FACULTEIT DER LETTEREN EN WIJSBEGEERTE INFORMATIEGIDS BACHELORPAPER WIJSBEGEERTE EN MORAALWETENSCHAPPEN ACADEMIEJAAR 2006-2007 INHOUD 1. De plaats van de bachelorpaper in de opleiding 3 2. Prerequisites 3 3. Het onderwerp van de bachelorpaper 4 4. Richtlijnen 4.1. Inhoudelijke aspecten 4 4.2. Formele aspecten 5 5. Begeleiding 5 6. Evaluatie 6 7. Tijdschema 7 8. Onderzoeksdomeinen 8 2 1. DE PLAATS VAN DE BACHELORPAPER IN DE OPLEIDING De bachelorpaper vormt een belangrijk sluitstuk van de academische bacheloropleiding, waarbij de bacheloropleiding zowel als finaliteit en als voorbereiding op de masteropleiding dient te worden gezien. Via de bachelorproef toont de student de eindcompetenties van de bacheloropleiding Wijsbegeerte en Mroaalwetenschappen in voldoende mate te beheersen. Door middel van de bachelorpaper zal de student meer bepaald bewijzen -een wetenschappelijk onderzoek te kunnen starten na een kritische lectuur van wijsgerige en/of ethische teksten; -de grondbeginselen en basisvaardigheden voor een zelfstandig en kritisch onderzoek onder de knie te hebben die nodig zijn voor het samenstellen van een omstandig en origineel wetenschappelijk artikel; -de nodige schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden te bezitten. 2. PREREQUISITES Vooraleer hij/zij de bachelorpaper mag aanvatten dient de student creditbewijzen te hebben behaald voor de volgende opleidingsonderdelen: -De grote stromingen in de wijsbegeerte van de oudheid tot heden, met paper (LW-FILO-39) -Encyclopedie van de wijsbegeerte (LW-FILO-4828) -Hedendaagse cultuurfilosofie, met paper (LW-FILO-4933) -Werkcollege logica en wetenschapsfilosofie, met paper (LW-FILO-4937) -Ethiek en moraalwetenschappen (LW-FILO-11299) De opleidingsonderdelenfiche ‘Bachelorpaper’ (LW-FILO-11306) vermeldt informatie over leerdoelen, voorkennis, inhoud, wijze van examineren, enz. Deze kan geraadpleegd worden op de website bij ‘onderwijsaanbod’: http://www.vub.ac.be/infoover/onderwijs/bama/ 3 3. HET ONDERWERP VAN DE BACHELORPAPER Het onderwerp van de bachelorpaper moet betrekking hebben op een gebied dat in overeenstemming is met het te behalen diploma van Bachelor in de Wijsbegeerte en de Moraalwetenschappen. Dat onderwerp kan eventueel gekozen worden in functie en ter voorbereiding van de masterproef die ingediend moet worden op het einde van de masteropleiding Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen. In de loop van de maand mei wordt aan de studenten tweede jaar bachelor door een lid van het zelfstandig academisch personeel uitleg gegeven over de opzet van de bachelorpaper en ontvangen de studenten de Informatiegids. In het derde jaar bachelor legt de student het onderwerp van de paper vast in overleg met een promotor, te kiezen onder het zelfstandig academisch personeel (ZAP), of het assisterend personeel (AAP) of de vorsers (BAP) met doctorstitel, leden van de vakgroep. (zie verder ‘Tijdschema’) 4. RICHTLIJNEN De voorschriften zoals uiteengezet in het opleidingsonderdeel ‘Encyclopedie van de wijsbegeerte’ (syllabus: Handleiding bij het schrijven van scripties) vormen het uitgangspunt. 4.1. Inhoudelijke aspecten De paper dient volgende elementen te bevatten: -de probleemstelling; de thematische afbakening van het onderwerp; de precieze vragen waarop een eventueel verder uit te werken studie, zoals bijvoorbeeld de masterproef, een antwoord wil bieden; -een kritische status quaestionis van de geselecteerde wetenschappelijke literatuur; -een kritisch overzicht van de bronnen die gebruikt worden voor het onderzoek of een kritische bespreking van de onderzochte casus; -een omschrijving van de methodologie -een (voorlopig) overzicht van de structuur van de eventuele toekomstige verhandeling -een volledige lijst van de gebruikte bronnen en publicaties 4 4.2. Formele aspecten Op het titelblad moeten de volgende elementen voorkomen: - Naam student rechtsboven (Voornaam Naam) - Vrije Universiteit Brussel - Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte - Studiegebied Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen - Naam promotor (Voornaam Naam) - Titel - “Paper ingediend voor het behalen van de graad van Bachelor in de Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen” - Academiejaar rechtsonder ( 2006-2007 ) De bachelorpaper telt van 20 tot 30 pagina’s (ongeveer 8.000 tot 10.000 woorden), exclusief bijlagen. Gebruik een standaard lettertype, bv. times 12 en interlinie 1.5. In overleg met de promotor kiest de student voor een bibliografisch systeem dat hij/zij tijdens de werkcolleges heeft ingeoefend. De uiteenzetting inzake referentiesystemen is te vinden in de syllabus ‘Handleiding bij het schrijven van scripties’ van het opleidingsonderdeel ‘Encyclopedie van de wijsbegeerte’. 