JAARVERSLAG BEZINNINGSCENTRUM/ BLAISE PASCAL INSTITUUT VRIJE UNIVERSITEIT 2003 1 Inhoudsopgave Woord vooraf ............................................................................................................................. 4 Beleid ......................................................................................................................................... 5 Ethiek en levensbeschouwing .................................................................................................... 6 a. Algemene omschrijving.......................................................................................................... 6 b. Activiteiten ............................................................................................................................. 6 c. Evaluatie ................................................................................................................................. 7 Natuurwetenschappen en levensbeschouwing ........................................................................... 8 a. Algemene omschrijving.......................................................................................................... 8 b. Activiteiten ............................................................................................................................. 8 c. Evaluatie ................................................................................................................................. 9 Sociale wetenschappen en levensbeschouwing....................................................................... 11 a. Algemene omschrijving........................................................................................................ 11 b. Activiteiten ........................................................................................................................... 11 c. Evaluatie ............................................................................................................................... 13 Leerhuis en viering ................................................................................................................... 14 a. Algemene omschrijving........................................................................................................ 14 b. Activiteiten ........................................................................................................................... 14 c. Evaluatie ............................................................................................................................... 16 Beheer....................................................................................................................................... 17 Activiteitenkalender 2003 ........................................................................................................ 19 Maatschappelijke dienstverlening en overige activiteiten studiesecretarissen......................... 20 * Prof.dr. A.W. Musschenga .................................................................................................... 20 * Prof. dr. A. van Harskamp..................................................................................................... 20 2 * Prof.dr. J.J. Boersema ............................................................................................................ 20 * Drs. B. Siertsema ................................................................................................................... 21 Feiten en wetenswaardigheden ................................................................................................. 22 In de Marge .............................................................................................................................. 25 Nummer 1 ................................................................................................................................. 25 Nummer 2 ................................................................................................................................. 25 Nummer 3 ................................................................................................................................. 26 Nummer 4 ................................................................................................................................. 26 Publicaties Stafmedewerkers .................................................................................................... 27 3 Woord vooraf Het jaar 2003 was het laatste jaar waarin de naam ‘Bezinningscentrum’ (BC) werd gevoerd. Het jaar daarvoor was reeds besloten om de naam te veranderen in ‘Blaise Pascal Instituut’. De facto is de naamswijziging per 1 september 2003 ingevoerd. Officieel wordt de nieuwe naam ingewijd tijdens het vijfde lustrum dat op 18 november 2004 zal plaatsvinden. In dit verslag wordt voor de gehele verslagperiode echter nog de naam ‘Bezinningscentrum’ gehanteerd. Het College van Bestuur besloot in 2003 tot een wijziging van de bestuurs- en organisatiestructuur van het instituut. Daarbij werd het bestuur opgeheven. Aan het hoofd van het instituut staat nu een directeur. De discussie over de vraag hoe het instituut organisatorisch wordt ingepast, is in het verslagjaar nog niet afgerond. In ieder geval wordt de adviesfunctie van het oude bestuur overgenomen door een nieuw in te stellen adviesraad. Het hier volgende verslag is grotendeels een weergave van de gewone activiteiten die binnen de vier hoofdaandachtsgebieden van het centrum ontplooid zijn. Voor elk aandachtsgebied is één studiesecretaris verantwoordelijk. Per aandachtsgebied bevat het verslag drie blokken: a) een algemeen-inhoudelijke aanduiding van het gebied; b) een overzicht van activiteiten; en c) een evaluatie daarvan. Aan de orde komen achtereenvolgens Ethiek en levensbeschouwing (Musschenga), Natuurwetenschappen en levensbeschouwing, Sociale wetenschappen en levensbeschouwing (Van Harskamp), en Leerhuis en viering (Siertsema). Daarna volgt een weergave van het beheer en van enkele andere activiteiten van het centrum (voornamelijk in relatie tot het werk van W.T.G. Haan), waarna het verslag besloten wordt met een overzicht van de in 2003 verschenen publicaties onder verantwoordelijkheid van het centrum. Aan het verslag is voorts een aantal bijlagen toegevoegd. In Bijlage 1 zijn gegevens opgenomen over de maatschappelijke dienstverlening en overige activiteiten van de studiesecretarissen. Voorts is er een overzicht van feiten betreffende het centrum in Bijlage 2. De in 2003 verschenen nummers van In de Marge en in de publicatiereeksen verschenen publicaties kunnen worden aangetroffen in Bijlage 3. Een overzicht van publicaties van de studiesecretarissen (zoals dat ook wordt opgenomen in het Wetenschappelijk Jaarverslag van de VU) completeert het geheel. 4 Beleid Eind 2001 werden het College van Bestuur en bestuur Bezinningscentrum (BC) het eens over een nieuw beleid voor het centrum. Voortaan zou het hoofdaccent in het werk van het centrum nog meer bij het onderzoek komen te liggen. De eindverantwoordelijkheid voor de activiteiten voor het brede niet-universitaire publiek kwam te liggen bij VU-podium. Het onderzoek van het centrum zou sterker binnen een aantal faculteiten verankerd worden door voor de senior-stafmedewerkers bijzondere leerstoelen te creëren. Dat voornemen is in 2002 gerealiseerd. Tevens zou Studium Generale opnieuw worden gepositioneerd. De discussie over een nieuw beleid voor Studium Generale is nog niet afgerond. In 2004 zal het eerste vijfjarenplan ontwikkeld worden binnen de kaders van de nieuwe organisatiestructuur en het nieuwe beleid en onder de nieuwe naam ‘Blaise Pascal Instituut’. 