Thema Evenwicht • • • • • In een organisme In een orgaan In een cel In een populatie In een ecosysteem Thema 5 EVENWICHT B.st. 1 • • • • In een organisme: Stress ontstaat door verstoring evenwicht Lichaam staat ingesteld op bepaald niveau Bijv. temperatuurregulatiesysteem, hart- en ademhalingscentrum • Autonome deel van de hersenen: hersenstam • Zie Binas Temperatuurcentrum(hersenstam) • Stofwisselingsprocessen produceren lichaamswarmte. Dit wordt nauwelijks beïnvloed door de omgeving. De lichaamswarmte kwijtraken of vasthouden om de temperatuur constant te houden, hangt voor een groot deel af van de omgevingstemperatuur en het vochtgehalte in de lucht. • Het warmtecentrum krijgt via koude- en warmtezintuigen informatie en is in staat met behulp van de korte huidreflexbanen de temperatuurprikkels te versterken, dus onafhankelijk van de warmte- en koude zintuigen. Dat is bijvoorbeeld belangrijk bij: - Extreem sterke afkoeling (bevriezingsverschijnselen) - Warmtestuwing door zware lichamelijk arbeid als het erg warm weer is. - Inwerking van bijvoorbeeld afbraakproducten en toxinen van bacteriën en andere lichaamsvreemde eiwitten. - Andere gifstoffen Hersenstam(roze) Hersenstam Truncus cerebri Hersenstam (in roze) Synoniemen Truncus Latijn encephali Portaal Biologie Inspanning • Reactie: warmte komt vrij, kans op oververhitting • Dus: temperatuurregulatiecentrum zorgt voor aanpassingen zoals zweetklieren activeren, bloedvaten verder openen (shuntbloedvaten) • Ademhalingscentrum: krijgt info over O2 en CO2 via chemoreceptoren • Rectie: meer ademhalingsbewegingen (sneller en dieper) • Uitademing CO2 en inademing O2 • CO2-gehalte in bloed daalt dan EVENWICHTEN • Stabiel evenwicht • Labiel evenwicht • Evenwichten in lichaam zijn labiel en dynamisch • Labiel: makkelijk te verstoren • Dynamisch: voortdurend veranderingen • Bijv. temperatuur lichaam of glucoseconcentratie in bloed Andere kenmerken evenwichten • Weerstand en veerkracht • Weerstand: lichaam probeert veranderingen te voorkomen • Veeerkracht: organismen in staat om evenwichtssituatie te herstellen • Hoe heet dat? HOMEOSTASE • Vaak geregeld door hormonen Dieren met een constante lichaamstemperatuur • Sterke weerstand en weinig veerkracht op gebied van lichaamstemperatuur • Vogels en zoogdieren warmbloedig • Constante waarde • Bij afwijkingen door onderkoeling en oververhitting: • Snel dreiging van sterven • Mens: grote problemen onder 35 en boven 41 graden Warmbloedig • De lichaamstemperatuur is gewoonlijk hoger dan de omgevingstemperatuur en vrijwel constant, ofwel schommelend tussen 36,5 ̊C en 37,5 ̊C. Twee factoren spelen een grote rol om de temperatuur stabiel te houden: De fysieke warmteproductie dient gelijk te zijn aan de warmteafgifte. • De warmte zal over het hele lichaam verdeeld moeten worden. De bloedsomloop staat daar mede garant voor Dieren met wisselende temperatuur • Koudbloedigen dus • Weinig weerstand en grote veerkracht • Optimale temperatuur verandert? Lichaamstemperatuur verschuift vrijwel meteen en dus verlaging activiteit • Veerkracht groot: stijgt temperatuur weer in goede richting? • Bij Koudbloedigen gaat lichaamsactiviteit omhoog SPORTEN • Veerkracht wordt getraind • Duurtraining: hart- en bloedvaten + ademhalingsstelsel verbeteren • Krachttraining: spieren versterken • Intensieve training: tolerantie tegen melkzuur vergroten • Betere kleding, schoeisel, isotone energiedranken: invloed op prestatie • Zintuigen, hersenen en coördinatie: oefenen op apparaten (denk ook aan ruimtevaart) EVENWICHT IN EEN ORGAAN B.st. 2 LEVER: Via poortader ontvangst allerlei stoffen vanuit de darmen Leverslagader levert zuurstof Activiteiten lever: Opslag glucose als glycogeen, Omzetten aminozuren in andere aminozuren (transamineren) Afbreken aminozuren (desaminering) Etc. Lees de tekst boek blz. 236 Regeling bloedsuikerspiegel (bioplek) • http://www.bioplek.org/animaties/homeostas