verslag2005

advertisement
Jaarverslag Blaise Pascal Instituut
2005
1
Inhoudsopgave
1. Inleiding
2. Formatie, functiebeschrijvingen en overige facta
3. Verslag activiteiten stafmedewerkers BPI
4. Publieksactiviteiten
5. Publicaties Stafmedewerkers
6. Overzicht publieksactiviteiten
2
p. 3
p. 4
p. 5
p. 10
p. 12
p. 14
1. Inleiding
De werkzaamheden van de senior-stafmedewerkers van het BPI worden deels binnen de
faculteiten waar ze tot (bijzonder) hoogleraar benoemd zijn, deels binnen het BPI zelf
verricht. De ervaring is dat de werklast binnen de faculteiten de voor de bijzondere leerstoelen
beschikbare twee dagdelen overstijgt. Onderwijs, onderzoek, begeleiding van promovendi en
bijdragen aan facultaire symposia en andere academische activiteiten gaan ten koste van de
voor het BPI beschikbare onderzoek- en publieksactiviteiten-tijd.
In 2005 werden naast de reguliere publieksactiviteiten die aansluiten bij de aandachtsgebieden
van de senior-stafmedewerkers ook zogenaamde Basta-debatten (in samenwerking met VUpodium) georganiseerd. Naast het Basta-team, waarin met name de voor publieksactiviteiten
verantwoordelijke BPI-medewerkers werkzaam zijn, waren ook de andere medewerkers
betrokken bij de bijeenkomsten. Ultimo december zijn de debatten geëvalueerd. Besloten is
om de debatten niet meer in de huidige vorm te continueren, maar om incidenteel
actualiteitsdebatten te organiseren, wanneer de actualiteit daarvoor aanleiding geeft.
Het tijdschrift In de Marge ging de 14e jaargang in en de websites van het centrum werden op
punten uitgebreid en vernieuwd. Het aantal portals – de vertaalslag van het onderzoekswerk
van de senior-stafmedewerkers naar informatie ten behoeve van een breed publiek op de
website van het BPI – werd opnieuw uitgebreid.
In het verslag zijn de hoofdlijnen van het werk van het BPI opgenomen, waarbij de
stafmedewerkers speciaal aandacht geven aan een ‘hoogtepunt’ c.q. vermeldenswaardige
activiteit.
3
2. Formatie, functiebeschrijvingen en overige facta
Het BPI ontvangt een personele toewijzing voor 4.15 fte. Uit die toewijzing worden de
volgende medewerkers gefinancierd.
Prof.dr. A.W. (Bert) Musschenga is directeur van het BPI, en in die hoedanigheid belast met
de algemene leiding van het instituut. Hij is binnen het BPI verder verantwoordelijk voor het
aandachtsgebied ethiek en levensbeschouwing. Daarnaast is hij deeltijd hoogleraar Wijsgerige
Ethiek aan de Faculteit der Wijsbegeerte.
Prof.dr. A. (Anton) van Harskamp is plaatsvervangend directeur en senior-stafmedewerker
voor het aandachtsgebied levensbeschouwing en sociale wetenschappen. Tevens is hij als
bijzonder hoogleraar verbonden aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen. Zijn
leeropdracht is daar Religie, identiteit en civil society in multidisciplinair perspectief.
Prof.dr. J.J. (Jan) Boersema is senior-stafmedewerker bij het BPI voor het aandachtsgebied
natuurwetenschappen en levensbeschouwing. Hij is tevens bijzonder hoogleraar aan de
Faculteit Aard en Levenswetenschappen met als leeropdracht de Culturele en
levensbeschouwelijke dimensies van de relatie mens - natuur.
Drs. G.J. (Bettine) Siertsema is stafmedewerker bij het BPI voor het project leerhuis en
viering (liturgievernieuwing). Daarnaast ontplooit zij activiteiten op het aandachtsgebied
levensbeschouwing en humaniora.
W.T.G. (Wim) Haan is belast met de bedrijfsvoering van het instituut. Daarnaast is hij
verantwoordelijk voor de coördinatie van de automatisering en de website-ontwikkeling van
het instituut. Hij is zakelijk leider van het tijdschrift In de Marge. Voor een deel van zijn
werktijd is hij ambtelijk secretaris van het Studium Generale van de VU. In het verslagjaar
was hij eveneens werkzaam als adviseur Vrolijkheid van het 25e lustrum van de VU.