5 Ethiek en levensbeschouwing a. Algemene omschrijving Ethische vragen kunnen binnen alle disciplines die de VU telt aangetroffen worden. Inzichten vanuit vakwetenschappen kunnen het beeld van de mens als vrij en verantwoordelijk wezen dat zich bekommert om het wel en wee van zijn medemens ter discussie stellen. Men denke bijvoorbeeld aan ontwikkelingen binnen de neurowetenschappen en aan de sociobiologie. Daarnaast kunnen in allerlei disciplines inzichten gewonnen worden en vindingen worden gedaan die bij toepassing tot onwenselijke of zelfs ontoelaatbare ontwikkelingen kunnen leiden. Verder kan de ontwikkeling van de samenleving in het huidige tijdsgewricht van laatmoderniteit ingrijpende gevolgen hebben voor de aard, de inhoud en de stabiliteit van het morele verband tussen mensen in een samenleving. Een ethicus kan zich daarom niet beperken tot reflectie op vraagstukken en ontwikkelingen in wetenschap en samenleving. Hij moet zich ook interdisciplinair verdiepen in de maatschappelijke en culturele context waarbinnen mensen tot een zelfervaring als morele wezens moeten komen en waarbinnen dat morele verband voor samenhang moet zorgen. Alhoewel ethiek en levensbeschouwing vaak in een adem genoemd worden, is het voor de helderheid zinvol ze van elkaar te onderscheiden. Levensbeschouwelijke vragen zijn vragen over zin en bestemming van de mens en over goed en waardevol leven. Ethische vragen hebben vooral betrekking op kwesties van sociale orde en sociale samenhang, en van rechtvaardigheid in de toegang tot en de verdeling van goederen en posities. Alhoewel iemands levensbeschouwing altijd diens ethiek beïnvloedt, is er geen sprake van een lineaire verbinding tussen levensbeschouwelijke en ethische opvattingen: een set van levensbeschouwelijke opvattingen blijkt met verschillende sets van ethische opvattingen te kunnen samengaan; ook het omgekeerde is trouwens het geval. b. Activiteiten Van 1999-2004 is Musschenga wetenschappelijk directeur van de Onderzoekschool Ethiek. Het Bezinningscentrum heeft daarvoor enige compenserende formatieruimte ontvangen. De voorbereiding van de aanvrage tot hererkenning van de school en de organisatie van het congres ‘Reasonable Partiality’ ter gelegenheid van het tweede lustrum van de school, hebben in 2003 een aanzienlijk deel van zijn tijd in beslag genomen. Onderzoek In het verslagjaar heeft Musschenga zijn boek over integriteit afgerond. Het zal onder de titel Integriteit. Eenheid en heelheid van de persoon bij uitgeverij Lemma verschijnen. Binnen de Faculteit der Wijsbegeerte participeert Musschenga in de nieuwe onderzoeksgroep ‘Praktische Filosofie’. In zijn onderzoek richt hij zich momenteel op drie thema’s: identiteit/ 6 integriteit, de rol van (sociaal-wetenschappelijk) empirisch onderzoek in de normatieve ethiek. Het onderzoek naar de rol van het begrip intrinsieke waarde in de dier- en natuurethiek is in 2003 afgesloten. De laatste publicatie daarover wordt in 2004 verwacht. Musschenga participeert in het ‘Hart van de VU-ster’ programma ‘Multiculturaliteit: identiteit en levensbeschouwelijk pluralisme’ dat onder leiding staat van prof.dr. H.M. Vroom. Aan dit programma nemen de faculteiten Godgeleerdheid, Wijsbegeerte, Sociale Wetenschappen, Rechtsgeleerdheid en Psychologie & Pedagogie deel. In het kader van dit programma zal onder zijn leiding dr(s). J. van der Stoep onderzoek doen naar de controverse over het behoud van de ‘eigen’ cultuur in het debat over de multiculturele samenleving. Verder coördineert hij twee onderzoekgroepen van de Onderzoekschool Ethiek: Empirische en Normatieve Ethiek van Zorg en Gezondheid en Persoonlijke en Morele Identiteit. Redactie In 2003 verschenen 4 nummers van jaargang 3 van Ethical Theory and Moral Practice, een tijdschrift op het gebied van ethiek, levensbeschouwing en morele praktijk waarvan hij samen met prof.dr. F.R. Heeger hoofdredacteur is. Inmiddels is besloten dat het tijdschrift in 2004 over gaat naar een verschijningsfrequentie van vijf nummers per jaar. De toename van het aantal manuscripten dat ter publicatie wordt aangeboden, is zeker een indicatie van de groeiende waardering van het tijdschrift. De functie van hoofdredacteur neemt veel tijd in beslag. Daarnaast is Musschenga samen met prof.dr. P.J.M. van Tongeren eindredacteur van de serie Morality and the Meaning of Life, die is overgegaan van uitgeverij Kok in Kampen naar uitgeverij Peeters in Leuven. In die serie verscheen A. Cortina, Covenant and Contract. Politics, Ethics and Religion. Benoeming tot hoogleraar Met ingang van 1 juli 2003 is Musschenga voor 0.3 van zijn werktijd benoemd tot gewoon hoogleraar Wijsgerige Ethiek aan de Faculteit der Wijsbegeerte van de VU. Daarmee is een eind gekomen aan zijn positie als bijzonder hoogleraar Sociale Ethiek. Onderwijs Musschenga organiseerde en coördineerde in juli de internationale Summerschool ‘Empirical Ethics’. Aan de faculteit Wijsbegeerte verzorgde hij enkele onderdelen van het college ‘Rationalisering en rationaliteit: Max Weber en verder’. Promotiebegeleiding Musschenga begeleidde in 2003 5 promovendi, van wie één buitenpromovenda. Twee promovendi zullen naar verwachting in 2004 hun onderzoek afronden. Een van de andere promovendi, drs. A. Schinkel, bezet een van de aio-plaatsen die het CvB in het kader van het nieuwe beleid heeft gekoppeld aan de leerstoelen die seniorstafmedewerkers van het BC bezetten. Hij verricht onderzoek naar de filosofische fundering van gewetensbezwaren. c. Evaluatie Door zijn werkzaamheden als bijzonder hoogleraar en als wetenschappelijk directeur van de Onderzoekschool Ethiek heeft Musschenga, naast zijn onderzoekstaak, in 2003 slechts een bescheiden aandeel geleverd aan de publieksactiviteiten van het centrum. 7 Natuurwetenschappen en levensbeschouwing a. Algemene omschrijving Een van de permanente aandachtsgebieden van het Bezinningcentrum betreft de verhouding van levensbeschouwing en natuurwetenschappen. Door de komst van Boersema als senior stafmedewerker per 15-03-02 is binnen dit aandachtsgebied een sterk accent gelegd op vraagstukken die verband houden met de culturele en levensbeschouwelijke aspecten in de relatie mens natuur. De relatie mens natuur is nooit onproblematisch geweest maar sinds de industriële revolutie is er in onze private en collectieve omgang met het natuurlijk milieu sprake van een sterk toegenomen “materialisatie” Dat wil zeggen dat de stofwisseling maatschappij-milieu steeds intensiever is geworden. Deze ontwikkeling heeft geleid tot problemen in kwantitatieve fysieke zin (absolute en relatieve schaarste) en in kwalitatieve zin, bijvoorbeeld sociaalpolitiek (spanningen, ongelijkheid) en ecologisch (vervuiling, verlies aan biodiversiteit). Anderzijds kan geconstateerd worden dat onze opvattingen over en zeker onze praktische invulling van het begrip goede leven sterk leunen op die materiële groei. Er lijkt ook een sterk verband te zijn tussen onze ideeën over maatschappelijke, culturele en persoonlijke vooruitgang en de milieudruk. De ideeën zijn diepgeworteld al hebben ze in onze westerse cultuur wel veranderingen ondergaan. Binnen het aandachtsgebied worden deze verbanden zowel analytisch als historisch bestudeerd en dit gebeurt zowel bij dominante, ‘mainstream’ stromingen in onze cultuur als bij stromingen die zich op dit punt onderscheiden (dissidente groepen) Door de benoeming van Boersema tot bijzonder hoogleraar in de faculteit ALW en de aanstelling per 1-7-02 van een aan de leerstoel verbonden AIO (drs. Martine Vonk) is een structurele samenwerking van het BC met het IVM (FALW) ontstaan. b. Activiteiten Algemeen Boersema heeft naast zijn VU aanstelling ook een aanstelling bij VROM. Gedurende het jaar 2003 bedroeg de feitelijke omvang van de VU gerelateerde werkzaamheden gemiddeld 0.6 weektaak. Ongeveer 0.4 is besteed aan VROM gelieerde activiteiten (Strategennetwerk, lid VVM-bestuur, editor van het textbook Principles of Environmental Sciences en hoofdredacteurschap ES). Het werk voor ES (Environmental Sciences) vergde binnen dit VROM deel de meeste aandacht. 