Document

advertisement
Hoofdstuk 3. De Verenigde Staten.
Paragraaf 2. Waardoor zijn er verschillen in de natuurlijke omstandigheden in de VS?
A) Welke verschillen zijn er in natuurlijke omstandigheden?
Tussen de oostelijke en de westelijke kant van de VS zijn er veel verschillen. In de oostelijke
helft komen vooral landklimaat en zeeklimaat voor, met voldoende neerslag voor landbouw.
Delen van de westelijke helft hebben vooral droogte. Wel valt er langs de westkust en in
gebergtes neerslag.
Alle klimaten en klimaatgebieden komen in de VS voor (tropisch regenklimaat in Hawaii &
toendraklimaat in Alaska).
Ook het verschil in reliëf is een groot verschil tussen oost en west.
B) Hoe verklaar je de grote verschillen in klimaat?
Verschillen in klimaat komen door verschillen in breedteligging, hoogteligging en aanvoer
van lucht uit andere gebieden of zee.





Grootste deel van de VS ligt tussen 25 en 30 graden NB, afstand van ongeveer 2500
km. Hoe lager, hoe warmer.
Westelijke helft: meerdere hoge bergketens, vaak hoogtes van meer dan 4000 m. dit
verklaart de aanwezigheid van koude klimaten.
Noord-zuid lopende bergketens hebben ook grote invloed op de aanvoer van lucht
uit andere gebieden. Dat heeft weer invloed op de neerslag en de temperatuur.
o Westelijke winden: dringen minder het land binnen dan in Europa.
o Droge klimaten: vooral gevolg van ontbreken aan zeeinvloed. Zij liggen aan
de lijzijde van gebergteketens.
o Noordelijke en zuidelijke winden: worden niet gehinderd.
Aanvoer van lucht vanuit andere gebieden hang vooral af van verschillen in
luchtdruk.
o Gebieden waar lucht daalt  ontstaat hoge luchtdruk.
 Meestal weinig neerslag.
 Noordelijk halfrond: draait met de klok mee.
 Zuidelijk halfrond: draait tegen de klok in.
o Gebieden waar lucht stijgt  ontstaat lage luchtdruk.
 Veel bewolking en grote kans op neerslag.
 Noordelijk halfrond: draait tegen de klok in.
 Zuidelijk halfrond: draait met de klok mee.
Blizzards – zeer koude noordelijke winden (vanuit Canada).
C) Wat zijn orkanen en tornado’s?
Orkaan – soort superstorm; zeer krachtig ronddraaiende wind met veel bewolking, zware
buien, hevig onweer en in het midden een ‘oog’.
- wind: boven 117 km/h
- wanneer: van augustus tot ongeveer december
- waar: rondom de evenaar boven de grote oceanen, zeewater vanaf 27°C
- grootte: 500 tot 1000 km
- namen: orkaan/hurricane  Atlantische oceaan / Amerikaanse deel Grote oceaan
taifoen  Aziatische deel Grote oceaan
cycloon  Indische oceaan
ONTSTAAN
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Opwarming zeewater door instraling tropische zon
Veel verdamping  onstabiele lucht  onweerswolken tot 16 km hoogte
Zeewater boven 27°C versterkt het systeem
Door draaiing van de aarde gaat het systeem draaien
Bij windsnelheden vanaf 117 km/h is het een orkaan
Boven zee: geen weerstand  voeding van warm water, versnelling
Boven land: weerstand  geen voedingsbron, vertraging, orkaan verdwijnt
Tornado – een windhoos / sterke wervelwind.
- zeer grote snelheden, honderden km/h.
- meestal zichtbaar door waterdamp dat condenseert in de wervel of materiaal dat
wordt meegenomen.
- wanneer: voornamelijk in april, mei en juni
- grootte: diameter van enkelen meters tot kilometers (2 km)
- waar: Tornado Alley. Warme vochtige lucht uit de golf van Mexico schuift
noordwaarts over koude droge lucht van de Rocky Mountains.
ONTSTAAN
1. Een tornado ontstaat vaak op de scheidingslijn van warme, vochtige lucht en
koude, droge lucht.
2. Op deze grenslijn kunnen zeer zware onweersbuien ontstaan; zogenaamde
supercellen. Hierin komen sterke opwaartse spiraliserende luchtstromingen voor.
3. Onderaan de wolk kan dan een draaikolk (trechter) ontstaan, die kan uitgroeien
tot een tornado.
Paragraaf 3. Waardoor zijn er zo veel verschillen in de bevolking in de VS?
A) Welke bevolkingsgroepen wonen er in de VS?
Vanaf 1924 kwamen er strengere immigratie wetten



