Taal op maat - Noordhoff Uitgevers

advertisement
Taal op maat
Werkboek 4b
Hoofdauteurs
Helga van de Ven
Margreet Vreman
Auteurs
Nicole Bus
Karin van Hoof
Janine Peyré
Raoul Wiekeraad
Martine Zeeman
Met medewerking van
Rudy Beernink
Bart van Schijndel
Noordhoff Uitgevers
238089.indb 1
18/09/12 3:49 PM
Ontwerp binnenwerk: Grafisch ontwerp Duko Hamminga, Assen
Ontwerp omslag: Astrid van der Neut, Rotterdam
Ontwerp en uitvoering omslagkoffers: Inge Nouws, Castelldefels, Spanje
Foto omslagbeeld: Ron Giling – Lineair, Arnhem
Tekstredactie: Eugenia Smit, Hilversum
© 2012 Noordhoff Uitgevers bv, Groningen/Houten, The Netherlands
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag
niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd
gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij
elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van
reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel
16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor verschuldigde vergoedingen te voldoen
aan Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl).
Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers
en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot
Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060,
2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl).
All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a
retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical,
photocopying, recording or otherwise without prior written permission of the publisher.
ISBN 978-90-01-79067-7
Eerste druk, 2012
SISO 475.22
238089
238089.indb 2
18/09/12 3:49 PM
Inhoud
Thema 5
Contact
6
Thema 6
Vrij
26
Thema 7
Mooi!
46
Thema 8
Op reis
66
Extra opdrachten
86
Thema 6
89
Thema 7
92
Thema 8
95
Bronvermelding
99
© Noordhoff Uitgevers bv
Thema 5
3
238089.indb 3
18/09/12 3:49 PM
Hoe werk je met Taal op maat?
6
Les
Je oefent
Hier zie je wat je gaat doen.
Dit is het doel van de les.
Schrijven
Luisteren en spreken
Kijk op taal
• hoe je verkleinwoorden maakt met -je.
Weet je nog?
In weet je nog? staat in
het kort de uitleg uit de
vorige les.
In de opdrachten oefen
je met de uitleg.
Woordenschat
1
Woorden met -je noem je verkleinwoorden.
Zet in elke zin een rondje om het verkleinwoord.
1 Isa verzendt het berichtje met haar telefoon.
2 Ze geeft woensdag een feestje.
3 Ze vraagt of Eelco en zijn broertje ook komen.
4 Eelco stuurt een e-mail: ‘Leuk! Wat wil je voor cadeautje?’
5 Isa stuurt een bericht terug: ‘Een armbandje.’
2
A Zet een rondje om de zes verkleinwoorden.
het tasje
het pakket
de kleine envelop
het briefje
de kaart
het zakje
het bericht
het kopje
de kleine brievenbus
het huisje
het woord
het nietje
B Welke woorden blijven over?
Maak daar een verkleinwoord van.
Denk aan het lidwoord.
12
Groep 4 – Thema 5 Contact – Week 2
4
238089.indb 4
18/09/12 3:49 PM
3
Kijk naar het plaatje.
Zoek zes verkleinwoorden.
Schrijf ze op. Denk aan het lidwoord.
4
Schrijf steeds drie verkleinwoorden op.
1 In de klas zie ik een
,
en een
,
2 In de straat zie ik een
een
en een
,
3 In de tuin zie ik een
een
Je leerkracht vertelt je of
je deze opdracht maakt.
Maak een lange zin met drie verkleinwoorden.
© Noordhoff Uitgevers bv
5
en een
Wat kan ik?
Ik kan verkleinwoorden maken met -je.
Ben je klaar?
Kies Werkboek bladzijde 86 of pluswerk of computer.
Groep 4 – Thema 5 Contact – Week 2
Ben je iets vergeten? Kijk
dan achter in het Taalboek.
Daar staat het Taalmaatje
met alle uitleg bij elkaar.
13
Hier lees je wat je hebt
geleerd.
Ben je klaar? Kies dan
een opdracht achter in
het Taalboek of Werkboek.
Je kunt ook aan de slag
op de computer of met
het pluswerk.
© Noordhoff Uitgevers bv
een
Heb je tijd over? Maak dan
de opdracht met het rondje
ervoor.
