Trainers-schema De functies van het onbewuste en het 4 stapsleerproces Bijeenkomst (9.30 – 11.15) Tijd onderwerp inhoud 9.30 9.309.35 9.359.45 9.459.50 9.509.56 9.569.57 aanwezig ontvangst 9.5810.02 Waarom? materiaal posters voorstelrondje mededelingen Kleine wat Grote frame 10.02- Metafoor 1 10.04 10.04- Metafoor 2 10.06 10.06- Wat?: 10.26 het onbewuste is dat deel van je persoonlijkheid waaraan je niet denkt, leren in 4 stappen waarom zou je je met het onbewuste bezighouden? wat zijn de functies van het onbewuste? wat is leren? hoe gebruik je het 4stapsleerproces om te bereiken wat je wilt? wat kun je met het geleerde over het onbewuste en het leren?. heb je dat gevoel wel eens dat je ergens geen zin in hebt maar je weet niet waarom? (je hebt weer een nieuw soort koffie-automaat, je moet verhuizen, flexplekken, je moet je mobiletelefoon opwaarderen, je komt in een nieuwe stad en moet er de weg leren kennen, je voelt je onzeker of je die nieuwe job wel zult kunnen doen, je wilt graag van het roken af maar ziet er heel erg tegen op om het af te leren?. ben jij de monnik die de vrouw wilde loslaten, maar haar op zijn nek droeg? Zou je willen weten hoe je meer vertrouwen zou kunnen krijgen in het doorlopen van het hele leerproces? leren staan uit Sytse’s begin de pianist de functies van het onbewuste: posters 1. slaat herinneringen op (geuren, smaken, geluiden, beelden, video’s) 2. ordent herinneringen (tijdlijn, gestalt) 3. laat emoties opkomen en weer wegvloeien 4. onderdrukt herinneringen met onopgeloste negatieve emoties 5. presenteert onderdrukte herinneringen voor ‘rationalisaties’, om emoties los te laten 6. beschermt het lichaam 7. bestuurt de lichaamsfuncties, ademen, spijsverteren, bloedstroom, etc. 8. handhaaft en beschermt het lichaam 9. stuurt je zodanig dat je een hoogst moreel wezen bent 10. wil graag een slaaf zijn en orders van het bewuste op te volgen 11. controleert alle waarnemingen en behoudt hen zowel die van de bekende zintuigen, als ook van onbekende zintuigen of telepatische/energetische aard. het filtert, vervormt, en generaliseert de 2.000.000 stukjes informatie die op ieder moment binnenkomen. 12. het voorziet het lichaam van energie, slaat de energie op, en geeft het door. 13. reageert vanuit intuitie, gewoonte, (onbewust bekwaam) 14. heeft herhaling nodig voor lange termijn plannen 15. is geprogrammeerd om nieuwsgierig te zijn 16. functioneert het beste als het één geheel is, hoe minder delen, hoe beter. 17. het werkt met symbolen, denk aan dromen 18. neemt alles persoonlijk op 19. werkt volgens het principe van de minste inspanning 20. kan geen ontkenning vasthouden 21. alles is er op gericht om opnieuw één en volledig met jezelf te worden. Het 4stapsleerproces en de leercurve 1 onbewust onbekwaam bewustworden 2 bewust onbekwaam bekwamen, oefenen 3 bewust bekwaam verder oefenen en automatiseren 4 onbewust bekwaam Toelichten aan de hand van leren autorijden Hoe heb je leren lopen, eten, praten, je zelf aankleden, aardig gevonden worden, zwemmen, lezen, schrijven, tandenpoetsen, dansen, fietsen, zoenen, koken, de weg in de bibliotheek, in de kantine, engels, wiskunde en e-mailen, stoppen met roken, te veel eten? 10.10- Hoe? 11.00 Demo Oefening 1. Individueel (5 min.): Ieder schrijft drie verhaaltjes