5. BEGELEIDING De promotor begeleidt de student gedurende alle fases van het onderzoek en superviseert de rapportage van de resultaten van dit onderzoek. Hij/zij verleent ondersteuning in verband met de inhoudelijke aspecten van de paper zoals de keuze en afbakening van het onderwerp, de probleem- en vraagstelling, de methodologie en de logische en gestructureerde opbouw van de argumenten in de rapportage. Voor de ondersteuning in verband met inhoudelijke en praktische aspecten van de paper kunnen de studenten ook terecht bij het AAP en het BAP van de vakgroep. Conform het examenreglement, Hoofdstuk VII: De Masterproef/Eindverhandeling, is artikel 32 ook hier van toepassing: “De promotor verplicht zich ertoe om de student regelmatig te begeleiden en de student verplicht zich ertoe om de promotor regelmatig in te lichten over de vorderingen van zijn onderzoek. Bij niet naleving kan de student of de promotor dit schriftelijk aan de Decaan 5 meedelen. De Decaan neemt een beslissing die kan leiden tot verandering van promotor of verzaking van het promotorschap en deelt dit mee aan de faculteitsraad”. Drie verplichte begeleidingsmomenten zijn voorzien. De eerste samenkomst is gepland in het begin van het jaar (oktober-november) en heeft betrekking op de keuze en de afbakening van het thema. Samenkomst twee vindt plaats bij het begin van het tweede semester. De probleemstelling en de geselecteerde literatuur zijn dan aan de orde. Een laatste verplichte samenkomst heeft plaats na de lentevakantie. Ze is gewijd aan de schriftelijke rapportering. 6. EVALUATIE Studiepunten en weging De bachelorpaper telt voor 12 SP in de opleiding. Bovendien geldt een weging 4, wat betekent dat het cijfer dat een student voor de bachelorpaper behaalt viermaal zwaarder doorweegt dan zijn/haar resultaten voor opleidingsonderdelen waarvoor weging 1 geldt. Wie een onvoldoende behaalt op de bachelorpaper (= minder dan 10 op 20) is niet geslaagd voor zijn/haar bacheloropleiding. Samenstelling van de jury De jury wordt samengesteld door de vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen. Hij bestaat uit twee leden: de promotor en een tweede lezer. Deze wordt gekozen uit de leden van de vakgroep (ZAP-leden of leden van het AAP en BAP met doctorstitel). Indien de promotor een lid van het AAP of BAP is, dient de tweede lezer een lid van het ZAP te zijn. Procedure De juryleden lezen en beoordelen de bachelorpaper onafhankelijk van elkaar, schrijven een evaluatieverslag en quoteren de paper. De vakgroepvoorzitter berekent het gemiddelde en maakt het eindcijfer over aan het secretariaat van het decanaat. De student heeft het recht om de schriftelijke verslagen in te zien op het secretariaat van de vakgroep. De datum waarop de studenten inzake krijgen in de verslagen van de juryleden zal ad valvas bekend gemaakt worden. Tot drie werkdagen na deze datum heeft de student(e) de tijd om – 6 indien gewenst - bij de vakgroepvoorzitter een aanvraag in te dienen voor een mondelinge openbare bespreking van de bachelorpaper met de promotor en het jurylid. Deze bespreking moet plaatsgrijpen binnen de examenzittijd. Evaluatiecriteria De jury zal voor de evaluatie van de bachelorpaper met de volgende criteria rekening houden: -Is er een duidelijk geformuleerde probleemstelling? -Wordt de vooropgestelde methodologie gevolgd? -Wordt de drietrapsmethode gevolgd (1. inleiding en probleemstelling; 2. uitwerking en argumentatie; 3. recapitulatie, conclusie)? -Is er een helder en consistent betoog (verwerking van het bronnenmateriaal)? -Wordt een antwoord gegeven op de opgeworpen vragen? -Worden bronnen altijd aangegeven? -Zijn de referenties volledig? -Wordt het bronnenmateriaal kritisch aangewend? -Is het taalgebruik helder en grammaticaal correct? 