8 Staf Als staflid nam Boersema deel aan de algemene en bestuurlijke activiteiten van het BC. Bij het IVM maakt hij deel uit van de sectie EPA (Environmental Policy Analysis) en nam hij deel aan de reguliere sectie activiteiten. In toenemende mate is er ook betrokkenheid bij andere IVM activiteiten (benoemingsadvies cie. nieuwe directeur; inbreng in onderzoeksvoorstellen e.d.) Studiegroep In 2003 is de studiegroep ‘theologie en natuurwetenschappen’ verder gegaan met de bespreking van concept artikelen over de wijze waarop de inzet voor natuur en milieu gemotiveerd zou kunnen worden vanuit wetenschappen of levensbeschouwelijke overtuigingen. Een bundel met deze artikelen is inmiddels voltooid en zal in de loop van 2004 verschijnen onder de voorlopige titel “Het gewicht van groen”. In het cursusjaar 2003/2004 houdt de groep zich bezig met het thema ‘tijd’. Aan de groep wordt onder meer deelgenomen door stafleden, aio’s en onderzoekers vanuit de faculteiten filosofie, theologie, ALW en Exacte wetenschappen. Promotieprojecten - PHILLIFE – Dit aio-project wordt uitgevoerd door drs. M. Vonk. Zij houdt zich bezig met de relatie tussen levensbeschouwing en milieudruk bij dissidente groepen in onze westerse cultuur, zoals Franciscanen, Amish, kibboetsen en Ecovillage. In het verslagjaar heeft Martine Vonk pilot studies uitgevoerd bij de Franciscaanse leefgemeenschap Stoutenburg en bij De Wonne in Enschede. Tevens is een bezoek aan de Amish in Pennsylvania (voorjaar 2004) voorbereid. - Boersema is verder als beoogd promotor betrokken bij de begeleiding van het AIO project “Socio-cultural determinants of sustainability and health in food choice” dat op het IVM wordt uitgevoerd door drs. Carolien Hoogland onder dagelijkse leiding van Dr. J. de Boer. In het verslagjaar is voor dit project een experiment uitgevoerd en beschreven over ‘priming’. - Met prof. S. Miedema is Boersema ook medebegeleider van een promotieonderzoek dat door de Italiaanse filosoof Giuseppe Ferrari bij de universiteit van Modena is begonnen naar de mogelijke consequenties van de milieuproblematiek voor opvoedingspraktijken. In het najaar van 2003 maakte Boersema deel uit van de leescommissie ter beoordeling van de dissertatie van drs. B. Bos. Onderwijs – In september 2003 ging de éénjarige IVM Masteropleiding “Environment and Resource Management” van start met 45 studenten. Binnen dit programma is Boersema coördinator van de eerste module. Boersema verzorgde ook enkele colleges in de basiscursus Milieukunde en gaf verschillende gastcolleges, zowel aan Universitaire en HBO studenten als binnen HOVO programma’s. Met Prof. Tellegen (IVM) en Prof. De Vries (FALW) werd in het cursusjaar 2003/2004 een HOVO cursus opgezet over het thema: Water. De cursus trok ruim 70 deelnemers. Met stafleden van geschiedenis is een overleg gestart dat moet leiden tot een bijvak milieugeschiedenis. c. Evaluatie De opzet om de leerstoel binnen en buiten de VU bekendheid te geven door relatief snel na de benoeming een oratie te houden kan geslaagd worden genoemd. Over het onderwerp van de rede en andere met de leerstoel verband houdende thema’s zijn in het verslagjaar meer dan 15 9 lezingen gehouden. De ervaringen met de constructie van de dubbelaanstelling blijven onverminderd positief en de activiteiten binnen het IVM zijn in omvang en breedte toegenomen. Het werk van Martine Vonk, als AIO aan de leerstoel verbonden, vordert goed. Een punt van aandacht blijft het stellen van de juiste prioriteiten. De veelheid aan verantwoordelijkheden, mogelijkheden en uitdagingen doen een voortdurende aanslag op de tijd die voor onderzoek beschikbaar is. 10 Sociale wetenschappen en levensbeschouwing a. Algemene omschrijving Sociale wetenschappen hebben een grote invloed op de manier waarop mensen naar zichzelf en naar de werkelijkheid kijken. Die wetenschappen zelf zijn echter zelden zonder eigen vooronderstellingen en normatieve aannames te beoefenen. In dit aandachtsgebied ligt het accent op het onderzoeken en bediscussiëren van de consequenties van de sociaalwetenschappelijke blik voor onze visie op de werkelijkheid. Dat gebeurt op grofweg twee manieren. Ten eerste door aandacht te schenken aan de wijze waarop sociale wetenschappers in hun werk rekening houden met of beïnvloed worden door die vooronderstellingen en normatieve aannames. Ten tweede door uitdrukkelijk aandacht te schenken aan de relaties tussen sociale wetenschappen aan de ene kant en christelijk geloof en godsdienst aan de andere kant. De aandacht voor die laatstgenoemde relatie wordt geleid door een concreet kennisbelang: het gaat uiteindelijk om de vraag naar de toekomstkansen van de christelijke godsdienst. Binnen het BC fungeren al enkele jaren twee projecten, waarmee de thematiek ‘Toekomst van de christelijke godsdienst’ verbonden kan worden. Daar is het project ‘Shoah’ waaraan in de verslagperiode vooral Siertsema werkte, maar waarmee in het verleden ook Van Harskamp zich bezig hield. Veronderstelling is dat één van de meer verborgen oorzaken van de huidige secularisatie in Nederland ook de deels niet-verwerkte en niet te verwerken schok van de ‘Shoah’ is. Een ander project is ‘De universiteit’. In het recente verleden is daaraan vanuit het aandachtsgebied ‘Sociale wetenschappen en levensbeschouwing’ relatief veel aandacht aan dit project besteed, echter niet in dit verslagjaar. De thematiek ‘Toekomst van de christelijke godsdienst’ is in verslagjaar vooral opgenomen als een vraag naar de komst van nieuwe religiositeit. Vanaf 2001 is er nog een project bij gekomen. Voortbouwend op het in het kader van het nu voormalige USF is er het project De ‘civil society’ en de veranderende plaats en functie van kerk en religie in Nederland. Inzet van dit project is om op verschillende disciplinaire niveaus de werkelijke en de gewenste waarde van Civil Society te verkennen en de relaties tussen Civil Society aan de ene kant en kerk en christelijke religie aan de andere kant vast te stellen. b. Activiteiten Voor wat betreft de tijdsbesteding van studiesecretaris Van Harskamp is de onderzoekstijd besteed aan verschillende activiteiten. Zo is er onderzoekstijd gestoken in het opstellen van een onderzoeksaanvraag bij NWO, afdeling Geesteswetenschappen voor een onderzoek van drie onderzoekers (postdoc, aio en de aanvrager zelf) naar ‘Implicit Religion in a Dutch 11 District: Religiosity and Religious Practices as Identity-marking Processes in Domestic life and in Passive (Sportive) Recreation’. In december 2002 was