2008-2009_Virologie_Hernalsteens

advertisement
Virologie (Prof. Hernalsteens)
Het is een mondeling examen, maar je krijgt wel ongeveer 10 minuten tijd om
iets schriftelijk voor te bereiden. Wij waren het eerste jaar met een mondeling
examen, dus misschien dat hij zijn methode nog een klein beetje zal veranderen.
Wij kregen 2 of 3 vragen, die allemaal letterlijk uit de cursus kwamen.
Voorbeeldvragen:
- Wat is een virus?
- Bespreek het fenomeen restrictie-modificatie
- Vergelijk het mechanisme van de penetratie bij bacteriofagen en bij dierlijke virussen
- Voor bepaalde economisch belangrijke ziekten van huisdieren ( Varkenspest,Mond en
Klauwzeer,...) bestaan er efficiënte vaccins die niettemin toch niet worden gebruikt,met
een continu risico van epidemies in de veestapel als gevolg.Hoe verklaart U dit? Kunnen
biotechnologische vaccins hier eventueel een oplossing bieden?
- Wat zijn de cohesieve uiteinden (“sticky ends”) van het genoom van bacteriofaag
lambde? Hoe ontstaan deze? Welke rol vervult dit mechanisme in de levenscyclus van de
bacteriofaag?
- Leg het TK systeem uit.
- Welke zijn de opeenvolgende stappen in de levenscyclus van een retrovirus? Bespreek
telkens bondig.
- Hoe titreert men een plantenvirus? Bestaat er een algemeen mechanisme? Verklaar.
- A Wat zijn geïnactiveerde en geattenueerde vaccins: bespreek voor- en nadelen.
B Polio is sinds 1/1/01 verplicht geïnactiveerd vaccin. Waarom?
- BSE, CJD  virus? Wat is hier de meest gangbare verklaring?
- Wat zijn retrovirussen en verklaar kort de replicatie.
- Geef een duidelijke definitie van volgende begrippen in een virologische context:
a) anti-terminator
b) enveloppe
c) gevoeligheid/resistentie van een cel
d) negatieve kleuring
e) nucleocapside
f) permissiviteit van een cel
g) prion
h) repressor
i) suppressor t-RNA
j) virion
- Hoe definieert U « vroege » en « late » virale genen ? Welke zijn de mechanismen die
de virussen toelaten over te gaan van de uitdrukking van de vroege naar de uitdrukking
van de late genen?
- Eukaryote mRNA’s zijn normaal monocistronisch. Toch slagen de RNA virussen van
eukaryoten erin vanaf één RNA meerdere eiwitten te vormen. Welke mechanismen
worden daarbij gebruikt?
- Wat zijn de belangrijkste eigenschappen van het genoom van bacteriofaag X174?
- Vergelijk de eigenschappen van het genoom van de bacteriofagen  en T4 en verklaar!
- Hoe titreert men een plantenvirus? Bestaat er een algemeen mechanisme? Verklaar!
- Welke 3 grote virus-cel interacties bestaan er (+ beetje uileg over elk) en geef van elk
een voorbeeld.
- Reguleren RNA virussen de uitdrukking van de verschillende eiwitten in de cyclus? Zo
ja, hoe doen ze dit?
- Wat zijn retrovirussen en verklaar kort de replicatie.
- Welke rol speelt de LTR in de levenscyclus van retrovirussen en bij de oncogene
transformatie van dierlijke cellen door retrovirussen?
Download