7. TIJDSCHEMA Datum indienen onderwerp Het onderwerp en de naam van de promotor van de bachelorpaper moeten vóór 15 november worden ingediend op het secretariaat van de vakgroep. (formulier ter beschikking op de facultaire website http://www.vub.ac.be/LW/) Opgelet: Indien je na de indiening van deze gegevens het onderwerp van je bachelorpaper wil wijzigen of van promotor wil veranderen, moet je dit schriftelijk aan de vakgroepvoorzitter melden. Dit wordt telkens met redenen omkleed. Begeleidingsmomenten 1. oktober-november 2. Begin februari 7 3. Begin mei Datum indienen paper De bachelorpaper moet in tweevoud ingediend worden op het secretariaat van het decanaat vóór 8 mei (eerste zittijd) of vóór 26 juli (tweede zittijd). Bijzondere regeling voor uitgaande Socratesstudenten Indien de student vertrekt vóór 15 november, moet hij vóór zijn vertrek de nodige regelingen treffen om een onderwerp af te bakenen en de promotor te ontmoeten. 8. ONDERZOEKSDOMEINEN Dr. Tinneke Beeckman - Wijsgerige antropologie en psychoanalyse - Filosofie van de biologie en het naturalisme - Filosofie en kritiek van de religie (o.a. Feuerbach) Dr. K. Coessens - Interdisciplinariteit en interculturaliteit: verbanden tussen filosofie, sociologie, antropologie en psychologie, specifiek met betrekking tot - epistemologie (kennissystemen en -overdracht) - materiële cultuur - lichamelijkheid - Representatie, semiotiek en epistemologie: - verbanden tussen beeldmateriaal en denken (o.m. cartografie) - metaforen en representatie in wetenschappen - Philosophy of education: - meta-onderzoek: analyse van onderzoek over onderwijs en pedagogie Prof. dr. Gustaaf Cornelis - Wetenschapsfilosofie (in het bijzonder filosofie van de kosmologie) - Popularizerung van kennis en wetenschap - Geschiedenis van de wetenschappen - Wereldbeeldenconstructie - Persuasieve communicatie Prof. dr. F. Heylighen - Complexe systemen - Evolutie - Cybernetica 8 - Zelforganizatie - Informatiemaatschappij - Cognitie Dr. A. Rigo - Bio-ethiek en toegepaste ethiek - Medische ethiek: o.a. arts-patiënt relatie - Psychoanalyse - Ethiek en psychoanalyse Dr. S. Smets - Filosofie van de quantum fysica en quantum informatie - Logica (o.a. logica van de quantum mechanica, niet-probabelistische logische systemen, epistemische en dynamische logica) - Wetenschapsfilosofie (o.a. problematiek van de (bi)simulaties, operationalisme) Voor meer informatie over sommige van deze topics zie http://www.vub.ac.be/CLWF/SS/ Prof. dr. J. Stuy - Geschiedenis van de moraalfilosofie - Hedendaagse ethiek - Politieke filosofie, bioethiek Prof. dr. Jean Paul Van Bendegem - Logica (in het bijzonder: gebruik logica voor ophelderen filosofische problemen, mogelijkheden en beperkingen van formele methoden, historiek van deze topics) - Filosofie van de wiskunde (o.a. betekenis van wiskundige concepten en begrippen, het probleem van de oneindigheid, relecties over het statuut van de wiskunde, reflectie over haar toepassing) - Wetenschapsfilosofie (o.a. reflectie over wetenschappelijke theorie, methode en experiment; reflectie over gebruik van natuurkundige concepten; relatie tussen wetenschap en maatschappij) Prof. Dr. J. Van Bellingen - Filosofie van de oudheid en de middeleeuwen - Rechtsfilosofie - Politieke filosofie Prof. dr. M. Van den Bossche - Hermeneutiek en fenomenologie (Heidegger, Gadamer, Merleau-Ponty, Arendt) - Pragmatisme (Rorty, Dewey, Shusterman) - Levenskunst en lijfelijkheid (Nietzsche, Foucault) - Cultuurfilosofie 9 Dr. B. Van Kerkhove - Wetenschapsfilosofie algemeen - Geschiedenis van de wetenschap - Filosofische logica - Filosofie van de wiskunde - Sscience studies Prof. dr. Else Walravens - Filosofie van de nieuwe tijd (in het bijzonder Descartes, Hume en Kant) - Verlichting en humanisme - Intersubjectiviteit - Postmodernisme (in het bijzonder Lyotard en Rorty) - Existentialisme (in het bijzonder Kierkegaard, Sartre, Beauvoir) Interesse voor: - Filosofieën van de ‘immanentie’: o.a. Spinoza, Hume, Bergson, Deleuze - Denken van de verlichting en kritische theorie (Adorno) - Filosofie en literatuur 10