e/eilandjesvl.html Zie Bioplek voor functies lever • http://www.bioplek.org/animaties/mens_over igen/lever.html De huid • Betrokken bij regeling vetgehalte in het bloed • Als maximale glycogeenopslag wordt bereikt? Glucose wordt nu omgezet in vetzuren en vervolgens in triglyceriden • (vet = 1 glycerol + 3 vetzuren) • Vetcellen in vetweefsel nemen triglyceriden op + nemen overmaat aan vetten op • Daardoor evenwicht in bloed in hoeveelheid brandstof • Vet: vetweefsel in huid, rondom organen en in beenmerg (geel of rood?) • Risico’s op hart- en vaatziekten (vet rondom organen) • Opgeslagen vet teveel? Vetcellen geven leptine af • Leptine bereikt hersenen: stimuleert het verzadigingscentrum • Gevolg: hongergevoel neem af EVENWICHT IN EEN CEL B.st. 3 • • • • • In cellen: Bepaalde waarden handhaven zoals; Constante pH Watergehalte Concentratie stoffen zoals CO2 en O2 Constante pH • Reden: Optimumwaarde vele enzymen handhaven • NaHCO3 (natriumwaterstofcarbonaat) = buffer Voorkomt verstoring • Hoe werkt dat? Natriumwaterstofcarbonaat wordt in het lichaam in grote hoeveelheden geproduceerd door de alvleesklier om de zure maaginhoud te neutraliseren in de twaalfvingerige darm: NaHCO3 + HCl → Na+ + Cl− + H2O + CO2 Met een base reageert het als: NaHCO3 + NaOH → Na2CO3 + H2O • Probleem bij maagperforatie: pH daalt dan, ook in de aanwezige cellen Water • Cellen bevatten hoeveelheid water met daarin opgeloste stoffen • Water zorgt ervoor dat allerlei reacties kunnen plaatsvinden • Stoffen kunnen makkelijk worden verplaatst binnen de cel • Osmotische effecten mogelijk • Cel kan dan uitdrogen of openbarsten • Osmotische waarde: wat is dat ook alweer? • Lactase deficiëntie als voorbeeld Lactase deficiëntie 70% van de migranten uit Midden-Oosten, India en Afrika verdragen geen lactose Niet iedereen heeft last van klachten door de verminderde opname van lactose Als er geen of niet voldoende lactase wordt aangemaakt, kan lactose in onze voeding niet goed verteerd worden. Lactose komt dan onverteerd in de dikke darm terecht. De bacteriën in de dikke darm, de darmflora, gaan lactose ‘vergisten’ Gevolg kan zijn: osmotische werking in darmen dus opname van water vanuit de darmcellen richting de darmen . Veel extra water in de darmen en dus Sproeipoep O2 en CO2 • Concentratie daarvan wordt bepaald door • Diffusie • Verschuiving evenwicht tussen hemoglobine en oxyhemoglobine • Wat is het verschil tussen deze 2 soorten hemoglobinesoorten? • Longen: diffusie O2 vanuit longblaasjes naar vooral rode bloedcellen en een beetje in het bloed zelf • Rode bloedcellen: hemoglobine • Bloed stroomt constant dus altijd diffusie van O2 • In weefsels wordt dit afgestaan Tegenstroomprincipe • Zie afb. 10 blz.240 en lees de tekst goed • Voortdurend overdracht van warmte tussen slagaders en aders die dicht tegen elkaar aan liggen • Er gaat in de poten van vogels dus weinig warmte verloren • Reden: verschil in temperatuur tussen poten en de rest van het lichaam van een vogel • Bijv. ‘s-Winters Poten 0 graden Celsius en kerntemperatuur lichaam 41 graden Celsius Tegenstroomprincipe (bioplek) • http://www.bioplek.org/animaties/bloed/tege nstroomprincipe.html Evenwicht in zenuwcellen 1 • Donnan-evenwicht: • Geldt voor verschillende ionen • Na+, K+ en Cl- verschillen in conceentratie tussen cytoplasma en de omgeving van de zenuwcel • Buiten de cel: Na+ en Cl- ionen • In cytoplasma K+ ionen • In cytoplasma ook negatief geladen eiwitionen • Oorzaak: door pH in zenuwcel worden H+ ionen afgesplitst van deze eiwitten • Vervolg volgende dia Evenwicht in zenuwcellen 2 • Eiwitionen kunnen celmembranen niet passeren • 2 effecten: • Door diffusie Na+ naar binnen en K+ ionen naar buiten • Cl- ionen verplaatsen zich nauwelijks • Doorlaarbaarheid voor Na+ en K+ is gering omdat deze kanalen dicht zijn • Er komen maar weinig Na+ ionen naar binnen • Na+ en K+ bereiken geen Donnan-evenwicht • Vervolg: volgende dia Evenwicht