Drs. N. (Nienke) Eikelboom is secretaresse van het instituut. Zij is verantwoordelijk voor de
secretariële taken van de afdeling. Daarnaast functioneert zij als contactpersoon voor de
diensten van de VU. Bij wetenschappelijke en publieksactiviteiten verzorgt zij de logistieke
organisatie. Daarnaast is ze verantwoordelijk voor de administratie van het tijdschrift In de
Marge en de boekenverkoop van het BPI. Tenslotte zorgt zij voor de secretariële
ondersteuning van de universiteitspastor.
De aan de leerstoelen toegevoegde promovendi zijn: drs. A. (Anders) Schinkel (Ethiek en
Levensbeschouwing; Faculteit der Wijsbegeerte), drs. J. (Johan) Roeland
(Levensbeschouwing en Sociale Wetenschappen; Faculteit der Sociale Wetenschappen) en
drs. M. (Martine) Vonk (Levensbeschouwing en Natuurwetenschappen; Faculteit der Aarden Levenswetenschappen).
In het verslagjaar was bij het BPI op tijdelijke basis nog werkzaam drs. J. (Judith) de Putter,
als redactioneel medewerker en programmamedewerker Studium Generale. Mevr. De Putter
was intensief betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe portals op de website van het BPI.
Tevens heeft zij een cruciale rol gespeeld bij de organisatie van de Nationale
Wetenschapsquiz voor Studenten die in november is georganiseerd (een
samenwerkingsverband van Studium Generale VU, Samenwerkende Bureaus Studium
Generale, NWO en VPRO. Op detacheringsbasis was dr. G. (Gert) Landman betrokken bij
het BPI voor het project ‘Documentatiecentrum Liturgievernieuwing’.
4
3. Verslag activiteiten stafmedewerkers BPI
3.1. Bert Musschenga
Onderzoek
Het onderzoek en de publicaties van Musschenga in 2005 vertonen een caleidoscopisch
karakter. Voor de nieuwe onderzoekslijn ‘Empirisch geïnformeerde ethische theorie’ heeft hij
voornamelijk voorbereidend werk gedaan. Dat resulteerde o.a. in de nieuwe aanvrage bij
NWO voor subsidie voor een zogenaamd ‘klein programma’. Alhoewel de aanvrage zeer
positieve beoordelingen van de referenten kreeg, viel die bij de prioriteitstelling af.
Daarnaast verschenen twee publicaties op het terrein van de medische ethiek. De eerste heeft
een meer theoretisch karakter en handelt over de vraag welke rol sociaal-wetenschappelijke
gegevens in normatief (medisch-)ethische argumentaties (dienen) te spelen. Musschenga
poogt daarin de recente wending naar een empirische (medische) ethiek te begrijpen, te
evalueren en theoretisch in te kaderen. De andere publicatie is een samen met anderen
geschreven rapport over een onderzoek naar de wijze waarop medisch-ethische commissies in
Nederland bij de beoordeling van klinisch-wetenschappelijke studies op het terrein van de
oncologie bepalen of de verhouding tussen de (kans op) baten en de (kans op) nadelen zoals
neveneffecten redelijk is. Conclusie: dat doen ze erg globaal en ‘intuïtief’ en zeker niet
systematisch.
De voor hem meest uitdagende publicatie was ‘Hadden de multiculturalisten ongelijk?
Zelfonderzoek van een lid van ‘de linkse kerk’’. Daarin kijkt hij tegen de achtergrond van de
recente maatschappelijke ontwikkelingen terug op de publicaties die hij vanaf 1984 over het
vraagstuk van de multiculturele samenleving heeft geschreven. De vraag die hij zichzelf stelt
is of hij de positie die hij in de verschillende publicatie heeft ontwikkeld nog steeds kan
onderschrijven en of er aspecten zijn waaraan hij geen of te weinig aandacht heeft
geschonken. Conclusie: Ten eerste vindt hij dat zijn principiële stellingname over het recht
van etnisch-culturele groepen op ruimte en aandacht voor de eigen cultuur nog steeds goed te
verdedigen valt. Maar hij heeft zich wel te weinig gerealiseerd dat de ruimte voor de eigen
cultuur die etnisch-culturele groepen moreel gezien kunnen claimen, ook verkeerd gebruikt
kan worden, namelijk niet om naar eigen inzicht en voorkeuren te midden van de Nederlandse
samenleving en als onderdeel daarvan te leven, maar als een toevluchtsoord voor culturele
segregatie. Ten tweede heeft hij zich ook te weinig gerealiseerd dat vanwege het dikke
karakter van de Nederlandse cultuur integratie meer aanpassing vraagt van etnisch-culturele
groepen dan we geneigd zijn te denken. Ten derde meent hij ten onrechte voorbij te zijn
gegaan aan het belang van het verschil van mening tussen seculiere Nederlanders en gelovige
moslims over de (publieke) rol van religie.
