Communicatiemix (promotiemix) Kennisdomeinen: ‘Interne- en externe communicatie’ (staat in de map ‘Pers en PR’) ‘Reclame’ (staat in de map ‘Reclame en promotie’) ‘Sales promotion’ (staat in de map ‘Reclame en promotie’) ‘Public Relations’ (staat in de map ‘Pers en PR’) ‘Sponsorbeleid’ (staat in de map ‘Pers en PR’) Interne en externe communicatiemiddelen Vele soorten communicatiemiddelen: • e-mail, (mobiele) telefoon, sms-jes, chatten, gesprekken Kies het juiste middel voor de juiste situatie, en bedenk van tevoren welk effect (doel) je wilt bereiken. kennisdomein: Pers en PR. Interne en externe communicatiemiddelen Communicatie kent 3 doelen: • Kennis: wil de zender de ontvanger informeren (feitelijke informatie)? • Houding: wil de zender dat de ontvanger (positieve of negatieve) gevoelens opdoet? • Gedrag: wil de zender de ontvanger actie laten ondernemen? kennisdomein: Pers en PR. Interne en externe communicatiemiddelen Inventariseren wie te bereiken: interne of externe doelgroepen Interne doelgroepen Externe doelgroepen Medewerkers Afnemers Overheid: Familie van medewerkers Algemeen publiek · lokaal, provinciaal Gepensioneerde oud-medewerkers Omwonenden Ondernemingsraad Aandeelhouders · lokale en landelijke politici Commissarissen Banken · ambtenaren Bestuur Concurrenten Maatschappelijke instellingen Uitzendkrachten en tijdelijk ingehuurde krachten Leveranciers Brancheorganisaties Langdurig zieke medewerkers of medewerkers Pers: Werknemersorganisaties met zwangerschapsverlof · radio Werkgeversorganisaties · tv Actiegroepen · bladen · persbureaus kennisdomein: Pers en PR. Interne en externe communicatiemiddelen en landelijk bestuur Interne doelgroepen • Gericht op kennisoverdracht • Gericht op de houding • Gericht op het gedrag De externe communicatiemix bestaat uit de volgende onderdelen: • • • • • • • • • • reclame public relations sponsoring direct marketingcommunicatie verpakking sales promotions displays artikelpresentatie persoonlijke verkoop evenementen kennisdomein: Pers en PR. Interne en externe communicatiemiddelen Er bestaan ontzettend veel externe communicatiemiddelen, zoals: • commercial op radio of tv • • website, banner of link op • internet • • advertentie in dagbladen, • huis-aan-huisbladen, tijdschriften etc. • • ‘sponsored magazine’ • • buitenreclame (abri, billboard); • • Bioscoopreclame • audiovisuele middelen: films, • diashows, videotapes, tv- en radiomededelingen persberichten • persconferenties • congressen en/of seminars • open huizen en • tentoonstellingen • brochures/folders • sponsoring van kunst, cultuur of sport televisiereclame met telefoonnummervermelding advertenties in krant of tijdschrift met een antwoordcoupon kennisdomein: Pers en PR. Interne en externe communicatiemiddelen direct e-mail direct fax telefonische verkoop postorderbedrijven websites met e-mailfunctie sales promotion acties (monster, prijskorting, (zegel)spaarsysteem). Reclame • Bijna alle ondernemingen maken gebruik van reclame om hun producten te verkopen. • Reclame heeft als doel de kennis, de houding of het gedrag van mensen te veranderen. • Reclame maakt gebruik van massamedia, • er moet worden betaald kennisdomein: Pers en PR. Interne en externe communicatiemiddelen Bij reclame spelen de volgende aspecten een belangrijke rol · · · · · reclamedoel; reclameboodschap; reclamevormen; reclamedoelgroep en -media; regelgeving. kennisdomein: Reclame en promotie. In map Reclame Reclamedoel • Met reclame kunnen verschillende doelen bereikt worden. • Cognitie, affectie of conatie • Nieuw product bij het publiek bekendmaken. • Positief gaan denken over een bepaald product. • Product gaan kopen of informatie gaan aanvragen. kennisdomein: Reclame en promotie. In map Reclame DAGMAR-model • Pretesting • Posttesting • Passieve merkbekendheid • Actieve merkbekendheid kennisdomein: Reclame en promotie. In map Reclame Reclameboodschap • De propositie • Het effectconcept • Het probleemconcept • Het associatieconcept • Het explicatieconcept • Het vergelijkingsconcept kennisdomein: Reclame en promotie. In map Reclame Reclamevormen • Actiereclame. • Themareclame. • Institutionele reclame. Ondernemingen kunnen alleen, maar ook samen reclame maken • Collectieve reclame • Coöperatieve reclame • Combinatiereclame • Vergelijkende reclame kennisdomein: Reclame en promotie. In map Reclame Reclamedoelgroep en -media Met welke media de doelgroep bereiken. Bij de keuze van het medium spelen vier zaken een rol, namelijk: • Het bereik van het medium • De dekking van het medium • Het communicatievermogen van het medium • De kosten van het medium kennisdomein: Reclame en promotie. In map Reclame Reclamedoelgroep en –media 2 • Bereik van het medium het aantal mensen dat met het medium in contact komt. • Dekking van het medium het percentage van de doelgroep dat bereikt is. • Communicatievermogen van het medium Is een medium geschikt is om een bepaalde boodschap over te brengen • Kosten van het medium De kosten van een medium hangen af van de oplage, het bereik en de dekking. Oplage = het aantal exemplaren Bereik = meerdere huishoudens bruto bereik = bereik van alle gebruikte media bij elkaar. media netto bereik = dubbeltellingen verwijderen. kennisdomein: Reclame en promotie. In map Reclame Reclamedoelgroep en –media 3 • Reclamemedia zijn de middelen waarmee reclame wordt gemaakt. Ze zijn te verdelen in: • • gedrukte media; • • radio- en televisiereclame; • • bioscoopreclame; • • buitenreclame; • • rechtstreekse reclame; • • nieuwe reclamemedia. • • Gedrukte media Gedrukte media zijn onder te verdelen in: sponsored magazines; huis-aan-huisbladen; tijdschriften; omroepbladen; vakbladen; dagbladen. kennisdomein: Reclame en promotie. In map Reclame Regelgeving • Reclamemakers moeten zich houden aan verschillende wettelijke regels. • Er is een reclameverbod voor bepaalde producten. • Misleidende reclame is volgens het Burgerlijk Wetboek verboden. • Vergelijkende reclame is, als het objectief is, niet verboden. Het is echter wel verboden als het denigrerend is en er concurrerende merknamen worden genoemd. • Naast wettelijke regelgeving is er ook sprake van zelfregulering kennisdomein: Reclame en promotie. In map Reclame De Stichting Reclame Code heeft een groot aantal regels opgesteld die worden gecontroleerd door de Reclame Code Commissie. De belangrijkste regels zijn: • Elke reclame-uiting moet in overeenstemming zijn met de wet, de waarheid en de eisen van goede smaak en fatsoen. • Reclame-uitingen mogen niet strijdig zijn met de openbare orde of goede zeden en niet schadelijk zijn voor het algemeen belang. • Reclame-uitingen mogen niet aan angst of bijgelovigheid appelleren. • Reclame-uitingen mogen niet misleidend zijn. • In reclame-uitingen die bedoeld zijn voor het grote publiek mogen geen wetenschappelijke termen en statistieken worden gebruikt. • Als er over garantie wordt gesproken, moet deze duidelijk omschreven worden. • Ten slotte stellen ook de Stichting Ether Reclame (STER) en IP (zendtijdverkoper van de commerciële zenders) hun eigen eisen aan reclamespots op televisie. kennisdomein: Reclame en promotie. In map Reclame Public relations • Public relations is een onderdeel van de promotiemix. Public relations is erop gericht een goede relatie te creëren en in stand te houden tussen het bedrijf en groepen mensen die voor het bedrijf belangrijk zijn. Dat zijn klanten en relaties, maar ook het personeel. • Public relations is gericht op een sympathiek en betrouwbaar imago van de onderneming. Public relations komt geloofwaardiger over dan een rechtstreekse commerciële boodschap oftewel reclame. • Het belang van public relations neemt toe. De consument koopt die artikelen waar hij sympathie voor voelt en boycot wat hij afkeurt. Kennisdomein Pers en PR, map Public relations Je kunt onderscheid maken tussen interne en externe public relations. • Interne public relations • Door interne pr ‘verkoop’ je je bedrijf aan je medewerkers. Je bouwt aan het ‘wij-gevoel’. • via een personeelsblad; • een kerstgratificatie voor de medewerkers; • kortingsacties voor medewerkers; • informele borrel bij een jubileum; • bezoek van Sinterklaas voor de kinderen van het personeel; • organiseren van cursussen voor het personeel. Door het ‘wij-gevoel’ ontstaat een sterke organisatiecultuur. organisatiecultuur zijn waarden, normen, verwachtingen en doelstellingen. • Een sterke organisatiecultuur heeft twee voordelen: • meer inzet door de werknemers; • positieve uitstraling op de klant. Kennisdomein Pers en PR, map Public relations Externe public