WERKBOEK NEDERLANDS Mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid Book-werbkboek Nederlands.indb 1 24/06/16 10:44 Danielle De Smet & Liesbet De Vuyst WERKBOEK NEDERLANDS Mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid Book-werbkboek Nederlands.indb 3 24/06/16 10:44 © Academia Press P. Van Duyseplein 8 9000 Gent Tel. 09 233 80 88 Fax 09 233 14 09 [email protected] www.academiapress.be Uitgeverij Academia Press maakt deel uit van Lannoo Uitgeverij, de boeken- en multimediadivisie van Uitgeverij Lannoo nv. Vormgeving en opmaak: Press Point.be, tel. 09 362 52 50 Danielle De Smet & Liesbet De Vuyst Werkboek Nederlands, mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid Gent, Academia Press, 2015, VIII + 257 p. ISBN 978 90 382 2504 3 D/2015/4804/125 NUR 624 U 2366 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of vermenigvuldigd door middel van druk, fotokopie, microfilm of op andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Book-werbkboek Nederlands.indb 4 24/06/16 10:44 INHOUD Deel 1 Grammatica 1WOORDSOORTEN 1 3 1.1 Tot welke woordsoort behoren de onderstreepte woorden in de volgende zinnen? 1.2 Multiple choice. Benoem de onderstreepte woorden 1.3 Benoem de onderstreepte woorden 1.4 Geef bij elk woord de specifieke woordsoort 2ZINSDELEN 2.1 2.2 2.3 2.4 Onderstreep de bijzinnen en benoem ze Welke functie heeft het onderstreepte zinsdeel? Benoem de onderstreepte zinsdelen Ontleed de volgende zinnen volledig Deel 2 SPELLING 1WERKWOORDEN 1.1 Nederlandse werkwoorden 1.2 Engelse werkwoorden 1.3 Gemengde oefening 2AANEENSCHRIJVEN 3 3 4 5 6 8 8 8 9 10 13 15 15 17 18 21 2.1 Onderstreep de juiste vorm 2.2 Welke woorden worden aan elkaar geschreven? 21 22 LIGGEND STREEPJE 23 3.1 Schrijf een liggend streepje, waar nodig 3.2 Gemengde oefening: aaneenschrijven en liggend streepje 23 25 4TREMA 26 4.1 Schrijf een trema waar nodig 26 4.2 Gemengde oefening: trema of liggend streepje? 26 4.3 Gemende oefening: aaneengeschreven, met liggend streepje of met trema?27 4.4 Vorm samenstellingen 30 5TUSSENKLANK -N 5.1 Onderstreep de juiste vorm 5.2 Maak samenstellingen 32 32 33 IN HO U D Book-werbkboek Nederlands.indb 1 I 24/06/16 10:44 6TUSSENKLANK -S 6.1 6.2 6.3 6.4 Onderstreep de juiste vorm Vorm samenstellingen Gemengde oefening: tussenklank –n of –s. Vorm samenstellingen Vul aan met een tussenklank, waar nodig 7ACCENTTEKENS 34 34 35 35 36 37 7.1 Duid accenttekens aan waar nodig 37 7.2 Gemengde oefening: met of zonder trema of accent. Onderstreep de juiste vorm 38 8APOSTROF 9 41 8.1 Geef het meervoud 8.2 Zet de woorden in de genitief 8.3 Plaats een apostrof waar het nodig is 41 41 42 VREEMDE WOORDEN OF LEENWOORDEN 43 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 43 44 45 46 48 Maak samenstellingen Zelfde oefening Onderstreep het woord dat juist gespeld is Doorstreep het fout gespelde woord Onderstreep het correcte woord 10MEERVOUD 50 10.1 Geef de meervoudsvorm(en) van 50 10.2 Samengestelde woorden 51 10.3 Geef van volgende woorden de twee meervoudsvormen en hun betekenis51 11VERKLEINvormen 52 12HOOFDLETTERS 53 12.1 Schrijf hoofdletters waar ze nodig zijn 12.2 Zelfde oefening 12.3 Zelfde oefening 13 AFKORTINGEN, LETTER- EN INITIAALWOORDEN 13.1 Geef de afkorting van volgende woorden 13.2 Verklaar de onderstaande afkortingen II 53 55 57 59 59 59 14 SPLITSEN IN LETTERGREPEN 61 15LEESTEKENS 63 I N