Onderwijs
In het eerste semester van het cursusjaar 2005/6 gaf Musschenga aan de faculteit Wijsbegeerte
het college ‘Subjectiviteit, identiteit en integriteit’ en in het tweede semester een blok in het
college ‘Max Weber over rationalisering en wetenschapsbeoefening’ over de doorwerking
van Webers ideeën over rationalisering en rationalisering in de hedendaagse sociale filosofie
en ethiek. In november en december coördineerde hij een aio-cursus over ‘Ethiek,
levensbeschouwing en identiteit’ voor de Onderzoekschool Ethiek waarbij hij in een aantal
bijeenkomsten ook zelf als docent optrad.
Eruit gelicht
5
Op 8 november 2005 organiseerde Musschenga vanuit het Blaise Pascal Instituut in
samenwerking met de Faculteit Wijsbegeerte (prof. Hans Radder) een studiedag over de
thematiek van onafhankelijkheid van wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijke
integriteit onder de titel Bijt niet de hand die je voedt. De bedoeling van de studiedag was
wetenschappers van de VU uit hun tent te lokken en te laten reflecteren op de thematiek van
financiële (on)afhankelijkheid en wetenschappelijke integriteit zoals die binnen hun eigen
discipline speelt. Wetenschappelijk onderzoek (en onderwijs) moet(en) ‘inspelen op
vragen/behoeftes van de samenleving’, zo wordt tegenwoordig vaak gesteld. Daarmee wordt
bedoeld dat onderzoek moet leiden tot kennis en inzichten op basis waarvan bedrijven nieuwe
of betere producten ontwikkelen en op de markt kunnen brengen of beleidsmakers bij de
overheid of andere organisaties beter beleid kunnen ontwikkelen. Vooral het eerste is
belangrijk. Immers, de ontwikkeling van nieuwe of betere producten biedt vooruitzicht op
groei van de werkgelegenheid. Een effectieve manier om te bevorderen dat wetenschappelijk
onderzoek meer afgestemd wordt op maatschappelijke vragen, is universiteiten voor hun
onderzoek financieel meer afhankelijk te maken van het verwerven contracten. Nu is het
beslist niet zo dat contractresearch op zich een bedreiging is voor de onafhankelijkheid en
onpartijdigheid van de wetenschappers en dat onvermijdelijk in conflict komen met de
wetenschappelijke integriteit, maar een te grote afhankelijkheid van contractresearch kan
(indirect) tot onwenselijke gevolgen leiden. Buitenlandse gast op het symposium was prof.
Sheldon Krimsky van Tufts University, U.S.A, die een autoriteit op het gebied van
schaduwzijden van het Amerikaanse contractonderzoek.
Een aantal wetenschappers van VU en VUmc verzorgde een presentatie. Harry Aiking,
senior-onderzoeker aan het Instituut voor Milieuvraagstukken, Hans Boutellier directeur van
het Hilda Verwey-Jonker instituut dat in opdracht sociaal-wetenschappelijk onderzoek
verricht en tevens bijzonder hoogleraar Politiestudies aan de faculteit Sociale Wetenschappen,
Leo Huberts, als hoogleraar Bestuurskunde en Integriteit van Bestuur aan dezelfde faculteit
verbonden, Wouter Beekers, onderzoeker bij het Historisch Documentatiecentrum en Stijn
Sieckelinck, aio bij de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Een groot deel
van de presentaties zal in uitgewerkte vorm in een speciaal nummer van In de Marge
verschijnen.
De belangstelling voor het symposium viel tegen (ca. 25 personen). De wel aanwezigen waren
over de inhoud van het symposium zeer tevreden.
