Maandverslag insectenwerkgroep KNNV Roosendaal, februari 2017

advertisement
Maandverslag insectenwerkgroep KNNV Roosendaal, februari 2017
De maand begint met een paar warme nachten en daar
moeten we natuurlijk gebruik van maken. Op 2 februari
smeren we 50 bomen in op Kortenhoeff en weten een
behoorlijk aantal nachtuiltjes te lokken. Een nieuwe soort
voor De Zoom is de zwartvlekwinteruil, een betrekkelijke
nieuwkomer die zich sinds het begin van deze eeuw over
bijna heel Nederland heeft verspreid. Een leuke vondst is het
vrouwtje van de grote wintervlinder. Dit vrouwtje is geheel
vleugelloos, valt dus niet te lokken en moet je gewoon een
keer tegen het lijf lopen (foto). Naast vlinders zien we ook de
eerste wantsen van het jaar en deze worden meteen
opgevoerd voor het wantsenproject van EIS.
Op 11 februari hebben we wederom een schoolreisje naar
Utrecht. Ditmaal wordt met 6 mens sterk de “Kistjesdag”
van de Nederlandse Entomologische Vereniging (NEV)
bezocht. Opvallend is dat er erg weinig kistjes met
opgeprikte insecten rondgaan. Het lijkt wel of ook de NEV
in de 21ste eeuw is aangekomen. Of dat een goed signaal
is, wordt door velen betwijfelt. De sprekers zijn allemaal
erg gepassioneerd maar je moet goed opletten om ze te
kunnen volgen. Behalve insecten komen ook twee
kunstenaars aan bod. Dat zijn Maria Sybilla Merian bekend
van de prachtige rups van de meriansborstel maar nog
meer door haar mooie afbeeldingen van Surinaamse
insecten. Uit de praatjes blijkt dat zij geïnspireerd moet
zijn geweest door Johannes Goedaert. Deze fijnschilder uit
Middelburg tekende, schilderde en documenteerde in begin
17 eeuw voor het eerst de metamorfose van insecten en
mag terecht de allereerste entomoloog ter wereld
genoemd worden. Er is op dit moment een tentoonstelling over zijn leven en werk in
Middelburg. Zie zijn tekening van drie levensstadia van de dagpauwoog hiernaast.
Een leuk weetje uit de kistjesdag is dat er een nieuwe spoorcicade in Nederland
gevonden is die leeft van maisonkruiden. Dat is op zich niet zo positief maar hij draagt
ook een schadelijk plantenvirus met zich mee waar mais veel last van heeft. Omdat deze
cicade ook vaak “mis” prikt (?), infecteert hij ook mais met het virus.
Er wordt een uitgebreide lezing gegeven over de biologie van in
Nederland nieuw ontdekte sluipwespen die leven van de larven
van mierenleeuwen (foto van Gunter). Leuk om zelf ook eens te
ontdekken bij de vangkuiltjes van deze monstertjes. Er is een
onderzoekje behandeld met de vraag waarom er zo weinig
koekoekshommels zijn terwijl de gastheren algemeen
voorkomen. De conclusie is dat deze soorten die laat in het jaar
vliegen te weinig bloemen ter beschikking hebben. De zaal
oppert de mogelijkheden dat er sprake is van weinig
belangstelling bij waarnemers of dat deze soorten zich op de
grens van hun verspreidingsgebied bevinden en dat het dan
logisch is dat er dan grote fluctuaties of kleine aantallen zijn.
Er worden twee praatjes geweid aan een avontuurlijk verzamelreis naar het
boeddhistische Bhutan waar het leven van alle dieren heilig is en de onderzoekers nog
over de drempel van het verzamelen en doden van dieren moeten stappen. Dat je in het
westen juist de tegengestelde trend waarneemt (minder spelden, meer foto’s) vind ik erg
opvallend. Worden wij boeddhistischer of is er iets anders aan de hand? Bhutan staat nu
in ieder geval nog garant voor de ontdekking van tientallen, honderden of misschien wel
duizenden nieuwe soorten voor de wetenschap. Dit alles door en met Bhutanen onder
begeleiding van Naturalis - EIS Nederland.
Het wantsenproject 2017-2018 wordt nog eens goed onder de aandacht gebracht en
duidelijk in het geheel aan wantsenonderzoek geplaatst. Er is een oproep aan
entomologen om goed samen te willen werken met stadsecologen. Tot nu toe is er
minder aandacht geweest voor insecten in de stad. Dat tij moet gekeerd worden al was
het alleen maar omdat het grootste deel van het land zo langzamerhand stad aan het
worden is.