vernomen dat van de ruim 40 vooraanvragen bij NWO de betreffende vooraanvraag tot de 15 behoorde waarvan geadviseerd werd (in een positieve toonzetting) die uit te werken. De aanvraag geschiedde in het kader van het NWO-programma ‘The Future of the Religious Past’. Het bleek achteraf niet verstandig waarde te hechten aan positieve geruchten over deze aanvraag, want eind juni bleek dat de internationale ‘advisory board’ geadviseerd had de aanvraag niet te honoreren, een advies dat, als gebruikelijk, door de Nederlandse programmacommissie is overgenomen. Samen met prof.dr. A.F. Droogers en drs. J. Verdonk is ook een vooraanvraag ingediend bij de afdeling ‘Maatschappij- en gedragswetenschappen’ voor een onderzoeksproject voor een aio: The Dutch Anthroposophical Movement as a “Minipillar”: A Study in Religious Individualization’. Niettegenstaande een positieve waardering van de betreffende NWOcommissie en de schriftelijke mededeling dat de scores op de beoordelingscriteria goed waren, is ook dit voorstel niet gehonoreerd (er waren 507 vooraanvragen). Goedgekeurd werden wel een onderzoeksproject en een afzonderlijk onderzoek van prof.dr. A.F. Droogers van de afdeling Culturele Antropologie van de Faculteit der Sociale Wetenschappen, te weten een vergelijkende studie naar pentecostalisme in vier continenten en een onderzoek naar neopaganisme in Nederland. Bij beide onderzoeken was A. van Harskamp als adviseur (en in de toekomst als lid van het begeleidingsteam) nauw betrokken. Een aanzienlijk tijdsbeslag werd gelegd door het voorzitterschap van een sollicitatiecommissie voor een aan de bijzondere leerstoel van A. van Harskamp verbonden aio. Voordat de procedure in juni van het verslagjaar gestart kon worden moest de goedkeuring van het bestuur van de Faculteit der Sociale Wetenschappen ingewonnen worden. De sollicitatieprocedure (35 kandidaten) liep van juni tot en met september. Benoemd werd: drs. J. Roeland. Hij trad op 1 december 2003 in dienst. Een ander deel van de tijd werd besteed aan onderzoek rond ‘Civil Society’ en ‘persoonlijke identiteit’. In 2001 werd de voormalige USF-groep rond ‘Civil Society’ omgezet in een gewone BC-studiegroep. De studiegroep bestaat uit een brede schil van senioronderzoekers aan de VU uit de faculteiten Godgeleerdheid, Wijsbegeerte, Rechten en SCW; daarbinnen is een zogeheten ‘klein werkverband’ geformeerd, bestaande uit jongere onderzoekers van ‘Civil Society’. De coördinatie is in handen van Van Harskamp, het voorzitterschap ligt bij A.W. Musschenga. Mede ten behoeve van de studiegroep schreef Van Harskamp in dit jaar een boek onder de titel ‘Van fundi’s, spirituelen en moralisten: Over civil society en religie (Kok: Kampen). Het boek kwam uit ter gelegenheid van zijn inaugurele oratie op 18 september 2003. Een uitgebreide tekst van zijn rede werd onder dezelfde titel gepubliceerd op de website van het Bezinningscentrum. Onderzoeks- en begeleidingstijd werd ook besteed aan participatie en regelmatige onderzoekspresentatie binnen het project ‘Tussen secularisatie en religionisering’, een project dat uitgevoerd wordt door een onderzoeksgroep van voornamelijk aio’s en postdocs binnen de Faculteit der Sociale Wetenschappen. De groep kwam een tiental malen bij elkaar. Voorts participeerde Van Harskamp aan een zogeheten Opla-groep over religie en sociale wetenschappen aan de faculteit SCW. Van Harskamp begeleidde in het verslagjaar twee (externe) promovendi (drs. J. Verdonk en drs. K. van der Velde), was lid van de begeleidingscommissie van een promovendus aan de faculteit der Godgeleerdheid van de VU en was als beoogd copromotor tevens betrokken bij de begeleiding bij het proefschrift van collega drs. B. Siertsema (bij faculteit der Letteren). Verder was hij ‘meelezer’ van twee doctoraalscripties bij de faculteit der Sociale Wetenschappen (COM) en eerste begeleider van twee doctoraalscripties bij de afdeling 12 Culturele Antropologie. Tevens gaf hij een tweetal colleges als gastdocent in een cursus van prof.dr. A.F. Droogers en bereidde hij onderwijs voor dat hij in 2004 in het reguliere onderwijs van de afdeling Culturele Antropologie hoopt te gaan geven. In het verslagjaar werd drie keer vooroverleg gevoerd met o.a. drs. C. van Beuningen (Socires) en dr. G. Buijs en dr. F. Kamsteeg over het opzetten van een ‘master’ over management van christelijke organisaties. Het schrijfwerk voor en het hoofdredacteurschap van In de Marge nam als altijd ook tijd in beslag. Onder meer afgaande op reacties die de redactie van het blad krijgt, bestaat de indruk dat de kwaliteit van het blad hoog is. De keerzijde van deze positieve ontwikkeling is dat de inspanningen die de redactieleden aan de 'productie' van het blad besteden, eveneens toenemen. Van Harskamp was verder lid van de VU-podiumcommissie (programmacommissie), alsmede voorbereidend en adviserend werk met het oog op het opzetten van publieksactiviteiten als bijvoorbeeld lunchbijeenkomsten, in samenwerking met één of meer leden van het bureau van de 'Vereniging'. Een groot tijdsbeslag werd in dit verslagjaar gelegd door de voorbereiding voor het project ‘Omgaan met geweld’ (Geweldscarrousel). Het grote tijdsbeslag wordt verklaard door: a) het grote aantal instanties en individuen met wie samengewerkt zou moeten worden, waarbij bedacht moet worden dat de eigen doelstellingen van de externe instanties en individuen nogal eens verschilden; b) het streven een werkelijk vormvernieuwende publieksactiviteit op poten te zetten; c) het gegeven dat vormvernieuwing een zeer intensieve, gedetailleerde ‘regie’ bij het opzetten van een publieksactiviteit blijkt nodig te maken. c. Evaluatie Het verslagjaar was voor Van Harskamp in de eerste helft een jaar met relatief veel ‘exposure’, met o.a. interviews in Vrij Nederland, Tertio en Volzin, meerdere academische en publiekslezingen, o.a. voor de redacteuren van ‘De Volkskrant’. Die ‘exposure’ kwam juist ook het Bezinningscentrum/Blaise Pascal Instituut ten goede. In het tweede helft van het verslagjaar vond voor wat betreft het onderzoek een verschuiving plaats: meer aandacht voor de relatie tussen civil society en religie. 13 Leerhuis en viering a. Algemene omschrijving De aandacht voor liturgie is vanaf de oprichting eigen geweest aan het BC, vanuit de overtuiging dat in de wetenschap en de ratio niet de enige wijzen van kennen gegeven zijn. In (o.a.) de liturgie kunnen ook een artistieke, emotionele, intuïtieve en zelfs lichamelijke kenwijze aan bod komen. Leerhuis en Viering richt zich op het verstaan en doorvertellen van het bijbelse verhaal. Met het leerhuis wordt beoogd de geldigheid voor de normering en vormgeving van het menselijk bestaan aan te duiden. De betrokkenheid van de deelnemers die daarmee bewerkt wordt, wordt verdiept in de vieringen. Het ontwikkelen van nieuwe vieringsvormen is een belangrijk onderdeel van Leerhuis en Viering. Daaraan ligt de visie ten grondslag dat de traditionele liturgie veelal te rationeel van karakter is en te weinig mogelijkheden biedt om tot werkelijke ervaring te worden. Via de artistieke vormgeving wordt hier geprobeerd de taal der verbeelding te laten spreken, waardoor de deelnemers zich voelen opgenomen in het verhaal. Verbeelding en ervaring zijn de kernbegrippen die bij onze liturgische experimenten steeds op de achtergrond staan om de spirituele dimensie van de liturgie te activeren. b. Activiteiten De studiedag in het voorjaar was een