3.2. Anton van Harskamp
Onderzoek
Van Harskamp hield zich bezig met de volgende thema’s: de verhouding tussen religie en
civil society, recente opvattingen over de verhouding tussen staat en kerk, visies in Nederland
op de religieuze opvoeding van kinderen op basisscholen, soloreligiositeit, de eindtijdromans
‘Verlaten’ (Left Behind), de relatie tussen existentiële onzekerheid en nieuwe religiositeit, de
opkomst van nieuwe spiritualiteit in West Europa. Over het eerste thema en de laatste twee
thema’s hield hij academische voordrachten en schreef hij wetenschappelijke artikelen (die
waarschijnlijk in 2006 gepubliceerd zullen worden). Over de overige thema’s hield hij
publiekslezingen en schreef hij 4 vakpublicaties (voor het merendeel in 2006 te verschijnen)
en een krantenartikel. Verder verzamelde hij materiaal en schreef een enkele tekst voor een in
2006 en 2007 te schrijven Nederlandstalige studie over de groeiende populariteit van
spiritualiteit in West Europa en de V.S. Ten behoeve van het onderzoek begeleidde hij drie
externe promovendi (over evangelicalisme en civil society, over antroposofie en civil society
en over pragmatheïsme) en één interne promovendus (over evangelicalisme en identiteit van
6
jongeren). Voorts was hij lid van een begeleidingscommissie van een promovendus aan de
VU (religie in een Vinex-locatie) en van een promovendus aan de Radboud Universiteit
(symboolbegrip bij Bloch en Ricoeur). Hij nam deel aan twee promotiecommissies. Voorts
organiseerde hij op 26 april een seminar van de studiegroep ‘Tussen secularisatie en
religionisering’ (aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen) over de onontkoombaarheid in
de sociale wetenschappen van de vraag naar het specifiek religieuze van religies. Op
uitnodiging van het Center for Religion and Civic Culture van de University of Southern
California nam hij op 1 mei deel aan een kleine, maar intensieve werkconferentie in Los
Angeles over ‘The Civic Life of American Religion’.
Onderwijs
In de maanden november en december gaf Van Harskamp voor 3e-jaars studenten culturele
antropologie en 2e-jaars studenten Religie en Levensbeschouwing een cursusblok Colloquium
Antropologie: Civil society en religie. In de cursus wordt na een inleiding op het begrip civil
society eerst nagegaan hoe kerken in Nederland en in de V.S. zich in de civil society
manifesteren waarna het blok besloten wordt met een inleiding op civil society en Islam.
Verder begeleidde hij 2 FSW-studenten bij het schrijven van hun bachelorthesis en 6 FSWstudenten bij het schrijven van hun doctoraalscriptie en masterthesis.
Eruit gelicht
Van Harskamp is hoofdredacteur van In de Marge. Hij werkte met onder anderen Judith de
Putter aan de totstandkoming van een themanummer over religie en populaire cultuur. In de
maanden maart tot en met juni begeleidde hij een stagiair aan het BPI, Matthijs Fleurke,
student filosofie en sociologie van ‘Groningen’. Samen met hem werkte hij onder meer aan de
uitbouw van de portal Religie en Civil Society.
Van Harskamp heeft een bezoek gebracht aan Sadik al-Azm met het oog op een
gasthoogleraarschap van deze Syrische geleerde aan de faculteiten Feweb, Rechten en BPI.
Voor de opening van de Vlieberhg-Sencie leergangen van de theologische faculteit van de
Katholieke Universiteit Leuven hield hij de openingslezing over ‘Religieuze ruis: Over de
wedergeboorte van het religieuze’. De lezing trok relatief veel media aandacht (t.v., radio,
kranten) in Vlaanderen. De lezing wordt in 2006 gepubliceerd bij een uitgever in Vlaanderen.
In het verslagjaar vervulde hij een aantal ‘voorzitterschappen’, onder meer van een Studium
Generale bijeenkomst, een Basta-bijeenkomst, een tweetal symposia over religieuze
opvoeding en onderwijs. Voorts was hij lid van het bestuur van VU-Podium, lid van een
sollicitatiecommissie bij FSW, en werkte hij samen met dr. Govert Buijs, dr. Frans Kamsteeg
en drs. C. van Beuningen aan de instelling van een Master ‘Management, Cultuur en
Levensbeschouwing’.
