שבת ט' כסלו תשס"ו zaterdag 10 december 2005 Aan de orde van de daf De voornaamste onderwerpen van de Daf HaJomi – Eroevien 66 Door Zwi Goldberg, [email protected], www.hoor-israel.org Wonen met een niet-Jood op dezelfde binnenplaats R. Chanina bar Joseef bezocht eens met een aantal collega’s een herberg, waar alleen Joodse gasten verbleven. De nietJoodse herbergier was niet aanwezig. [Rasji geeft twee mogelijke verklaringen: òf zij hadden al een eroev gemaakt, in de veronderstelling dat de niet-Joodse eigenaar niet zou terugkomen (volgens de mening van R. Jehoeda op daf 86a), of zij hadden geen eroev gemaakt omdat zij bang waren dat hij zou terugkomen (volgens de mening van R. Meïr). De herbergier arriveerde op Sjabbat en toen ontstond de vraag of zij op Sjabbat van de niet-Jood diens rechten konden huren. Wanneer een dergelijke huur te vergelijken is met een eroev, die vóór de ingang van Sjabbat gemaakt moet zijn, dan mag het niet. Maar wanneer huren te vergelijken is met het opgeven van rechten, hetgeen wel op Sjabbat mag, zoals we zullen leren op daf 69b), dan mag dit ook. R. Jochanan besliste: het is toegestaan om de rechten van de niet-Jood op Sjabbat te huren. [Zie ook Sj.A. O.Ch. 383:1: „Wanneer twee Joden samen [aan een chatseer ] wonen met een niet-Jood, en de niet-Jood is niet thuis, dan verhindert hij de Joden niet om op Sjabbat in de chatseer te dragen. Zij mogen dan een eroev maken en dan dragen in de chatseer. Wanner de niet-Jood op Sjabbat thuiskomt, veroorzaakt hij dat de chatseer verboden wordt en de eroev werkt niet meer. Zij mogen dan de bezittingen van de niet-Jood op die Sjabbat huren, waarna één van de Joden afstand van zijn bezittingen doet ten behoeve van zijn collega en die mag dan dragen in de chatseer.] Nog drie regelingen van R. Jochanan betreffende een eroev 1) Zoals men een eroev mag maken ter waarde van minder dan een proeta [zoals we geleerd hebben op daf 49a], zo ook mag men huren en daarvoor minder dan een proeta betalen en dan is de huur toch geldig. 2) Zoals een Joodse bediende van een niet-Joodse medebewoner in een chatseer mag deelnemen aan de eroev [zoals we geleerd hebben op daf 64a], zo ook mag een bediende van de niet-Joodse medebewoner de rechten van zijn meester verhuren. 3) En zoals in geval van vijf Joodse bewoners van een chatseer één van hen de anderen mag verenigen in een eroev om hun chatseer te verenigen met een naburige chatseer [d.w.z. hij mag de eroev van hun gemeenschappelijke chatseer naar de naburige chatseer brengen om zo de beide chatserot te verenigen], zo ook mag één van de vijf Joodse bewoners de anderen vertegenwoordigen en namens allen de rechten van de niet-Jood huren. Drie regelingen van Sjmoeël 1) Wanneer ergens Joodse bewoners elkaar belemmeren om in een chatseer te dragen en zij kunnen een eroev maken, maar iemand heeft niet mee gedaan aan de eroev, zodat hij de anderen verhindert, dan mag hij afstand doen van zijn rechten ten behoeve van de anderen. Bijvoorbeeld: als twee chatserot achter elkaar liggen, zodat de bewoners van de achterste chatseer door de voorste chatseer moeten om op de straat te komen, en wanneer de achterste chatseer geen eroev heeft gemaakt, dan verhinderen de bewoners daarvan het dragen in de voorste chatseer, op grond van hun recht van doorgang. De bewoners van de achterste hadden ook een eroev samen met de bewoners van de buitenste chatseer mogen maken. Wanneer zij dat zijn vergeten, dan mogen de bewoners van de binnenste chatseer afstand van hun recht op doorgang door de buitenste chatseer doen, zodat de bewoners daarvan wel in hun chatseer mogen dragen. 