vervolg op die in het najaar van 2002, naar aanleiding van het eredoctoraat voor Huub Oosterhuis. Deze dag in maart stonden zijn psalmbewerkingen centraal onder de titel ‘Verbolgen en geborgen’. Met deze titel worden twee elementen aangeduid die het liturgisch oeuvre van Huub Oosterhuis sterk kleuren: enerzijds dat van het politieke engagement en het protest, anderzijds die van de mystiek en bevindelijkheid, de persoonlijke relatie met God. De dag vormde een organisch geheel met een opeenvolging van korte lezingen, lieduitleg, dans, koor- en ‘gemeente’-zang. Huub Oosterhuis vertelde zelf over zijn ontwikkelingsgang en zijn nieuwe project van een nieuwe bewerking van alle 150 psalmen. De overige lezingen werden gehouden door Siertsema (die de door ziekte verhinderde Simone Huisman verving) en prof.dr. Niek Schuman, dr. Gert Landman gaf toelichting op de muziek, die uitgevoerd werd door de Liturgische Werkgroep Martelaren van Gorcum te Amsterdam onder leiding van Luc Löwenthal en met Godfried Jansen aan de piano, en de dans werd verzorgd door Joyce Schoon. Op verschillende wijzen werd zo aandacht besteed aan de psalmbewerkingen van (en liederen bij de psalmen) 1, 14, 22, 23, 72, 82, 88 en 139. De tweede studiedag ging over de figuur van Paulus en wilde laten zien hoe deze met zijn ene been in de Romeins-Hellenistische wereld, en met zijn andere been in de wereld van het jodendom staat, en daar dan nog een eigen insteek aan toevoegt. De titel luidde dan ook: ‘Paulus, een ander joods geluid’. De hoofdlezingen werden gehouden door prof.dr. Peter Tomson en dr. Caroline Vander Stichele. Tomson ging in op de manier waarop Paulus in zijn brieven met teksten uit de joodse bijbel en de rabbijnse traditie omgaat, en Vander Stichele liet zien hoe Paulus in zijn visie op het gewenste gedrag en uiterlijk van mannen en vrouwen 14 aansluit op teksten van Romeinse schrijvers. Ds. René van den Beld, die een recent studieverlof gewijd had aan Paulus, trad steeds tussendoor op met een cabaret- en chansonachtige bijdrage, en het koor van de SoW-gemeente van De Bilt onder leiding van Joke Firet liet horen hoe Paulus en Paulinische thema’s in nieuwe liturgische muziek figureren, toegelicht door dr. Gert Landman. De lezingen van Tomson en Vander Stichele werden omgewerkt tot een artikel en gepubliceerd in Interpretatie. Inhoudelijk stond deze dag in een los verband met de geplande dag in het voorjaar van 2004 over ‘Het breken van het brood’: beide dagen gaan aan de hand van een concreet thema in op de vraag naar de continuïteit en discontinuïteit tussen jodendom en christendom. Organisatorisch werd voor de studiedagen samengewerkt met VU-podium. Ze werden inhoudelijk voorbereid door prof.dr. Niek Schuman, dr. Gert Landman en Bettine Siertsema. In de winter en het voorjaar nam Siertsema deel aan een werkgroep ter voorbereiding van de vieringsmomenten tijden het internationale congres van de Societas Liturgica. Door een sterfgeval in de familie was zij verhinderd aan de uitvoering daarvan mee te werken. Siertsema voerde samen met Gert J. Peelen en Ciska Stark de redactie van het boek Vechten en vieren. De spanning in het werk van Huub Oosterhuis (Zoetermeer 2003), waarin o.a. de lezingen van de studiedag ‘Groter dan ons hart’ in oktober 2002 gepubliceerd werden, waaronder de resultaten van de enquête die zij voor die gelegenheid hield naar de receptie van de liturgische liedteksten van Oosterhuis, onder de titel ‘”Het is altijd maar net even.” Motieven in de waardering van Oosterhuis’ liedteksten’. In Interpretatie, tijdschrift voor bijbelse liturgie (11e jrg. nr.3, juni 2003) publiceerde zij ‘Voorloper en vreemdeling. Christusmotieven bij Martinus Nijhoff’, waarvan een uitgebreide versie ook verscheen in In de Marge (jrg.12 nr. 4, december 2003) onder de titel ‘Vreemde naaste’. Ook in Interpretatie verscheen een artikel over Genesis 22 in de poëzie, ‘Geschonden vertrouwen’ (jrg.11 nr. 7, oktober 2003). Siertsema schreef het derde hoofdstuk van haar proefschrift, over de Nederlandse dagboeken die in concentratiekampen geschreven zijn. Documentatiecentrum Liturgievernieuwing in opbouw Vanaf maart 2002 wordt er binnen het BPI door dr. Gert Landman gewerkt aan documentatie van bestaand en nieuw liturgisch materiaal. In het verslagjaar nam het werk aan de website in wording een groot deel van de tijd in beslag. De koppeling aan het liedbestand van Pieter Endedijk, kerkmuziek-redacteur van De eerste dag, zal de gebruikswaarde en bekendheid van de website aanzienlijk vergroten. Maar ook het voor een breder publiek bekend maken van meer experimenteel materiaal (liederen, theatervormen e.d.) uit ‘liturgische broedplaatsen’ is een doelstelling van deze site. De drie dagdelen per week, die voor dit documentatiewerk beschikbaar zijn, worden ten dele gevuld door enkele nevenactiviteiten: - meedenken over de studiedagen Leerhuis & Viering, met Siertsema en Schuman: programma’s ontwikkelen en mede uitvoeren. 15 - jaarlijkse contacten met de theologische faculteit (homiletiek / liturgiek): een workshop om studenten wegwijs te maken in alle liedmateriaal. het project ‘Kind en kerklied’ van de Christelijk Hogeschool (Noord-) Nederland en VU-podium in de regio Friesland / Groningen / Drente: ontwikkeling van een programma voor een lied-musical in Drachten, Leeuwarden en Emmen in het voorjaar van 2004; inhoudelijk op dit Documentatiecentrum voorbereid, organisatorisch (elk kwartaal) besproken in Leeuwarden. Slotuitvoering in het openluchttheater in Dokkum op 6 juni 2004; follow-up krijgt de vorm van beschikbaarstelling programma-opzet voor andere regio’s (waar al belangstelling voor is). In ditzelfde kader, eveneens op verzoek van VU-podium, in december 2003 een lied-avond gegeven in Gorkum. c. Evaluatie De studiedag over de psalmbewerkingen van Huub Oosterhuis werd goed bezocht, door zo’n 160 deelnemers. Doordat de lezingen in eigen hand bleven kon de aansluiting van de verschillende onderdelen optimaal zijn. De snelle opeenvolging van lezingen en gezongen liederen en andere verwerkingsvormen maakte de dag tot een afwisselend en boeiend geheel. Bij de tweede studiedag, met ongeveer 120 deelnemers, probeerden we die goede ervaring te continueren. De lezingen werden nu afgewisseld met de lichtere vorm van cabaretachtige teksten en liederen. Met deze theatrale vormgeving verviel het dans-element. Doordat de presentatie van nieuw liturgisch materiaal over Paulus ook samenzang omvatte, en daarmee tot kleine liturgische momenten werd, is de viering aan het eind van de dag beperkt van opzet gebleven. Het is onze ervaring dat een programma met niet al te lange onderdelen en een afwisseling van lichte en zwaardere inhoud, en tevens van voor het publiek passieve (luisteren, kijken) en actieve elementen (zingen, bewegen), voor een grotere aandacht en betrokkenheid en een langer vol te houden spanningsboog zorgt. 