5
238089.indb 5
18/09/12 3:49 PM
Thema
6
Vrij
26
238089.indb 26
18/09/12 3:51 PM
Themawoorden
en schoolwoorden
Les 1 en 2:
Les 9 en 10:
de afspraak
Elkaar beloven om iets te doen.
afschuwelijk
Heel erg vies, heel erg lelijk of heel
erg akelig.
eergisteren
De dag die vóór gisteren kwam.
eerst
Waarmee je begint.
gisteren
De dag die vóór vandaag kwam.
morgen
De dag die na vandaag komt.
nu
Op dit moment.
overmorgen
De dag die ná morgen komt.
cool
Stoer en leuk.
het gedoe
De drukte om iets wat lastig is of
moeilijk gaat.
hinkelen
Op één been rondspringen.
knikkeren
Een spel waarbij je bolletjes van glas
ergens naartoe moet rollen.
lastig
Niet makkelijk.
het moment
Eén tel, heel even.
straks
Over een poosje.
onbelangrijk
Niet belangrijk. Je hoeft er niet goed
op te letten.
vandaag
Nu, op deze dag.
schommelen
Heen en weer bewegen.
volgend
Wat erna komt.
skeeleren
Rijden op skeelers.
de volgorde
De manier waarop dingen na elkaar
komen.
stom
Heel vervelend of heel dom.
© Noordhoff Uitgevers bv
de agenda
Een boekje waarin je afspraken
opschrijft.
tikkertje
Een spel waarbij je de ander moet
aantikken
27
238089.indb 27
18/09/12 3:52 PM
Les
2
Je oefent
Woordenschat
Schrijven
Luisteren en spreken
Kijk op taal
• woorden bij het thema afspraken maken.
• een woordtrap maken.
Weet je nog?
1
Sommige woorden vertellen in welke volgorde iets gebeurt.
Wil je deze woorden beter onthouden? Zet ze in een woordtrap.
Zet de nummers van de woorden in een woordtrap.
Let op: één nummer komt twee keer voor. Kies uit:
1 lunch
2
2 tussendoortje
3 avondeten
4 ontbijt
A Welk woord komt erna?
Schrijf het op, in de goede volgorde van tijd.
Kies uit:
gisteren
morgen
overmorgen
eergisteren
vandaag
1 eergisteren – gisteren –
2 vandaag – morgen –
3 gisteren – vandaag –
B Kijk naar A. Maak zelf twee rijtjes.
Denk aan de goede volgorde.
28
238089.indb 28
Groep 4 – Thema 6 Vrij – Week 1
18/09/12 3:52 PM
3
Vul het goede woord in.
Kies uit:
overmorgen
afspraken
straks
nu
vandaag
agenda
volgorde
volgend
eerst
1 De moeder van Jos is haar
2
kwijt.
dacht ze dat ze alle
nog wel wist.
3 Dat klopt, maar niet in de goede
4
bracht ze Jos naar het zwembad.
les!
5 Maar hij heeft pas
6
4
brengt ze hem nog op zondag naar school!
Kijk naar de woorden van 3.
Je hield twee woorden over.
Maak met elk woord een zin.
1
2
5
Welke dag is het?
1 Vandaag is het
© Noordhoff Uitgevers bv
2 Eergisteren was het
3 Overmorgen is het
Wat kan ik?
Ik ken de woorden bij het thema afspraken maken.
Ik kan een woordtrap maken.
Ben je klaar?
Kies Werkboek bladzijde 89 of pluswerk of computer.
Groep 4 – Thema 6 Vrij – Week 1
238089.indb 29
29
18/09/12 3:52 PM
4
Les
Je oefent
Woordenschat
Schrijven
Luisteren en spreken
Kijk op taal
• een stripverhaal schrijven.
Weet je nog?
1
In een stripverhaal vertellen de plaatjes het verhaal.
In de spreekwolkjes staat wat de stripfiguren zeggen.
Bij welk plaatje horen de zinnen?
Zet de nummers in de wolkjes.