Europeanen
o Blank
o ¾ van de bevolking in de VS
o Uit noord / west Europa: vooral tussen 1600 – 1880 (vanaf 1492)
o Uit zuid / oost Europa: vooral tussen 1880 – 1920
o Kwamen voor betere bestaansmogelijkheden of vrijheid
o Wonen waar ze werken of waar anderen al woonden. Verspreid over het hele
land
Hispanics
o Latino’s
o Uit Spaanssprekende gebieden (Latijns Amerika)
o Bruin, blank of zwart
o Kwamen vooral vanaf 1920
o Zijn vooral economische vluchtelingen
o Ze hebben de lagerbetaalde banen
o Wonen vooral in het zuiden van de VS
Aziaten
o Spleetoogjes, lichtgetint, donker haar
o Kwamen vooral na 1920
o Zijn politieke vluchtelingen of kinderen van soldaten die in Azië gevochten
hebben

o Ze hebben een hogere opleiding en beter werk
o Wonen vooral aan de noord/west kust
Zwarte Afrikanen
o Zwarten / afro-Amerikanen
o Zwart
o Vooral tussen 1700 – 1820
o Het waren slaven (kantoenplantages)
o Wonen vooral in het zuidoosten
B) Hoe verklaar je de ongelijke spreiding van de bevolking?
De meeste mensen wonen in het gebied waar ze werken. Migranten verhuizen vooral naar
gebieden waar veel werk is. Immigranten gaan vaak naar gebieden dicht bij hun land van
herkomst of waar al veel landgenoten wonen.
C) Wat zijn de gevolgen van de culturele verschillen?
Melting pot – mensen uit verschillende culturen die integreren tot één culturele groep.
Getto’s – etnische achterstandswijken, waar de bewoners weinig contact hebben met
andere bevolkingsgroepen.
Salad-bowl – een verscheidenheid aan culturen binnen één land (leven samen maar
behouden hun eigen cultuur).
Paragraaf 4. Hoe verklaar je de macht van de Verenigde Staten?
A) Wat is de economische betekenis van de Verenigde Staten?
 Er zijn drie grote economische blokken: de VS, EU en Japan. Het totale inkomen van
de VS is hoger dan die ban alle EU-landen samen.
Samen met Canada en Mexico hebben de VS de NAFTA opgericht: een
gemeenschappelijke markt, met een vrije handel tussen deze landen, zonder
belasting op de invoer.
 De grootste multinationals (zeer grote ondernemingen met vestingen in vele landen)
komen uit de VS.
 De economie in de VS profiteert van een grote interne afzetmarkt dankzij veel
inwoners en veel koopkracht.