in zenuwcellen 3 • In zenuwcel in rust leidt dat tot een potentiaalverschil waarbij de binnenkant negatief is geladen t.o.v. de buitenkant van -70 mV ofwel de rustpotentiaal Zie afb. 11 blz. 241 Evenwicht kan woren verstoord door binding neurotransmitters of door prikkeling celmembraan Doorlaatbaarheid voor Na+ en K+ verandert daardoor Beide ionen gaan op weg naar hun Donnan-evenwicht Hierdoorr veranderring membraanpotentiaal Wanneer verschil in elektrische lading afneemt tot ongeveer -50 mV ontstaat een impuls (actiepotentiaal) Tijdens herstelfase: rustpotentiaal wordt hersteld (Natriumkaliumpomp) Impulsen • http://www.bioplek.org/animaties/zenuwstels el/AXONcellulair.html • Bekijk deze animatie goed Evenwicht en celdeling • Evenwicht tussen celdeling en celsterfte • Wanneer en wanneer niet? • Apoptose: cellen sterven af bijv. vliezen tussen vingers of bij foutieve celdelingen die niet hersteld kunnen worden • Lees dit onderdeel goed door Celdeling (mitose) (bioplek) • Celdeling • http://www.bioplek.org/animaties/cel/mitose .html • Celcyclus • http://www.bioplek.org/animaties/cel/celcycl us.html Evenwicht in een populatie • • • • Natuurlijk evenwicht J-curve S-curve R-strategen (soorten met een hoog geboortecijfer) Weinig broedzorg, jongen kwetsbaar, kans op volwassen worden klein. • K-strategen (soorten met een laag geboortecijfer) Zorg voor nakomelingen groot, kans om volwassen te worden is groot. • Lees dit onderdeel goed door en bekijk Samengevat !! • Examenreader ecologie ook goed bekijken Nash-evenwicht Amerikaanse wiskundige Nobelprijs 1994 • Lees dit onderdeel eens goed door • NIET leren Evenwicht in een ecosysteem • Pionier-ecosysteem (labiel evenwicht) • Successie • Latere stadia in opbouwend ecosysteem steeds stabieler • Uiteindelijk: climaxstadium • Kenmerk climaxstadium: • Evenwicht in energie en biomassa Bijzonderheden • In ons lichaam veel soorten micro-organismen • Evenwicht tussen vreemde indringers via afweerreacties te bestrijden én acceptie van soorten die ons voordeel opleveren en in ieder geval géén nadeel • Mutualisme • Commensalisme • Zo’n evenwicht is labiel: • Darminfecties komen namelijk vaak voor • Parasieten: nadeel voor de gastheer Virus en gastheer • Nieuwe virussen zorgen voor sterfte van een groot deel betreffende populatie • Indien dat virus niet snel een nieuw slachtoffer vindt zal het verdwijnen • Deel populatie dat overleeft is resistent geworden • Virussen alleen succesvol als overlevingskans (fitness) van de geïnfecteerde soort niet minder wordt • In begin: snelle opeenvolging van aanpassingen bij zowel virus als zijn gastheer (co-evolutie) • Gastheer krijgt bepaalde mate van resistentie én virus wordt gematigder • Dus langer verblijf in slachtoffer dat daardoor langer virussen kan verspreiden Vlinderbloemige plant en bacterie • Bacteriën leven in knolletjes van wortels van vlinderbloemige planten • Bacteriën maken nitraat uit stikstofgas uit de lucht en geven dat af in de bodem • Planten nemen dat op • Planten producereen glucose (fotosynthese) die deze knolletjesbacteriën kunnen opnemen • Mutualisme Kolonisatie van een eiland • Niet elke soort heeft evenveel kans om zich op dat eiland te vestigen • Verspreidingsmogelijkheden en tolerantie tegen allerlei wisselende factoren spelen een rol • Toeval speelt ook een rol: zijn er al concurrenten? Predator wil vestigen maar nog geen prooidieren? • Er zijn toch een aantal wetmatigheden en er kan bij kolonisatie een evenwicht ontstaan • Zie volgende dia MacArthur en Wilson Theorie ontwikkeld in 1967 • 2 processen bepalen het aantal soorten op een eiland: • 1. De immigratie • Hoe meer soorten er al zijn, hoe lager de immigratiesnelheid Bedenk eens een argument/reden? • 2. De extinctie = uitsterven van reeds aanwezige soorten • Hoe meer soorten aanwezig, hoe hoger de extinctiesnelheid Bedenk eens een argument/reden? Kolonisatie van een eiland MacArthur en Wilson