1 Net als in de film!
2 Ja, ik heb die dvd. Kom je hem kijken?
3 Dat is waar, maar dit vind ik niet grappig.
4 Ja nu, want het regent vanmiddag toch.
5 Bedoel je nu?
6 Ken je die film over die postbode die zo nat werd? Zo grappig!
7 Ik moet dan wel door die regen fietsen!
2
Bedenk een verhaal in vier plaatjes.
Plaatje 1: Twee kinderen maken een afspraak.
Plaatje 2: Ze doen wat ze hadden afgesproken.
Plaatje 3 en 4: Er gaat iets mis.
Dit gaan ze doen:
Dit gaat er mis:
30
238089.indb 30
Groep 4 – Thema 6 Vrij – Week 1
18/09/12 3:52 PM
3
Schrijf de tekst voor de spreekwolken in je strip.
1 Schrijf de tekst eerst op een kladblaadje.
2 Schrijf die dan in het vak.
3 Teken daarna het wolkje eromheen.
4 Heb je nog tijd? Teken dan ook de stripfiguren.
Het mogen gekke poppetjes zijn. In een strip mag dat!
Kijk naar je strip van opdracht 3.
Zet een rondje om het goede antwoord.
1 Ik heb een strip bedacht van vier plaatjes.
ja / nee
2 Ik heb teksten geschreven in spreekwolken.
ja / nee
Wat kan ik?
Ik kan een stripverhaal schrijven.
Ben je klaar?
Kies Werkboek bladzijde 89 of pluswerk of computer.
Groep 4 – Thema 6 Vrij – Week 1
238089.indb 31
© Noordhoff Uitgevers bv
4
31
18/09/12 3:52 PM
6
Les
Je oefent
Woordenschat
Schrijven
Luisteren en spreken
Kijk op taal
• met woorden voor de volgorde in de tijd.
Weet je nog?
1
Sommige woorden vertellen wanneer iets is.
Zet het woord op de goede plek.
Kies uit:
straks
morgen
op dit moment
gisteren
vorige week
vandaag
overmorgen
toen
Wat al is geweest:
Nu:
Wat nog moet komen:
2
Zet de zinnen in de goede volgorde.
Schrijf de nummers op.
A 1 Straks ga ik naar school.
2 Nu zit ik te ontbijten.
3 Vanmorgen ben ik opgestaan.
De goede volgorde is:
B 1 Morgenavond slaap ik bij haar.
2 Morgenochtend ga ik met de trein naar oma.
3 Overmorgen kom ik weer thuis.
4 Gisteren belde mijn oma. Ze vroeg of ik
kwam logeren.
De goede volgorde is:
32
238089.indb 32
Groep 4 – Thema 6 Vrij – Week 2
18/09/12 3:52 PM
3
Zet een rondje om het goede woord.
1 Vorige / volgende week had ik zwemles.
2 Gisteren / morgen mocht ik afzwemmen.
3 Gisteren / vandaag laat ik mijn diploma aan de juf zien.
4 Vorige week / morgen ga ik met een vriendje zwemmen.
4
Vertel iets over jezelf.
1 Gisteren
2 Nu
3 Morgen ga ik eerst
4 Daarna
Kijk naar het plaatje. Maak er een lange zin bij.
Gebruik drie woorden van opdracht 1.
Wat kan ik?
Ik kan gebeurtenissen in de juiste volgorde zetten.
Ben je klaar?
Kies Werkboek bladzijde 89 of pluswerk of computer.
Groep 4 – Thema 6 Vrij – Week 2
238089.indb 33
© Noordhoff Uitgevers bv
5
33
18/09/12 3:52 PM
Les
8
Je leert
Extra: Lekker lezen
• wat een prentenboek en wat een stripverhaal is.
Uitleg
Prentenboek en stripverhaal
In de meeste boeken staan veel woorden.
Soms staan er ook plaatjes bij.
Soms vertellen de plaatjes het verhaal.
Dan noemen we het boek een prentenboek.
Staan de woorden in spreekwolken?
Dan is het een stripverhaal.
1
Bekijk de plaatjes.
Hoe zie je wat een stripboek is en wat een prentenboek?
Praat erover met een maatje.
Schrijf onder de plaatjes stripboek of prentenboek.
2
Lees de zinnen de bekijk het plaatje.
Twee kinderen helpen in de tuin.
Een kind vindt een worm.
