Orkanen en Tornado`s

Orkanen en
Tornado's
Het wat, waar en wanneer…
ORKANEN
Wat?
 Zware storm die uitgroeit tot
superstorm
 Gaat gepaard met:
 extreme regenval
(soms 500 mm. per etmaal)
 extreme wind
(boven de 117 km/u)
 in kustgebieden
vaak gepaard met
vloedgolven
Wanneer?
 Het orkaanseizoen loopt van
augustus tot ongeveer december
Waar?
 Rondom de evenaar boven de grote
oceanen.
 Zeewater boven de 26°C
Grootte
 Doorsnee van ongeveer 500 tot 1000
km (= superorkaan)
Florida
Francis
Namen
 Atlantische Oceaan en Amerikaanse
deel de Grote Oceaan: orkaan /
hurricane
 Aziatische deel van de Grote oceaan:
taifoen
 Indische oceaan: cycloon
Namen
 Orkanen krijgen altijd een naam, bedacht




door de Wereld Meteorologische
Organisatie (WMO).
Bij elke letter uit het alfabet wordt een
naam bedacht.
De Q, U, X Y en Z doen niet mee doen.
Namen worden elke zes jaar hergebruikt.
Namen van verwoestende orkanen mogen
niet hergebruikt worden. (vb: Mitch en
Katrina)
Klassen
 Er bestaan vijf soorten orkanen:
klasse 1 tot en met 5.
 1. Windsnelheden van 117-152 km/u.
 Lichte schade.
 5. Windsnelheden vanaf 260 km/u.
 Sterkste en gevaarlijkste orkaan.
 Daken waaien van huizen, schuren,
caravans en auto's worden verwoest.
Ontstaan

1. Opwarming zeewater door instraling
tropische zon
Ontstaan
2. Veel verdamping => onstabiele lucht
=> onweerswolken tot 16 km hoogte.
Ontstaan

3. Zeewater boven 26°C versterkt het
systeem.
26°C
Ontstaan

4. door draaiing van de aarde gaat het
systeem draaien.
Ontstaan

5. bij windsnelheden van 117 km/u is
het een orkaan.
Ontstaan
 6. boven zee: geen weerstand
 => voeding van warm water
 => versnelling
 7. boven land: weerstand
 => geen voedingsboden
 => vertraging
 => orkaan verdwijnt
Verloop Katrina
Gevolgen
Extreem lage luchtdruk zuigt het water
soms wel 6 meter omhoog
Gevolgen
Gevolgen
Gevolgen
Gevolgen
Gevolgen
Nederland
 In Nederland komen geen zware
orkanen voorbij razen.
 Nederland kan af en toe wel te
maken krijgen met een lichte
orkaan.
 In 1944 was er één keer een lichte
orkaan met windsnelheden van 122
kilometer per uur.
TORNADO’S
Wat?
 Een wervelwind
 met zeer grote windsnelheden tot
enkele honderden kilometers per uur
 meestal zichtbaar doordat waterdamp
condenseert in de wervel
 of doordat materiaal van het aardoppervlak
wordt opgetild
Wanneer?
 Voornamelijk in de maanden april,
mei en juni.
Grootte
 Een diameter van enkele tientallen
meters tot een paar kilometer
Waar?
 Tornado Alley
 Warme vochtige lucht uit de Golf van
Mexico schuift noordwaarts
over koude
droge lucht
uit de Rocky
Mountains
Klassen
 Schaal van Fujita


Klasse
F0
Snelheden
64 - 117 km/h

F5
>> 418 km/h
Gevolgen
Schade aan schoorstenen,
takken breken af.
Woningen worden opgetild en
over afstand verplaatst.
Zware voorwerpen worden als
projectielen door de lucht
geslingerd over een afstand
van honderden meters.
Ontstaan
 1. Een tornado ontstaat vaak op de
scheidingslijn van warme, vochtige
lucht en koude, droge lucht.
Ontstaan
 Op deze grenslijn kunnen zeer zware
onweersbuien ontstaan; zogenaamde
supercellen
 Hierin komen
sterke opwaartse
spiraliserende
luchtstromingen
voor
L 
L 
L

Ontstaan
Warme van
luchtzeer
stijgtlage
zeer luchtdruk
snel op
Ontstaan
 Onderaan de wolk kan dan een
draaikolk (trechter) ontstaan, die
kan uitgroeien tot een tornado.
Gevolgen
Gevolgen
Gevolgen
Nederland
 Af en toe komen tornado's voor
 Vaak zwakke tornado’s, meestal
windhozen genoemd
 Op 6 oktober 1981 vonden 17 mensen
de dood, toen een vliegtuig bij Moerdijk
in een tornado vloog.
 Op 1 oktober 2001 werd een
automobiliste in Zeeland met auto en al
opgetild, waarbij zij zware
verwondingen opliep.