3.3. Jan Boersema
Onderzoek
Met Martine Vonk, als promovenda verbonden aan de leerstoel, is onder meer gewerkt aan
een literatuuroverzicht van sociaal wetenschappelijke studies naar het verband tussen religie
en milieugedrag. De meeste studies laten geen positieve of negatieve correlatie zien tussen
beide. Voor deze non-correlatie is een hypothese geopperd. Met Carolien Hoogland en Joop
de Boer is gewerkt aan het analyseren van factoren die de keuze voor het wel of niet eten van
vlees en vis bepalen. Specifieke productinformatie blijkt alleen te werken bij mensen die daar
al een zekere ontvankelijkheid voor hebben, dat wil zeggen wier waardepatroon min of meer
past bij de aangeboden informatie. Bij andere consumenten richt het niets uit.
7
Boersema’s eigen langlopend onderzoek heeft als werktitel “How Green is Progress”.
Centraal staat hierbij de vraag naar de rol van levensbeschouwing in het streven naar een meer
duurzame relatie met het natuurlijk milieu. Dit algemene thema wordt uitgewerkt in drie
richtingen.
In de eerste plaats de cultuurhistorische richting, waarbij vragen centraal staan over de
lineaire tijdsopvatting, over de aard en herkomst van het vooruitgangsdenken in onze westerse
cultuur. Deze vragen worden ondermeer besproken in het cluster Mindful Modernisation dat
sinds begin 2005 officieel deel uitmaakt van de IVM organisatie, maar waarin ook niet IVMers participeren. In de tweede plaats gaat het om de samenhang tussen cultuur,
levensbeschouwing en gedrag. Dit wordt momenteel in twee aio projecten uitgewerkt.
Tenslotte wordt, bij wijze van casestudy, voor een bepaalde samenleving (die op Paaseiland)
getracht tot een historisch betrouwbare en modelmatig kloppende reconstructie te komen. Dit
onderzoek spits zich toe op de ontbossing in de periode vóór het eerste contact met de West
Europese bezoekers.
Het hoofdredacteurschap van wetenschappelijke tijdschrift Environmental Sciences bleek ook
in 2005 veel tijd vragen. Van Volume 2 werden 3 issues uitgebracht, 2/4 is in print.
Gedurende het verslagjaar werden ongeveer 10 lezingen gehouden
Onderwijs en begeleiding
In het verslagjaar werd voor de derde keer de eenjarige Engelstalige Master “Environment
and Resource Management” gegeven. Deze Engelstalige opleiding trekt veel studenten (2005:
50) waarvan ongeveer 2/3 uit het buitenland. Boersema coördineert de eerste module in dit
programma (6 ECTS)
Samen met P.J.E.M.van Dam en S.W. Verstegen is een bijvak getiteld “Natuur en
Vooruitgang / Nature and Progress” (10 ECTS) gegeven aan 12 studenten (geschiedenis en
geo-archaeologie) Dit zal worden opgenomen in een Mastervariant ‘ecologische geschiedenis’
worden opgenomen (bedoeld voor studenten Geschiedenis en FALW).
Gastcolleges werden verzorgd in het post-HBO onderwijs; De Master opleiding
Environmental Science van de IVEM-RuG en in het HOVO onderwijs (VU en Universiteit
Leiden).
Veel tijd is ook dit verslagjaar besteed aan de begeleiding van de twee interne promovendi
Martine Vonk en Carolien Hoogland beide werkzaam op het IVM (FALW). Carolien hoopt in
de loop van 2006 te promoveren en Martine in 2007. Bij de buitenpromovendus Giuseppe
Ferrari, sinds 2004 verbonden aan de universiteit van Modena (Italië) is de begeleiding in
deze fase van zijn onderzoek minder intensief.
Eruit gelicht
In het voorjaar van 2005 bracht de fysicus en Spinozaprijs winnaar Cees Dekker een bezoek
aan minister Van der Hoeven. Tijdens dit gesprek kwam de affiniteit van Cees Dekker met de
Intelligent Design (ID) gedachte naar voren. ID aanhangers beogen een wetenschappelijk
debat, maar ze kregen een stevig publiek debat waarin naast wetenschappers ook columnisten
en politici meededen. Het regende ingezonden stukken en commentaren, overal zag men volle
zalen. Dat een gedachte met (nog) zeer weinig wetenschappelijk vlees op de botten tot zulke
heftige discussies kan leiden, geeft aan dat er meer aan de hand is dan een verschil in
wetenschappelijk inzicht. Maar wat? Daarover schreef Boersema een artikel voor In de Marge
(ook opgenomen in het septembernummer van De Gids) onder de titel “Het non-debat over
Intelligent Design”. Het leidde weer tot ingezonden brieven en uitnodigingen voor lezingen
een bewijs dat de vragen rond het ontstaan van het leven en meer algemeen de relatie
wetenschap en levensbeschouwing in deze tijd (weer) kunnen rekenen op veel belangstelling.