2) Wanneer bewoners wel samen een eroev kunnen maken maar elkaar niet hinderen als zij dat niet doen, kunnen zij geen afstand doen van hun rechten. Bijvoorbeeld als twee chatserot naast elkaar liggen en met elkaar verbonden zijn en ook ieder zijn eigen uitgang heeft naar de straat, dan kunnen zij samen een eroev maken, opdat zij van de ene chatseer naar de andere kunnen vervoeren, maar als zij dat niet doen, verhinderen zij niet, dat ieder in zijn eigen chatseer draagt want ieder kan door zijn eigen uitgang de straat bereiken, maar ze mogen dan niet iets van de ene chatseer naar de andere overbrengen. In dat geval kunnen zij geen afstand doen van rechten ten behoeve van de bewoners van de andere chatseer. 3) Wanneer de bewoners van een chatseer elkaar wel verhinderen om te dragen maar ze kunnen geen eroev maken, wanneer twee of meer Joden in een chatseer samen wonen met een niet-Jood, dan helpt het niet als alle Joden afstand doen van hun rechten ten behoeve van één van hen. De Joden belemmeren elkaar om in de chatseer te dragen en de aanwezigheid van de niet-Jood verhindert hun om een eroev te maken. Rav Sjesjet wijst erop dat deze laatste regeling van Sjmoeël in strijd is met de uitspraak van R. Jochanan, waar hij zei dat de Joden afstand konden doen van hun rechten op Sjabbat. Daf 66b Een aanvullende regeling van Sjmoeël 4) Het verbod van het afstand doen van rechten aan de bewoners van een andere chatseer geldt alleen in het geval dat beide chaterot een uitgang hebben naar de straat, maar wanneer één mavoi achter de andere ligt en als de bewoners zaterdag 10 december 2005 שבת ט' כסלו תשס"ו alleen door de voorste chatseer naar de straat kunnen, kunnen de bewoners van de achterse chatseer wel afstand doen van hun rechten op doorgang door de voorste chatseer ten behoeve van de bewoners van de voorste chatseer. 5) Wanneer twee huizen aan weerskanten van een ruïne grenzen en beide bewoners hebben vanuit hun huis toegang tot de ruïne, dan kunnen zij samen een eroev maken en van de ruïne gebruik maken. Maar wanneer zij dat verzuimd hebben, kan de ene bewoner niet zijn rechten opgeven ten behoeve van de andere. Vier gevallen van Rava waar afstand van rechten gewenst is [Wanneer twee chatserot achter elkaar liggen met één gezamelijke uitgang naar de straat, dan kunnen de bewoners van de achterste chatseer hun eroev in een huis in de voorste chatseer leggen en dan mag iedereen in voorste chatseer dragen.] 1) Wanneer iemand uit de achterste chatseer vergeten is deel te nemen aan de eroev, dan is het in beide chatserot verboden te dragen, zelfs als hij afstand doet van zijn rechten. De eroev bevindt zich namelijk in de buitenste chatseer, zodat beide chatserot als het ware één chatseer worden. Wanneer de vergeetachtige bewoner zijn rechten alleen aan de bewoners van de achterste chatseer afstaat, blijven de bewoners van de voorste chatseer nog verboden te dragen en daarmee verhinderen zij ook de bewoners van de achters chatseer. En hij kan volgens Sjmoeël geen afstand doen ten behoeve van de buitenste chatseer. 2) Wanneer iemand uit de voorste chatseer vergeten is deel te nemen aan de eroev, dan is het eveneens in beide chatserot verboden te dragen, zelfs als hij afstand doet van zijn rechten. Wanneer hij namelijk alleen afstand doet ten behoeve van de bewoners van de buitenste chatseer, dan belemmeren de bewoners van de achterste chatseer nog steeds het dragen. En hij kan zijn rechten volgens Sjmoeël niet overhevelen naar een andere chatseer. 3) Wanneer de bewoners van de voorste eroev hun eroev in de achterste chatseer plaatsten en iemand uit de achterste chatseer vergat deel te nemen aan de eroev, dan is het in beide chatserot verboden om te dragen, zelfs al heeft hij afstand gedaan van zijn rechten om dezelfde redenen als hierboven. 4) Wanneer de bewoners van de voorste chatseer hun eroev in de achterste chatseer plaatsten en iemand uit de voorste chatseer vergat deel te nemen aan de eroev, en hij doet afstand van zijn rechten, dan is het in de binnenste chatseer toegestaan om te dragen, wanneer men de verbinding tussen beide chatserot afsluit, maar in de buitenste chatseer is het verboden te dragen want daar is geen eroev.