van vijf regels belangrijke leerervaringen uit zijn leven op. 2. In tweetallen A en B (3 x 1 min) A leest langzaam de drie verhaaltjes voor met enige tijd er tussen). B luistert aandachtig. Na even stilte zegt B tegen A: De kwaliteit van jou die dit leren mogelijk maakt is…………………… (bijv. je grote doorzettingsvermogen, je ongeremde nieuwsgierigheid etc.) A onthoudt deze kwaliteit 3. Daarna draaien A en B de rollen om. (3 x 1 min.) 4. Bespreek jullie ervaringen en schrijf jullie kwaliteiten op. (3 min.) 5. Zowel A als B ondersteunen elkaar in het beschrijven van de vier stappen in één van de drie verhaaltjes over een leerproces en schrijft dit 11.0011.10 11.1011.12 11.1211.15 Nabespreking oefening Wat kan ik er mee? Metafoor 2 en Metafoor 1 sluiten op. Wat heeft het met je gedaan Bewust worden dat angst een goed teken is om van 2 naar 3 te gaan. alle stukken feilloos spelen ongedeerd en box bouwen Handout De functies van het onbewuste: 1. Slaat herinneringen op (geuren, smaken, geluiden, beelden, video’s) 2. Ordent herinneringen (tijdlijn, gestalt) 3. Laat emoties opkomen en weer wegvloeien 4. Onderdrukt herinneringen met onopgeloste negatieve emoties 5. Presenteert onderdrukte herinneringen voor ‘rationalisaties’, om emoties los te laten 6. Beschermt het lichaam 7. Bestuurt de lichaamsfuncties, ademen, spijsverteren, bloedstroom, etc. 8. Handhaaft en beschermt het lichaam 9. Stuurt je zodanig dat je een hoogst moreel wezen bent 10. Wil graag een slaaf zijn en orders van het bewuste op te volgen 11. Controleert alle waarnemingen en behoudt hen zowel die van de bekende zintuigen, als ook van onbekende zintuigen of telepatische/energetische aard. Het filtert, vervormt, en generaliseert de 2.000.000 stukjes informatie die op ieder moment binnenkomen. 12. Het voorziet het lichaam van energie, slaat de energie op, en geeft het door. 13. Reageert vanuit intuitie, gewoonte, (onbewust bekwaam) 14. Heeft herhaling nodig voor lange termijn plannen 15. Is geprogrammeerd om nieuwsgierig te zijn 16. Functioneert het beste als het één geheel is, hoe minder delen, hoe beter. 17. Het werkt met symbolen, denk aan dromen 18. Neemt alles persoonlijk op 19. Werkt volgens het principe van de minste inspanning 20. Kan geen ontkenning vasthouden 21. Alles is er op gericht om opnieuw één en volledig met jezelf te worden. Het 4 stapsleerproces 1 onbewust onbekwaam bewustworden 2 bewust onbekwaam bekwamen, oefenen 3 bewust bekwaam verder oefenen en automatiseren 4 onbewust bekwaam bij een betere begeleiding Oefening 6. Individueel (5 min.): Ieder schrijft drie verhaaltjes van vijf regels belangrijke leerervaringen uit zijn leven op. 7. In tweetallen A en B (3 x 1 min) A leest langzaam de drie verhaaltjes voor met enige tijd er tussen). B luistert aandachtig. Na even stilte zegt B tegen A: De kwaliteit(en) van jou die dit leren mogelijk maakt is (zijn)…………………… (bijv. je grote doorzettingsvermogen, je ongeremde nieuwsgierigheid etc.) 8. A onthoudt deze kwaliteit(en) 9. Daarna draaien A en B de rollen om. (3 x 1 min.) 10. Bespreek jullie ervaringen en schrijf jullie kwaliteiten op. (3 min.) 11. Zowel A als B ondersteunen elkaar in het beschrijven van de vier stappen in één van de drie verhaaltjes over één van jouw leerprocessen. 12. Schrijf dit op.