Het kind denkt dat het een touwtje is.
34
238089.indb 34
Groep 4 – Thema 6 Vrij – Week 2
18/09/12 3:52 PM
Kijk naar de zinnen van opdracht 2.
Maak één bladzijde uit een prentenboek over
dit verhaal.
En één plaatje uit een strip over dit verhaal.
Gebruik de plaatjes bij opdracht 2.
© Noordhoff Uitgevers bv
3
Wat kan ik?
Ik weet wat een prentenboek is.
Ik weet wat een stripverhaal is.
Ben je klaar?
Kies Werkboek bladzijde 89 of pluswerk of computer.
Groep 4 – Thema 6 Vrij – Week 2
238089.indb 35
35
18/09/12 3:53 PM
10
Les
Je oefent
Woordenschat
Schrijven
Luisteren en spreken
Kijk op taal
• met de woorden bij het thema lekker (buiten) spelen.
• dat je een woord beter onthoudt als je het opschrijft.
Weet je nog?
1
Wil je een woord beter onthouden? Schrijf het woord op.
Welk woord hoort in het midden van het
woordweb?
Kies uit:
cool
gedoe
bedoeling
vrolijk
rommel
lastig
onhandig
2
drukte
moeilijk
A Wat hoort er niet bij?
Streep dat woord door.
1 lastig – onbelangrijk – moeilijk – gedoe –
2 tof – gaaf – stom – super –
3 hinkelen – knutselen – skeeleren –
4 tijdstip – moment – contact – hoe laat? –
5 niet belangrijk – onzin – belangrijk –
B Kijk naar de woorden bij A.
Bedenk een woord dat er goed bij past.
Schrijf het erbij.
36
238089.indb 36
Groep 4 – Thema 6 Vrij – Week 2
18/09/12 3:53 PM
3
A Maak een groot woordweb.
Teken er vakken bij.
Bedenk zelf woorden.
Denk aan spelletjes binnen en buiten.
Schrijf er ook bij wat je ervan vindt.
Gebruik de woorden bij lekker (buiten) spelen
die je de vorige les hebt geleerd.
spelen
B Zet rondjes om de woorden.
Blauw = de woorden die horen bij samen spelen.
Groen = de woorden die horen bij alleen spelen.
Ruil je schrift met dat van een maatje.
Kies een kleur: blauw of groen.
Bedenk daar nog drie woorden bij.
© Noordhoff Uitgevers bv
4
Wat kan ik?
Ik ken de woorden bij het thema
lekker (buiten) spelen.
Ben je klaar?
Kies Werkboek bladzijde 89 of pluswerk of computer.
Groep 4 – Thema 6 Vrij – Week 2
238089.indb 37
37
18/09/12 3:53 PM
12
Les
Je oefent
Woordenschat
Schrijven
Luisteren en spreken
Kijk op taal
• met beschrijven wat je graag doet.
Weet je nog?
Als je beschrijft wat je graag doet, vertel je:
1 Wat je doet
2 Met wie
1
3 Waar
4 Wanneer
A Bekijk de plaatjes.
Je ziet wat Marian en Tom graag doen.
B Marian en Tom spelen buiten.
Wat doen ze daar graag?
Schrijf het op.
Marian
Tom
ÓnnÏχaaŸ ∏sÃcflccflºıhhÏχo•ooß
oolŸoßlŸ
o™opŸpŸ ÓzzÏχa»t
a»tÑefl
»t eñrñrχddχaaχgg›
1 Wat?
2 Met wie?
3 Waar?
4 Wanneer?
38
238089.indb 38
Groep 4 – Thema 6 Vrij – Week 3
18/09/12 3:54 PM
2
Kijk naar opdracht 1.
Kies: Marian of Tom. Kijk naar de woorden die je schreef.
Maak er hele zinnen mee. Geef een beschrijving
van wat Marian of Tom graag doet.
1
2
3
4
Stel, je voelt je een beetje ziek.
Beschrijf wat je dan graag doet.
© Noordhoff Uitgevers bv
3
Wat kan ik?
Ik kan beschrijven wat ik graag doe.
Ben je klaar?
Kies Werkboek bladzijde 89 of pluswerk of computer.