8
3.4. Bettine Siertsema
Onderzoek
In 2005 voltooide Siertsema het vijfde hoofdstuk, over de joodse memoires, van haar
proefschrift over levensbeschouwelijke van Nederlandse egodocumenten over de naziconcentratiekampen, en schreef een groot deel van het zesde hoofdstuk, over de religieusneutrale memoires. Zij publiceerde de analyse van een gedicht van Ida Gerhardt op de website
http://klassiekegedichten.net.
Onderwijs
Siertsema heeft geen universitair onderwijs gegeven.
Eruit gelicht
In maart werd in het kader van het project Leerhuis en Viering een studiedag georganiseerd
over Simson, de tweede in een serie over ‘Bijbelse buitenbeentjes’. Centraal stond de vraag
hoe de gewelddadigheid van het Simson-verhaal bekeken werd en daarnaast welk vrouwbeeld
het bijbelverhaal zelf en de vele verbeeldingen ervan presenteren. Het visuele aspect had een
groot aandeel in de dag, in de vorm van dia’s van beeldende kunst, kinderbijbelillustraties en
film. Siertsema leverde twee bijdragen: over de verbeelding van Simson in films, en over de
manier waarop kinderbijbels met het geweldsaspect omgaan. Op de 21 ingeleverde
evaluatieformulieren was de gemiddelde waardering een 8. Omdat het relatief geringe
deelnemersaantal geweten werd aan de locatie, de Griffioen op Uilenstede in plaats van het
auditorium op de VU, is besloten de volgende studiedag weer op de VU te houden. Dat bleek
echter pas in januari 2006 te kunnen, waardoor er in 2005 maar één studiedag heeft
plaatsgevonden.
Siertsema heeft diverse lezingen in het land gehouden met uitwerkingen van het thema ‘bijbel
en poëzie’.
9
4. Publieksactiviteiten
In het verslagjaar zijn diverse studiedagen georganiseerd. Deels op het werkterrein van wat
traditioneel genoemd wordt ‘Leerhuis en Viering’, een activiteit van het BPI die zich op
liturgievernieuwing richt. Op dit zelfde terrein werd voor het vierde jaar met subsidie van het
Haak Bastiaans Kunneman fonds verder gewerkt aan de totstandkoming van een database op
het internet, en een ‘fysiek’ documentatiecentrum waar materiaal kan worden geraadpleegd.
Voorts zijn studiedagen en expertseminars georganiseerd vanuit de aandachtsgebieden van de
senior-stafmedewerkers van het BPI.
In samenwerking met VU-podium is een aantal Basta-actualiteitsdebatten georganiseerd.
2005 stond wat dit betreft als een experimenteel jaar te boek. In de voorgaande jaren
organiseerde het BPI lunchbijeenkomsten over actuele onderwerpen. Problematisch daarbij
werd ervaren dat deelnemers slechts de lunchtijd beschikbaar hebben het debat bij te wonen
en niet in staat zijn om aansluitend in meer informeel verband door te praten. De
organisatoren hadden de hoop om met het organiseren op een later tijdstip met aansluitend
een borrel de participatie van de deelnemers aan het debat te intensiveren. Tevens is een
nieuwe vorm bedacht. In plaats van telkens op zoek te gaan naar geschikte inleiders is ervoor
gekozen om een ‘vast debatteam’ te formeren. Met afhankelijk van het onderwerp telkens één
heraut die het onderwerp kort en bondig neer zou zetten, waarna het ‘Basta-panel’ de
discussie met de zaal zou aanzwengelen.
De belangstelling voor deze nieuwe vorm was teleurstellend. Het Basta-team heeft een
uitvoerige evaluatie gemaakt die ter bespreking zal worden aangeboden aan de Raad van
Advies van het BPI.
