meer aandacht krijgen van gebruikers, ontwikkelaars en lokale overheden. 3. Revolverende inzet van middelen. Waar mogelijk wil de provincie provinciaal geld revolverend inzetten. In eerste instantie door het benutten van reeds bestaande fondsen. Bij de herstructurering van bedrijventerreinen bestaan echter ook knelpunten van ondernemers in de openbare ruimte. Het subsidie-instrument blijft bestaan. De provincie wil investeren, mits de partners hun verantwoordelijkheid nemen. Met gerichte investeringen geeft de provincie het benodigde zetje om gebiedsontwikkeling met grote toegevoegde op gang te krijgen. Aanpak Regionale programmeringsafspraken 7 De provincie gaat uit van de meest actuele regionale programmeringsafspraken die zijn gemaakt over voorraden en soorten bedrijventerreinen of werklocaties. Deze zijn op de kaart in bijlage 10 Regionale afspraken bedrijventerreinen (gewijzigd)bijlage 10 Regionale afspraken bedrijventerreinen (gewijzigd) weergegeven. Deze afspraken moeten zorgen voor voldoende kwaliteit en kwantiteit van bedrijventerreinen. Daaronder vallen onder meer afspraken over regionale bedrijventerreinen, intergemeentelijke terreinen en kadegebonden terreinen. Het uitgangspunt is zorgvuldig ruimtegebruik: terughoudend zijn met het ontwikkelen van nieuwe bedrijventerreinen. De regionale afspraken moeten overcapaciteit tegengaan en ruimte bieden om te kunnen inspelen op nieuwe gewenste ontwikkelingen. Het is van belang dat het regionaal afsprakenkader actueel is. In principe heeft de provincie een faciliterende rol. Mocht een actueel afsprakenkader regionaal niet tot stand komen binnen een redelijke termijn, of mochten Gedeputeerde Staten constateren dat de kwaliteit van de afspraken onvoldoende is, dan ziet de provincie het als haar verantwoordelijkheid om zelfstandig programmeringsafspraken op en vast te stellen. In dat geval spreken we een Programma Bedrijventerreinen of Werklocaties voor de desbetreffende regio. Bedrijventerreinen agenda De provincie gaat uit van de kracht van bedrijven en staat voor een ondernemersgerichte benadering. De provincie begeleidt initiatieven en plannen die de economische kracht en dynamiek vergroten en verbeteren. In elke regio identificeert de provincie waar deze kracht en dynamiek zich bevindt en waar deze wordt bekneld door ruimtelijke of milieuhygiënische vraagstukken. Samen met partners gaat de provincie op zoek naar oplossingen. Rolopvatting De provincie is: • normerend • inspirerend • verbindend Instrumenten • stimulering • ondersteuning • regionale afspraken Voor een verdere toelichting over dit onderwerp zie 3.5 Verdieping bedrijventerreinen 3.1.4.11 Werken in Arnhem Nijmegen City Region Zie de kaart in bijlage 15 Bedrijventerreinen Arnhem Nijmegen City Region (gewijzigd): De regio Nijmegen is het kristallisatiepunt voor de topsector Health Valley. De topsector heeft uitstraling over heel Gelderland en aangrenzende regio’s. Regionale programmeringsafspraken De provincie gaat uit van de meest actuele regionale programmeringsafspraken over voorraden en soorten bedrijventerreinen of werklocaties die in 2012 zijn gemaakt. Deze afspraken moeten zorgen voor voldoende kwaliteit en kwantiteit van bedrijventerreinen. Daarin staan onder meer afspraken over regionale bedrijventerreinen, intergemeentelijke terreinen en kadegebonden terreinen. Het uitgangspunt is zorgvuldig ruimtegebruik: terughoudend zijn met het ontwikkelen van nieuwe bedrijventerreinen. 8 Bedrijventerreinen agenda De provincie gaat uit van de kracht van bedrijven en staat voor een ondernemersgerichte benadering. De provincie begeleidt initiatieven en plannen die de economische kracht en dynamiek vergroten en verbeteren. In elke regio identificeert de provincie waar deze kracht en dynamiek zich bevindt en waar deze wordt bekneld door ruimtelijke of milieuhygiënische vraagstukken. Samen met partners gaat de provincie op zoek naar oplossingen. Rolopvatting De provincie is: • normerend • inspirerend • verbindend Instrumenten • stimulering • ondersteuning • regionale afspraken Wijzigingen in Visie Verbod op ontgassen binnenvaart Hoofdstuk 4 Mooi Gelderland 4.3.1. Luchtkwaliteit Nieuw toevoegen: paragraaf 4.3.1.1 Verbod op ontgassen Ambitie en rol van de provincie De provincie wil, vooruitlopend op (inter)nationale regelgeving, het ontgassen te water met benzeen en benzeenhoudende stoffen door binnenvaartschepen verbieden. Door het ontgassen te water van binnenvaartschepen kunnen ongewenste emissies optreden van benzeen(houdende) dampen naar de buitenlucht, wat leidt tot gezondheidsrisico's en geurhinder voor de omgeving. Aanpak Via de Omgevingsverordening stelt de provincie een verbod in op het ontgassen te water met benzeen en benzeenhoudende stoffen door binnenvaartschepen in Gelderland. Ze sluit hierbij aan op de regelgeving in de Nederlandse provincies langs de grote