DEEL 1 Organismen krijgen informatie over hun omgeving THEMA 3 EVENWICHTSRECEPTOREN 1 Aard van de prikkel: zwaartekracht zwaartekracht Evenwicht: reactie op inertie (traagheid) Evenwichtsreceptoren reageren op veranderingen in lichaamshouding en lichaamsbeweging 2 Situering van de evenwichtszintuigen Voorhof (ovale en ronde blaasje) met statolietorganen: registreren de stand van het hoofd en het lichaam bij horizontale en verticale bewegingen Halfcirkelvormige kanalen met ampullaorganen (in de ampulaire verdikkingen registreren de draaibewegingen van het hoofd in alle richtingen Bouw en werking van 3 een statolietorgaan 3.1 Bouw van een statolietorgaan Haarcellen = evenwichtsreceptoren Statolieten (kalksteentjes) op gelatineuze massa 3.2 Werking van een statolietorgaan 3.2.1 Registreren van de stand van het hoofd Zenuwimpulsen ontstaan door verbuiging van de haartjes van de haarcellen (receptoren) 3.2.2 Registreren van rechtlijnige bewegingen verticale beweging: statoliet doet haartjes in ronde blaasje verbuigen (bv. lift vertrekt of stopt) normaal lift vertrekt lift constante snelheid lift stopt horizontale beweging: statoliet doet haartjes in ovale blaasje verbuigen (bv. auto vertrekt of remt) Bouw en werking van 4 een ampullaorgaan 4.1 Bouw van een ampullaorgaan Haarcellen van labyrintvlies liggen in gelatineuze massa Ampullaorganen sluiten halfcirkelvormige kanalen af 4.2 Werking van een ampullaorgaan Registreert draaibewegingen van het hoofd = rotatiezin 3D: kanalen in 3 loodrechte vlakken Plots stoppen van de draaibeweging ??? Samenwerking van 5 statoliet- en ampullaorgaan Dank zij gelijktijdige informatie uit statolietorgaan en ampullaorgaan kunnen de hersenen het lichaam gepast laten reageren om het evenwicht te bewaren Andere zintuigen die een 6 rol spelen om het evenwicht te bewaren 6.1 Ogen De evenwichtsorganen staan niet alleen garant voor bewaren van het evenwicht Experimenten experimenten onderzoeksvraag Welke zintuigen spelen een rol om het evenwicht te bewaren? waarnemingen 1. Je staat gedurende 1 min. kaarsrecht met de voeten tegen elkaar, eerst met open ogen, daarna met gesloten ogen. Je stelt vast dat … je heel wat meer bewegingen maakt om je evenwicht te bewaren met gesloten ogen dan met open ogen. 2. Je staat gedurende 1 min. op één been met de ogen open. Dan doe je hetzelfde met de ogen dicht. Je stelt vast dat … het veel moeilijker is om het evenwicht te bewaren met de ogen dicht 3. Een proefpersoon draait enkele malen snel rond zijn as en stopt dan bruusk. Meteen daarna wordt het evenwicht van de proefpersoon getest door hem over een rechte lijn te laten lopen. Je stelt vast dat … de proefpersoon duizelig is en moeite heeft om rechtop te blijven Besluit Uit deze proeven kan je afleiden dat evenwicht tot stand komt door een samenspel van verschillende zintuigen nl. de statolietorganen, de ampullaorganen en de ogen. Als je de ogen uitschakelt, is het moeilijker om het evenwicht te bewaren. 6.2 Proprioreceptoren In de vorige experimenten maak je voortdurend kleine bewegingen om je hoofd en lichaam recht te houden: Deze reacties zijn het gevolg van de prikkeling van de proprioreceptoren. receptoren in pezen, spieren en gewrichten Pezen: peesorganen info spierspanning Spieren: spierspoelen rekking spier Gewrichtsbanden: gewrichtsreceptoren stand en standsveranderingen van het gewricht Bewegingsziekte en duizeligheid Geen ziekte maar wel een evenwichtsstoornis Overprikkeling evenwichtszintuigen Tegenstrijdige informatie tussen evenwichtszintuig, ogen en proprioreceptoren EVENWICHT SUBTIEL SAMENSPEL TUSSEN evenwichtsorganen proprioreceptoren ogen EINDE THEMA 3 EVENWICHTSRECEPTOREN