Actieve voedingsdriehoek: Un pique-nique francais Doelgroep: bovenbouw Doelstelling: - De leerlingen leren op een speelse manier de Franse taal. Ze doen dit aan de hand van een bewegingsoefening. De leerlingen leren zinnen maken in het frans die betrekking hebben op het onderwerp picknick Benodigdheden: - Een tekening met een lege picknickmand - Kaartjes met Franse woordjes en kaartjes met de Nederlandse vertaling (zie bijlage) - De poster met de actieve voedingsdriehoek A. Inleiding Alle leerlingen staan in een kring en krijgen een kaartje. Op het ene kaartje staat een Frans woordje met de bijhorende prent en op het andere kaartje staat de vertaling naar het Nederlands met de bijhorende prent. Op het startsein gaat de leerling met het Franse woordje op zoek naar zijn vertaling en omgekeerd. Ze gebruiken de prent als hulpmiddel. Als ze elkaar gevonden hebben hangen ze het kaartje op de juiste plaats in de actieve voedingsdriehoek aan bord. Je kan dit 2 keer herhalen. B. Verwerking De leerlingen schrijven voor elke productgroep 1 Frans woord met de vertaling onderaan in het rooster. Nadien kleuren ze het woord en het voedingsmiddel op de prent in de kleur volgens de productgroep van de actieve voedingsdriehoek. De leerlingen maken zelf een Franse zin met deze woorden. Kies uit elke productgroep van de actieve voedingsdriehoek een voedingsmiddel. Schrijf dit op in het Frans en vertaal. Kleur nadien het woord in dezelfde kleur als de productgroep en ook het voedingsmiddel op de prent Groep 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Franse woordje Nederlandse vertaling 9. Zet 2 woorden in een Franse zin volgens het voorbeeld ! Je mange une poire et une pomme. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Bijlage woordkaartjes Du beurre (m) Boter Du pain (m) Brood Une tartine (f) Boterham Une baguette (f) Stokbrood Du fromage (m) Kaas De la confiture (f) Jam chocolat (m) Chocolade carotte (f) Wortel Un poulet (m) Kip Un poisson (m) Vis Une fraise (f) Aardbei Une pomme (f) Appel Une banane (f) Banaan Une poire (f) Peer Une tomate (f) Tomaat Une orange (f) Sinaasappel Des légumes (m) Groenten Une pomme de terre (f) Aardappel Du jus d’orange Sinaasappelsap De l’ eau (f) Water Du thé (m) Thee Du lait (m) Melk