rivieren. Rolopvatting De provincie is: • normerend Instrumenten: • verordening 9 Wijzigingen in Kaarten Verbod op ontgassen binnenvaart (NIEUW) 10 WIJZIGINGEN IN BIJLAGEN BIJ VISIE Er zijn geen wijzigingen in Bijlagen bij Visie 11 WIJZIGINGEN IN VERDIEPING 12 Wijzigingen in Verdieping Regionaal Programma Bedrijventerreinen 3.5 verdieping bedrijventerreinen 3.5.2 Regionale programmering bedrijventerreinen Inleiding De provincie streeft naar een aanbod van kwalitatief goede locaties dat aansluit op de vraag van bedrijven. Zij streeft naar zorgvuldig omgaan met schaarse ruimte en de kwaliteit van het landschap. De provincie wil graag met partners blijven werken aan bedrijventerreinen met voldoende ruimtelijke kwaliteit die energiezuinig en klimaatbestendig zijn. Het accent verschuift de komende jaren steeds meer naar de kwaliteit van de bestaande voorraad en het vitaliseren van bestaande locaties. Met de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen wordt zeer terughoudend omgegaan. De vraag naar ruimte van bedrijven wordt zo veel mogelijk opgevangen op bestaande bedrijventerreinen. Dat draagt bij aan zorgvuldig gebruik van de ruimte en voorkomt leegstand en verpaupering van bestaande terreinen. 'Nieuwe' terreinen zijn terreinen die nog uitgegeven moeten worden en waarvan het bestemmingsplan nog definitief moet worden vastgesteld. Als een bedrijventerrein op dit moment reeds onherroepelijk is, blijven de voorschriften die daarin zijn opgenomen van kracht. Regionale programmering van bedrijventerreinen De provincie gaat uit van de meest actuele regionale programmeringsafspraken over voorraden en soorten bedrijventerreinen of werklocaties die in 2012 en 2013 met de Gelderse regio's zijn gemaakt. De afgelopen jaren is door elke regio in Gelderland een Regionaal Programma Bedrijventerreinen (RPB) opgesteld. Het RPB is een bestuurlijk document van de provincie met de regio's en bevat regionale afspraken over programmering van bedrijventerreinen. Deze afspraken zorgen voor het beschikbaar stellen van voldoende kwaliteit en kwantiteit van bedrijventerreinen. Op dit moment zijn diverse regio’s bezig met een herziening van deze afspraken. Voor Rivierenland hebben Gedeputeerde Staten in 2016 een nieuw RPB vastgesteld. Sommige regio’s kiezen bij de actualisatie voor een Regionaal Programma Werklocaties (RPW), waarin ook afspraken worden gemaakt over kantoren en/of perifere detailhandel. Het Regionaal Programma Bedrijventerreinen of werklocaties is een belangrijk document voor de uitvoering van het provinciale bedrijventerreinenbeleid en de planning en programmering van bedrijventerreinen. Het Regionaal Programma Bedrijventerreinen is echter geen statisch document. Jaarlijks zal er bestuurlijk overleg met de Gelderse regio's worden gevoerd waarin de stand van zaken met betrekking tot de afspraken in het RPB/RPW worden geagendeerd. Daarbij speelt monitoring van de feitelijke ontwikkelingen (gerealiseerde uitgifte, het beschikbare aanbod en de vraag) een belangrijke rol. In de RPB's/RPW's is een confrontatie gemaakt van de regionale vraag naar en aanbod van bedrijventerreinen. Op basis daarvan zijn conclusies getrokken over het schrappen of faseren van toekomstige bedrijventerreinenontwikkelingen. Via het principe van een stoplichtmodel is per regio bepaald welke toekomstige plannen nog kunnen worden uitgevoerd (groen); welke voorlopig “on hold” worden gezet (oranje) en welke worden geschrapt (rood). Verder zijn er in het RPB/RPW afspaken gemaakt die waarborgen dat er in elke regio een regionaal terrein is voor zwaardere milieucategorieën en, waar van toepassing, voor watergebonden bedrijvigheid. Een wezenlijk onderdeel van de afspraken in de RPB's/RPW's is het toepassen van de SER-ladder, nu ladder van duurzame verstedelijking genoemd. Kwaliteitsverbetering, duurzaamheid en parkmanagement zijn zeer belangrijk voor een gezonde 13 bedrijventerreinenontwikkeling en afspraken over toekomstige revitalisering en herstructurering van verouderde bedrijventerreinen staan daarbij centraal. De regio neemt samen met de provincie het initiatief voor het opstellen van een nieuw afsprakenkader. Op het moment dat een meerderheid van de gemeenten dat afsprakenkader vaststelt, wordt het afsprakenkader voorgelegd aan Gedeputeerde Staten. Gedeputeerde Staten maken vervolgens de afweging of het van voldoende kwaliteit is. Indien de afspraken van voldoende kwaliteit zijn, gaan Gedeputeerde Staten over tot vaststelling. Op het moment dat er een afsprakenkader ligt dat in de ogen van Gedeputeerde Staten van onvoldoende kwaliteit is, dan hebben Gedeputeerde Staten de mogelijkheid om zelfstandig een Programma Bedrijventerreinen of Werklocaties op en vast te stellen voor de desbetreffende regio. Dit kader is dan leidend. 14 WIJZIGINGEN IN BIJLAGEN BIJ VERDIEPING Er zijn geen wijzigingen in Bijlagen bij Verdieping 15