relations • Het externe pr- beleid richt zich op derden die voor het bedrijf belangrijk zijn. Een goede reputatie bij de klanten, overheid, aandeelhouders, banken, leveranciers, omwonenden en journalisten is voor een bedrijf noodzakelijk. • plaatsen van een krantenartikel • het houden van een interview; • het aanstellen van een voorlichter; • een aankondiging om een goed doel te steunen; • mensen in dienst nemen uit een bepaalde groep van de bevolking; • rondleidingen voor scholen, klanten of familie van het personeel; • stagiairs een plaats geven; • bedrijfsgegevens beschikbaar stellen aan leveranciers voor bijvoorbeeld productverbetering. Kennisdomein Pers en PR, map Public relations Verschil reclame en public relations Reclame Interne PR Externe PR • beperkt; • groot; • groot; • (potentiële) klanten; • oneindig; • oneindig • extern gericht. • intern en extern gericht. • intern en extern gericht. Inhoud subjectief objectief objectief Middelen media voorbeelden: voorbeelden: • werkoverleg; • perscontacten; • personeelsblad; • jaarverslagen; • introductie nieuwe werknemers. • tentoonstellingen. Doelgroep Kennisdomein Pers en PR, map Public relations Sponsorbeleid • De sponsoringmarkt • Sponsoring zorgt ervoor dat not-for-profitorganisaties zoals een sportvereniging of een orkest extra inkomsten krijgen. Het bedrijfsleven betaalt de sponsoring en krijgt daar van de gesponsorde organisatie een communicatiemiddel voor terug. Dit communicatiemiddel heet de tegenprestatie. De sponsor biedt geld en de gesponsorde biedt communicatie. • Omdat beide partijen iets leveren, heet het een zakelijke overeenkomst. En daar zit het verschil met donaties. Ook bij donaties wordt er geld gegeven, maar er is geen tegenprestatie en ook geen zakelijke overeenkomst. • Omdat not-for-profitorganisaties zelf bedrijven benaderen met het verzoek om sponsoring, noemen we de sponsoringmarkt een vraagmarkt. Er zijn drie hoofdgebieden waarop sponsors actief zijn: • sportsponsoring • kunst- en cultuursponsoring • sociale sponsoring. Waarom sponsoring? • Een organisatie kan voor sponsoring kiezen omdat de traditionele communicatiemiddelen zoals reclame en sales promotion niet altijd het gewenste effect hebben. Daarnaast blijven organisaties steeds op zoek naar nieuwe manieren om aandacht voor hun producten te verkrijgen. Sponsoring zorgt voor die aandacht, maar het doet meer voor het bedrijf. • Bedrijven lijken door sponsoring meer betrokken bij de samenleving, ze krijgen daardoor een positieve uitstraling. In zo’n geval schuift sponsoring van reclame-instrument langzaam op naar een instrument voor public relations. • Met sponsoring kan een organisatie de volgende doelen nastreven: • het versterken van de naamsbekendheid; • het opbouwen van het imago; • het tonen van maatschappelijke betrokkenheid; • het opbouwen van een relatienetwerk; • het communiceren met doelgroepen; • het versterken van de motivatie van de eigen werknemers Sleutelvragen • Sponsoring wordt steeds populairder. Dat heeft tot gevolg dat bedrijven vaker aanvragen krijgen voor sponsoring. Wil een bedrijf een juiste beslissing nemen over sponsoring, dan moet het eerst de volgende vragen beantwoorden: • Bereiken we door deze sponsoring onze doelgroepen? • Versterken we door deze sponsoring onze communicatie met de doelgroepen? • Past sponsoring binnen ons communicatiebeleid? • Welke middelen kunnen we via de sponsoring gebruiken om met onze doelgroepen te communiceren? • Is er voldoende tijd om de sponsoring voor te bereiden? • Hoe hoog zijn de kosten van sponsoring in verhouding tot de kosten van andere communicatiemiddelen? • Blijft er voldoende budget over voor aanvullende projecten? Risico’s van sponsoring • Ook moet het management van een organisatie zich realiseren dat er nadelen kunnen zitten aan sponsoring. Het is bijvoorbeeld niet eenvoudig om echte boodschappen via sponsoring te communiceren. En ook al maak je harde afspraken, soms ben je ‘overgeleverd’ aan de professionaliteit van de gesponsorde. Als de gesponsorde negatieve publiciteit krijgt (bijvoorbeeld de dopingaffaire van de Rasmussen van de Rabobank-wielerploeg) dan heeft de sponsor daar ook last van. Ten slotte kunnen slechte resultaten van gesponsorde sporters ook een nadelige invloed hebben op de sponsor