Groep 4 – Thema 6 Vrij – Week 3
238089.indb 39
39
18/09/12 3:54 PM
14
Herhaling: Kijk op taal
Les
Je herhaalt
Weet je nog?
1
• de volgorde van gebeurtenissen.
• het alfabet.
Sommige woorden vertellen wanneer iets gebeurt.
A Onderstreep de woorden die
vertellen wanneer iets gebeurt.
HH
H
2 Daarna ging ik in het spookhuis.
AA
1 Aan het eind aten we poffertjes.
3 Ik wil morgen weer iets leuks doen.
4 Eerst ging ik in de achtbaan.
5 Gisteren reed ik met de trein naar
een pretpark.
B Zet de zinnen van A in de goede volgorde.
Schrijf de nummers op.
2
Geef antwoord op de vragen.
Welke dag is het?
1 Vandaag is het
2 Overmorgen is het
3 Eergisteren was het
4 Morgen is het
5 Gisteren was het
6 Over precies een week is het
40
238089.indb 40
Groep 4 – Thema 6 Vrij – Week 3
18/09/12 3:54 PM
Weet je nog?
3
4
5
Het alfabet heeft 26 letters:
a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
Welke letter is weg?
Vul die letter in.
1
d
f
4
2
m
o
5
t
u
3
u
w
6
h
i
x
e
f
j
Schrijf de letters in de volgorde van het alfabet
1
m
2
f
3
p
l
k
n
e
d
g
o
n
q
De woorden moeten in de volgorde van het alfabet staan.
Welk woord staat niet goed?
Geef de goede plaats aan met een pijl.
Doe het zo:
fietsen – steppen – wandelen – rennen
1 hinkelen – schommelen – verstoppertje – knikkeren
Wat kan ik?
Ik kan gebeurtenissen in de juiste volgorde zetten.
Ik kan letters en woorden op alfabet zetten.
Ben je klaar?
Kies Werkboek bladzijde 89 of pluswerk of computer.
Groep 4 – Thema 6 Vrij – Week 3
238089.indb 41
© Noordhoff Uitgevers bv
2 lastig – moeilijk – tijdstip – onbelangrijk
41
18/09/12 3:54 PM
16
Woordenschat
Les
Je oefent
Schrijven
Luisteren en spreken
Kijk op taal
• hoe je woorden op alfabet zet.
Weet je nog?
1
Soms moet je woorden in de volgorde van het alfabet zetten.
Beginnen woorden met dezelfde letter?
Kijk dan naar de tweede letter van het woord.
Welk spel hoort in welke doos?
Schrijf het nummer van de doos erachter.
1
2
1 ganzenbord
6 pim-pam-pet
2 domino
7 rummikub
3 memory
8 dammen
4 vier op een rij
9 monopoly
5 kwartet
2
3
10 schaken
Welke naam komt eerst volgens het alfabet?
Zet onder die naam een streep.
1 Kirsten – Karen – Kyra
2 Menno – Maxim – Moon – Milan
3 Stijn – Simone – Sanne – Shiva
4 Nienke – Noor – Nadia – Nelson
5 Eric – Els – Edwin – Emma
6 Wiki – Wouter – Wesley – Wanda
7 Ravi – René – Roxane – Ries
8 Sofie – Seppe – Sanderijn – Susanne
42
238089.indb 42
Groep 4 – Thema 6 Vrij – Week 4
18/09/12 3:54 PM
3
In welke rij staan de woorden in de goede volgorde
van het alfabet?
Kruis die rij aan.
ballen – blikjes gooien – boompje verwisselen – buskruit
knutselen – koken – kwartetten – klauteren
lachen – lezen – likken – lopen
schilderen – slapen – skeeleren – stoepkrijten
tennissen – tikkertje – trimmen – turnen
4
Welk woord staat fout volgens het alfabet?
Zet een streep onder dat woord.
1 cool – tijdstip – lastig – moment – nu
2 onbelangrijk – saai – stom – suf – sloom
3 domino – ganzenbord – dammen – schaken
4 fluit – gitaar – harp – drumstel – viool
5 cake – koek – soesje – taart – gebak
5
Welke naam komt het eerst in het alfabet?
Zet een rondje om die naam.
