In evenwicht - BRINK Kindertherapie

advertisement
In evenwicht (vallen en opstaan)
Mensen richten zich op; Dat begint al bij een
baby’tje dat zijn hoofdje in het midden
probeert te houden en ontwikkelt zich naar
de rechtop gaande houding van een ouder
kind of volwassene. Er wordt een steeds
groter beroep gedaan op het evenwicht om
deze houdingen te kunnen handhaven en
controleren.
Om te kunnen lopen hebben we dynamische
balans nodig; we moeten tijdens het bewegen
in evenwicht kunnen blijven. Hierbij worden
de oprichtreacties, de evenwichtsreactie, de
steunreactie en de hoofd- rompbalans sterk
aangesproken.
Evenwicht
De evenwichtsreactie treedt automatisch op
als je je evenwicht verliest: er spannen dan
spiergroepen aan om te voorkomen dat je
valt. Je voelt dit ook direct bij een kindje op je
schoot dat je uit evenwicht brengt. Dit
reactievermogen is een belangrijke
voorwaarde voor een kind om zich te durven
ontwikkelen en steeds moeilijker
vaardigheden te gaan proberen. Er is moed
voor nodig om van lig naar stand te komen; de
evenwichtsreactie geeft de baby het
vertrouwen om het erop te wagen.
Veel vallen
Alle kinderen groeien met vallen en opstaan.
Maar sommige kinderen vallen opvallend
vaker dan anderen. Sommige hebben moeite
met los te gaan fietsen. Kunnen moeilijk stil
zitten of vallen zelfs van hun stoel. Anderen
experimenteren weinig met klimmen en
klauteren om zo te voorkomen dat ze veel
vallen.
Wat kan de oorzaak zijn?
Een belangrijke oorzaak van veel vallen kan
zijn een onvoldoende ontwikkeld evenwicht,
waardoor je moeilijk in balans blijft. Om je
evenwicht te kunnen bewaren moet je in staat
zijn om, tegen de zwaartekracht in, je houding
te kunnen handhaven. Er is hiervoor
voldoende spanning in de spieren nodig. Maak
je te weinig spanning dan val je om. Ook moet
je leren niet te veel spanning te maken,
anders ziet het bewegen er houterig uit. Dus
je moet de spanning kunnen reguleren.
Daarnaast moet je een goede hoofd- en
rompbalans hebben.
Het handhaven van je balans wordt niet alleen
geregeld door het evenwichtsorgaan.
Daarnaast ook door de informatie die je krijgt
vanuit je spieren, banden, kapsel, gewrichten
en pezen. De verwerking van deze informatie
wordt de propriocepsis genoemd. Zodra er
een verandering optreedt past het lichaam
zich hieraan aan. Je ervaart dit bijvoorbeeld
als je de trap afloopt en er blijkt een trede te
zijn waar je niet op had gerekend.
Wat doe je eraan?
Wanneer een kind erg vaak valt, opvallend
angstig is om te bewegen of erg houterig
beweegt kan het een reden zijn om een
kinderfysio- of oefentherapeut te consulteren.
Deze zal onderzoeken of de motoriek en
eventueel het evenwicht inderdaad
onvoldoende is en wat de reden hiervoor is.
Als daar therapie uit volgt kan het zijn dat niet
direct de vaardigheden geoefend worden.
Eerst worden de voorwaarden spelenderwijs
geoefend waarna deze in de dagelijkse
activiteiten toegepast worden. Een belangrijk
deel van therapie is het instrueren van ouders
zodat zij kunnen oefenen in de thuissituatie.
Foto van Gijs op de bal met de armen gestrekt
in de lucht.
Download