HOU D Book-werbkboek Nederlands.indb 2 24/06/16 10:44 16HERHALINGSOEFENINGEN 65 16.1 16.2 16.3 16.4 16.5 Corrigeer volgende zinnen 65 Zelfde oefening 66 Ga in onderstaande tekst op zoek naar spelfouten 68 Aaneenschrijven – liggend streepje – trema 70 Aaneenschrijven – liggend streepje – tussenklanken – trema – accent71 16.6 Plaats een trema of accent waar nodig 72 16.7 Meervouden en verkleinwoorden 73 16.8 Corrigeer, als het nodig is 74 16.9 Onderstreep de spelfout en corrigeer ze 75 16.10Duid de correcte zin aan 83 Deel 3TAALZUIVERING 89 1WOORDKEUZE 91 2CONTAMINATIE 93 3 PLEONASME EN TAUTOLOGIE 96 4 DUBBELE ONTKENNINGEN 99 5VERWIJSWOORDEN 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 101 Zijn of haar? Dat of wat? Enkele of enkelen? Zo’n of zulke? Dit of dat? – Deze of die? Wiens of wier? Hun of hen? 101 101 101 102 102 102 103 6 VERBUIGING VAN ADJECTIEVEN 104 7 VREEMDE WOORDEN 105 7.1 Vervang alle barbarismen door correct Nederlandse woorden 7.2Purismen 105 108 NIET VERWARREN 110 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 110 110 110 111 111 111 8 Als of dan? Toen, wanneer of als? Mits, gezien of aangezien? Respectief of respectievelijk? Je/jij/jullie/jou/jouw of u/uw? Omwille van of wegens? IN HO U D Book-werbkboek Nederlands.indb 3 III 24/06/16 10:44 9 BEKNOPTE EN BETREKKELIJKE BIJZIN 10DISCONGRUENTIE 10.1 Wordt de juiste vorm van het vervoegde werkwoord gebruikt? 10.2 Schrijf de maataanduidingen in het juiste getal 115 115 117 11SAMENTREKKINGEN 118 12TANGCONSTRUCTIES 120 13 WERKWOORDELIJKE EINDGROEP 122 14 FOUTIEVE INVERSIE 124 15VOORZETSELS 126 15.1 Vul het juiste voorzetsel in 15.2 Zelfde oefening 15.3 Zelfde oefening 16 OUDE NAAMVALSVORMEN 16.1 Vul de versteende uitdrukkingen aan 16.2 Zelfde oefening 17HERHALINGSOEFENINGEN 17.1 Honderd foutieve zinnen 17.2 Welke zin is correct? Deel 4stijl IV 112 126 127 128 130 130 131 132 132 142 145 1NAAMWOORDSTIJL 147 2 LANGE ZINNEN 149 3 PASSIEVE ZINNEN 151 4VOORZETSELKETENS 153 5ARCHAÏSMEN 155 6 157 OPEENVOLGING VAN GELIJKLUIDENDE WOORDEN I N HOU D Book-werbkboek Nederlands.indb 4 24/06/16 10:44 Deel 5woordenschat 159 1 ACADEMISCH NEDERLANDS 165 2 NEDERLANDS EN ALGEMENE TAALKUNDE 167 2.1 Vul de ontbrekende woorden in 2.2 Verwarrende varianten 167 169 JOURNALISTIEK EN MEDIA 170 3.1 3.2 3.3 3.4 170 171 173 174 3 Verwarrende varianten Vul de ontbrekende woorden op de juiste plaats in de tekst in Verklaar de cursieve woorden Schrijf de volgende afkortingen voluit 4Marketing en RECLAME 175 5POLITIEK 178 5.1 Verklaar de betekenis van de gecursiveerde woorden of uitdrukkingen178 5.2 Verwarrende varianten 181 5.3 Wat betekenen de volgende afkortingen? 182 5.4 Welk woord zoeken we? 183 6 DE FINANCIEEL-ECONOMISCHE WERELD EN DE ARBEIDSMARKT184 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 7 Verklaar de betekenis van de cursieve woorden of uitdrukkingen Verwarrende varianten Wat betekenen de volgende afkortingen? Vul het juiste woord in Geef het correcte woord OORLOG, POLITIE, GERECHT 184 186 186 188 189 191 7.1 Verklaar de betekenis van de gecursiveerde woorden of uitdrukkingen191 7.2 Kies de juiste vorm. 192 7.3 Vul de ontbrekende termen in 193 7.4 Verwarrende varianten. Leg het verschil uit tussen 194 7.5 Welke oorlogsterm past bij de volgende omschrijvingen? 