1 Stefan of Stefanie?
2 Vick of Vincent?
3 Jessica of Jesse ?
4 Patrick of Patricia ?
5 Madelon of Madelaine?
6 Herre of Hero?
7 Marcel of Marcia?
8 Tessel of Tessa?
9 Justus of Justine?
© Noordhoff Uitgevers bv
10 Nadir of Nadine?
Wat kan ik?
Ik kan woorden in de goede volgorde
van het alfabet zetten.
Ben je klaar?
Kies Werkboek bladzijde 89 of pluswerk of computer.
Groep 4 – Thema 6 Vrij – Week 4
238089.indb 43
43
18/09/12 3:54 PM
18
Extra: Kijk op taal
Les
Je leert
• hoe je de beginletters van je namen kunt versieren.
Uitleg
Beginletters versieren
Heel vroeger schreven de mensen boeken over.
Ze maakten dan van de beginletter van een verhaal of
gedicht een mooie tekening.
Je kunt dat ook doen met de beginletter van je naam.
1
A Deze hoofdletters horen bij de voornamen van deze kinderen.
Welke letter hoort bij welk kind? Trek lijnen.
K
A
B Teken de letters van de kinderen af.
44
238089.indb 44
Groep 4 – Thema 6 Vrij – Week 4
18/09/12 3:54 PM
2
A Lees dit bericht.
Opgevangen
Gisteren wilde Menno T. uit de gevangenis ontsnappen.
Samen met zijn maatje Piet S. had hij een tunnel gegraven.
Bewaker H.S. zag dat en waarschuwde de politie.
Aan het eind van de tunnel werden ze opgewacht.
Hoofdagent A. Klep spreekt van een goede vangst.
B Soms gebruik je alleen de eerste letter van de
voornaam of van de achternaam.
Er staat dan een punt achter die letter.
Kijk naar de tekst van A.
Zet een rode streep onder die namen.
3
Maak de namen korter.
de
achternaam
1 Menno Touw
de
voornaam
Anton Klep
voornaam en
achternaam
Hassan Soeroen
Meefl ÓnŸn ÓnÏn o T.T AŸA. KKŸºıllÇÇee®p®pŸ
MÇ
HŸH.S.S
Toos de Zeeuw
Jan Peter Balk
3 Mehmet Delibas
Karel Dijkman
Ceciel Croon
4
Teken de beginletter van je eigen naam
in het vak. Versier de letter.
Kijk daarvoor nog eens naar opdracht 1.
5
Kijk nog eens naar opdracht 1.
Bedenk namen voor de kinderen.
Schrijf die erbij.
© Noordhoff Uitgevers bv
2 Imre Groot
Wat kan ik?
Ik kan beginletters van namen versieren.
Ben je klaar?
Kies Werkboek bladzijde 89 of pluswerk of computer.
Groep 4 – Thema 6 Vrij – Week 4
238089.indb 45
45
18/09/12 3:55 PM
Bronvermelding
Tekeningen
Kirsten van den Berg, Utrecht: pag. 11, 18, 20, 24, 33, 38, 49-50, 73, 81
Saskia Daniels, Arnhem: pag. 23, 35, 40, 54, 64-65, 70, 76, 83, 85
(onder), 88, 90 (boven), 91, 94, 97 (boven)
Nancy Kers, Rotterdam: pag. 6-9, 16-17, 26-28, 46-47, 52, 66-67, 86
Josje van Koppen, Rotterdam: pag. 13, 30, 48, 53, 61, 63, 89
Edith Stultiens, Leeuwarden: pag. 42, 44 (onder), 56, 58, 60, 90
(midden en onder), 93, 96
Foto’s
NBD – Biblion, Leidschendam: pag. 74-75
Shutterstock, New York: pag. 44 (boven), 84, 85 (boven), 97 (onder)
Studio Jan Kruis – Sanoma, Amsterdam: pag. 34 (1)
Max Velthuijs – Uitgeverij Leopold, Amsterdam: pag. 34 (2)
Teksten
pag. 14
Erik van Os, Klapzoen, Zwijsen, 2008
pag. 87
Hans en Monique Hagen, Jij bent de liefste, Querido, 2005
238089.indb 99
18/09/12 4:03 PM
Download