16 Beheer Staflid W.T.G. Haan is verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van het Bezinningscentrum. Daarnaast heeft hij een aantal inhoudelijke en beleidstaken bij het centrum. Haan is als één van de twee projectmanagers van de ‘Geweldscarrousel’ nauw betrokken bij de totstandkoming van dit pakket van innovatieve publieksactiviteiten. In aansluiting op een pilot van het project is in het verslagjaar verder gewerkt aan de realisering van de Manifestatie ‘Omgaan met Geweld’ die plaats zal vinden op 29 april 2004. In 2003 is de inhoudelijke discussie afgerond rond de toekomst van Studium Generale aan de VU. Haan was als ambtelijk secretaris Studium Generale nauw betrokken bij deze discussie. Het College van Bestuur heeft een notitie vastgesteld over de toekomst van het Studium Generale programma. Voor de inhoudelijke aansturing van het geheel wordt een belangrijke rol voor het Onderwijscentrum weggelegd. Opnieuw werd intensief samengewerkt met de universiteitspastor, zowel bij de organisatie van de kerstlunch, als kloosterweekends, waarvan er ook in 2003 weer een tweetal werden georganiseerd. De ontwikkeling van de website van het BC is een belangrijk aandachtspunt. Haan heeft in dit verband een meerjarenplan geformuleerd. Afhankelijk van beschikbare middelen zal dat plan de komende jaren worden geïmplementeerd. Eveneens is er overleg geweest met de webmaster van de centrale, corporate website van de VU. Bezien zal worden of de website van het BC beter kan aansluiten bij de nieuwe VU-site. Besloten is om te beginnen met de Studium Generale website. Invoeging van die website in de corporate site is in 2003 gerealiseerd. De website van het BC heeft over 2003 circa 450.000 hits gegenereerd. Met name het content deel, waar een aantal onlineteksten zijn opgenomen trekt veel belangstelling. Op basis van de informatie op de website komen regelmatig reacties binnen en verzoeken om nadere informatie, c.q. verzoeken om lezingen te geven. Haan is redactielid van het tijdschrift In de Marge. Naast de redactionele activiteiten is hij ook verantwoordelijk voor de zakelijke leiding van het tijdschrift. Het tijdschrift wordt digitaal vervaardigd binnen het BC, de drukker werkt het tijdschrift af op basis van kant en klare dtpbestanden. Haan vervaardigt de betreffende dtp-bestanden. In het najaar van het verslagjaar heeft Haan samen met Judith de Putter een cursus georganiseerd onder de titel ‘Iedereen is man én vrouw: sekserollen als keurslijf’ over de (trans-)genderthematiek. De zes bijeenkomsten trokken gemiddeld 35 belangstellenden, veelal uit kring van ‘betrokkenen bij de thematiek’. Voor de cursus is een nieuwe vorm gekozen: na een introductie van de inleiders was er een kort interview, vervolgens een inleiding van maximaal 30 minuten, daarna discussie en debat. Een bijeenkomst werd in de vorm van een lagerhuisdebat gegoten. Haan heeft zelf een inleiding verzorgd onder de titel ‘Gendertrouble op internet’ in de collegezaal waarin de IC-wall zich bevindt: een zaal met de mogelijkheid om een beeld van 10 meter breed en 2.5 meter hoog te projecteren, hetgeen het mogelijke maakt om diverse applicaties tegelijkertijd te tonen. Juist op het gebied van ‘gender op 17 internet’ is dat een uitstekende mogelijkheid om de pluriformiteit van dit fenomeen te illustreren. Op internet heeft Haan nog een essay gepubliceerd onder de titel ‘Onrust in Genderland’ naar aanleiding van The Boy Who Would Be Queen, The Science of Gender-Bending and Transsexualism, van J. Michael Bailey, Joseph Henry Press, Washington D.C., 2003; en ‘De hype van vandaag is het schandaal van morgen’, interview met Joost à Campo, in: Psy, jaargang 7 – nummer 7, 30 mei 2003; en ‘Psychiatric Comorbidity of Gender Identity Disorders: A Survey Among Dutch Psychiatrists’, Joost à Campo et all., in: American Journal of Psychiatry 160: 7, July 2003. In 2003 is een begin gemaakt met de discussie rond de consolidatie van de aan het BC vastgehaakte Stichting Science & Religion. Besloten is om de financiële administratie van de stichting zichtbaar te maken in het financieel jaaroverzicht van het BC. Een en ander zal in 2004 worden gerealiseerd. 18 Activiteitenkalender 2003 In samenwerking met VU-podium zijn er in het kader van het leerhuis-en-vieringprogramma van het BC twee studiedagen georganiseerd. Op 8 maart vond de tweede studiedag over de psalmbewerkingen van Huub Oosterhuis plaats: “Verbolgen en verborgen”. De studiedag op 15 november ging over Paulus: “Paulus: een ander joods geluid” (zie pp. 14-15). Op 18 september, voorafgaande aan de inaugurele rede van Anton van Harskamp, vond er een middagsymposium plaats onder de titel ‘Civil Society: Wens of Werkelijkheid?’. Sprekers waren dr. G.J. Buijs (VU), prof.dr. P. Dekker (SCP en UvT), prof.dr. M. Karskens (KUN) en prof.dr. H.E.S. Woldring. Het symposium werd georganiseerd door het Bezinningscentrum en VU-podium. Het aantal deelnemers: 60. Blijkens de ingevulde evaluatieformulieren (bij elke publieksactiviteit standaard uitgereikt door VU-podium) werd het symposium als ‘goed’ beoordeeld. In het kader van het Studium Generale vond er in oktober – november een lezingencyclus plaats over Gender: ‘Iedereen is man én vrouw’ (zie pp. 17-18). Hoewel de belangstelling voor de cursus tegenviel was hij inhoudelijk van hoog niveau. De nieuwe vorm voor de bijeenkomsten werd ook positief geëvalueerd. De deelnemers hebben dit initiatief zeer gewaardeerd. Net als vorig jaar organiseerde het BC samen met VU-podium twee series van drie lunchbijeenkomsten elk. Kort na het begin van de oorlog in Irak werden de eerste bijeenkomsten, met deze oorlog als onderwerp, georganiseerd op 27 maart, 3 en 10 april. Op 27 maart was het thema de onderliggende motieven van de bondgenoten en de tegenstanders. Dr. Henk Overbeek en dr. Gjalt Zondergeld, beide van de VU, waren de inleiders. De tweede bijeenkomst, over de vraag of de oorlog volkenrechtelijke of moreel te rechtvaardigen was, werd ingeleid door prof.mr. Nico Schrijver (VU) en dr. Mient Jan Faber (IKV). Op 10 april werd gediscussieerd over de vraag of de oorlog tegen Irak als een oorlog tegen de Islam gezien kan worden. Inleiders waren Yassin Hartog (Islam en Burgerschap) en Haci Karacaer (Milli Görüş). De organisatie was tevreden over de belangstelling van de kant van de studenten. Op 20 en 27 november en op 15 december vond de tweede serie plaats: ‘Atheïst, ietsist of gewoon gelovig?’ Zoals gebruikelijk werd gedebatteerd aan de hand van vaak gehoorde stellingen. De 1e keer luidde de stelling: Religie: zin of onzin? Inleiders waren Herman Philipse (U Leiden) en Marjoleine de Vos (NRC). De 2e keer werd gediscussieerd over het voor en tegen van Bijzonder onderwijs. Inleiders waren Ben Vermeulen (VU) en August Hans den Boef (Hogeschool van Amsterdam). En de 3e keer was de centrale vraag: Wetenschap en geloof – Kan dat samengaan? ingeleid door Ronald Meester (VU) en Edi Gittenberger (Naturalis Leiden). Deze serie was ook geslaagd en had enkele zeer levendige discussies. 