195 8MEDISCHE WERELD EN WETENSCHAP 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 Wat betekenen volgende medische termen? Geef het Nederlandse equivalent Verklaar volgende fobieën en manieën Welke bekende medische termen worden hier omschreven? Verklaar de volgende afkortingen Welke termen ontbreken in de tekst? 197 197 198 198 199 201 201 IN HO U D Book-werbkboek Nederlands.indb 5 V 24/06/16 10:44 9 KUNST EN CULTUUR 203 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6 9.7 203 204 205 206 207 208 210 Welk soort film wordt hier beschreven? Beroemde filmprijzen Vul het juiste woord in Televisie, theater en podiumkunsten Beeldende kunst Woorden uit de literatuur Woorden uit de muziek 10SPORT 212 10.1 10.2 10.3 10.4 212 214 215 216 Verklaar de betekenis van de gecursiveerde voetbal- en wielertermen Verklaar de betekenis van de gecursiveerde woorden Verklaar de afkortingen Welke sportterm beantwoordt aan de volgende omschrijvingen? 11GODSDIENST 218 11.1 Verklaar de betekenis van de cursief gedrukte woorden of uitdrukkingen218 11.2 Verklaar de cursieve, op de Bijbel geïnspireerde uitdrukkingen 219 11.3 Vul de ontbrekende woorden in 220 12MYTHOLOGIE EN OUDHEID 222 12.1 Welke woorden horen bij elkaar? 222 12.2 Welke persoonsnaam beantwoordt aan de opgegeven omschrijving?223 12.3 Vul in de volgende zinnen het ontbrekende adjectief uit het lijstje in 223 12.4 Verklaar de cursieve uitdrukkingen 224 13 LATIJNSE EN GRIEKSE INVLOED 13.1 13.2 13.3 13.4 13.5 Kies uit onderstaande lijst de correcte term of uitdrukking Welke uitdrukking zoeken we? Wat betekenen de volgende uitdrukkingen Verklaar volgende woorden Wat betekenen volgende Latijnse afkortingen? 14 ENGELSE, FRANSE EN DUITSE INVLOED 14.1 14.2 14.3 14.4 14.5 14.6 14.7 14.8 VI Welk Engels woord is in het Nederlands omschreven? Vul het correcte woord in Welk woord zoeken we? Welk beter bekend Engels woord zoeken we? Welk Frans woord voldoet aan de Nederlandse omschrijving? Verklaar de cursieve woorden in volgende zinnen Welk Duits woord voldoet aan volgende omschrijvingen? Kies de juiste omschrijving voor volgende begrippen 225 225 227 228 228 229 230 230 232 233 233 234 235 236 237 I N HOU D Book-werbkboek Nederlands.indb 6 24/06/16 10:44 15 INVLOED UIT ANDERE TALEN 15.1 Welk woord past bij de omschrijving uit de onderstaande lijst? 15.2 Vul in onderstaande zinnen het correcte woord in 15.3 Kies voor elk woord de juiste omschrijving 16ALGEMEEN 16.1 16.2 16.3 16.4 16.5 Vervang de gecursiveerde woorden door een adjectief op –eus Vervang de gecursiveerde woorden door een substantief Vervang de gecursiveerde woorden door een werkwoord Vervang de gecursiveerde adjectieven door hun antoniem Elke omschrijving verwijst naar een woord dat eindigt op –ist 240 240 242 243 247 247 248 249 250 252 Bronnenlijst253 IN HO U D Book-werbkboek Nederlands.indb 7 VII 24/06/16 10:44 DEEL 1 GRAMMATICA Book-werbkboek Nederlands.indb 1 24/06/16 10:44 1WOORDSOORTEN 1.1Tot welke woordsoort behoren de onderstreepte woorden in de volgende zinnen? 1. Zodra je klaar bent met je examen, mag je het indienen. 2. Als eerste minister kon hij die kritiek moeilijk verkroppen. 3. De fandag was een geweldig succes. 4. Wie niet ingeschreven is, kan de workshop niet bijwonen. 5. Ik denk dat u zich vergist! 6. Het is nog altijd niet duidelijk wie de verkiezingen gewonnen heeft. 7. Sinds vorige week beantwoordt hij zijn mails weer. 8. Door de overvloedige regen liepen verschillende kelders onder water. 