Aan de website van het BPI is opnieuw hard gewerkt. In 2005 is de nieuwe portal
www.religie-en-samenleving.nl gereed gekomen. www.girard.nl heeft zijn definitieve vorm
gekregen en wordt wekelijks geupdate door een portalredacteur. Ook de transgenderlinks
portal www.genderlinks.nl is uitgebreid. Nieuwe onderdelen zijn in de steigers gezet.
De corporatie website www.blaisepascal.nl/www.bezinningscentrum.nl had in 2005 circa
4.000.000 hits en 230.000 unieke bezoeken, daarbij zijn nog niet geteld de hits/bezoeken aan
de mirror site: www.bezinnen.nl. De website van het BPI wordt dagelijks vernieuwd en
bijgehouden. Mede om die reden scoort de site hoog bij de zoek-machines. Bij Google staat
de online-teksten van www.bezinningscentrum.nl in de regel bij de eerste tien vindplaatsen.
Op 18 november vond de Nationale Wetenschapsquiz voor Studenten plaats. Deze quiz werd
voor het eerst georganiseerd in Eindhoven in 2004. Vanwege het grote succes is de quiz
geprolongeerd. Met name door de grote inzet van de tijdelijk medewerkster van het BPI
Judith de Putter en de bijdragen Arnoud Jullens en Joep Pelsser, studenten
Bewegingswetenschappen, is de organisatie een groot succes geworden. In totaal hebben circa
70 teams van drie studenten van alle Nederlandse universiteiten deelgenomen. De eigenlijke
quiz vond plaats in twee rondes: een met 45 open vragen, een met 16 multiple-choice gesloten
vragen. De winnaars van deze twee rondes konden nog meedoen aan een derde ronde waarin
werd bepaalde welke teams aan de televisiequiz konden meedoen die een week later zou
plaatsvinden. De deelnemers waren zeer tevreden over de quiz. Een en andere leverde goede
PR op voor Studium Generale VU en het landelijk Samenwerkingsverband.
10
In het voorjaar en najaar werden opnieuw kloosterweekeindes georganiseerd voor
medewerkers van VU en VUmc. Bij deze activiteit wordt samengewerkt met de Dienst
Pastoraat en Geestelijke Verzorging van VUmc.
Een aantal BPI-medewerkers heeft geparticipeerd in het Zeven-vóór-één project van de
universiteitspastor.
11
5. Publicaties Stafmedewerkers
Jan J. Boersema, Ben Bakker & Edwin Koster (red.) (2005) Het Gewicht van Groen.
Motieven voor natuurbehoud en milieubescherming. Kok, Kampen.
Jan J. Boersema (2005) Van heersers, helden en heiligen naar Realo’s, techno’s en eco’s.
Over oude en nieuwe motieven in de relatie mens natuur. In: Jan J. Boersema, Ben Bakker &
Edwin Koster (red.) Het Gewicht van Groen. Motieven voor natuurbehoud en
milieubescherming. Kok, Kampen, 91-121.
Jan J. Boersema (2005) Kanttekeningen bij het non-debat over ID. De Gids, september 2005,
776-788.
Martine A. Vonk & Jan J. Boersema (2005) Does Religion have a Bearing on Environmental
Behaviour? An Analysis of Empirical Evidence and the role of Values. (submitted to Journal
for the Scientific Study of Religion)
Hoogland, Carolien T., Joop de Boer and Jan J. Boersema (2005) Transparency of the meat
chain in the light of food culture and history. Appetite, 45, 15-23.
Hoogland, C.T., de Boer, J. and J.J. Boersema (2005) Sustainable food choices: does
communicating production standards make a difference? (submitted to Appetite)
Boer, J. de, Hoogland, C.T. & J.J. Boersema (2005 The role of value priorities and goal
orientations in shaping more sustainable food choices. (Submitted to Food Quality and
Preference)
Anton van Harskamp, ‘Simply Astounding: Ongoing Secularization in The Netherlands’, in:
Erik Sengers ed., The Dutch and Their Gods: Secularization and Transformation of Religion
in The Netherlands Since 1950, Hilversum: Verloren 2005, 43-57.
Anton van Harskamp, ‘Religie, staat, samenleving en nog wat’, in: In de Marge 14 (2005) nr.
2, 23-30.
Anton van Harskamp, ‘De verbeelding van de verschrikking: De Left Behind romans’, in: In
de Marge 14 (2005) nr. 4, 1-12
Anton van Harskamp, Bespreking van: T. Bernts, Boodschap aan de kerken? In, Tijdschrift
voor Theologie 45 (2005) 233.
