Acute myeloïde leukemie: onderzoek naar diagnostiek en behandeling Inleiding Acute myeloïde leukemie (AML) is een levensbedreigende ziekte van het beenmerg. De ziekte ontstaat doordat een voorloper van gezonde witte bloedcellen kwaadaardig wordt en zo hard gaat groeien dat het gezonde beenmerg verdrongen wordt. AML wordt behandeld met verschillende chemokuren, vaak gevolgd door een allogene stamceltransplantatie. Hierbij worden stamcellen van een gezonde donor (broer, zus of onverwante donor) aan de patiënt gegeven, met als doel het opwekken van een afweer reactie van het afweersysteem (immuunsysteem) van de donor tegen de leukemie cellen van de patiënt. Dit wordt graft versus leukemie (GvL) response genoemd. Allogene stamceltransplantaties zijn vaak heel effectief tegen AML, maar worden vaak gecompliceerd door afweerreacties van het donor afweersysteem tegen het gezonde weefsel van de patiënt, graft versus host ziekte (GvHD) genoemd. Een deel van de patiënten, zo’n 20%, overlijdt zelfs aan GvHD, of aan infecties, een andere veel voorkomende complicatie van allogene stamceltransplantatie. Onderzoek naar AML in het AMC Het doel van ons onderzoek naar AML is nieuwe therapieën te ontwikkelen die de prognose van AML significant verbeteren en allogene stamceltransplantatie als behandeling van AML overbodig maakt. Het onderzoek Voor het ontwikkelen van nieuwe therapieën hebben we gebruik gemaakt van patiënten met de meest agressieve vormen van AML die desondanks na een allogene stamceltransplantatie genezen waren van AML. Genezing van AML was in deze patiënten alleen mogelijk als het donor afweersysteem een goede afweer reactie tegen de leukemie zou maken. Uit het bloed van deze patiënten hebben we zgn. B lymfocyten geïsoleerd. B lymfocyten zijn de cellen van het afweersysteem die antistoffen maken. Antistoffen zijn eiwitten die ziekteverwekkers zoals virussen kunnen uitschakelen. Wij hebben gevonden dat de B lymfocyten van AML patiënten met een goede anti-leukemie reactie na allogene stamceltransplantatie antistoffen maken gericht tegen de AML. Deze antistoffen herkenden heel specifiek AML cellen maar niet gezonde cellen van het beenmerg of gezonde cellen van andere weefsels. Van een aantal van deze antistoffen hebben we ontdekt welk eiwit op de leukemie cel ze herkennen. Deze eiwitten waren nog niet bekend en blijken heel specifiek te zijn voor AML cellen. Toepassingen van deze bevindingen in de praktijk AML specifieke antistoffen kunnen op 2 manieren in de kliniek toegepast worden: als diagnosticum en als therapie. Diagnostiek Patiënten die een allogene stamceltransplantatie hebben ondergaan weten pas na jaren of de transplantatie daadwerkelijk gewerkt heeft. Er is geen test die aan kan tonen of het donor afweersysteem een goede anti-leukemie reactie heeft gemaakt. Pas als een patiënt 5 jaar ziektevrij is, kan men er vanuit gaan dat de transplantatie geslaagd is. Met behulp van de AML-antistoffen die we hebben gevonden en de eiwitten die door de antistoffen herkend worden kunnen we een diagnostische test ontwikkelen waarmee we 3 tot 6 maanden na de transplantatie kunnen testen of het donor-afweersysteem inderdaad een goede anti-AML reactie heeft gemaakt. Een positieve test Stichting AMC Foundation | Meibergdreef 9 | 1105 AZ Amsterdam | KvK 41204333 | IBAN NL11ABNA0488498570 | www.amcfoundation.nl uitslag (het donor afweersysteem heeft een afweer reactie gemaakt tegen de leukemie) geeft zekerheid en opluchting; in geval van een negatieve test uitslag (er is nog geen goede afweer reactie op gang gekomen tegen de AML) kunnen aanvullende maatregelen genomen worden om alsnog een goede anti-leukemie reactie te induceren en te voorkomen dat er een recidief van de ziekte optreedt. Therapie De antistoffen die wij gevonden hebben binden heel specifiek aan AML. Niet alleen herkennen de antistoffen AML cellen, ze bleken de AML cellen zelfs te doden. Van deze eigenschap wordt gebruikt gemaakt in de ontwikkeling van een antistoffen als therapie tegen leukemie. Er zijn verschillende mogelijkheden: - Antistoffen kunnen toegevoegd worden aan chemotherapie, om het effect van chemotherapie te versterken. Dit wordt sinds een jaar of tien gedaan in de behandeling van lymfeklierkanker, waar de antistof Rituximab toegevoegd wordt aan chemotherapie, waarmee de prognose van lymfeklierkanker patiënten significant verbeterd is. Omdat de door ons gevonden AML antistoffen leukemie cellen dood maken is dit waarschijnlijk de beste toepassing van onze antistoffen. - Antistoffen kunnen ook zodanig aangepast worden dat ze andere cellen van het afweersysteem van de patiënt activeren om een afweerreactie tegen de leukemie te maken. Voorbeelden hiervan zijn zogenaamde CAR T cellen en BiTe’s, die al worden toegepast in de behandeling van acute lymfatische leukemie (ALL). - Tot slot kan er aan de antistof zelf chemotherapie gekoppeld worden, waardoor de antistof als een Paard van Troje de chemotherapie heel specifiek en rechtstreeks bij de kwaadaardige cel brengt. Ook deze zogenaamde antibody-drug-conjugates worden al in de kliniek toegepast, wederom met name bij patiënten met lymfeklierkanker. Al deze toepassingen zijn tot op heden niet mogelijk gebleken bij AML patiënten, omdat er geen AML-specifieke antistoffen bekend waren. Onze ontdekking van AML-specifieke antistoffen maakt dergelijke toepassingen voor het eerst mogelijk bij AML. Wilt u dit onderzoek steunen? Maak dan uw bijdrage over op NL11ABNA0488498570 ten name van Stichting AMC Foundation te Amsterdam, o.v.v. “onderzoek AML”. Hiermee draagt u bij aan het ontwikkelen van nieuwe therapieën bij Acute Myeloïde Leukemie en aan het voorkómen van sterfte door bijwerkingen van een transplantatie. *** Stichting AMC Foundation | Meibergdreef 9 | 1105 AZ Amsterdam | KvK 41204333 | IBAN NL11ABNA0488498570 | www.amcfoundation.nl 2