19 Maatschappelijke dienstverlening en overige activiteiten studiesecretarissen * prof.dr. A.W. Musschenga In het verslagjaar was Musschenga tot september lid van het bestuur van de Societas Ethica, European Society for Research in Ethics; redacteur (met prof.dr. P.J.M. van Tongeren) van de serie Morality and the Meaning of Life, uitgegeven door Peeters, Leuven; wetenschappelijk directeur van de Onderzoekschool Ethiek; vice-voorzitter de programmacommissie van het NWO-Onderzoeksprogramma Ethiek, Onderzoek en Bestuur; editor-in-chief van Ethical Theory and Moral Practice, uitgegeven door Kluwer Academic Publishers. * prof. dr. A. van Harskamp Van Harskamp ontplooide activiteiten in verband met: - Lidmaatschap van de kernredactie van het Tijdschrift voor Theologie, alsmede interimvoorzitter van deze redactie - Lidmaatschap van een vijftal onderzoeksbegeleidingscommissies, te weten van het SCWproject Tussen secularisatie en religionisering), alsmede van het onderzoek van dr. E. Borgman (KUN) naar de intellectuele biografie van Edward Schillebeeckx (i.o.v. de Nederlandse provincie der Dominicanen), voorts van het onderzoek van P. de Rijk (Psychiatrisch Ziekenhuis Dennenoord, promotie aan de RUG), alsmede van het onderzoek van drs. R. Plum over Symboliek en Hermeneutiek aan de theologische faculteit van de KUN. - Lidmaatschap van twee wetenschappelijke raden: Het Heyendaal Instituut Nijmegen aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (HIN) en het Dominicaans Studiecentrum voor Theologie en Samenleving (DSTS). Voor het eerstgenoemde instituut nam Van Harskamp in het verslagjaar als extern lid deel aan een sollicitatiecommissie voor twee wetenschappelijke stafleden. In het verslagjaar werd hij voorzitter van het bestuur van het Kenniscentrum Maatschappij en Religie. - Lidmaatschap van de werkgroep 'Nieuwe religieuze bewegingen' van de Katholieke Raad voor Kerk en Samenleving (KRKS). * prof.dr. J.J. Boersema Gedurende het verslagjaar is een eind gekomen aan Milieu Tijdschrift voor Milieukunde en derhalve ook aan het hoofdredacteurschap. Ter gelegenheid van het verdwijnen van Milieu (dat voortgezet wordt als internationaal tijdschrift Environmental Sciences Journal of Integrative Environmental Research) werd een symposium gehouden met als titel “Passie voor Milieu”. Tijdens dit symposium werd door Boersema een exemplaar van het boek De oogst van Milieu (Boom, Amsterdam) aangeboden aan de heer Hans van der Vlist, DG Milieu Als lid van de wetenschappelijke adviesraad Nederlands Forensisch Instituut (NFI) werden twee vergaderingen bezocht en er werd commentaar geleverd op concepten. 20 Als lid van de wetenschappelijke adviesraad Instituut voor Cultuurethiek (ICE) bezocht Boersema de december vergadering. Binnen de VU is Boersema lid van de klankbordgroep deelproject Duurzaam Hoger Onderwijs van het Van Waarden weten project aan de VU. Deze vergaderde twee keer in het verslagjaar. Als adviserend lid van het CEN (christelijk ecologisch netwerk) werd commentaar geleverd op (onderzoeks)plannen. In januari werd een bijdrage geleverd aan een bijeenkomst over milieufilosofie, georganiseerd door het Soeterbeeck programma van de KUN en in April aan een soortgelijke bijeenkomst op de UvA. Samen met Martine Vonk werd in oktober een bezoek gebracht aan Hydepark om de mogelijkheden te verkennen van een meer systematische aandacht voor duurzaamheidvragen binnen de theologische opleidingen. Een zelfde overleg werd gevoerd met de werkgroep Kerk en Milieu. Regelmatig wordt commentaar geleverd op manuscripten en onderzoeksvoorstellen. In het verslagjaar gebeurde dat voor NWO en voor het tijdschrift Environmental Values voor Environmental Sciences en voor Landschap Tijdschrift voor Landschapsecologie en Milieukunde Daarnaast werden voorstellen voor boeken becommentarieerd van Kluwer Academic Publishers. In het verslagjaar werden 13 voordrachten en lezingen gehouden voor uiteenlopende groepen en organisaties. Over zijn werk werd Boersema samen met Lucas Reijnders voor de IKON radio geïnterviewd (20 minuten, 26 juni 2003). * drs. B. Siertsema Siertsema zat in de redactie van Interpretatie, tijdschrift voor bijbelse theologie, waarvoor zij o.a. een serie over de figuur van Jezus in film en literatuur opzette. Naast publicaties in dat tijdschrift schreef zij ook een artikel voor Volzin en boekbesprekingen voor Roodkoper, waaronder een uitvoerige over Jan Oegema, Een vreemd geluk. De publieke religie rond Auschwitz (Amsterdam, Balans, 2003). Ze zat in het bestuur van de Oudervereniging van het Sint Ignatius Gymnasium, en eenmalig in de jury van de poëziewedstrijd ‘In de buurt van God’ georganiseerd door de Amsterdamse Jacobuskapel onder een aantal middelbare scholen. Zij hield een lezing in het Leerhuis Johannescentrum in utrecht over psalm 23 in de Nederlandse poëzie, en in het Oecumenisch Café in Amstelveen over psalmen in de poëzie. Ze ging voor in diensten van de Amsterdamse Studentenekklesia, de parochie HH Martelaren van Gorcum, het Open Pastoraat in Gorinchem (tweemaal), de Oecumenische Streekgemeente Kortenhoef (tweemaal), de West-Friese Ekklesia in Wognum, de Hervormde Gemeente van Naaldwijk, en de SoW-gemeente in Zaandam-Zuid. 21 Feiten en wetenswaardigheden 0. Oprichting, positie binnen de universiteit Het Bezinningscentrum is in 1979 opgericht. Bewust is gekozen voor een autonome positie binnen de universitaire organisatie. Tot het eind van de tachtiger jaren maakte het centrum onderdeel uit van het bureau van de universiteit. Binnen de beheersorganisatie van de VU wordt het BC gerekend tot de categorie overige eenheden en instituten. In 2003 werd de naam veranderd in Blaise Pascal Instituut. In 2004 zal het instituut een nieuwe bestuurs- en organisatiestructuur krijgen. Het bestuur is in 2003 reeds opgeheven. 1. Bestuur Prof.dr. A.W. Musschenga was ambtelijk secretaris van het bestuur van het Bezinningscentrum. W.T.G. Haan, beheerder van het Bezinningscentrum, was adjunctsecretaris. Bij de opheffing in 2003 had het bestuur de volgende samenstelling: mevr. mr. M.J. Broeckx (obp, Bestuursstaf) prof.dr. A.F. Droogers (wp, FdSCW) drs. G. Groenewoud (wp, FdWijs) prof.dr. L.P. ten Kate (wp, VUmc) prof.dr. S. Miedema (wp, FPP, voorzitter) dr. B. Bakker (wp, FEW) mevr. drs. F. Pijpers-Drenth (obp, DSZ) (vacatures studentzetels) In het bestuursreglement BC was bepaald dat de universiteitspastor, mevr. drs. J.A. Delver, adviserend lid was van het bestuur. 2. Staf De staf van het Bezinningscentrum bestond uit drie seniorstafleden en een junior stafmedewerker die elk een eigen aandachtsgebied binnen het BC vertegenwoordigen. Voor de vormingsactiviteiten/ publieksactiviteiten van het BC is de assistent-studiesecretaris/ beheerder verantwoordelijk. Het Studium Generale van de Vrije Universiteit was ambtelijk ondergebracht bij het BC. Om die reden behoort ook de ambtelijk secretaris van het SG tot de staf van het BC. Voorts is een afdelingssecretaresse werkzaam bij het BC (0,6 fte). Aan het centrum zijn twee tijdelijke medewerkers verbonden. Overzicht van stafleden en hun werkzaamheden: prof.dr. A.W. Musschenga, directeur en senior stafmedewerker Levensbeschouwing en ethiek; 22 prof. dr. A. van Harskamp, plaatsvervangend directeur en senior stafmedewerker Sociale Wetenschappen en levensbeschouwing; prof.dr. J.J. Boersema, senior stafmedewerker Natuurwetenschap en levensbeschouwing; mevr. drs. B. Siertsema, stafmedewerker Humaniora en medewerker Liturgievernieuwing; W.T.G. Haan, beheerder en ambtelijk secretaris Studium Generale; mevr. drs. N. Eikelboom, secretaresse. Sinds 1 april 2002 is dr. G. Landman voor anderhalve dag per week gedetacheerd bij het BC. Hij houdt zich bezig met het opzetten van een documentatiecentrum liturgievernieuwing. Mevr.drs. Judith de Putter is sinds 2003 werkzaam bij het centrum als programmamedewerker Studium Generale en redactiesecretaris In de Marge. 3. Financiën De vaste formatie van het instituut bedraagt op 1 januari 2004 4.15 fte. Deze formatie wordt gefinancierd uit eerste geldstroom-middelen. De medewerker Liturgievernieuwing wordt gefinancierd uit fondsen van de Vereniging. De exploitatie-lasten (k€ 38,--) worden sinds 1 januari 1998 eveneens uit universitaire middelen bekostigd. Incidentele subsidies voor de uitgave van dissertaties in één van de publicatiereeksen van het BC worden bekostigd uit fondsen van de Van Coeverden Adriani Stichting. 