Wobke Wijngaard laat al zijn filmpjes zien van zwevende
insecten. Hij verbaast zich over het feit dat maar een enkele
soort zweefvlieg (puntbijvlieg) voor zijn vrouwtje zweeft
tijdens de balts (foto van Gerrit). Anderen zweven blijkbaar
alleen om een territorium te bewaken. Dit gedrag wordt ook
teruggevonden bij wolzwevers en libellen. De lezingen worden
afgesloten met een diaserie over wonderbaarlijke insecten uit
de hele wereld en wonderlijke reacties van mensen hierop.
Tot slot wordt Willem Ellis gehuldigd voor zijn levenswerken de
gigantische vlinderdatabase Noctua (5 miljoen waarnemingen)
en de internationaal vermaarde website
www.bladmineerders.nl waarin je alle Europese
plantenaantastingen en hun veroorzakers kunt vinden.
De organisatie van de wantsendag op 8 april is rond. We beginnen om 9:30 uur op de
Kraaijenberg met koffie, introductie en veldwerk. Na de lunch gaan we ook nog op de
Kortenhoeff inventariseren. Er zijn al heel wat aanmeldingen binnen en het beloofd een
leuke dag te worden.
Op 18 februari determineren Vera en Gerrit wantsen bij Naturalis en Guus prepareert
voor het eerst genitaliën van een bladroller onder begeleiding van de NEV expert Frans
Groenen. Op zondag 19 februari geeft Jack een excursie in het Mastenbos en vinden we
naast allerlei andere leuke zaken ook overwinterende vlinders (dagpauwoog en roesje) in
de oorlogsbunkers. Andere insecten overwinterden er in een opgerold rododendronblad,
zoals een achttienvlekkig lieveheersbeestje en een aantal berkensnuitwantsen. Een
mannelijke Saksische wesp bleek de winterkoude niet te hebben overleefd.
Wantsen en KNNV-ers beginnen nader tot
elkaar te komen. Wim van Vliet trof thuis
op zijn PC een grauwe schildwants aan
(foto). Ook die had een plekje gezocht om
te overwinteren. Het betreft een ZuidEuropese soort die zich vanaf de jongste
eeuwwisseling gestaag naar het noorden
uitbreidt. In ons land is hij boven de grote
rivieren nog steeds een zeldzame
verschijning. In de zuidelijke provincie
wordt de soort steeds vaker waargenomen.
Op 25 februari geeft Guus een presentatie over de micro’s van de Zoom bij een
bijeenkomst van de sectie Snellen (microvlinders) van de NEV. Dit wordt als volgt
samengevat op Facebook door de voorzitter Tymo Muus:
“Leuke praatjes over interessante vondsten uit het NHD (John), de Kalmthoutse heide
(Guus), Drempt (Charles) en de omgeving Soest (Remco). Projectpresentatie van de
"veldgids microvlinders" met een 20-tal zoektips van soorten die te verwachten zijn in
Nederland (Tymo) en opmerkelijke notities over de levenswijze van enkele
bladmineerders (Koen). “
De volgende keer zal het toch duidelijker moeten zijn dat het niet om de Kalmthoutse
Heide gaat maar juist om de Zoom. Kwestie van nog een paar keer terug gaan om ze te
indoctrineren.
Op 26 februari is het nachtvlinderen in de Noordpolder, voor ons team de eerste keer
aldaar. Marja en Guus inspecteren 35 ingesmeerde bomen en vinden er 45
wachtervlinders en alle hier voorkomende neefjes uit het geslacht Conistra. Dat wil
zeggen zwartvlekwinteruil, roodkopwinteruil, gevlekte winteruil en bosbesuil. Op licht zijn
het vooral veel voorjaarsbladrollers (35), een perentak, een grote voorjaarsspanner
(nieuw voor de Zoom) en een dubbelsoort oranje/lichte boogbladroller. Een dubbelsoort
is een vlinder die niet aan de hand van een foto op naam gebracht kan worden en
daarom heb ik hem meegenomen om te genitaliseren (ooit). Verder zijn er 5 kleine
voorjaarsspanners die voor hoofdbrekens zorgen omdat 3 van de 4 de kleurvarianten er
bij zijn (foto’s). Kortom, een leuke avond. O ja, het is erg warm (11oC) en nog droog
ook. Thuisgekomen treft Marja een zwartvlekwinteruil, de eerste voor Bergen op Zoom.
Download