9. Het concert dat ik gisteren bijwoonde, was geen succes. 10. Morgen verkoopt de bibliotheek meer dan duizend boeken voor het goede doel. 11. Als het waar is wat de manager zei, hoefde niemand zich zorgen te maken over een mogelijke herstructurering van het bedrijf. woordsoor ten Book-werbkboek Nederlands.indb 3 3 24/06/16 10:44 12. Door de belastingen te verhogen, worden de mensen met een laag inkomen steeds armer. 1.2Multiple choice. Benoem de onderstreepte woorden 1. De hotelprijzen zijn er sterk gedaald door de felle onlusten. a.hulpwerkwoord b. zelfstandig werkwoord c.koppelwerkwoord d.bijwoord 2. Die vergadering vindt morgen plaats achter gesloten deuren. a. zelfstandig naamwoord b. zelfstandig werkwoord c. bijvoeglijk naamwoord d.bijwoord 3. De leerkracht vergaf de cursisten hun onwetendheid. a.voorzetsel b. bezittelijk voornaamwoord c. persoonlijk voornaamwoord d. aanwijzend voornaamwoord 4. Toen hij het alarm hoorde, zette hij het op een lopen. a.voorzetsel b.lidwoord c.voegwoord d.telwoord 5. Of ze dat berichtje op haar voicemail tijdig gehoord heeft, weet ik niet. a.voegwoord b.voorzetsel c.bijwoord d.lidwoord 4 gra m m atica Book-werbkboek Nederlands.indb 4 24/06/16 10:44 1.3 Benoem de onderstreepte woorden zo nauwkeurig mogelijk 1. Kom je nog of blijf je daar staan? 2. Het nieuwe vaccin tegen griep wordt sterk aanbevolen aan ouderen en verzwakten. 3. De raad van bestuur heeft geen enkel bezwaar tegen het nieuwe plan. 4. Dat is iets wat ik altijd al heb willen hebben. 5. Doordat hij minderjarig is, kan hij niet worden vervolgd. 6. Het interesseert me niet of hij morgen komt. 7. Dat kan nog boeiend worden. 8. Reinout belde haar midden in de nacht op, omdat hij haar stem wilde horen. 9. Nederland heeft sinds vorige week een nieuwe regering. 10. Ze heeft hun niet verteld dat ze zwanger is. woordsoor ten Book-werbkboek Nederlands.indb 5 5 24/06/16 10:44 1.4 Geef bij elk woord de specifieke woordsoort. Geef bij werkwoorden steeds aan of het gaat om een zelfstandig werkwoord, koppelwerkwoord of hulpwerkwoord 1. Wat(1) heb(2) je(3) je(4) in(5) je(6) hoofd(7) gehaald(8)? 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 2. Thomas(1) is(2) overspannen(3) doordat(4) de(5) sfeer(6) in(7) het(8) team(9) zo(10) slecht(11) is(12). 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 6 gra m m atica Book-werbkboek Nederlands.indb 6 24/06/16 10:44 3. Die(1) broer(2) van(3) jou(4) beweert(5) dat(6) mijn (7) buurmeisje(8) zijn(9) eerste(10) vriendin(11) was(12). 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. woordsoor ten Book-werbkboek Nederlands.indb 7 7 24/06/16 10:44 2ZINSDELEN 2.1 Onderstreep de bijzinnen en benoem ze 1. Ik hoop dat je morgen komt. 2. Het wordt mooi weer vandaag en het is weekend, dus we gaan naar zee. 3. Het sportvliegtuigje had motorpech en moest een noodlanding maken in een weiland. 4. Dat meisje op wie hij heimelijk verliefd is, heet Kimberly. 5. Luid snikkend verliet ze het examenlokaal. 2.2 Welke functie heeft het onderstreepte zinsdeel? 1. Alles wat ook maar een beetje naar avontuur ruikt, is hem een gruwel. a.onderwerp b. lijdend voorwerp c. meewerkend voorwerp d. naamwoordelijk deel 2. Deze winter wordt ze vijftig. a. lijdend voorwerp b. bijwoordelijke bepaling c. meewerkend voorwerp d. naamwoordelijk deel 8 gra m m atica Book-werbkboek Nederlands.indb 8 24/06/16 10:44