In tegenstelling tot andere landen hebben de VS de laatste 150 jaar geen
oorlogsgeweld meer gekend.
 Naast dit alles geldt dat de VS altijd al een land is geweest met veel natuurlijke
mogelijkheden: veel delfstoffen en grote gebieden geschikt voor landbouw.
Nadelen: het land gebruikt een heleboel energie. Voor productie van goederen zijn
enorme hoeveelheden grondstoffen nodig.
B) Wat is de politieke betekenis van de Verenigde Staten.
VS is de politieagent van de wereld. Als ergens op aarde onrust tussen of binnen landen
bestaat, blijkt vaak hun politieke en militaire macht.
Ook in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN) of United Nations Organization
(UNO): een organisatie van bijna alle landen op aarde, die onder meer als doel heeft de
wereldvrede te bewaren. Hoofdkantoor staat in New York. Ook de
milleniumdoelstellingen.
Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO/NATO): een militair bondgenootschap dat
als doel heeft de vrijheid en de veiligheid van lidstaten te verzekeren met behulp van
politieke of militaire middelen, voeren de VS de boventoon.
Extra. Hoe verklaar je de stedelijke ontwikkelingen in de VS?
A) Hoe ontwikkelen stedelijke gebieden zich?
Megapolis – letterlijk: zeer grote stad. Figuurlijk betekend het een groot aaneengegroeid
stedelijk gebied.
Immigranten en veel zwarten uit het zuidoosten verhuisde veel naar de grote steden.
Suburbs – de voorsteden, die via grote wegen verbonden waren met het centrum van de
stad. Later volgde een suburbanisatie (mensen verhuizen van stad naar de kleinere plaatsen
in de omgeving van die stad). Suburbs waren beter bereikbaar, er was minder criminaliteit en
minder stedelijk verval dan in het stadscentrum.
Edge cities – steden aan de rand van nog grotere steden. Echte autosteden. Vooral
welvarende blanken wonen hier.
B) Hoe verandert het noordoosten?
Het noordoosten is nog steeds het economisch kerngebied van de VS. Meeste banen in de
industrie en dienstensector, daar zit de regering en zijn hoofdkantoren & universiteiten.
Oorzaken om van het noordelijke helft naar het westelijke helft te verhuizen:
 Belangrijk voor elk bedrijf is een gunstige vestigingplaats. Oude gebieden kunnen te
maken hebben met de wet van remmende voorsprong: de voorsprong die men had
door als eerste te zijn, gaat verloren door de veroudering van bedrijven of slechte
infrastructuur.
 Bovendien zijn steeds meer zogenaamde foot-loose bedrijven: bedrijven die niet
gebonden zijn aan vestigingsfactoren als diep vaarwater of aanwezigheid van
grondstoffen.
 Ook ontwikkelingen op wereldschaal hebben grote invloed op een internationaal
gericht land als de VS. De opkomst van gebieden rond de Grote Oceaan en de
relatieve achteruitgang van het ‘oude’ Europa heeft geleid tot een global shift: een
verschuiving van het economisch zwaartepunt in de wereld. Opkomende gebieden
langs de Grote Oceaan heten de Pacific Rim. Soms verhuizen bedrijven dan ook naar
een ander deel van de VS of zelfs naar het buitenland.
 Snow belt: het gebied waar het in de winter heel erg koud kan zijn.
 Sun Belt: wordt gebruikt voor het zuidelijke deel van de VS: een gebied waar veel
mensen vanwege het prettige klimaat graag willen wonen.
 Groeipolen: steden die liggen buiten de grote stedelijke gebieden en die recent een
snelle economische groei hebben doorgemaakt. (Atlanta met Coca Cola, Seattle
met Boeiing en Microsoft)
In het noordelijke helft zijn veel banen weggegaan, maar er zijn ook veel nieuwe,
kennisgericht banen bijgekomen.
De hoofdkantoren voor een groot deel gebleven in steden als Washington en New York.
Regering in de VS in Washington D.C.
C) Hoe verklaar je de opkomst van Californië?
Binnen de VS is Californië op allerlei terreinen de grootste: aantal inwoners, media- en hightech-industrie, toerisme, landbouwopbrengsten per hectare. Onderdeel van de Sun Belt.
Het prettige woon- en werkklimaat trekt veel mensen en bedrijven. Mede door zijn ligging
trekt Californië ook zeer veel migranten uit het buitenland, onder meer uit Mexico.
Download