Anton van Harskamp, Overgang of ondergang van de theologie (in Nederland)?
Aantekeningen bij de vraag naar heroriëntatie; webpublicatie:
http://www.bezinningscentrum.nl/teksten/anton/ondergang.htm
Anton van Harskamp, Individualization and Dutch Religion; webpublicatie:
http://www.bezinningscentrum.nl/teksten/anton_eng/spirrev.htm
Anton van Harskamp, De bange meesters van hun eigen geloof. Of: Over de soloreligieuzen;
webpublicatie:
http://www.bezinningscentrum.nl/teksten/anton/solorel.htm
12
Bert Musschenga, Het gebruik van lijfstraffen in de opvoeding: tolereren of niet? In: Herman
Baartman, Ruud Bullens & Jan Willems (red), Kindermishandeling: de politiek een zorg,
Amsterdam (SWP) 2005, pp. 116-134
Albert W. Musschenga, The debate on impartiality; An introduction. In: Ethical Theory and
Moral Practice 8(2005), no 1&2. pp. 1-10.
Bert Musschenga, Hadden de multiculturalisten ongelijk? Zelfonderzoek van een lid van ‘de
linkse kerk’. In Gerrit de Kruijff en Jos Kole (eds.), Het ongemak van religie, Kampen (Kok)
2005, pp. 32-49.
Albert W. Musschenga, Empirical Ethics, Contextsensitivity and Contextualism, Journal of
Medicine and Philosophy 30(2005), pp. 1-24.
Heleen van Luijn, Neil Aaronson, Ronald Keus & Bert Musschenga, Risks and Benefits of
Experimental Treatments in Oncology, Amsterdam (Blaise Pascal Institute) 2005 (= NWO
‘Ethics and Public Policy’ Report) pp. 110.
Bettine Siertsema, ‘Geen rolmodel. Kinderbijbels en het geweld in de Simson-verhalen’ in
Interpretatie. Tijdschrift voor bijbelse theologie 13e jrg. nr.6, p.13-15.
Bettine Siertsema, Negen bijdragen in Marcel Barnard, Margreet Limburg-Klokke, Louis van
Tongeren (red.), Zeggen en zwijgen. Oecumenisch gebedenboek voor alledag. Zoetermeer,
Meinema, 2005.
Bettine Siertsema, website http://klassiekegedichten.nl (oktober 2005): Analyse van ‘Christus
als hovenier’ van Ida Gerhardt.
13
6. Overzicht publieksactiviteiten
5 maart: Studiedag Leerhuis & Viering (Simson). in het kader van het project Leerhuis en
Viering, 50 deelnemers
22 tot 24 april: Kloosterweekeinde bij de Trappistinnen in Brecht, 14 deelnemers
26 april: Studiemiddag ‘De onontkoombaarheid van de vraag naar het religieuze’,
georganiseerd vanuit het aandachtsgebied ‘Sociale wetenschappen en levensbeschouwing’,
12 deelnemers
2 mei: Bastadebat over rechtsradicale jongeren, i.s.m. VU-podium, 30 deelnemers
20 mei: lezing Tom Regan, georganiseerd vanuit het aandachtsgebied 'Ethiek en
levensbeschouwing' en i.s.m. Stichting Varkens in Nood, 25 deelnemers
29 september: Studium Generale over Gangsta Rap en Wargames, in samenwerking met
Rechten/Criminologie, 85 deelnemers
10 oktober: Bastadebat over juridische missers, de zaak Nienke Kleist, i.s.m. VU-podium, 25
deelnemers
8 november: ‘Bijt niet de hand die je voedt’, symposium over financiering van onderzoek en
wetenschappelijke integriteit, m.m.v. Sheldon Krimsky, georganiseerd vanuit het
aandachtsgebied ‘Ethiek en levensbeschouwing’, 25 deelnemers
9 november: ‘Science in the Courtroom’, lezing Sheldon Krimsky, georganiseerd vanuit het
aandachtsgebied ‘Ethiek en levensbeschouwing’, 30 deelnemers
18 november: Nationale wetenschapsquiz student, georganiseerd vanuit Studium
Generale/BPI, in samenwerking met NWO en VPRO, 220 deelnemers
18 tot 20 november: Kloosterweekeinde in Abdij Mariatoevlucht (Trappisten) te Zundert, 15
deelnemers
14
Download