4. Automatisering Het BC is aangesloten op het kantoornetwerk van de Vrije Universiteit. Het tijdschrift van het BC, In de Marge, dat vier maal per jaar verschijnt is integraal op de website van het centrum opgenomen, zodat alle artikelen ook ‘electronisch geraadpleegd’ kunnen worden. De website had volgens de bijgehouden statistieken circa 450.000 ‘hits’ in het verslagjaar. Zie verder in het verslaggedeelte van de beheerder van de afdeling. In een flexibel systeem voor adressenbeheer zijn alle relaties van het BC opgenomen. ‘Relaties’ bestaan uit deelnemers aan activiteiten van BC en Studium Generale, abonnees op In de Marge, leden van de Vereniging Bezinningscentrum en zo’n 1000 personen die op een andere wijze bij het BC betrokken zijn. Op 1 januari 2004 bevonden zich circa 4400 adressen binnen het systeem. 23 5. Samenwerking Vanuit de aard van de werkzaamheden van het BC wordt nauw samengewerkt met de faculteiten. Wetenschappelijke medewerkers van diverse faculteiten participeren in de studiegroepen van het BC. Senior stafmedewerkers van het BC participeerden in onderzoekprogramma’s van faculteitein. De senior-stafmedewerkers zijn tegelijkertijd bijzonder hoogleraar binnen een faculteit. (Musschenga Wijsbegeerte; Boersema Aard- en Levenswetenschappen; Van Harskamp Sociale Wetenschappen). Met diverse vormingsinstanties wordt samengewerkt op het terrein van de extra-curriculaire activiteiten van het BC: lezingencycli en Studium Generale cursussen. Zowel inhoudelijk als organisatorisch worden bijdragen geleverd aan het VU-podium programma. Met Uitgeverij Kok te Kampen is een overeenkomst afgesloten over de uitgave van populair wetenschappelijke boeken en wetenschappelijke studies rond de verhouding levensbeschouwing en wetenschapsbeoefening, resp. de Interacties en de Studies. 6. Overige wetenswaardigheden Aan het instituut zijn een stichting en een vereniging gelieerd. De Stichting Science and Religion Blaise Pascal Instituut VU is een nauw gelieerde stichting waarin de administraties van een aantal activiteiten zijn ondergebracht. Als voorbeelden kunnen worden genoemd de administratie van het periodiek In de Marge en de administratie van de Leerhuis en viering-bijeenkomsten. Voorzitter van het bestuur BC en hoofd en beheerder van het BC vormen het bestuur van de Stichting. Alle stichtingsactiviteiten zijn complementair aan de activiteiten van het BC. De Vereniging Bezinningscentrum heeft circa 700 leden. De Vereniging heeft tot doel de publicaties van het BC voor een breder publiek toegankelijk te maken. Aan het lidmaatschap van de Vereniging zijn geen contributiegelden verbonden. Voorzitter, secretaris en penningmeester worden benoemd uit de staf van het BC. 24 In de Marge Het tijdschrift In de Marge valt onder de publieksactiviteiten van het BC en gaat over wetenschap en levensbeschouwing. In 2003 was er weer een verscheidenheid aan artikelen waarin onderwerpen rond religie, zingeving, samenleving, wetenschap en nu ook milieuproblematiek, elkaar afwisselden. Het zijn thema’s eigen aan het BC én waar belangstelling voor is aan de VU. In 2003 bleef het aantal abonnees vrijwel gelijk aan het voorgaande jaar. Het streven blijft om meer lezers (en schrijvers) te werven op de VU. Als gebruikelijk verschenen er vier nummers, een overzicht van de inhoud: Nummer 1 Onze basiswaarden historisch beschouwd – Bart Voorsluis Selectief in normatieve zaken – Hans Boutellier Ieder z’n eigen moraal? – Bert Musschenga De pedagogische taak van de school – Wim Wardekker Van Waarden Weten aan de VU – Rob Boschhuizen e.a. Columns – Linda Brandse, Barbara Spruit, Esther Pans, Judith de Putter, Daphne Lentjes Nummer 2 Van isolement naar openheid – Dirk van Keulen De kerst – midlifecrisis van Scrooge – Angela Roothaan Implosie van de Amerikaanse hegemonie – Henk Overbeek En vergeef ons onze medeplichtigheid – Cees de Groot Abraham, Isaak en het postreligieuze tijdperk – Bram van Hout Een strohond uit London – Jan Boersema 25 Nummer 3 Gerrit Arie Lindeboom – Leo van Bergen Kloneren – Leo ten Kate e.a. Het weten van het lichaam – Arianne van der Ven Rechten, rechten en nog eens rechten – Anders Schinkel Wereldvoedselvoorziening – Michiel Keyzer Hoe zie ik eruit? – Anton van Harskamp Nummer 4 Het geheime verbond van schrijver en lezer – Bart Voorsluis Vreemde naaste – Bettine Siertsema J.P. Arend, vergeten historicus? – Gjalt Zondergeld Kleren maken de man en vrouw – Arend Soeteman Islam en civil society in Marokko – Edien Bartels en Martijn de Koning Groen geloof – Jan J. Boersema 26 Publicaties Stafmedewerkers Wetenschappelijke publicaties: Jan J. Boersema e.a. red. (2003) De Oogst van Milieu. Boom, Amsterdam. Jan J. Boersema (2003) Alfa’s over de milieucrisis. In: Jan J. Boersema e.a. red. De Oogst van Milieu. Boom, Amsterdam, 22-39. A. van Harskamp, Van fundi’s, spirituelen en moralisten: Over civil society en religie, Kampen: Kok 2003 Vakpublicaties Jan J. Boersema (2003) Een strohond uit Londen. In de Marge 12/2, 35-39 Jan J. Boersema (2003) Groen Geloof. In de Marge 12/4, 39-43 E. Borgman/A. van Harskamp e.a.., Hunkering naar heelheid: Brochure Nieuwe Religieuze Bewegingen, in: E. Borgman e.a., Hunkering naar heelheid: Over nieuwe religiositeit in Nederland, Damon: Budel 19-62. A. van Harskamp, ‘Tegenbewegingen’, in: E. Borgman e.a., Hunkering naar heelheid: Over nieuwe religiositeit in Nederland, Damon: Budel 2003, 97-115. A. van Harskamp, ‘Publieke opinie en nieuwe religiositeit’, in: E. Borgman e.a., Hunkering naar heelheid: Over nieuwe religiositeit in Nederland, Damon: Budel 2003, 75-87. A. van Harskamp, ‘Het nieuwe religieus verlangen – op zoek naar een nieuwe geloofsdynamiek’, in: D. Kerckhoven e.a., Gelovig, religieus, dakloos? Op zoek naar een lekenspiritualiteit voor nu, Antwerpen: Halewijn 2003, 36-71. A. van Harskamp, ‘De nieuwe gelovige’, in: L. Oosterveen/R. Robertson red., Van vaste burcht naar open stad: Gedaanteveranderingen van het alledaagse leven en van religie en levensbeschouwing, Nijmegen 2003, 107-123. A. van Harskamp, ‘Hoe zie ik er uit?’, in: In de Marge 12 (2003) nr. 3, 37-40. A. van Harskamp, Bespreking van ‘H.M. Dober, Die Moderne wahrnehmen’, in: Tijdschrift voor Theologie 43 (2003), nr. 2, 216. Bert Musschenga, Ieder z’n eigen moraal?, In de Marge 12(2003), pp. 21-29. Bert Musschenga, Redactie van: De toekomst van de sociale zekerheid. Thema nummer Filosofie en Praktijk 24(2003), no. 3. Gert J. Peelen, Bettine Siertsema en Ciska Stark (red.), Vechten & vieren. De spanning in het werk van Huub Oosterhuis. Meinema, Zoetermeer 2003. Bettine Siertsma, ‘”Het is altijd maar net even”. Motieven in de waardering van Oosterhuis’ liedteksten’ in Gert J. Peelen, Bettine Siertsema en Ciska Stark (red.), Vechten & vieren. De spanning in het werk van Huub Oosterhuis. Meinema, Zoetermeer 2003, p. 79-88. Bettine Siertsema, ‘Voorloper en vreemdeling. Christusmotieven bij Martinus Nijhoff’ in Interpretatie, tijdschrift voor bijbelse theologie jrg.11 nr.4 (juni 2003) p. 15-17. Bettine Siertsema, ‘Geschonden vertrouwen. Dichterlijke visies op Moria’ in Interpretatie jrg.11 nr.7 (oktober 2003) p. 15-16. Bettine Siertsema, ‘Vreemde naaste. Christusmotieven bij Martinus Nijhoff’ in In de Marge jrg.12 nr.4 (2003) p. 8-15. Bettine Siertsema, ‘Een stoutmoedige greep’ in Roodkoper, Tijdschrift voor cultuur, religie en politiek jrg.8 nr.4 (winter 2003) p. 57-60. 27